Staat van Schengen-rapport legt nadruk op goede implementatie maatregelen - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - Alle nieuwe maatregelen en procedures die in 2022 zijn vastgesteld met betrekking tot Schengen, het systeem om zonder grenzen in de Europese Unie te kunnen reizen, moeten goed worden geïmplementeerd. Alleen zo kan het Schengenbeleid zijn doelen bereiken. Dat is de kernboodschap van het verslag over de staat van Schengen 2023 van de Europese Commissie i.
In 2022 heeft de Commissie voor het eerst een rapport opgesteld over het functioneren van Schengen. Daar kwamen een aantal knelpunten uit naar voren. Het devies was toen: de lidstaten moeten vaker met elkaar om de tafel gaan zitten om zaken beter af te stemmen. Een jaar later stelt de Commissie dat de betere afstemming tussen lidstaten onderling zijn vruchten lijkt af te werpen. Zo zijn lidstaten bezig om hun registratiesystemen van migranten, visa en reizigers meer op elkaar af te stemmen. Nederland was een van de landen die daar meer werk van moest maken.
De Commissie hoopt dat 2022 aan heeft getoond dat de intensievere samenwerking loont, en wil deze lijn doortrekken. De Commissie wil met betere samenwerking onder andere een beter beeld krijgen van migratiestromen en die stroom beter kunnen beheren. Verdere maatregelen op dit vlak volgen.
De Commissie pleit in haar rapport ook voor het toelaten van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone. Die wens is niet nieuw, en ligt gevoelig. Nederland is één de meest kritische lidstaten waar het om uitbreiding van Schengen gaat.
Er is ook kritiek op de lidstaten. De Commissie wil dat veel eenzijdig afgekondigde grenscontroles tussen lidstaten worden opgeheven. In uitzonderlijke gevallen moet dat kunnen, maar te vaak krijgen grenscontroles een permanent karakter.
Bron: Europese Commissie, EurLex (COM(2023)274)