Uitvoeringsbesluit 2022/2459 - Toepassing van hogere visumleges ten aanzien van Gambia - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2459 van de Raad van 8 december 2022 betreffende de toepassing van hogere visumleges ten aanzien van Gambiaofficiële Engelstalige titel
Council Implementing Decision (EU) 2022/2459 of 8 December 2022 on the application of an increased visa fee with respect to The GambiaRechtsinstrument | Uitvoeringsbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsbesluit 2022/2459 |
Regdoc-nummer | ST(2022)15216 |
Origineel voorstel | COM(2022)632 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32022D2459 |
Document | 08-12-2022; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 15-12-2022; PB L 321 p. 18-21 |
Inwerkingtreding | 14-12-2022; van kracht datum kennisgeving zie art 3 |
Einde geldigheid | 17-04-2024; opgeheven door 32024D1231 |
Kennisgeving | 14-12-2022 |
15.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 321/18 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2459 VAN DE RAAD
van 8 december 2022
betreffende de toepassing van hogere visumleges ten aanzien van Gambia
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (1), en met name artikel 25 bis, lid 5, punt b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 25 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009 dient de Commissie regelmatig de samenwerking van derde landen op het gebied van overname te beoordelen. Op basis van de overeenkomstig die bepaling verrichte beoordeling werd de samenwerking met Gambia op het gebied van overname als onvoldoende beoordeeld. Gezien de stappen die zijn ondernomen om de samenwerking en de algemene betrekkingen van de Unie met Gambia te verbeteren, gold de medewerking die Gambia de Unie verleent op het gebied van overname als onvoldoende en moesten er bijgevolg maatregelen door de Unie worden getroffen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 25 bis, lid 5, punt a), van Verordening (EG) nr. 810/2009 werd op 7 oktober 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1781 van de Raad (2) vastgesteld, waarbij de toepassing van bepaalde bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 tijdelijk werd opgeschort ten aanzien van bepaalde onderdanen van Gambia. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 25 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009 heeft de Commissie de door Gambia verleende medewerking op het gebied van overname na de inwerkingtreding van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1781 voortdurend beoordeeld. Uit de beoordeling blijkt dat er geen significante verbeteringen hebben plaatsgevonden, aangezien de samenwerking op het gebied van identificatie en terugkeer nog steeds problematisch is, de in de overnameovereenkomst tussen de EU en Gambia vastgestelde termijn niet in acht is genomen en een moratorium op terugkeer met chartervluchten — dat eenzijdig door Gambia is ingevoerd — tot maart 2022 van kracht bleef. Ondanks enkele beperkte ontwikkelingen, met name de afgifte van drie landingsvergunningen voor terugkeeroperaties na de opschorting van het door Gambia ingestelde moratorium, blijft de samenwerking op het gebied van overname ontoereikend en zijn er nog aanzienlijke en blijvende verbeteringen nodig. |
(4) |
De Commissie is van oordeel dat, ondanks de bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1781 vastgestelde maatregelen, Gambia de Unie nog steeds onvoldoende medewerking op het gebied van overname verleent en er bijgevolg nadere maatregelen moeten worden getroffen, zonder dat dit gevolgen heeft voor Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1781. |
(5) |
De geleidelijke toepassing van hogere visumleges op onderdanen van Gambia moet een duidelijk signaal afgeven aan de Gambiaanse autoriteiten dat de nodige maatregelen moeten worden genomen om de medewerking op het gebied van overname te verbeteren. |
(6) |
Derhalve moet overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009 een bedrag van 120 EUR aan visumleges van toepassing zijn op onderdanen van Gambia die op grond van Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad (3) visumplichtig zijn. Overeenkomstig die verordening zijn die leges niet van toepassing op kinderen jonger dan 12 jaar. Zij mogen evenmin van toepassing zijn op aanvragers die van de visumleges zijn vrijgesteld, of voor wie die zijn verlaagd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009. |
(7) |
Dit besluit mag geen afbreuk doen aan de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), waarbij het recht van vrij verkeer wordt uitgebreid tot familieleden, ongeacht hun... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.