Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36200 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 20-09-2022
Publicatie­datum 20-09-2022
Nummer KST36200VII2
Kenmerk 36200 VII, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022

2023

36 200 VII

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

Geraamde uitgaven en ontvangsten    3

2.1    Beleidsprioriteiten    8

2.2    Belangrijkste beleidsmatige mutaties    20

2.3    Openbaarheidsparagraaf    24

2.4    Strategische Evaluatie Agenda    26

2.5    Overzicht risicoregelingen    28

2.6    Overzicht Coronamaatregelen    30

3.1    Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie    31

3.2    Artikel 2. Nationale Veiligheid    45

3.3    Artikel 3. Woningmarkt    47

3.4    Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en

bouwkwaliteit    58

3.5    Artikel 5. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet    69

3.6    Artikel 6. Overheidsdienstverlening en

informatiesamenleving    77

3.7    Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid    89

3.8    Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid    101

3.9    Artikel 10. Groningen versterken en perspectief

(vervallen)    106

4.1    Artikel 11. Centraal apparaat    107

4.2    Artikel 12. Algemeen    109

4.3    Artikel 13. Nog onverdeeld    111

5.1    Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)    112

5.3    P-Direkt    128

5.4    Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)    135

5.5    FMHaaglanden (FMH)    142

5.6    Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)    148

5.7    Rijksvastgoedbedrijf (RVB)    155

5.8    Dienst van de Huurcommissie (DHC)    166

Bijlage 1: ZBO's en RWT's    173

Bijlage 2: Specifieke uitkeringen    174

Bijlage 3: Verdiepingsbijlage    178

Bijlage 4: Moties en toezeggingen    198

Bijlage 5: Subsidieoverzicht    297

Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie    Agenda    300

Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland    314

Bijlage 8: Overzicht rijksuitgaven Wind in de    Zeilen    316

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 9.254.465.000

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie
  • 2. 
    Nationale Veiligheid
  • 3. 
    Woningmarkt
  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en omgevingswet
  • 6. 
    Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

  • 11. 
    Centraal apparaat
  • 12. 
    Algemeen
  • 13. 
    Nog onverdeeld

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 679.570.000

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie
  • 2. 
    Nationale Veiligheid
  • 3. 
    Woningmarkt
  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en omgevingswet
  • 6. 
    Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

14,8

14,7

495,6

0,1

3,8

| 10,9

  • 9. 
    Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
  • 11. 
    Centraal apparaat
  • 12. 
    Algemeen 0,0
  • 13. 
    Nog onverdeeld 0,0

0    100    200    300    400    500    600

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld en worden de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van verplichtingen-kasagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J. Bruins Slot

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

  • 1. 
     LeeswijzerAlgemeen

Voor u ligt de begroting 2023 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Groeiparagraaf

  • De begroting 2023 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting

2022.

  • Aan dit begrotingshoofdstuk is ten opzichte van de begroting 2022 de openbaarheidsparagraaf opgenomen. Hierin worden de reeds lopende trajecten en nieuwe initiatieven die tot verbetering van de informatiehuishouding en het transparanter maken van de organisatie toegelicht.
  • De budgetflexibiliteit is naar aanleiding van de Rijksbegrotingsvoorschriften vanaf de ontwerpbegroting 2023 gedetailleerder opgedeeld in vier categorieën: juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld dan wel vrij te besteden.
  • De budgetten op Artikel 10 Groningen zijn bij eerste suppletoire 2022 overgeheveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat (XIII).

Beleidsagenda

De beleidsagenda geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende vier overzichten:

  • Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties;
  • Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;
  • Strategische evaluatieagenda;
  • Overzicht van risicoregelingen.

In het overzicht van risicoregelingen zijn de tabellen 'Garanties' en 'Achter-borgstellingen' opgenomen. Het betreft de Rijkshypotheekgaranties en de achterborgstellingen voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bevat tien beleidsartikelen:

  • artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
  • artikel 2. Nationale veiligheid
  • artikel 3. Woningmarkt
  • artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
  • artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet
  • artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
  • artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
  • artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. 
    Algemene doelstelling
  • B. 
    Rol en verantwoordelijkheid
  • C. 
    Beleidswijzigingen
  • D. 
    Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
  • E. 
    Toelichting op de instrumenten

Budgetflexibiliteit

De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridische verplichtingen) is 1 januari 2023.

Niet-beleidsartikelen

De begroting van BZK bevat drie niet-beleidsartikelen:

  • artikel 11. Centraal apparaat
  • artikel 12. Algemeen
  • artikel 13. Nog onverdeeld

Begroting agentschappen

De begroting van BZK kent de volgende acht baten-lastenagentschappen:

  • Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
  • Logius
  • P-Direkt
  • Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)
  • FMHaaglanden (FMH)
  • Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)
  • Rijksvastgoedbedrijf (RVB)
  • Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Bijlagen

De begroting van BZK bevat acht bijlagen:

  • 1. 
    Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak
  • 2. 
    Specifieke uitkeringen
  • 3. 
    Verdiepingsbijlage
  • 4. 
    Moties en toezeggingen
  • 5. 
    Subsidieoverzicht
  • 6. 
    Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda 7 Rijksuitgaven Caribisch Nederland
  • 8. 
    Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen

Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 (RBV 2022) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

 

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van Rijksbegrotingsvoorschriften 2022

Artikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 2. 
    Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 3. 
    Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 10 mln.

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 6. 
    Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 7. 
    Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 9. 
    Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

  • 11. 
    Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten:1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 12. 
    Algemeen

Verplichtingen: 1 mln. ; Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen: 2 mln. ; Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 13. 
    Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 2. 
    Beleidsagenda

2.1    Beleidsprioriteiten

De begroting voor 2023 is de eerste begroting van het nieuwe kabinet. Voor het ministerie van BZK liggen er grote uitdagingen op allerlei terreinen. Denk hierbij aan de woningmarkt, de klimaatverandering en de gevolgen van de toeslagenaffaire. Het Coalitieakkoord is de basis van ons beleid. Tegelijkertijd staat de wereld zoals we deze kenden onder druk. Aan de rand van Europa is een vreselijke oorlog gaande in Oekraïne en de gevolgen van Covid-19 houden ons nog steeds bezig.

Deze grote gebeurtenissen laten goed zien dat een overheid belangrijk is. Een betrouwbare en betrokken overheid die er voor haar inwoners is. En die ervoor zorgt dat mensen mee kunnen doen in de maatschappij.

De Nederlandse democratische rechtstaat moeten we respecteren en beschermen. Het ministerie van BZK zet zich ervoor in dat mensen samenleven in vrijheid, veiligheid en met respect voor elkaar.

Voor een prettig leven is een goed, betaalbare en duurzaam huis in een leefbare wijk belangrijk. BZK wil hier, op basis van de afspraken in het Coalitieakkoord, grote stappen in zetten.

Het ministerie van BZK heeft ook een andere belangrijke opdracht: iedereen moet mee kunnen doen in de digitalisering, met respect voor privacy en democratie. Het leven speelt zich immers voor een steeds groter deel af in de digitale wereld.

2.1.1    Sterke en levendige democratie

Een overheid die mensen vooropstelt vraagt om een gelijktijdige inzet op het beschermen en vernieuwen van onze democratische rechtsstaat. Beschermen en vernieuwen zijn beide nodig, omdat de huidige stand van de democratische rechtsstaat een dubbel beeld laat zien. Als we kijken naar internationale ranglijsten, dan staat de democratische rechtsstaat in Nederland hoog aangeschreven.1 Daartegenover staat dat het vertrouwen in democratische instituties na een piek aan het begin van de coronacrisis dalende is, en dat er een toenemend sentiment in de samenleving is dat 'het de verkeerde kant opgaat'.1 2 We kunnen daarom niet stilzitten waar het gaat om de staat van de democratische rechtsstaat. Dit vraagt om doorlopend onderhoud, ook in 2023.

Grondrechten

Een democratische samenleving kan alleen functioneren als we staan voor fundamentele grondrechten en vrijheden en deze blijven respecteren, beschermen en waarmaken. Waar iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden, zodat mensen in waardigheid vrij, veilig en gezond kunnen samenleven. We voeren daarvoor het rijksbrede Nationaal Actieplan Mensenrechten uit en hebben het Platform Gemeenten en Mensenrechten ingesteld. Daarnaast is er een actief antidiscriminatiebeleid met onder andere het Nationaal actieprogramma tegen discriminatie, dat momenteel wordt opgesteld door de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR).

Verkiezingen

Vrije, toegankelijke en betrouwbare verkiezingen zijn het belangrijkste proces in onze democratische rechtsstaat. Dat het verkiezingsproces robuust, toegankelijk en goed uitvoerbaar is, is niet vanzelfsprekend. Dit vraagt om doorlopend onderhoud.

Het kabinet investeert vanaf 2023 ieder jaar extra geld in het onderhoud en de kwaliteitsversterking van het verkiezingsproces. Daarmee kunnen we samen met de Kiesraad en gemeenten de robuustheid, toegankelijkheid en uitvoerbaarheid van het verkiezingsproces versterken. In 2023 zijn er verkiezingen voor de provinciale staten, het algemeen bestuur van de waterschappen, de eilandsraden, de kiescolleges en de Eerste Kamer.

Met de ontwikkeling van de Kiesraad tot verkiezingsautoriteit werken we aan de kwaliteit van het verkiezingsproces. Ook de nieuwe procedure voor de vaststelling van de uitslag vergroot de kwaliteit van het proces. We werken aan een betere toegankelijkheid van de verkiezingen, zodat zoveel mogelijk kiesgerechtigden zelfstandig kunnen stemmen. Ook bereiden we experimenten met een nieuw stembiljet voor.

Democratische vernieuwing

Te veel mensen in Nederland hebben het gevoel dat zij onvoldoende een stem hebben in de besluiten die hen raken. We zorgen daarom voor meer invloed en zeggenschap van mensen bij grote opgaven zoals de energie transitie of de woonopgave. Voor de lokale overheden vernieuwen we de afspraken via het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau.

De democratische rechtsstaat vraagt ook om vernieuwing van het democratisch stelsel. De door het kabinet aan de Raad van State en de Kamers voorgelegde voorstellen ter uitvoering van de Staatscommissie Parlementair stelsel (commissie-Remkes), worden (verder) in behandeling genomen, zoals volgt uit het Coalitieakkoord.

Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de Wet op de politieke partijen. Daarmee willen we de onafhankelijke positie van politieke partijen versterken door hun wettelijke positie duidelijker te regelen. Deze wet moet ook de transparantie, over onder andere de financiering van (nationale en lokale) politieke partijen, vergroten. Met de Wet op de politieke partijen brengen we de bestaande regels voor politieke partijen zoveel mogelijk samen in één wet.

Betrouwbare informatie

Desinformatie, die wordt verspreid om het publieke debat te beïnvloeden, kan veel ernstige gevolgen hebben: ze kan de democratie ondermijnen, het vertrouwen in de democratische rechtsstaat verminderen, polarisatie aanwakkeren en het verloop van vrije en eerlijke verkiezingen verstoren. We werken samen met andere betrokken partijen om desinformatie aan te pakken. Dat doen we om de weerbaarheid tegen desinformatie te vergroten, onze informatiepositie te verstevigen en te reageren als het nodig is.

Daarnaast werken we op Europees niveau aan regels die ervoor moeten zorgen dat sociale mediabedrijven de verspreiding van desinformatie verminderen.

In 2023 gaan we door met de toerusting en ondersteuning van landelijke en lokale partners bij het omgaan met uitingen van maatschappelijke onrust en ongenoegen. Uitingen van ongenoegen kunnen, als dat binnen de grenzen van de wet gebeurt, de democratie versterken. Maar dergelijke uitingen gaan soms ook gepaard met strafbare feiten. Daarnaast is, naar aanleiding van de motie Segers c.s., een adviescommissie «Versterken weerbaarheid democratische rechtsorde» ingesteld (Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 136). De adviescommissie gaat onderzoek doen naar de ontwikkeling van radicalisering en politieke polarisatie en de effecten hiervan op het democratisch proces. De commissie komt met aanbevelingen over hoe onze democratie beter te weren tegen extermisme, radicalisering en polarisatie en over wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische rechtsorde.

Ontwikkeling nationale en internationale dreiging

Conflicten in andere landen zijn van invloed op Nederland en op de nationale veiligheid. De Russische inval in Oekraïne heeft niet alleen de geopolitieke verhoudingen op haar grondvesten doen schudden, de gevolgen daarvan kunnen ook een weerslag hebben op de nationale maatschappelijke verhoudingen.

Door technologische ontwikkelingen is spionage door statelijke actoren sterk toegenomen en vormt daarmee een grotere bedreiging voor Nederlandse belangen. Deze dreiging speelt zich in toenemende mate af in het cyberdomein en de AIVD constateert dat (statelijke) actoren misbruik maken van de Nederlandse ICT-infrastructuur bij cyberaanvallen. De knelpunten die de diensten hebben ondervonden bij het tegengaan van deze dreiging worden geadresseerd in de «Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma». Deze wordt in het najaar van 2022 ingediend bij de Tweede Kamer.

De (politieke) inlichtingen van de AIVD brengen de intenties van statelijke actoren in beeld en helpen de rijksoverheid en haar partners goede keuzes te maken. Naast het tegengaan van digitale spionage doet de AIVD ook onderzoek naar klassieke spionage en (overige vormen van) ongewenste buitenlandse inmenging, waaronder de beïnvloeding van diaspora gemeenschappen door statelijke actoren.

De dreiging van het jihadistisch-terrorisme blijft aanwezig en kenmerkt zich door onvoorspelbaarheid. De internationale situatie is sterk van invloed op de Nederlandse situatie. Een opleving van Islamitische Staat (ISIS) of een nieuw strijdgebied kan jihadisten in Nederland mobiliseren en de dreiging vergroten, ondanks dat de steun voor internationale jihadistische organisaties lijkt afgenomen. De terugkeer van uitreizigers en de vrijlating van jihadisten die nu nog gevangen zitten, kan bijdragen aan een vergroting van de dreiging. De AIVD doet intensief onderzoek naar jihadistische en geradicaliseerde personen en organisaties, zowel in het buitenland als in Nederland. Ook snelle radicalisering van rechts-extremisten is een reden tot zorg3. Het (online) rechts-extremistische gedachtegoed met een eventueel terroristische geweldsdreiging en daarmee samenhangende gedragingen zijn een reëele bedreiging voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde in Nederland. In het buitenland heeft dit gedachtegoed al tot terroristische aanslagen geleid. Ook in Nederland kan de dreiging toenemen door de internationale vertakking van deze groep en de online werving van nieuwe leden en vermenging met andere extremistische online netwerken. De AIVD doet onderzoek naar rechts-extremisme om vast te stellen op welke manier en in welke mate sprake is van dreiging voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde.

Investeren in de (digitale) slagkracht van de AIVD

De AIVD helpt de overheid, vitale sectoren en de Nederlandse economie weerbaar te zijn tegen de (digitale) dreigingen van de toekomst. In 2023 zet de AIVD in op een gecombineerde aanpak van detectie van digitale aanvallen en advies aan overheden en vitale bedrijven over het vergroten van de digitale weerbaarheid. Daarnaast dragen de inlichtingen van de AIVD bij aan het stelstel dat onder meer politici, bewindspersonen en diplomatieke objecten bewaakt en beveiligt. Het kabinet investeert de komende jaren in de slagkracht van de AIVD. De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit het rapport aangaande de impact van de Wiv 2017 op de slagkracht van de AIVD en de MIVD worden daarbij betrokken. Daarnaast investeert het kabinet in de gerichte transformatie en innovatie naar een datagedreven en technisch toekomstbestendige dienst. Tevens worden middelen vrij gemaakt voor de structurele versterking van inlichtingenposities voor de verhoging van de weerbaarheid van cyber, economische veiligheid, vitaal en nieuwe vormen van extremisme.

De evaluatiecommissie Jones-Bos stelt vast dat de dynamiek van de cyberdreiging zich niet goed verhoudt tot het statische toezichtstelsel. De brede wijziging van de Wiv 2017 wordt geëntameerd ter opvolging van het door commissie Jones-Bos uitgebrachte evaluatierapport. Zo kan de AIVD de komende jaren, samen met partners zoals de MIVD, gekende en ongekende dreigingen onderkennen en tegengaan. De AIVD voert haar taken uit in een constant veranderende wereld. Deze veranderingen zijn zichtbaar in bestaande en opkomende dreigingen en in de geopolitieke verschuivingen. De Russische inval in Oekraïne plaatst bestaande dreigingen in een scherper licht.

2.1.2 Goed functionerend openbaar bestuur

Nederland staat voor grote maatschappelijke opgaven, die veel vragen van het openbaar bestuur. De complexiteit van de opgaven en de dynamiek van de omgeving stellen hoge eisen aan de overheid om richting te geven en tegelijkertijd mee te bewegen. Een goed functionerend decentraal openbaar bestuur is slagvaardig en democratisch gelegitimeerd. Een bestuur dat dicht bij de inwoners staat en dat maatschappelijke opgaven daadkrachtig aanpakt. Dat is onze ambitie en dit vergt voortdurend onderhoud. Een overheid die de menselijke maat steeds in het oog houdt, draagt bij aan herstel van vertrouwen van Nederlanders in de democratische instituties. Goede interbestuurlijke verhoudingen tussen de overheden, een goede balans tussen taken en middelen en een sterk binnenlands bestuur zijn essentieel om de huidige maatschappelijke opgaven goed aan te kunnen.

Beleidsagenda versterken bestuur

Om de maatschappelijke opgaven effectief op te kunnen pakken, moet het hele openbaar bestuur goed samenwerken. Dat vraagt om een goede interbestuurlijke samenwerking en we zetten in op de uitwerking van een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025. Het is noodzakelijk dat de opgaven waarvoor decentrale overheden staan en de middelen die ze tot hun beschikking hebben in balans zijn, zodat zij in staat zijn hun taken naar behoren uit te voeren. Aan de hand van de Uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (Udo) die in 2022 is geïntroduceerd, richten we een afwegingsproces in dat aan de voorkant beter inzichtelijk maakt wat de effecten voor medeoverheden zijn van nieuw beleid van het Rijk. Op die manier brengen we de taken en middelen beter met elkaar in balans. In voorkomende gevallen en aan de hand van nader te bepalen randvoorwaarden zou de betrokkenheid van de minister van BZK als sluitstuk kunnen leiden tot medeondertekening van wetsvoorstellen die medeoverheden raken, zoals wordt gevraagd in de motie-Van Dijk/Grinwis (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 90).

Regiodeals, elke regio telt

We hebben ook nadrukkelijk aandacht voor de regionale schaal van samenwerking in ons land. We investeren samen met de regio's, door middel van de Regiodeals in het versterken van brede welvaart die goed aansluit op het specifieke karakter van een regio. Daarbij kijken we ook naar specifiek e opgaven in grensregio's. De opgebouwde samenwerking met de buurlanden zetten we voort. In 2023 worden de Regiodeals uit de vierde tranche gesloten en begint de uitvoering hiervan.

Veerkrachtige samenleving met weerbare en integere bestuurders, politici en ambtenaren

Overheidsorganisaties hebben helaas steeds vaker te maken met agressie, intimidatie en andere ondermijnende invloeden. Politieke ambtsdragers of ambtenaren moeten zonder oneigenlijke druk of dwang van buitenaf hun ambt kunnen vervullen. We zetten in op meer weerbaarheid en veiligheid van decentrale politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisaties. Met het programma Weerbaar bestuur streven we naar meer bewustwording, betere nazorg na (online) intimidatie, meer veiligheid in de woonomgeving en sterkere gemeentelijke processen die kwetsbaar zijn voor ondermijning.

De integriteit van individuele bestuurders en van het bestuur als geheel is belangrijk voor het vertrouwen van inwoners in de overheid. Dat vertrouwen is het fundament onder onze democratische rechtsstaat. In het eerste kwartaal van 2023 sturen we een integrale visie over Integriteit openbaar bestuur naar de Tweede Kamer.

In 2023 voeren we de visie op een toekomstbestendig decentraal openbaar bestuur uit. Hierin hebben we expliciet aandacht voor de ondersteuning en de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen, de burgemeester en de aantrekkelijkheid van politieke ambten. Bij een aantrekkelijk politiek ambt voor diverse groepen en een goed functionerend openbaar bestuur hoort een daarop toegesneden rechtspositie. In 2023 vindt de verdere implementatie plaats van de 'Wet aanpassing APPA en enkele andere wetten 2021'. Dit omvat een aangepast Sollicitatiebesluit - waarin een nieuw kader wordt gegeven voor de uitvoering van de begeleiding van voormalige politieke ambtsdragers - en het inhoudelijk gelijktrekken van de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers met het ABP-regelement. Verder werken we aan het plan om de politieke pensioenen onder te brengen in het nieuwe pensioenstelsel, waarvoor eind 2023 het wetsvoorstel in consultatie gaat.

Tijdens Covid-19 was fysiek vergaderen voor gemeenteraden en provinciale staten niet altijd en overal mogelijk en heeft digitaal vergaderen zijn meerwaarde bewezen. We bereiden daarom een wetsvoorstel voor met een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming. Dit wetsvoorstel wordt in het eerste kwartaal van 2023 ingediend bij de Tweede Kamer.

2.1.3 Duurzaam wonen voor iedereen

Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar huis in een leefbare wijk vormt de basis van het menselijk bestaan. Volkshuisvesting is, als kerntaak van de overheid, een van de prioriteiten van dit kabinet. We hernemen de regie op volkshuisvesting. Samen met de medeoverheden en partners zetten wij ons ervoor in dat in 2023 de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van het woningaanbod verder wordt bevorderd. Om dit vorm te geven is op 11 maart 2022 de Nationale Bouw- en Woonagenda met de Kamer gedeeld. De komst van grote aantallen Oekraïense vluchtelingen maakt deze opgaven groter. Voor het in eerste instantie opvangen van vluchtelingen zetten we onder meer Rijksvastgoed in.

Woningbouw

Er zijn onvoldoende woningen en het aantal huishoudens neemt toe. Daarom is het nodig dat de woningbouwproductie naar 100.000 woningen per jaar stijgt. Er moeten tot en met 2030 900.000 woningen worden gerealiseerd waarvan twee derde betaalbaar. We werken hierbij langs vier actielijnen: versterken regie, sneller van initiatief naar realisatie, stimuleren snelle woningbouw en grootschalige woningbouw. In 2023 gaan we de gemaakte afspraken met woondealregio's en provincies uitvoeren. Hierbij zorgen we voor goede opvolging en monitoring. Voor het versnellen van woningbouw zetten we met verschillende trajecten in op verbeteren van de randvoorwaarden en het vereenvoudigen van de procedures en processen. In 2023 stellen we een nieuwe tranche van de Woningbou-wimpuls open. Ook komt er een nieuwe tranche voor aandachtsgroepen. Tevens zijn er vanaf 2023 extra middelen beschikbaar ten behoeve van het versneld realiseren van flexwoningen.

Een thuis voor iedereen

Een aantal mensen heeft het extra moeilijk bij het vinden van een woning die bij hun past. We richten ons op aandachtsgroepen met het programma 'Een thuis voor iedereen'. De eerste twee actielijnen zijn gericht op voldoende betaalbare en passende woningen, zoals tijdelijke woningen en geclusterde woonvoorzieningen en een evenredige verdeling over alle gemeenten. Ook zetten we ons via de actielijnen 'het combineren van wonen en zorg' en 'inzet op preventie' in voor zorg, ondersteuning en begeleiding.

Betaalbaar wonen

Door de schaarste en gestegen prijzen is de beschikbaarheid van een betaalbaar huis voor steeds minder mensen vanzelfsprekend. Een deel van de huurders heeft moeite om iedere maand de woonlasten op te brengen. Anderen kunnen geen geschikte woning vinden die past bij hun levensfase, waardoor ze belangrijke levensbeslissingen (nieuwe baan of gezinsuitbreiding) uitstellen. Met name mensen met een middeninkomen kunnen moeilijk een betaalbare middenhuur- of koopwoning vinden. We willen ervoor zorgen dat dat het voor mensen eenvoudiger wordt om de woonlasten te dragen en dat mensen toegang hebben tot een kwalitatief goede woning die past bij hun woonbehoefte en levensfase. Dit doen we langs drie actielijnen: we zorgen voor meer betaalbare woningen voor mensen met een middeninkomen, we pakken te hoge woonlasten aan voor huurders met een laag inkomen en we zorgen voor een betere bescherming van huurders en kopers.

We reguleren de (aanvangs)huurprijzen zodat er meer huurwoningen komen voor mensen met een middeninkomen en verbeteren de positie van mensen met een middeninkomen ten opzichte van beleggers. We pakken te hoge woonlasten aan door te zorgen voor een verantwoorde huurprijsontwikkeling en via een gerichte huurprijsverlaging. We zorgen dat kopers en huurders hun recht beter kunnen halen en we geven kopers en verkopers zelf meer regie op het koopproces door makelaars te verplichten gebruik te maken van een gecertificeerde biedtool. We verbeteren het verhuurproces door het introduceren van een landelijke basisnorm voor goed verhuurder-schap en door gemeenten de mogelijkheid te geven om een verhuurver-gunning te introduceren.

Aanvullend op dit programma heeft het kabinet maatregelen genomen om de koopkrachtdaling van mensen te verzachten. Zo wordt de huurtoeslag verhoogd. Daarnaast werkt het verhogen van het wettelijk minimumloon in 2023 door in de huurtoeslag.

Verduurzaming gebouwde omgeving

In 2030 moeten we veel minder energie in de gebouwde omgeving gebruiken om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Hiermee verlagen we onze energierekening en verminderen we onze energieafhankelijkheid. Om dit te bereiken gaan we de verduurzaming aanzienlijk versnellen. Het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving geeft daar invulling aan. Dit vindt plaats langs vijf actielijnen: gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie, verduurzaming individuele woningen, verduurzaming utiliteitsbouw, duurzame bronnen en infrastructuur en innovatie en uitvoe-ringscapaciteit in de bouw.

We gaan actief bevorderen dat natuurlijke momenten voor verduurzaming, zoals vervanging van de cv-ketel, groot onderhoud en aankoop van een nieuwe woning, optimaal benut gaan worden. Gelijktijdig zullen, onder regie van de gemeenten, wijken (collectief) worden verduurzaamd, waaronder het realiseren van warmtenetten. Daarnaast is het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed, zoals overheidsgebouwen en rijksmonumenten, belangrijk om de doelstellingen te halen. Ook zetten we ons in voor het bevorderen van innovatie in de bouw.

Leefbaarheid en veiligheid

In een aantal gebieden in Nederlandse steden staat de leefbaarheid steeds meer onder druk. Hier is sprake van een concentratie en stapeling van problemen op het gebied van onderwijs, werkloosheid, armoede, gezondheid, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, veiligheid en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid streeft ernaar om de leefsituatie en het perspectief van bewoners van de kwetsbaarste gebieden te verbeteren. We zetten hierbij in op drie actielijnen: het verbeteren van de fysieke leefomgeving, het bieden van perspectief en het vergroten van veiligheid. Dit doen we door een gebiedsgerichte langjarige inzet van Rijk, betrokken gemeenten en maatschappelijke en private partners.

Wonen en ouderen

Om in vergrijzend Nederland ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, werken we langs drie actielijnen: versnellen van woningbouw, stimuleren van doorstroming en verbeteren van de leefbaarheid. We willen meer woningen voor ouderen bouwen die aansluiten bij de wensen van ouderen. Hierbij valt te denken aan geclusterde woon(zorg)vormen. Ook stimuleren we de doorstroming naar passende huisvesting en verbeteren we de leefbaarheid, zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.

2.1.4 Evenwichtige en duurzame verdeling van ruimte

De huidige ruimtelijke opgaven zijn groot, terwijl de fysieke ruimte in Nederland schaars is. Er is ruimte nodig voor duurzame woningen en dito economie met groeimogelijkheden en de energievoorziening moet verduurzaamd worden. Een grote verbouwing van Nederland is daarom noodzakelijk, met consequenties voor hoe landschappen, steden en dorpen worden (her)ingericht. Dit vraagt om het hernemen van de regie door het Rijk in het ruimtelijk domein.

Hernemen ruimtelijke regie

Het aangaan van de grote, urgente opgaven krijgt vorm en uitvoering via verschillende nationale programma's (zoals bijvoorbeeld het Programma Woningbouw en het Nationaal Programma Landelijk Gebied), waarbij deze opgaven in samenhang en domeinoverstijgend worden opgepakt. Maar niet alles kan en niet alles kan overal. In deze programma's zullen dan ook ruimtelijk structurerende keuzes worden gemaakt. Het realiseren van samenhang in deze keuzes loopt via de aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de programma's NOVEX en Mooi Nederland.

De uitvoering van de NOVI vraagt om samenwerking tussen overheden en maatschappelijke organisaties, zoals Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer. Deze partnerschappen stellen het Rijk beter in staat om de regierol te pakken.

Vanuit de NOVEX leggen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de ruimtelijke puzzel. In 2023 werken Rijk en de provincies toe naar een 'ruimtelijk arrangement' per provincie met heldere afspraken en investeringsbeslissingen. Met het programma 'Mooi Nederland' werken we aan een gedeeld beeld van de ruimtelijke toekomst van Nederland. We werken nieuwe concepten uit voor de inrichting van gebieden waarbij we laten zien hoe we ons land kunnen inrichten met toevoeging van ruimtelijke kwaliteit.

De keuzes uit de nationale programma's plus de programma's NOVEX en Mooi Nederland komen samen in de aangescherpte NOVI. Tot de zomer van 2023 werken we aan een aangescherpte ontwerpNOVI en milieueffectrap-portage. Daarbij gaan we in gesprek over de ruimtelijke overwegingen die voorgelegd worden in de ontwerpNOVI. Op deze manier werken we aan een toekomstbestendige ruimtelijke inrichting van Nederland.

Aan de slag met de Omgevingswet

De Omgevingswet is belangrijk om oplossingen voor deze opgaven voortvarend te realiseren. Deze wet, die volgens huidige planning in werking treedt op 1 januari 2023, zorgt voor een meer samenhangende aanpak van de leefomgeving en maakt het mogelijk dat inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden eerder bij besluitvorming over ruimtelijke ordening worden betrokken. Ook geeft de wet overheden handvatten tot het nemen van regie bij het maken van (beleids)keuzes over de inrichting van ons land. Het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet ondersteunt de medeoverheden en andere belanghebbenden bij een zorgvuldige inwerkingtreding van de nieuwe wet.

2.1.5 Grenzeloos samenwerkende (rijks)overheid

Het versterken van vertrouwen in de overheid vraagt om een rijksdienst die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is. Dat gaat over goede dienstverlening, beleid dat uitvoerbaar is, beleid waarin de menselijke maat voorop staat en goed ambtelijk vakmanschap. De maatschappelijke opgaven worden steeds complexer en vragen dat ambtenaren over grenzen van organisaties heen samenwerken.

Samen aan de opgaven werken

We werken aan een rijksdienst die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven. Dat vraagt een cultuuromslag waarbij samen met andere departementen en uitvoeringsorganisaties gewerkt wordt aan het versterken van het ambtelijk vakmanschap. Hierbij schenken we aandacht aan leiderschap, professionalisering en opleiding, rijksbrede communicatie en bedrijfsvoering.

We zetten in op een cultuuromslag richting een rijksdienst die samen werkt (inclusief participatie vanuit de samenleving) aan maatschappelijke opgaven. We werken langs drie lijnen aan een goed functionerende rijksdienst. De eerste lijn is 'uitvoerbaarheid'. Met het programma Werk aan Uitvoering werken we ook in 2023, vanuit de menselijke maat in de uitvoering, aan verbetering van het samenspel tussen politiek, beleid en uitvoering. De tweede lijn is 'Openheid van informatie'. Met de nieuwe Wet Open overheid is een belangrijke stap gezet naar een opener overheid. In 2023 worden verdere stappen gezet in het verkorten van de afhandelings-termijnen van Woo-verzoeken en wordt steeds meer informatie actief openbaar gemaakt door middel van het gezamenlijke platform open.overheid.nl. Ook rapporteren we vanaf 2023 in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over de afhandeling van Woo-verzoeken.

Een kwalitatief hoogstaande rijksdienst: de derde lijn

Zoals vermeld in het Coalitieakkoord wordt meer ingezet op voldoende domeinspecifieke kennis bij (top)managers bij het Rijk, waarbij ook de roulatiesnelheid wordt verlaagd. Het onderzoeksrapport «Kwaliteit van mobiliteit: de werking van de Algemene Bestuursdienst» biedt aanknopingspunten voor verdere versterking van het (top)management. Een kwalitatief hoogwaardige rijksdienst vraagt ook blijvende inzet op de rijksdienst als aantrekkelijke werkgever met een inclusieve werkcultuur en ruimte voor verschillende perspectieven en dilemma's. Ook is in dit kader de implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn van belang, waarbij de werking daarvan naast publieke overigens ook private organisaties treft.

Een kwalitatief hoogwaardige rijksdienst met (top)managers met voldoende domeinspecifieke kennis en ervaring is noodzakelijk om de complexe maatschappelijke opgaven te realiseren. Om te komen tot meer continuïteit en een grotere kennisopbouw in de ambtelijke top zijn diverse maatregelen genomen, waaronder het zwaarder meewegen van domeinspecifiek e kennis en het uitgangspunt dat ABD'ers minimaal vier jaar op hun functie blijven. In 2023 zal een externe visitatie plaatsvinden om te laten toetsen of de nieuwe en al eerder ingezette maatregelen het gewenste effect hebben.

Een belangrijk onderdeel om te komen tot een verbetering van de kwaliteit van de rijksdienst betreft ook de structuur en sturingsprincipes van de rijksoverheid. In 2023 wordt, op basis van de eind 2021 afgeronde brede evaluatie van de organisatiekaders van rijksorganisaties op afstand, gekeken naar de inrichting van de rijksdienst en naar wetgeving wat betreft rijksinspecties.

Ook in 2023 is het essentieel om het Rijk als aantrekkelijke werkgever te blijven profileren in het licht van de steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Dit vraagt om het verder intensiveren van bestaande en nieuwe initiatieven. De initiatieven zullen gericht zijn op zowel werving van capaciteit (zoals gerichtere arbeidsmarktcommunicatie, meer aandacht voor talent en verdere uitwerking van studenten- en startersbeleid) als op het behoud én vorming en opleiding van personeel (zoals om- en bijscholing).

Een inclusieve rijksdienst

Het Rijk streeft naar een inclusieve werkomgeving met divers samengestelde teams. Hiertoe worden in 2023 verschillende interventies gedaan, zoals het trainen en divers samenstellen van selectiecommissies en het organiseren van dialoog tussen medewerkers over inclusie. Verder wordt er in 2023 een rijksbrede inclusiemonitor ontwikkeld en uitgevoerd. In het kader van de herijking van de banenafspraak worden voorgestelde wijzigingen in de wetgeving doorvertaald naar het Rijk en zullen er aanvullende inspanningen worden gedaan om de doelstelling voor de rijksdienst voor 2023 te realiseren.

Een rijksbrede aanpak wordt in gang gezet, met vermindering van vooroordelen, discriminatie en racisme binnen de rijksoverheid als doelstelling. In 2023 wordt onder andere ingezet op een breed scala van trainingen en workshops, betere informatie over mogelijkheden tot het melden van ervaringen met discriminatie en racisme, het verhogen van de meldingsbereidheid en een 'gereedschapskist' voor leidinggevenden.

Een duurzame en hybride rijksdienst

Een duurzame bedrijfsvoering en hybride werken zijn de uitgangspunten voor het werken binnen de rijksdienst. Voor de verduurzaming zet de rijksdienst zijn inkoopkracht maximaal in. Kenmerkend voor hybride werken is de verschuiving in de balans tussen op kantoor, thuis en elders werken. Dit brengt ook veranderingen met zich mee voor het gebruik, de inrichting en de bezetting van de rijkspanden. Deze veranderingen leiden tot het herijken van de bedrijfsvoeringkaders en de masterplannen voor (kantoor)huisvesting in 2023. Daarbij blijft duurzaamheid onverminderd het uitgangspunt.

2.1.6 Waardengedreven digitale samenleving

Digitalisering verandert de samenleving. Zij verrijkt onze maatschappij en heeft ons leven aangenamer en makkelijk gemaakt. Tegelijkertijd zorgt het voor een digitale kloof en groeiende ongelijkheid in de samenleving en staan waarden als privacy en zelfbeschikking onder druk. Voor BZK is het de uitdaging om deze kansen te pakken en deze uitdagingen aan te gaan. We nemen onze verantwoordelijkheid door een sterke, anticiperende rol te spelen in de digitalisering die past bij Nederlandse waarden als veiligheid, democratie en zelfbeschikking.

Digitalisering in Europa, Nederland en Internationaal

Digitalisering gaat over grenzen heen en veel regelgeving en beleid voor digitalisering komt in Europees verband tot stand. Wij maken ons ook in deze arena sterk voor de publieke waarden. We stimuleren innovatie, maar beschermen de rechten van burgers. Veel Europese wetgeving is bijna afgerond, zoals de Digital Governance Act, de Digital Markets Act, eIDAS verordening en de Digital Services Act. BZK gaat werk maken van de vertaling daarvan naar de Nederlandse context en zal partijen die dit implementeren actief ondersteunen.

Het digitale fundament

De aanpak van digitalisering bestaat uit vier onderdelen die sterk vervlochten zijn: vanuit het digitale fundament (de democratische randvoorwaarden) werken we aan het digitaliseren van de overheid, de samenleving en de economie. Hierbij zetten we de mens centraal. BZK voert de regie op de hoofdlijnen van het kabinetsbrede digitaliseringsbeleid en richt zich op het digitale fundament en op de digitale overheid.

Om onze democratische waarden en grondrechten te waarborgen investeren we in een stevig (digitaal) fundament. We hebben een vertaling nodig van ons maatschappelijk fundament - democratie, grondrechten en rechtsstaat - naar de digitale context. Hiertoe ontwikkelen we een langeter-mijnvisie met handelingsperspectieven: een jaarlijks te actualiseren Werkagenda Digitalisering. Zo geven we richting aan de snelle en voortdurende ontwikkeling van de digitalisering.

Een waardengedreven digitalisering is gestoeld op vertrouwen van burgers en bedrijven. Daarom geeft BZK langs vijf lijnen richting aan de Werkagenda Digitalisering, die nog in 2022 aan de Kamer wordt verstuurd:

  • 1. 
    Iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk;
  • 2. 
    Iedereen kan de digitale wereld vertrouwen;
  • 3. 
    Iedereen heeft regie op het digitale leven;
  • 4. 
    Een waardengedreven digitale (rijks)overheid die open werkt voor de burger;
  • 5. 
    De digitalisering versterken in het Caribisch deel van het koninkrijk.

We verbeteren onder andere de privacy online door het naleven van de AVG door de overheid zelf aan te scherpen en privacy-by-design te waarborgen. We introduceren een Nederlandse publieke, vrijwillig te gebruiken, open source wallet en ontsluiten relevante gegevensbronnen. We versterken het toezicht op het gebruik van gegevens en algoritmes en we beschermen onze kinderen online met de doorontwikkeling van de Code Kinderrechten Online.

Digitale overheid

De overheid moet als digitale partner het goede voorbeeld geven. We werken aan een toegankelijke en inclusieve digitale overheid die de inwoner en ondernemer centraal stelt, op transparante wijze toegankelijke dienstverlening biedt en die is georganiseerd rond de belangrijke levensgebeurtenissen van mensen en organisaties. Daarom investeren we in één overheidsloket voor (digitale) dienstverlening, net zoals dat nu al bestaat voor ondernemers.

Moderne IT-architectuur

Met de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) creëren we een veilige digitale basis voor de uitvoering met bouwstenen als DigiD en Mijn Overheid. Hiermee realiseren we een moderne IT-architectuur. Tevens ontwikkelen we een federatief datastelsel voor het rechtmatig delen van (bron)gegevens en meer transparantie voor inwoners over het gebruik van die gegevens. Ook de Basisregistratie Personen (BRP) wordt stapsgewijs gemoderniseerd naar de eisen en wensen van deze tijd.

In het Caribisch deel van het Koninkrijk is veel van wat wij vanzelfsprekend vinden dat nog niet. Daarom onderzoeken we daar de invoering van het BSN en maken we - waar zinvol en mogelijk - de GDI toegankelijk en ontsluiten we de digitale overheid.

Digitaal vakmanschap en agile werkwijze

In de I-strategie Rijk 2021-2025 hebben we samen met de kerndeparte menten en grote uitvoeringsorganisaties de tien belangrijkste thema's voor de informatievoorziening van het Rijk bepaald. In 2023 wordt verder uitvoering gegeven aan de realisatie van deze I-strategie. Dit doen we bijvoorbeeld door de informatiehuishouding van de overheid verder te professionaliseren en te werken aan digitaal vakmanschap.

Vanwege de toenemende digitale dreigingen investeren we in meer digitale weerbaarheid bij (publieke) bestuurders. Security-by-design en securitys-tandaarden (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) worden integraal onderdeel van de inkoopeisen voor ICT- producten en -diensten. We bestrijden versnippering in wet- en regelgeving met de Wet Digitale Overheid om de informatieveiligheid van het openbaar bestuur te vergroten.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties ten opzichte van vorig jaar (bedragen x € 1.000)

 
 

Art.

2022    2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

8.058.270    7.400.531

7.330.431

7.445.879

7528.341

0

Mutatie nota van wijziging 20221

 

491.200    315.000

319.000

49.200

23.200

0

Mutatie amendement 2022

 

31.000    31.000

1.000

1.000

1.000

0

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

20222

 

308.432    0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022 (incl. nota van wijziging )3

 
  • 998.036    49.185
  • 385.707
  • 390.868
  • 358.785
  • 500.140

Mutatie tweede incidentele suppletoire begroting 20224

 

00

0

0

0

0

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

 

193.450    143.900

3.600

3.600

1.400

0

Mutatie extrapolatie

 

- -

-

-

-

7.750.284

 

Belangrijkste mutaties

  • 1) 
    Regio Deals vierde tranche

1

0    284.200

0

0

0

0

  • 2) 
    Bestuurlijke weerbaarheid

1

6.100 6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

  • 3) 
    Specifieke uitkering bevolkingsdaling

1

11.245    0

0

0

0

0

  • 4) 
    Vijfde Tranche Woningbouwimpuls

3

0    221.875

0

0

0

0

  • 5) 
    Achtervangvergoeding NHG

3

61.653    0

0

0

0

0

  • 6) 
    Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

3

0    - 114.000

0

0

0

0

  • 7) 
    Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

3

18.400    150.500

27.250

17.000

17.000

17.000

  • 8) 
    Verhoging huurtoeslag

3

25.000    299.000

299.000

299.000

299.000

299.000

  • 9) 
    Wet Goed Verhuurderschap

3

0    - 16.592

  • 7.404
  • 7.404
  • 7.404
  • 7.404
  • 10) 
    Nationaal Isolatieprogramma

4

0    62.500

0

0

0

0

  • 11) 
    Lokale aanpak woningisolatie

4

0    150.000

150.000

0

0

0

  • 12) 
    Nationaal Programma Warmtetransitie

4

0    15.000

15.000

15.000

0

0

  • 13) 
    Omgevingswet

5

0 12.000

0

0

0

0

  • 14) 
    BRO Fase 2 - IenW

5

5.000    5.000

0

0

0

0

  • 15) 
    Centrale financiering GDI

6

0    155.783

147.783

147.783

147.783

147.783

  • 16) 
    Doorontwikkeling en innovatie

6

0    62.193

62.193

62.193

62.193

62.193

  • 17) 
    Werk aan Uitvoering

6

0    56.000

78.800

89.100

90.800

92.500

  • 18) 
    Additioneel budget informatiehuishouding

7

0    - 20.176

0

0

0

0

  • 19) 
    Loon- en prijsbijstelling herverkaveling

13

  • 64.621    - 48.146
  • 45.429
  • 44.509
  • 44.376
  • 44.303
 

Overige mutaties

 

15.353    33.612

42.976

56.049

36.226

36.944

 

Stand ontwerpbegroting 2023

 

8.162.446    9.254.465

8.044.593

7.749.123

7.802.478

7.859.957

1    nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

2    Eerste incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1)

3    Inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 3)

4    Tweede incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36177, nr. 1) inclusief de nota van wijziging op de tweede incidentele suppletoire begroting 2022.

Toelichting

  • 1. 
    Regio Deals vierde tranche

Naar aanleiding van het Coalitieakoord (CA) is voor 2023 een bedrag van € 284,2 mln. in de begroting opgenomen voor het afsluiten van de nieuwe Regio Deals vierde tranche. De middelen zijn vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) overgeheveld.

  • 2. 
    Bestuurlijke weerbaarheid

In de bestrijding van ondermijning worden voor het versterken van bestuurlijke weerbaarheid, middelen structureel overgeheveld van de begroting van Justitie en Veiligheid (VI) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Het betreft middelen die in het kader van het tegengaan van ondermijning bij de Miljoennennota 2022 beschikbaar zijn gekomen.

  • 3. 
    Specifieke uitkering bevolkingsdaling

De invoering van het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering gemeentefonds (B) is uitgesteld tot 2023. Daarom wordt voor 2022 de specifieke uitkering bevolkingsdaling verstrekt. Tot en met 2021 werden deze middelen verstrekt via een decentralisatie-uitkering. Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit de begroting van het gemeen tefonds (B) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre laties (VII).

  • 4. 
    Vijfde tranche woningbouwimpuls

Dit betreft een overboeking van de middelen voor de vijfde tranche van de woningbouwimpuls en de daarbij behorende uitvoeringskosten van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën voor 2023.

  • 5. 
    Achtervangvergoeding NHG

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln. ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

  • 6. 
    Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

In de Nationale Prestatieafspraken was een huurverlaging voor sociale minima wonend in corporatiewoningen aangekondigd voor 2024. Om de koopkrachtdaling in 2023 al te verzachten, wordt deze huurverlaging al in 2023 uitgevoerd. Dit leidt tot een inverdieneffect in de huurtoeslag van ca. € 114 mln. Dit zal worden ingezet voor de (gedeeltelijke) dekking van de verhoging van de huurtoeslag in 2023.

  • 7. 
    Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

De verhoging van het wettelijk minimumloon leidt tot extra uitgaven huurtoeslag. De minimum-inkomensijkpunten in de huurtoeslag zijn wettelijk gekoppeld aan de bijstand en de AOW, die weer gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. Een verhoging hiervan leidt via de bijstand en de AOW ook tot extra uitgaven huurtoeslag.

  • 8. 
    Verhoging huurtoeslag

De opslag op de eigen bijdrage van de huurtoeslag wordt verlaagd van € 16,94 naar € 0. Hierdoor ontvangen vrijwel alle huurtoeslagontvangers ca. € 203 meer huurtoeslag per jaar.

  • 9. 
    Wet Goed Verhuurderschap

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om malafide erhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt tegen te gaan. Deze afspraken worden grotendeels uitgevoerd met het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Gemeenten worden gecompenseerd voor de extra kosten die voortkomen uit dit wetsvoorstel. Per 2023 worden deze middelen toegevoegd aan de Algemene Uitkering in het Gemeentefonds.

  • 10. 
    Nationaal Isolatieprogramma

Op de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën zijn middelen gereserveerd voor het Nationaal Isolatieprogramma. Vanuit deze middelen wordt er € 62,5 mln. overgeboekt voor de lokale aanpak woningisolatie.

  • 11. 
    Lokale aanpak woningisolatie

Om (kwetsbare) huishoudens te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen stelt het kabinet in 2023 en 2024 in totaal € 300 mln. beschikbaar voor het Nationaal Isolatieprogramma.

  • 12. 
    Nationaal programma Warmtetransitie

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Aanvullend daarop is er een regionale ondersteuningsstructuur om de samenwerking tussen gemeenten te ondersteunen. De leer- en ontwikkelactiviteiten van het Programma Aardgasvrije Wijken en vanuit het Expertise Centrum Warmte gaan integraal op in het NPLW.

  • 13. 
    Omgevingswet

Deze middelen dienen als incidentele dekking in 2023 voor de beheerkosten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet die gemeenten en provincies maken. Deze middelen worden overgeheveld vanuit de Aanvullende Post, die gereserveerd staan voor de Uitvoeringskosten Omgevingswet.

  • 14. 
    BRO Fase 2 - IenW

Dit betreft een overheveling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) als bijdrage voor de opname van gegevens over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond (BRO).

  • 15. 
    Centrale financiering GDI

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) wordt vanaf 2023 centraal gefinancierd op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit alle departementen en de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Daarnaast worden middelen gedesaldeerd voor organisaties, die niet middels begrotingsmutaties kunnen bijdragen. De middelen zijn verdeeld over de verschillende leveranciers (Kamer van Koophandel, Logius, RvIG, RVO, KOOP, Telecom/ ICTU.

  • 16. 
    Doorontwikkeling en innovatie

De middelen voor doorontwikkeling en innovatie van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) worden per 2023 overgeheveld van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Ter borging van de continuïteit van de doorontwikkeling en innovatie ten behoeve van de GDI vanaf 2023, worden de middelen van de aanvullende post overgeboekt naar de inves-teringspost van de centrale financiering.

  • 17. 
    Werk aan Uitvoering

In het Coalitieakkoord is vastgelegd dat het kabinet werkt aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en het programma Werken aan Uitvoering voortzet. In de Ministerraad van 29 april 2022 is een verdeling van deze middelen over de verschillende ministeries vastgesteld. Met de uitvoering van dit programma wordt een bijdrage geleverd aan de geformuleerde handelingsperspectieven van het programma Werk aan Uitvoering.

  • 18. 
    Additioneel budget informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De verdeling aan de departementen van de additionele budgetten voor 2023 zijn vastgesteld. Onder andere J&V (€ 5,5 mln.), Defensie (€ 5 mln.) , Financiën (€ 3,1 mln.), I&W(€ 2,1 mln.) en EZK (€ 1,9 mln.) ontvangen conform de vastgestelde verdeling een additioneel budget voor 2023.

  • 19. 
    Loon- en prijsbijstelling herverkaveling

Betreft de loon - en prijsbijstelling overboeking voor Groningen en Versterken (artikel 10) naar het Ministerie van EZK in verband met de herverkaveling.

 

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)

Art.

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

1.097.581

1.293.356

1.263.158

1.256.958

1.239.594

0

Mutatie Nota van Wijziging 2022

 

0

0

0

0

0

-

Mutatie amendement 2022

 

0

0

0

0

0

-

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

20221

 

0

0

0

0

0

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

 
  • 458.668
  • 760.500
  • 752.500
  • 752.300
  • 747.700
  • 754.900

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

 

0

140.300

95.000

0

0

0

Mutatie extrapolatie

 

-

-

-

-

-

1.237.946

 

Belangrijkste mutaties

  • 1) 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

3

61.653

0

0

0

0

0

  • 2) 
    Kwijtschelden publieke schulden

3

0

  • 4100
  • 4100
  • 2000

0

0

  • 3) 
    Centrale Financiering GDI

6

0

10.504

10.504

10.504

10.504

10.504

  • 4) 
    Bodemmaterialen

9

7.489

0

0

0

0

0

 

Overige mutaties

 
  • 1.881

10

10

10

10

10

 

Stand ontwerpbegroting 2023

 

706.174

679.570

612.072

513.172

502.408

493.560

1 Eerste incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1)

Toelichting

  • 1. 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedraagt de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

  • 2. 
    Kwijtschelding publieke schulden

Ouders die in aanmerking komen voor een herstelregeling kinderopvang-toeslag krijgen de nog openstaande schulden bij de overheid kwijtgescholden. De ontvangstenraming van de huurtoeslag wordt hiervoor naar beneden bijgesteld. Compensatie hiervoor komt uit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.

  • 3. 
    Centrale financiering GDI

Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van de waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie. Deze middelen worden via desaldering toegevoegd aan de uitgavenkant voor de bijdrage aan agentschappen.

  • 4. 
    Bodemmaterialen

Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2021 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen.

2.3 Openbaarheidsparagraaf

Goede informatiehuishouding en informatievoorziening is een noodzakelijk element in onze democratische rechtsstaat. Burgers, bedrijven, NGO's, het parlement, journalisten en de wetenschap dienen toegang te hebben tot de voor hen noodzakelijke informatie. Tijdens en na afloop van het maken van beleid en wetgeving dienen keuzes transparant te zijn. Juiste en toegankelijke informatie is ook nodig voor de degelijke bedrijfsvoering van de overheid zelf. Informatie is tenslotte de grondstof waarmee ambtenaren en overheidsorganisaties hun werk doen.

Binnen het Ministerie van BZK is het programma BZK Transparant in 2021 gestart. Het programma heeft als doel het verbeteren van de informatiehuishouding en informatievoorziening en de implementatie van de Wet open overheid (Woo). Het programma ondersteunt alle (beleidsonderdelen, agentschappen en uitvoeringsorganisaties van BZK bij de stappen om deze doelen te behalen.

Het programma zet in 2023 dezelfde lijn voort als de in 2021 gestarte initiatieven. Eén van de projecten binnen het programma is het project Openbaarmaking. Vanuit dit project wordt meegewerkt aan een transparanter BZK door middel van het bieden en regelen van kaders, instructies en ondersteuning. Dit project heeft deelresultaten met betrekking tot actieve openbaarmaking, passieve openbaarmaking en de verbetering van de informatiehuishouding.

Actieve openbaarmaking

Ten eerste betreft het de implementatie van de interdepartementale beleidslijn om beslisnota's bij Kamerstukken actief openbaar te maken. Sinds 1 juli 2021 worden beslisnota's bij Kamerstukken over beleidsvorming en wetgeving meegestuurd naar de Kamer. Dit wordt in het najaar van 2022 uitgebreid naar Kamerstukken over voortgang, kennisdeling, begroting en internationale en Europese onderhandelingen.

Een tweede implementatie betreft de invoering van de Wet open overheid binnen het ministerie. Zo is sinds 1 mei 2022 het Ministerie van BZK bereikbaar voor informatievragen via de contactpersoon Woo. Ander doel is om de (beleids)directies te ondersteunen in de voorbereidingen op de openbaarmaking van de verplichte openbaar te maken categorieën. Daarnaast zal vanuit dit traject een aansluiting worden gemaakt naar het rijksbrede platform voor openbare overheidsinformatie (PLOOI). Naar verwachting wordt in 2023 gestart met het verplicht actief openbaar maken van de eerste categorieën.

Verder wordt in 2022 gewerkt aan de uitvoering van meerdere pilots met het actief openbaar maken van dossiers. Het doel van deze pilots is om in samenwerking met beleidsdirecties kennis en ervaring op te doen in de werkwijze hoe informatie over een bepaald dossier actief openbaar te maken. Het gaat veelal om het verzamelen van de benodigde informatie (uit de verschillende systemen) en het maken van gezamenlijke afwegingen welke informatie relevant is voor openbaarmaking. Dit vereist een multidisciplinaire benadering vanuit beleid, juridische advisering en informatiespecialisten. De verwachting is dat medio 2023 deze pilots zijn afgerond.

Passieve openbaarmaking

Vanuit de directie CZW en het project Openbaarmaking wordt samengewerkt aan de verbetering van de passieve openbaarmaking. Het doel van deze verbetering ligt nadrukkelijk op het inkorten van de huidige afhandel-termijnen. Daartoe worden meerdere wegen bewandeld, waaronder het optimaliseren van het interne proces bij de behandeling van Woo-verzoeken. Sinds medio 2022 wordt meer ingezet op monitoring en periodieke terugkoppeling van de status naar de beleidsonderdelen. En in het najaar van 2022 wordt gestart met een gewijzigde structuur van besluiten met betrekking tot Woo-verzoeken.

Verbetering van de informatiehuishouding

Wat je niet kunt vinden, kun je ook niet openbaar maken. Een goede informatiehuishouding (IHH) is essentieel hiervoor. In 2022 hebben (bijna) alle onderdelen van BZK een eigen verbeterplan IHH en Informatievoorziening (IV) opgesteld. Deze plannen geven inzicht in de huidige knelpunten per onderdeel en de daaraan gerelateerde verbetermaatregelen die tot en met 2023 worden uitgevoerd. Dit vindt plaats aan de hand van vier actielijnen.

Vanuit de actielijn Informatievolume is in de verbeterplannen onder meer gekeken naar de wijze van samenwerking aan informatie (zoals werkafspraken) en de mate van kennis van de richtlijnen. Het programma BZK Transparant streeft ernaar om de informatie die verspreid staat over diverse opslagbronnen goed doorzoekbaar en makkelijk vindbaar te maken.

Vanuit de actielijn Informatiesystemen wordt onder meer een analyse gemaakt van de huidige informatiesystemen, bij alle onderdelen. Dit als eerste stap naar een meer eenduidig informatielandschap.

Vanuit de actielijn Bestuur/naleving wordt onder meer gewerkt aan het inrichten van een dashboard IHH en IV. Om op die manier de onderdelen een gebruiksvriendelijk en helder sturingsinstrument te bieden.

Vanuit de actielijn Informatieprofessionals wordt de huidige en de benodigde personele capaciteit voor de IHH inzichtelijk gemaakt. Dit betekent ook het inzichtelijk maken wat nodig is om de KWIV-profielen, waarbij KWIV staat voor Kwaliteitsraamwerk Informatievoorziening, te kunnen toepassen binnen de organisatie.

2.4 Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). De SEA biedt een overzicht van de beleidsthema's, een korte toelichting op de inzichtbehoefte per thema, en een daarbij passende agendering van evaluatieonderzoek. Het doel is om meer inzicht in de beleidsthema's te krijgen, en continue verbetering van beleid en uitvoering te stimuleren.

De SEA bevat een overzicht van alle geplande beleidsdoorlichtingen per beleidsartikel eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies en andere instrumenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).

Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Hierin is een formulering van de kennisbehoefte per richtingwijzer van BZK opgenomen. Daarnaast kan hier de volledige onderzoeksprogrammering per richtingwijzer gevonden worden.

 

Tabel 4 Planning Strategische Evaluatie Agenda

Thema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Sterke en levendige democratie

Ex-post

2022

Evaluatie gemeenteraadsverkiezingen

1.2 Democratie

 

Ex-durante

2022

Evaluatie programma Leefbaarheid en Veiligheid

 
 

Ex-post

2022

Analyse effecten wijziging kiesstelsel

 
 

Ex-durante

2023

Onderzoek naar gebiedsgerichte aanpak van leefbaarheid en veiligheid

 
 

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie

 
 

Ex-durante

2023,

2025,2027

Staat van het Bestuur

 

Goed functionerend openbaar

Ex-durante

2021-2022

Community of Practice Agenda Stad/Citydeals

1.1 Bestuur en regio

bestuur

Ex-durante

2021-2023

Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen

 
 

Ex-post

2023

Evaluatie Decentralisatie Uitkering (DU) Groeiopgave Almere

 
 

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie

 
 

Ex-durante

2023 en verder

Monitor en leertraject Regio Deals

 
 

Ex-durante

2023 en verder

Innovatiemonitor evaluatie Agenda, Stad en Regio

 
 

Ex-durante

2023,

2025,2027

Staat van het Bestuur

 
 

Ex-post

2022 en verder

AIVD jaarverslag

2 Nationale Veiligheid

Duurzaam wonen voor iedereen

Ex-ante

2022

Onderzoek huurregelgeving t.b.v. Klimaatakkoord (doorwerking standaard en streefwaarden in WWS en mogelijkheden tot huurverlaging)

3.1 Woningmarkt

ZBO doorlichting

2022

ZBO doorlichting Huurcommissie

Agentschapsdoorlichting

2022

Agentschapsdoorlichting Dienst van de Huurcommissie

Ex-ante

2022

IBO wonen en zorg

Ex-ante

2022

IBO vermogensongelijkheid

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Woningmarkt

Ex-post

2023

Evaluatie Wet modernisering Huurcommissie

Thema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

 

ZBO doorlichting

2024

ZBO doorlichting Stichting Visitatie Woningcorporatie Nederland

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie differentiatie inkomensgrenzen

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie differentiatie overdrachtsbelasting

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie nieuwe huisvestingswet

 
 

Ex-durante

2021 en verder

Jaarlijkse monitor Woningbouwimpuls

3.3 Woningbouw

 

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Woningmarkt

 
 

Ex-durante

2023-2026

Jaarlijkse monitor Volkshuisvestingfonds

 
 

Ex-post

2026

Eindevaluatie Volkshuisvestingsfonds

 
 

Beleidsdoorlichting

2022

Beleidsdoorlichting Energietransitie gebouwde omgeving

4.1 Energietransitie gebouwde omgeving

 

Ex-durante

2022 - 2024

Evaluatie Warmtefonds

 
 

Ex-durante/Ex-post

2022

  • 2024

Evaluatie Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

 
 

Ex-post

2023

Evaluatie Programma Reductie Energiegebruik (PRE)

 

Beleidsdoorlichting

2022

Beleidsdoorlichting Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

4.2 Bouwkwaliteit

 

ZBO doorlichting

2025

ZBO doorlichting Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw

 
 

Ex-post

2026

Evaluatie Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

 

Evenwichte en duurzame verdeling van ruimte

Ex-durante

2022

Monitoring NOVI (Planbureau voor de leefomgeving)

5.1 Ruimtelijke ordening

 

Ex-post

2024/2025

Vierjaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de NOVI

 
 

ZBO doorlichting

2026

ZBO doorlichting Kadaster

 
 

Beleidsdoorlichting

2027

Beleidsdoorlichting Ruimtelijke ordening en Omgevingswet

 
 

Ex-durante

2023 en verder

Jaarlijkse monitoring Omgevingswet

5.2 Omgevingswet

 

Ex-durante

2023,

2024,2028

Financiële onderzoeken Omgevingswet

 
 

Ex-post

2026

Evaluatie beheersovereenkomst

 
 

Ex-post

2026

  • 2027

Evaluatie Omgevingswet

 
 

Beleidsdoorlichting

2027

Beleidsdoorlichting Ruimtelijke ordening en Omgevingswet

 

Waarden-gedreven digitale samenleving

Beleidsdoorlichting

2021

Beleidsdoorlichting Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

6.2

Overheidsdienstverlening,

 

Agentschapsdoorlichting

2023

Agentschapsdoorlichting Logius

informatiebeleid en informatiesamenleving

 

Ex-durante

2023

Staat van de Dienstverlening

 

Beleidsdoorlichting

2026

Beleidsdoorlichting artikel 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

 
 

Beleidsdoorlichting

2020

Beleidsdoorlichting Reisdocumenten en Basisadministratie Personen

6.5 Identiteitsstelsel

 

Agentschapsdoorlichting

2023

Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor de Identiteitsgegevens

 
 

Ex-post

2023

Evaluatie Wet wijziging BRP

 
 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 6.5 Identiteitsstelsel

 
 

Beleidsdoorlichting

2021

Beleidsdoorlichting artikel 6.6 Investeringspost digitale overheid

6.6 Investeringspost digitale overheid

 

Ex-durante

2023

Evaluatie BIO

 
 

Beleidsdoorlichting

n.n.b.

Beleidsdoorlichting artikel 6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één

 

Ex-post

2026

Evaluatie Wet elektronische publicaties

overheid

Grenzeloos samenwerkende

Ex-ante

2021

IBO Agentschappen

7.1 Werkgevers- en

(Rijks-)overheid

Ex-durante

2022-2027

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2021 - 2026

bedrijfsvoeringsbeleid

 

Agentschapsdoorlichting

2023

Agentschapsdoorlichting P-Direkt

 

Thema

Type onderzoek

Afronding Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

 

Agentschapsdoorlichting

2024

Agentschapsdoorlichting SSC-ICT

 
 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

 
 

Agentschapsdoorlichting

2025

Agentschapsdoorlichting FMH

 
 

ZBO doorlichting

2025

ZBO doorlichting Het Huis voor de Klokkenluiders

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie bestedingsplan «Staat van de uitvoering

»

 

Agentschapsdoorlichting

n.n.b.

Agentschapsdoorlichting UBR

 
 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 7.2 Pensioenen en uitkeringen

7.2 Pensioenen en uitkeringen

 

Agentschapsdoorlichting

2022

Agentschapsdoorlichting Rijksvastgoedbedrijf

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

 

Beleidsdoorlichting

2021

Beleidsdoorlichting Doelmatige Rijkshuisvesting

9.2 Beheer materiele activa

 

2.5 Overzicht risicoregelingen

 
 

Rijkshypotheekgaranties

 

Tabel 5 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving    Uitstaande garanties 2021

Geraamd te

verlenen

2022

Geraamd    Uitstaande    Geraamd    Geraamd te    garanties    te    te vervallen    2022    verlenen    vervallen

2022    2023    2023

Uitstaande    Garantie- garanties    plafond

2023

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Rijkshypotheekgaranties 9

0

3    6    0    3

3    3

 

Totaal    9

0

3    6    0    3

3    3

Toelichting

Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er is nog één garantie geldig. De garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt in 2023 € 3.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

 

Tabel 6 Achterborgstellingen Sociale Woningbouw (WSW) (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

20211

20222

20232

Achterborgstelling

83.021

88.365

95.945

Bufferkapitaal

532,0

541

576

Obligo

2.233

2.592

2.814

Stand risicovoorziening

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1    Bron: Jaarrekening WSW.

2    Prognose

Toelichting

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt dat de deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. Dit doet WSW door borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichting van door WSW geborgde leningen van woningcorporaties. Op het moment dat een woningcorporatie niet aan de rente- en aflossingsverplichting voor een door WSW geborgde lening voldoet, kan een geldverstrekker aanspraak maken op WSW.

Het Rijk en de gemeenten vormen de achtervang voor het WSW. Dit houdt in dat het Rijk en de gemeenten (beide voor 50%) renteloze leningen aan WSW verstrekken indien WSW onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen.

Het WSW beschikt over een eigen risicovermogen/bufferkapitaal en kan daarnaast indien nodig een jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,25% van het uitstaande saldo van geborgde leningen in rekening brengen bij de deelnemende woningcorporaties, evenals gecommitteerd obligo opvragen tot 2,6% van het saldo geborgde leningen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus opgevangen door WSW en de corporatiesector zelf via bufferkapitaal en obligo. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is tot op heden nog nooit aangesproken. De kans dat dit in de toekomst zal gebeuren, wordt klein geacht. Het WSW stuurt op een zekerheidsniveau van 99% wat betekent dat het WSW in een bepaald jaar voor de dekking van zijn eventuele verliezen met 99% zekerheid geen beroep hoeft te doen op de achtervang.

Per eind 2021 heeft WSW € 83,3 mld. aan leningen geborgd. Overeenkomstig de in 2021 ingevoerde systematiek uit het Strategisch Programma is het beschikbare risicokapitaal gedaald.

Voor 2022 (+ € 5 mld.) en 2023 (+ € 7,5 mld.) wordt een significante groei van het totaal door het WSW geborgde leningen voorzien. Via obligoheffingen en groter gecommitteerd obligo wordt daarom in dezelfde periode het risicokapitaal vergroot.

Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

 

Tabel 7 Achterborgstelling Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) (bedragen x 1. mln.)

Omschrijving

20211

20222

20232

Achterborgstelling

196.328

196.436

198.626

Bufferkapitaal

1.608

1.635

1.674

Obligo

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Stand risicovoorziening

326

368

418

1    Bron: Jaarrekening WEW.

2    Prognose

Toelichting

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk vormt de achtervang van het WEW. Dit betekent dat het Rijk een achtergestelde renteloze lening aan het WEW zal verschaffen zodra het WEW onvoldoende vermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen. Tot 2011 vormde het Rijk samen met de gemeenten de achtervang van het WEW. Vanaf 1 januari 2011 vervult alleen het Rijk deze rol. Voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie van 0,6% aan het WEW, waarvan het WEW 0,3%-punt afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervang vergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.

Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkopen verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Nieuwe garanties zullen een positief effect op het gegarandeerd vermogen hebben. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervanger van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor de waarde van de desbetreffende woningen bij gedwongen verkoop en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2021 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 4,4 mld.

2.6 Overzicht Coronamaatregelen

Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van BZK zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op www.rijks-financien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.

 

Tabel 8 Coronamaatregelen op de begroting Binnenlandse Zaken

en Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.)

Art. Omschrijving maatregel

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027 Vindplaats

1    Lokale culturele voorzieningen

4,1

0

0

0

0

0

0 Kamerstukken II 2019/20, 35823, nr. 1

1    Verkiezingen 2021

4,9

0

0

0

0

0

0 Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 73

1 Grenstesten

0,4

0

0

0

0

0

0 Kamerstukken II 2020/21,35823, nr. 1

Kamerstukken II 2020/21, 25295, nr. 1175

3 Lagere terugontvangsten huurtoeslag door verlaging terugvorderingsrente

7,2

8,1

1,8

0

0

0

0 Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1

4 Specifieke uitkering ventilatie in scholen

126,6

73,4

0

0

0

0

0 Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 73

Kamerstukken II 2020/21,32846, nr. 703

Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1

Totaal

143,2 81,532

1,8

0

0

0

0

Lagere terugontvangsten huurtoeslag door verlaging terugvorderingsrente

Tot juli 2022 is als gevolg van de coronamaatregelen door de Belastingdienst tijdelijk het percentage van de invorderingsrente verlaagd. Per juli 2022 zal het percentage van de invorderingsrente stapsgewijs worden opgebouwd. Deze stapsgewijze opbouw leidt tot minder ontvangsten bij de huurtoeslag. Voor Toeslagen geldt bovendien dat er bij de opstart van de gepauzeerde invorderingen betalingsregelingen worden aangeboden zonder invorderingsrente. Indien er een betalingsregeling wordt overeengekomen en nagekomen, dan wordt er geen invorderingsrente gerekend over de gepauzeerde vorderingen.

  • 3. 
    Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

A.    Algemene doelstelling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een slagvaardig en betrouwbaar openbaar bestuur waarop inwoners kunnen vertrouwen en wat oog heeft voor de menselijke maat. Een openbaar bestuur dat samen met de samenleving in staat is de maatschappelijke opgaven op te lossen. Veranderingen in onze maatschappij beïnvloeden hoe ons bestuur en onze democratie werkt. Om waarden als legitieme besluitvorming, slagkrachtig openbaar bestuur en transparantie daarbij te behouden en democratische waarden en vrijheden te borgen en versterken, is continue aandacht nodig voor de werking en inrichting van democratie en bestuur.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land.

Burgers verlangen in toenemende mate maatwerk van de overheid. Dat vraagt om een overheid die in kan spelen op hun individuele behoeften en om kan gaan met uiteenlopende maatschappelijke opgaven op verschillende schaalniveaus. Daarnaast zijn er grote maatschappelijke opgaven die we als overheden alleen samen met de samenleving kunnen oplossen. Om hier goed op in te kunnen spelen organiseren we de overheid zo dicht mogelijk bij de burger en met betrokkenheid van de burger.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is een gezamenlijke inzet van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk nodig. Niet alleen om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken, maar met voortdurende aandacht voor de legitimatie van het overheidshandelen. De belangrijkste pijler daarin is de democratische legitimatie.

De slagvaardigheid en legitimatie van het openbaar bestuur vraagt om een zo helder mogelijke taakverdeling tussen de overheden, financiering die daarbij aansluit, draagkracht in de uitvoering, onderlinge afstemming en samenwerking, betrokkenheid van burgers, ruimte voor maatwerk en zorg voor en toerusting van de mensen werkzaam in het openbaar bestuur.

De Minister van BZK is hoeder van de Grondwet (GW).

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Om de slagvaardigheid van het openbaar bestuur te versterken stimuleert de Minister van BZK de samenwerking tussen overheden en het werken als één overheid, onder meer via de Regio Deals, Agenda stad en de City Deals.
  • Ter versterking van het democratisch bestel werkt de Minister van BZK aan een sterkere verbinding van inwoner en overheid, aan betere toerusting en ondersteuning van politieke ambtsdragers en aan een weerbaarder bestuur. De minister stimuleert en faciliteert betrokken partijen en draagt zorg voor kennisontwikkeling en -verspreiding. Concrete voorbeelden zijn Zicht op Ondermijning en Netwerk Weerbaar bestuur.
  • Minister van BZK stimuleert, vanuit haar verantwoordelijkheid voor de Grondwet, het mensenrechtenbeleid in Nederland.
  • De Minister van BZK heeft een stimulerende rol voor een betrouwbare overheid door medeondertekening van de Algemene wet bestuursrecht. Deze wet is kaderstellend voor een behoorlijk bestuur.
  • De Minister van BZK draagt (mede in reactie op het rapport Ongekend onrecht) zorg voor een betere dienstverlening aan de burger vanuit alle onderdelen van de overheid (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4).
  • Medeoverheden worden gecompenseerd voor de uitgaven en derving van inkomsten als gevolg van het kwijtschelden van publieke schulden aan gedupeerden van de toeslagenaffaire (Stcrt. 2021,47680).

Financieren

  • Op basis van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) is de Minister van BZK - samen met de Staatssecretaris van Financiën (de fondsbeheerders) -verantwoordelijk voor het beheer van het gemeente- en provinciefonds. De middelen voor beide fondsen kennen een eigen begroting (gemeentefonds en provinciefonds) maar het beheer kan niet los gezien worden van de rest van het stelsel. Op basis van de Gemw en PW is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stelsel van decentrale belastingen.
  • Tevens financiert de Minister van BZK de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers.

Regisseren

  • Op basis van artikel 2 van de Fvw wordt van beleidsvoornemens van het Rijk, die leiden tot een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door provincies of gemeenten, aangegeven wat de financiële gevolgen zijn van deze wijziging voor provincies of gemeenten. Hiernaast dient te worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen voor de provincies of gemeenten kunnen worden opgevangen. Hierover vindt overleg plaats met de Minister van BZK en de Minister van Financiën.
  • Op basis van de Gemeentewet (Gemw) en Provinciewet (PW) is de Minister van BZK daarnaast verantwoordelijk voor de interbestuurlijke verhoudingen en het Rijksbeleid dat de medeoverheden raakt. De minister coördineert hierbij het overleg tussen het Rijk en de medeoverheden. Door de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is, kunnen gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken in publiekrechtelijke constructies.
  • Betrouwbare en transparante verkiezingen zijn essentieel voor het vertrouwen in de democratie. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de Kieswet (KW), die de verkiezingen voor de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Europees Parlement, Provinciale Staten, algemene besturen van waterschappen, eilandsraden en gemeenteraden regelt.

Uitvoeren

  • De Minister van BZK geeft uitvoering aan het Nederlandse decoratiestelsel en aan de ontslag- en benoemingsprocedures van burgemeesters, commissarissen van de Koning en leden van de Hoge Colleges van Staat.
  • Om het stelsel van het openbaar bestuur te ondersteunen voert de minister onderzoek uit en ontwikkelt zij kennisproducten, zoals de Staat van het Bestuur en de website www.findo.nl.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Om de leefsituatie en het perspectief van bewoners in de kwetsbaarste gebieden te verbeteren, stimuleert de Minister voor VRO de interdepartementale en interbestuurlijke samenwerking via het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De minister faciliteert alle betrokken partijen door zorg te dragen voor kennisontwikkeling en -verspreiding.

Regisseren

  • De Minister voor VRO coördineert aan rijkszijde de integrale aanpak van de grootstedelijke problematiek vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
  • De minister kan op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek op verzoek van de gemeenteraad wooncomplexen of straten aanwijzen waarin aan woningzoekende huurders eisen kunnen worden gesteld of voorrang wordt verleend. Op basis van de Wet aanpak woonoverlast (artikel 151d van de Gemw) is de minister stelsel-verantwoordelijk om hiermee gemeenten de mogelijkheid te bieden ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden tegen te gaan door middel van het opleggen van een gedragsaanwijzing.
  • Daar waar het juridisch instrumentarium ontoereikend is voor het oplossen van de grootstedelijke problematiek en een integrale aanpak in de weg staat, zal door de Minister voor VRO meer ruimte worden gecreëerd voor experimenten en maatwerk.

C. Beleidswijzigingen

Verkiezingen

De regering vindt het van belang de kwaliteit van het verkiezingsproces te versterken. Dat wordt ook onderschreven door de Kiesraad, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken in de gezamenlijke Verkiezingsagenda 2030 die 18 juni 2021 aan het parlement is verzonden (Kamerstukken II 2020/21,35165, nr. 40). Vanaf 2023 worden hier structureel extra middelen voor vrijgemaakt, waarbij ook gemeenten worden tegemoetgekomen in de stijgende uitvoeringskosten van het verkiezingsproces. De kwaliteitsversterking richt zich onder meer op de verzwaring van de rol van de Kiesraad in het verkiezingsproces en de verbetering en vereenvoudiging van de procedure rondom kandidaatstellingen. Als de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen in werking treedt wordt een aantal wijzigingen in de Kieswet (KW) ingevoerd, zoals de introductie van een nieuwe manier van vaststellen van verkiezingsuitslagen.

Politieke partijen

Voor het goed functioneren van de democratie is het van belang om de transparantie over de financiering van politieke partijen te vergroten en het risico van onwenselijke buitenlandse beïnvloeding te beperken. Het voorstel tot wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp) (Kamerstukken II 2020/21, 35657, nr. 2) bevat hier maatregelen voor. Zo moeten politieke partijen gaan melden wie de uiteindelijk belanghebbenden achter giften van rechtspersonen zijn, komt er een actuele meldplicht voor giften vanaf € 10.000,- per donateur per jaar en wordt voorgesteld om giften van buiten Nederland te verbieden. Het voorstel is op 12 april 2022 aangenomen door de Tweede Kamer en in behandeling bij de Eerste Kamer.

Regio Deals

In de vorige kabinetsperiode is gestart met een Regio Enveloppe en het maken van Regio Deals tussen het Rijk en de verschillende regio's onder eindverantwoordelijkheid van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in afstemming met de Minister van BZK.

In het huidige Coalitieakkoord (CA) 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst' is opgenomen dat de Regio Deals worden voortgezet. Hiervoor is een incidenteel bedrag van € 900 mln. gereserveerd voor nieuwe Regio Deals. Daarbij is afgesproken dat de Minister van BZK verantwoordelijk is voor zowel de inrichting en uitvoering van de nieuwe Regio Deals als voor de uitvoering van de bestaande Regio Deals.

De afgelopen jaren zijn er dertig Regio Deals gesloten. In 2023 zal er een nieuwe tranche Regio Deals worden afgesloten. Het gaat daarbij om het verbeteren van de brede welvaart in de regio's en dan met name in de regio's waar die brede welvaart het meest onder druk staat. Bij de verdere uitwerking van de nieuwe Regio Deals wordt per regio kritisch gekeken naar de opgaven en de vraagstukken die er spelen in dat specifieke gebied en hoe er zo doeltreffend mogelijk omgegaan kan worden met inzet van middelen. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande kennis en ervaring bij het Rijk en de regio. Daarnaast wordt nadrukkelijk ook de link gelegd met andere gebiedsgerichte trajecten, zodat daar werk met werk gemaakt kan worden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

110.874

105.104

392.387

110.721

97.174

96.396

94.396

 

Uitgaven

101.285

107.262

394.545

112.879

97.174

96.396

94.396

 

1.1 Bestuur en regio

39.255

41.946

315.407

33.749

23.126

22.378

22.378

Subsidies (regelingen)

POK - Multiproblematiek

154

1.569

969

969

1.400

1.400

1.400

POK - Antidiscriminatie

13

150

150

150

150

150

150

Oorlogsgravenstichting

3.738

3.724

3.724

3.718

3.718

3.718

3.718

Bestuur en regio

2.692

3.333

1.909

1.623

1.378

1.359

1.209

POK - Basisinfrastructuur

0

4.500

5.500

10.000

0

0

0

Opdrachten

POK - Multiproblematiek

40

1.083

800

800

800

800

800

Bestuur en regio

1.461

2.125

2.525

2.525

3.875

3.875

4.025

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Grenstesten Duitsland Covid-19

344

0

0

0

0

0

0

POK - Antidiscriminatie

65

347

420

420

420

920

920

Regiodeals

0

1.513

2.893

1.230

1.229

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

587

259

259

257

257

257

257

POK - Antidiscriminatie

23

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Compensatiepakket Zeeland

9.479

0

0

0

0

0

0

Lokale culturele voorzieningen

4.102

0

0

0

0

0

0

Groeiopgave Almere

9.277

9.364

9.364

9.364

9.364

9.364

9.364

Evides

6.250

1.250

1.250

1.250

0

0

0

Diverse bijdragen

0

40

0

0

0

0

0

Regiodeals

0

0

284.200

0

0

0

0

Bevolkingsdaling

0

11.245

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Bijdragen internationaal

35

36

36

35

35

35

35

Bijdrage aan agentschappen

RVB

87

0

0

0

0

0

0

RWS

908

908

908

908

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

POK - Multiproblematiek

0

500

500

500

500

500

500

 

1.2 Democratie

62.030

65.316

79.138

79.130

74.048

74.018

72.018

Subsidies (regelingen)

Politieke partijen

27.646

29.449

28.861

28.837

24.958

24.958

24.958

Comité 4/5 mei

118

122

122

122

122

122

122

ProDemos

8.125

9.009

9.009

8.994

8.994

8.994

8.994

Verbinding inwoner en overheid

4.309

2.660

1.534

1.522

1.522

1.507

1.507

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

3.135

3.677

2.448

2.425

2.116

2.115

2.115

Weerbaar bestuur

1.261

1.388

2.244

1.668

1.734

1.734

734

Stichting Thorbeckeleerstoel

99

0

0

66

0

0

0

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

2.786

4.409

10.228

10.022

9.097

9.097

9.097

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

289

673

673

673

673

659

659

Weerbaar bestuur

2.528

2.034

8.227

9.111

9.167

9.167

8.167

Inkomensoverdrachten

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

6.175

7.032

7.032

7.032

7.032

7.032

7.032

Vergoeding rouwvervoer

46

18

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

3.238

3.525

3.525

3.525

3.500

3.500

3.500

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Bijdragen internationaal

116

102

102

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie

2.157

1.218

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

RvIG

2

0

0

0

0

0

0

RVO

0

0

25

25

25

25

25

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (B)

0

0

4.108

4.108

4.108

4.108

4.108

 

Ontvangsten

25.369

15.056

14.765

14.765

14.765

24.765

24.765

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1 (in %)

2023

juridisch verplicht

94,1%

bestuurlijk gebonden

3,9%

beleidsmatig gereserveerd

1,2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,8%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 94,1% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Subsidies (regelingen)

Het budget is voor 93,0% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies aan de politieke partijen, de Oorlogsgravenstichting (OGS), ProDemos en Multiproblematiek en Basisinfrastructuur als gevolg van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft met name de nieuwe Regio Deals vierde tranche. Daarnaast betreft het een bijdrage inzake de Groeiopgave Almere en de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides aan de Zeeuwse overheden.

Inkomensoverdrachten

Het budget is voor 100 % juridisch verplicht. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

1.1 Bestuur en regio

Subsidies (regelingen)

POK - Multiproblematiek

Ook in 2023 zal het Ministerie van BZK subsidies verstrekken voor activiteiten in opvolging van de Kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Dit betreft onder andere activiteiten ter vergroting van de uitvoeringskracht bij gemeenten voor de ondersteuning van inwoners in kwetsbare posities. Het Samenwerkings-platform Sociaal domein zal hierbij een centrale rol innemen.

Oorlogsgravenstichting

Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting (OGS) wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de stichting ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. De OGS ontvangt een subsidie voor de uitvoering hiervan op basis van de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting.

Bestuur en regio

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) ontvangt een subsidie voor het onderzoek naar een laagdrempelige informatievoorziening over economische en financiële aspecten van medeoverheden. De subsidieregeling COELO is per 1 januari 2022 verlengd (na het uitvoeren van een evaluatie) tot 31 december 2025.

Het Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van BZK, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW), dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de medeoverheden.

Platform31 ontvangt jaarlijks een subsidie voor de organisatie van de Dag van de Stad. Steden worden in de gelegenheid gesteld een uitgebreid voorstel in te dienen om gaststad van de Dag van de Stad te worden.

POK - Basisinfrastructuur

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontvangt een subsidie die besteed wordt aan een gemeentelijk ondersteuningsprogramma voor de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) middelen. Dit programma ondersteunt de gemeenten actief bij de inzet van de POK-middelen voor het versterken van de gemeentelijke uitvoering (onder andere rechtsbescherming, versterking wijkteams, toekomstscenario kind- en gezinsbescherming). Daarnaast ondersteunt dit programma het versterken van het leervermogen binnen de gemeente, tussen gemeenten en tussen Rijk en gemeenten voor de basisinfrastructuur versterking dienstverlening.

Opdrachten

Bestuur en regio

De kennisopbouw en -uitwisseling over en in het openbaar bestuur richt zich vooral op het vergroten van het feitelijke inzicht in de slagkracht en prestaties van het openbaar bestuur. In 2023 worden opdrachten verstrekt voor (integrale) monitoren, online dashboards, de ontwikkeling van regionale kennis- en leernetwerken, symposia, publicaties en onderzoek over de inrichting, werking en bijdrage van het openbaar bestuur aan het leven en welzijn van inwoners in Nederland.

Voor het Programma Regio's aan de grens worden opdrachten verstrekt voor onder andere onderzoek en organisatie van kennisbijeenkomsten, de organisatie van de grenslandconferentie en uitvoering van de aanbevelingen van de Bestuurlijke werkgroep Donner-Berx.

In de jaren 2023 en 2024 worden op wens van de Kamer evaluaties uitgevoerd in de herindelingsgemeenten Maashorst en Dijk en Waard (Kamerstukken II 2020/21, 35619, nr. 12 en Kamerstukken II 2020/21, 35621, nr. 7). Voor deze evaluaties zullen twee onafhankelijke externe bureaus worden ingeschakeld.

Regio Deals

Naast de personele kosten, zal er een onderzoek- en monitoringsproject worden opgezet, gericht op het versterken van de kennis over brede welvaart ten behoeve van de regio's en de Regio Deals. Daarnaast wordt onder meer gewerkt met een toegankelijke website, nieuwsbrief en een jaarlijkse conferentie om regio's te informeren over Regio Deals, de geleerde kennis verder te brengen en regio's elkaar te laten inspireren.

Bijdrage aan medeoverheden

Groeiopgave Almere

Almere ontvangt sinds 2021 een bijdrage via een specifieke uitkering vanaf de begroting van BZK. In verband met de uitzonderlijke groeikosten van Almere ontvangt zij deze bijdrage vanaf 2015. Deze uitkering is gebaseerd op de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0. Doel van de uitkering is Almere in staat te stellen zijn bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren.

Evides

Als onderdeel van het pakket «Wind in de zeilen» ondersteunt de Rijksoverheid de provincie Zeeland (en hiermee indirect alle Zeeuwse aandeelhouders en dus de Zeeuwse overheden) bij de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides (Kamerstukken II 2019/20, 33358, nr. 28). Dit geschiedt door een totale bijdrage van € 10 mln. van het Rijk aan de Provincie Zeeland om de aankoop van Evides mogelijk te maken (Kamerstukken II 2020/21, 33358, nr. 34). Een overzicht van de Rijksuitgaven Wind in de zeilen is opgenomen in Bijlage 8: Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen bij deze begroting.

Regio Deals

Voor 2023 is er een bedrag van € 284,2 mln. in de begroting opgenomen voor het afsluiten van de nieuwe Regio Deals vierde tranche. Hiervoor zal in de periode van 15 juli - 15 november 2022 een uitvraag aan alle regio's in Nederland gedaan worden voor het indienen van proposities. Alle binnengekomen proposities worden beoordeeld aan de hand van het afwegingskader. Op basis van deze beoordeling besluit het kabinet over toekenning van middelen voor de Regio Deals. Vervolgens worden met de geselecteerde regio's een concrete, te ondertekenen Regio Deal uitgewerkt. Het streven is dat de eerste Deals van de vierde tranche medio 2023 tussen Rijk en regio worden gesloten en dat de uitvoering van deze Deals na de zomer 2023 starten.

Bevolkingsdaling

Negen gemeenten in de door het Kabinet aangewezen krimpregio's ontvangen in 2022 een specifieke uitkering voor het onderwerp bevolkingsdaling op grond van artikel 17, tweede lid, Financiële-verhoudingswet en artikel 4:23, derde lid, onder c, Algemene wet bestuursrecht. Het betreft de grootste gemeente in de regio die voldoet aan het criterium van minimaal 3% verwachte bevolkingsdaling. Concreet betreft het de volgende gemeenten met bijbehorende bedragen:

Tabel 11 Bedragen ten behoeve van krimpregio's

 

Gemeente

Bedrag

Heerlen

€ 3.910.787

Oldambt

€ 2.242.805

Eemsdelta

€ 1.203.399

Doetinchem

€ 1.012.240

Maastricht

€ 844.762

Sittard-Geleen

€ 765.230

Het Hogeland

€ 543.064

Terneuzen

€ 395.667

Achtkarspelen

€ 326.571

Bijdrage aan agentschappen

RWS

Rijkswaterstaat (RWS) ontvangt voor de periode 2021 tot en met 2024 een bijdrage in verband met het oprichten en beheren van een landelijk kenniscentrum voor gemeenten die te maken hebben met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het Ministerie van BZK is opdrachtgever van dit kenniscentrum. De evaluatie van het kenniscentrum zal plaatsvinden in 2024.

1.2 Democratie Subsidies (regelingen)

Politieke partijen

Politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan de in deze wet genoemde voorwaarden. Tijdens de begrotingsbehandeling in 2019 is door het lid Jetten een motie ingediend over het verhogen van het budget voor de ondersteuning van parlementariërs en de subsidie aan politieke partijen. Door het kabinet is uitvoering gegeven aan de motie Jetten c.s. door het Wfpp budget op te hogen in de periode 2020-2024 met circa € 8,7 mln. (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IIA, nr. 8). De aanpassing van de Wfpp, waarin deze verhoging wordt meegenomen, is op 12 april 2022 aangenomen door de Tweede Kamer. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie over 2021 zal de subsidie worden aangepast aan de nieuwe zetelverdeling in de Tweede Kamer.

 

Tabel 12 Door politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wfpp (bedragen in €)

Politieke partij

2019

2020

20211

20222

VVD

3.244.870

4.641.213

4.664.102

4.896.107

D66

2.161.786

3.087.320

3.337.587

3.707.027

CDA

2.162.654

3.132.970

2.835.280

2.486.720

PvdA

1.433.278

2.086.432

2.019.425

2.016.859

GL

1.761.067

2.584.496

2.192.533

1.854.541

SP

1.558.208

1.936.019

2.177.704

1.810.762

FvD

701.273

1.304.581

1.724.057

1.512.982

PvdD

931.194

1.234.883

1.318.224

1.512.645

CU

989.166

1.402.136

1.375.863

1.381.159

SGP

900.252

1.239.422

1.246.100

1.229.609

Volt Nederland

0

0

788.239

955.383

DENK

582.608

883.489

802.126

827.209

JA21

0

0

794.890

818.652

50PLUS

645.138

936.597

769.171

758.666

BIJ1

0

0

528.464

656.596

OPNL (voorheen OSF)

372.083

545.108

568.785

559.647

Belang van Nederland

0

0

0

548.794

BoerBurgerBeweging

0

0

0

435.511

Totaal

17.443.578

25.014.666

27.142.550

27.968.869

1    Het betreft hier voorlopige bedragen voor de jaren 2021 en 2022. 80% daarvan is inmiddels uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het subsidiejaar moeten partijen een definitieve subsidieaanvraag indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen voldoen aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd. De loon- en prijsbijstellingen 2021 en 2022 moeten nog in deze bedragen worden verwerkt. De reeks loopt nu van 2019 tot en met 2022. De Minister van BZK beslist voor 1 november 2022 over de aanvragen tot vaststelling over 2021, die de politieke partijen uiterlijk 1 juli 2022 moesten aanleveren.

2    Het budget voor de Wfpp wordt in de periode 2020-2024 opgehoogd door het kabinet omwille van motie Jetten met een bedrag van € 8.650.000. Vanaf 2025 wordt dit structureel € 5.000.000 per jaar.

ProDemos

ProDemos, Huis voor Democratie en Rechtsstaat, ontvangt een subsidie voor activiteiten gericht op het vergroten van de betrokkenheid en kennis van de democratische rechtsstaat, zoals het programma Parlement op School en het verzorgen van bezoeken van scholieren aan het parlement met de daarbij behorende educatieve programma's.

Verbinding inwoner en overheid

In 2023 worden subsidies verstrekt om de bewustwording en de weerbaarheid van burgers rondom de verspreiding van online desinformatie te vergroten, zoals een bijdrage aan Netwerk Mediawijsheid voor de website www.isdatechtzo.nl, die burgers informeert over de werking van desinformatie en hoe zij dit kunnen herkennen.

Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) en de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK) ontvangen subsidies voor het bevorderen van actieve burgerbetrokkenheid.

Voor de looptijd van de Bestjoersöfspraak Fryske Taal en Kultuer 2019-2023 (BFTK) (bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 35000 VII, nr. 83) begroot het Ministerie van BZK jaarlijks € 0,11 mln. voor de leerstoel Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, wordt subsidie verstrekt aan de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers, waaronder het Nederlands

Genootschap van Burgemeesters. Ook ontvangen de Vereniging van Griffiers, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies en de VNG subsidie om passende opleidingen en programma's te organiseren (Kamerstukken II 2018/19, 30420, nr. 328).

Kennispunt Lokale Politieke Partijen, beheerd door ProDemos, ontvangt in de periode 2020-2024 jaarlijks een subsidie van circa € 0,4 mln. voor fysieke en online trainingen aan besturensleden en vrijwilligers van lokale politieke partijen.

Weerbaar bestuur

Binnen het programma Weerbaar bestuur zet het Ministerie van BZK samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers, bestuurdersverenigingen van landelijke politieke partijen, koepels van medeoverheden en diverse andere partners zich meerjarig in voor de verhoging van de weerbaarheid van decentrale politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisatie tegen ondermijnende invloeden (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 236). Netwerkpartners ontvangen subsidies voor (gezamenlijke) activiteiten, waaronder het Onder-steuningsteam Weerbaar Bestuur. Ook wordt via een subsidie aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ondersteuning geboden bij veilig wonen door het faciliteren van een woningscan en een veiligheidsgesprek met advies over basismaatregelen.

CCV ontvangt ook subsidie ter bevordering van de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen gemeenten, provincies en andere betrokken partijen over de toepassing van de Wet aanpak woonoverlast en de gebiedsgerichte aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid worden subsidies verstrekt voor onderzoek, kennisdeling (onder andere via de website www.WijkWijzer.org), netwerken van samenwerkingspartners, pilots en ondersteuningstrajecten in verschillende gemeenten en het inrichten van een structuur tussen Rijk en gemeenten die snelle besluitvorming bevordert over de adressering van problemen (casuïstiek) en het aandragen van oplossingen daarvoor (Kamerstukken II 2021/2022, 30995, nr. 100). Dit moet resulteren in een 'lerende aanpak' die beleidsmakers, (wijk)professionals en actieve bewoners stimuleert en ondersteunt in de verbetering van de leefsituatie en het perspectief van bewoners van de meest kwetsbare gebieden in Nederland.

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) ontvangt subsidie voor de versterking van de lokale rekenkamers en de ondersteuning van het kwaliteitsbeleid. De NVRR verzorgt daarmee onder andere handreikingen en scholing van rekenkameronderzoekers.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Er worden voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen in maart 2023 voor provinciale staten en waterschappen in Europees Nederland en voor de eilandsraden en kiescolleges in Caribisch Nederland. Door de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt met ondersteuning van het Ministerie van BZK een informerende campagne gevoerd.

Daarnaast worden opdrachten verstrekt in het kader van het Actieplan toegankelijk stemmen. Hierbij wordt, in aanvulling op de landelijke publiekscampagne waarmee kiezers worden geïnformeerd over de verkiezingen, ingezet op communicatie richting kiezers met een beperking of laaggeletterde kiezers.

De voorbereidingen in het wetgevingstraject worden vervolgd om te kunnen experimenteren met hulp in het stemhokje aan ook andere kiezers dan kiezers die vanwege hun lichamelijke gesteldheid niet zelfstandig kunnen stemmen.

Voorbereidingen worden gestart voor de eerste experimenten met een nieuw stembiljet.

Het Ministerie van BZK zet zich als coördinerend ministerie voor de aanpak van desinformatie in op het vergroten van de weerbaarheid van de samenleving tegen de impact van desinformatie. In 2023 is er extra aandacht voor de Provinciale staten- en Waterschapsverkiezingen, waarbij de betrokken organisaties bewust worden gemaakt van het mogelijke gevaar van desinformatie. Met het Instituut voor Beeld en Geluid wordt een Nederlands desinformatie kennisnetwerk opgezet.

Er worden enkele opdrachten verstrekt om democratische innovatie te onderzoeken en bevorderen en te monitoren hoe invulling wordt gegeven aan de versterking van participatie.

Tot slot ontvangst het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal ook een bijdrage.

Weerbaar bestuur

Verschillende opdrachten worden uitgezet voor het versterken van de bestuurlijke weerbaarheid. Er wordt ingezet op maatregelen voor het veiliger maken van woningen van decentrale bestuurders. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar passende ondersteuning voor decentrale overheidsorganisaties bij het signaleren en versterken van kwetsbare processen in de organisatie. Ook wordt verkend op welke wijze decentrale overheidsorganisaties ondersteund kunnen worden bij zeer complexe juridische procedures vanuit de ondermijningsaanpak. Om de meldingsbereidheid van decentrale politieke ambtsdragers en ambtenaren te vergroten worden bijeenkomsten georganiseerd waarin de collectieve norm «agressie en intimidatie is niet normaal, meld dit altijd» voor politici, bestuurders en ambtenaren verder wordt verspreid. In samenwerking met het Ondersteu-ningsteam Weerbaar Bestuur wordt passende ondersteuning geboden na incidenten bij decentrale politieke ambtsdragers. Het ministerie van BZK werkt bij deze activiteiten samen met de partners van het Netwerk Weerbaar Bestuur en gemeenten en provincies.

Er worden kennisbijeenkomsten georganiseerd voor betrokken gemeenten over de uitvoering van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) en selectieve woningtoewijzing. Verder wordt de Leefbaarometer uitgevoerd en het onderhoud van de gelijknamige website voortgezet.

Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid worden opdrachten verstrekt voor onderzoek, kennisdeling (onder andere voortzetting van het Kennis- en leernetwerk Leefbaarheid en Veiligheid en de website www.WijkWijzer.org) en het uitvoeren van pilots en ondersteuningstrajecten in verschillende gemeenten (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100). Ook wordt opdracht gegeven voor onderhoud van de Leefbaarometer en bijbehorende website www.leefbaarometer.nl (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 880).

Tot slot worden er opdrachten ter versterking van de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen verstrekt (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 14).

Inkomensoverdrachten

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers Het Ministerie van BZK financiert de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.

Bijdrage aan ZBO/RWT

Diverse bijdragen

ICTU en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ontvangen bijdragen binnen het programma Weerbaar bestuur ten behoeve van de doorontwik-keling van 'Zicht op Ondermijning', waarmee de informatiepositie van het lokaal bestuur voor de preventieve aanpak van ondermijning wordt verbeterd. Het dashboard 'Zicht op ondermijning' is uitgegroeid tot een intensieve samenwerking tussen veertien gemeenten en de resultaten zijn beschikbaar voor alle gemeenten. Met het dashboard www.zichtoponder-mijning.nl krijgen gemeenten, toezichthouders en handhavers beter inzicht in patronen die duiden op ondermijnende criminaliteit op gemeente- en wijkniveau (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 236).

Bijdrage aan agentschappen

Dienst publiek en Communicatie

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van de landelijke campagne om kiezers te informeren over de verkiezingen. In 2023 betreft dit de campagne over de provinciale staten- en de waterschapsverkiezingen. Hiervoor wordt een bijdrage verstrekt aan de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van het Ministerie van Algemene Zaken.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (B)

De Gemeente Den Haag is op grond van de Kieswet verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezing voor de Nederlandse kiezers in het buitenland en voor de (permanente) registratie van deze kiezers. Voor de kosten hiervan ontvangt de gemeente een uitkering uit het gemeentefonds (B). Dit bedrag is herijkt en structureel verhoogd met € 0,8 mln.

De Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen kan kosten meebrengen voor gemeenten (Kamerstukken II 2021/22, 35489, nr. A). Hiervoor wordt structureel een toevoeging gedaan van € 3,3 mln. aan de algemene uitkering van het gemeentefonds (B).

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen grotendeels de bijdragen van de waterschappen aan de uitvoeringskosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet en de kosten worden gezamenlijk gedragen door het Rijk, gemeenten en waterschappen. De waterschappen betalen jaarlijks hun aandeel in de uitvoeringskosten via het Rijk aan de gemeenten. Vanuit het Coalitieakkoord gaan zij voor de periode van 2022-2025 jaarlijks € 10 mln. minder bijdragen. In 2025 vindt een evaluatie plaats van de WOZ, die als basis kan dienen voor de bijdragen in 2026 en verder.

Daarnaast ontvangt het Ministerie van BZK jaarlijks een bedrag van € 2,8 mln. van de waterschappen in het kader van de organisatie van de Water-schapsverkiezingen. De kosten, die de gemeenten voor de organisatie van de Waterschapsverkiezingen maken, worden vergoed door de waterschappen. Sinds 2020 gebeurt dat via een structurele toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 2,8 mln. per jaar. Dit bedrag is reeds overgeboekt vanuit de begroting van BZK (VII). Daartegenover incasseert het Ministerie van BZK jaarlijks eenzelfde bedrag bij de waterschappen.

3.2 Artikel 2. Nationale Veiligheid

A.    Algemene doelstelling

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid. Dit doet de AIVD door tijdig dreigingen, internationale politieke ontwikkelingen en risico's te onderkennen, die niet direct zichtbaar zijn en doet daartoe onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD signaleert, adviseert en deelt gericht informatie met samenwerkingspartners zodat deze de dreiging en risico's kunnen reduceren. Waar nodig reduceert de AIVD zelfstandig risico's.

B.    Rol en verantwoordelijkheid Uitvoeren

  • De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. Dit doet de AIVD door het tijdig onderkennen van dreigingen en risico's voor de nationale veiligheid en de nationale belangen in het binnen- en buitenland. De AIVD verricht onderzoek met behulp van bijzondere inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD de samenwerkingspartners met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties). De Minister van BZK legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer als geheel of in de vaste Kamercommissie BZK. Waar dat niet kan, vanwege geheim-houdingsnoodzaak, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
  • Voor de taakuitvoering zijn stevige waarborgen ingericht in de vorm van toetsing, toezicht en controle. Dit vanwege de inbreuk in de persoonlijke levenssfeer van mensen die de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen kan hebben. Voor de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen is toestemming nodig van de Minister van BZK. Met de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 is na de toestemming van de minister en voorafgaand aan de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen een onafhankelijke toetsing nodig van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Daarnaast houdt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezicht tijdens en na afloop van de inzet van bevoegdheden of op andere werkzaamheden van de AIVD.

C.    Beleidswijzigingen

De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023-2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers. In 2023 treedt nieuwe GA voor de komende vier jaar in werking.

Coalitieakkoord

Met de in het Coalitieakkoord opgenomen investeringen in de AIVD (oplopend tot € 86,5 mln. in 2027) zet het kabinet een wezenlijke stap om -onder een verslechterd dreigingsbeeld- de slagkracht te verbeteren en daarmee de gekende dreigingen te kunnen adresseren.

Met de in het Coalitieakkoord opgenomen investeringen zal de AIVD, goeddeels met veiligheidspartners zoals de MIVD en deels zelf, deze middelen langs drie hoofdlijnen aanwenden. Ten eerste investeert de AIVD in het herstel van de verminderde operationele slagkracht van de dienst. Ten tweede investeert de AIVD in de gerichte transformatie en innovatie naar een slagvaardige, data gedreven en technisch toekomstbestendige dienst. Ten derde investeert de AIVD in de structurele versterking van inlichtingen posities voor de verhoging van de weerbaarheid op cyber, economische veiligheid en bescherming van vitale sectoren en processen, in aansluiting op de behoefte van veiligheidspartners.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Nationale Veiligheid (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

365.885

379.570

400.347

431.376

428.822

427.792

444.587

 

Uitgaven

356.541

379.570

400.347

431.376

428.822

427.792

444.587

 

AIVD apparaat

341.042

362.388

383.165

414.193

411.640

410.610

427.405

AIVD geheim

15.499

17.182

17.182

17.183

17.182

17.182

17.182

 

Ontvangsten

14.858

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2

2023

juridisch verplicht

100,0%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.

Ontvangsten

De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), het samenwerkingsverband tussen de AIVD en de MIVD, verricht veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties en brengt daarvoor een tarief in rekening. De ontvangsten hebben hier voornamelijk betrekking op.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

A.    Algemene doelstelling

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt lukt alleen door veel samen te werken en alle belangen af te wegen. Als Rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en vele anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) jaagt die samenwerking aan, door zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen, perspectief te bieden in wetten en regels en door het bewaken van de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag (WHT), de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de Minister voor VRO verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de Minister voor VRO medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De Minister voor VRO is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de Minister voor VRO verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de WHT.

Regisseren

  • De Minister voor VRO voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister voor VRO de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.
  • De Minister voor VRO is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet (Wonw) gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. Tevens is de Minister voor VRO verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing.
  • Tevens draagt de Minister voor VRO zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

  • De Minister voor VRO draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

C. Beleidswijzigingen

Om meer regie te nemen in de volkshuisvestelijke opgave en de inrichting van Nederland, heeft de Minister voor VRO de Nationale Woon- en Bouwagenda met zes onderliggende programma's gecreëerd. Hierin worden woningbouw, de huisvesting van aandachtsgroepen en ouderen, leefbaarheid en verduurzaming nader uitgewerkt.

Met deze programmatische aanpak wordt directer ingezet op concrete doelen, monitoring en sturing. Op basis hiervan kan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goede afspraken maken met betrokken partijen, waarbij iedereen zijn eerlijke aandeel neemt in het oplossen van volkshuisvestelijke en ruimtelijke opgaven.

In de eerste helft van 2022 is het programma Woningbouw gepresenteerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 878 ). Hierin wordt beschreven op welke manier de woningbouw versneld wordt en hoe de woningvoorraad past bij de woonwensen.

In het programma «Een thuis voor iedereen» (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883) werken we aan voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding, onder andere door in de woningbouwprogrammering toe te werken naar een gelijke verdeling van sociale huurwoningen via het uitwerken van integrale woonzorgvisies door gemeenten.

Naar verwachting wordt in het najaar 2022 het programma «Wonen en zorg voor ouderen» geïntroduceerd, waar het Ministerie van BZK en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen werken aan meer woningen voor ouderen en het verbeteren van de doorstroming en dragen we bij aan een betere leefomgeving waardoor mensen langer zelfstandig kunnen wonen.

Verbetering van de betaalbaarheid van het wonen komt terug in het programma betaalbaar wonen (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 906). Belangrijke beleidswijzigingen hierin zijn de hervorming van de huurtoeslag, het maken van prestatieafspraken met corporaties, de afschaffing van de verhuurderheffing, het afsluiten van een sociaal huurakkoord, beschermen van de huurprijzen in het middensegment, de regulering van het koopproces, maar ook de invoering van de wet Goed verhuurderschap (Kamerstukken II 2021/22, 36130, nr.1) en de wijziging van de huisvestingswet.

Om de koopkrachtdaling van mensen te verzachten wordt de eigen bijdrage van de huurtoeslag verlaagd. Omdat het inkomensbereik van de huurtoeslag beperkt is, komt deze maatregel ook alleen bij huishoudens met een laag inkomen (en wonend in een gereguleerde huurwoning) terecht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van

beleid art.

3 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)

     
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

5.343.930

5.368.115

6.146.610

5.431.222

5.548.945

5.718.480

5.740.714

 

Uitgaven

5.411.477

5.438.120

6.176.615

5.431.222

5.548.945

5.718.480

5.740.714

 

3.1 Woningmarkt

4.426.334

4.575.192

5.110.281

5.228.863

5.386.463

5.569.317

5.739.714

Subsidies (regelingen)

Bevordering eigen woningbezit

3.198

4.800

8.600

10.000

5.600

500

200

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

20.000

0

0

0

0

0

0

Woningmarkt

7.804

13.909

3.573

3.529

3.329

3.220

3.220

Opdrachten

WSW risicovoorziening

1.099

0

0

0

0

0

0

NHG risicovoorziening

63.547

61.653

0

0

0

0

0

Woningmarkt

3.435

3.625

2.916

2.859

2.859

2.859

2.859

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

4.311.856

4.471.739

5.081.785

5.194.785

5.356.985

5.545.300

5.716.900

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Woningmarkt

2.791

3.119

3.038

3.258

3.258

3.258

3.258

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

11.657

14.626

8.715

8.688

8.688

8.436

8.430

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

947

0

0

0

0

0

0

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

0

0

153

4.243

4.243

4.243

3.624

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën (IXB)

0

500

500

500

500

500

222

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

0

1.221

1.001

1.001

1.001

1.001

1.001

3.3 Woningbouw

985.143

862.928

1.066.334

202.359

162.482

149.163

1.000

Subsidies (regelingen)

Woningbouw

348

177

73

0

50

0

0

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

22.000

0

0

0

0

0

Caribisch Nederland

0

1.400

0

0

0

0

0

Garanties

Herplaatsingsgarantie

0

20.000

0

0

0

0

0

Opdrachten

Woningbouwimpuls

636

361

100

0

0

0

0

Volkshuisvestingsfonds

743

103

1.000

1.000

1.000

950

0

Woningbouw

696

2.335

2.047

1.620

1.650

0

0

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

0

6.000

8.000

0

0

0

0

Grootschalige woningbouwgebieden

0

1.000

0

300

300

1.000

1.000

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

499.473

380.921

222.552

0

0

0

0

Volkshuisvestingsfonds

413.165

0

143.516

143.639

143.632

143.563

0

Ouderenhuisvesting

0

20.000

18.000

0

0

0

0

Flexpools

14.183

40.000

0

40.000

0

0

0

Kwetsbare groepen

49.059

52.135

38.205

0

0

0

0

Woondeals

0

6.500

4.500

5.000

5.000

0

0

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

475.000

0

0

0

0

Flexwoningen

0

5.000

0

0

0

0

0

Wadden

0

5.000

0

0

0

0

0

Versnelling huisvesting

0

100.000

0

0

0

0

0

Overlooplocaties

0

96.000

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

RVO.nl

0

4.346

8.441

6.200

6.250

1.250

0

RVB

6.840

99.650

144.900

4.600

4.600

2.400

0

 

Ontvangsten

368.749

428.653

495.600

445.400

346.500

335.900

328.700

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 3

2023

juridisch verplicht

99,7%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 99,7% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Inkomensoverdrachten

Het huurtoeslagbudget 2022 is voor 100% juridisch verplicht. Jaarlijks wordt een verplichting aangegaan voor het gehele huurtoeslagbudget voor het begrotingsjaar.

Bijdrage aan medeoverheden

De uitgaven voor de bijdragen aan medeoverheden zijn voor 99,8% juridisch verplicht. Dit betreffen vooral bijdragen aan medeoverheden vanuit de woningbouwimpuls, het Volkshuisvestingsfonds en de middelen voor grootschalige woningbouw.

Bijdrage aan agentschappen

De uitgaven aan bijdrage aan agentschappen zijn voor 94,9% juridisch verplicht. Het betreft vooral bijdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor met name de realisatie van flexwoningen en de daarbij behorende apparaatskosten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

3.1 Woningmarkt Subsidies (regelingen)

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

De Wet Bevordering eigen woningbezit is gericht op de bevordering van het eigen woningbezit onder lagere inkomensgroepen. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer, is voor nieuwe toekenningen op grond van de Wet Bevordering eigen woningbezit geen budget meer beschikbaar (Kamerstukken II 2009/10, 32123 XVIII, nr. 74). De meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. Tot 2025 stijgt het budget van de BEW als gevolg van de betaling ineens van de contante waarde van de bijdrage voor de laatste komende 15 jaar. Volgens de wet moet voor aanvragers in het 16e uitvoeringsjaar worden bepaald of ze recht hebben op een betaling ineens van de contante waarde van de bijdrage voor de laatste 15 jaar. Naar verwachting zullen de laatste betalingen in 2027 plaatsvinden.

Woningmarkt

Dit betreffen diverse subsidies voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen om te komen tot evidence-based beleidsvorming. Het betreffen zowel incidentele subsidies op het gebied van de woningmarkt, als structurele subsidies, zoals voor de Woonbond, om de positie van de huurder op de woningmarkt te versterken en voor Platform 31 die een onafhankelijke positie inneemt tussen overheid, corporaties, bewoners en overige stakeholders op de woningmarkt en (on)gevraagd advies geeft op diverse volkshuisvestelijke vraagstukken.

Opdrachten

Woningmarkt

Het gaat hier vooral om opdrachten voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, dataverzameling, monitoring en het op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Circa 1,5 mln. huishoudens ontvangen huurtoeslag. De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan aangevraagd worden als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is.

Het kabinet heeft daarnaast een aantal maatregelen genomen om de gevolgen van de koopkrachtdaling voor mensen te verzachten, waaronder drie met gevolgen voor de huurtoeslag. Deze maatregelen omvatten een verlagen van de opslag op de eigen bijdrage, het verhogen van het wettelijk minimumloon en een vervroeging van de huurverlaging voor sociale minima wonend in corporatiewoningen. Dit leidt per saldo tot hogere uitgaven binnen de huurtoeslag.

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag tonen onderstaande grafieken het aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd. Het percentage is berekend voor voorbeeldhuishoudens met een minimum inkomen en een huur op exact 90% van de diverse huurgrenzen van de huurtoeslag.

In 2023 wordt de opslag op de eigen bijdrage verlaagd. Uit de grafieken blijkt dat hierdoor het aandeel van de bruto huur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden in 2023 voor de voorbeeldhuishoudens afneemt.

Figuur 3 Verhouding bruto en netto huur Eenpersoonshuishouden4

60

58

56

54 -

52 -

50

59,8%

59,8%

59,7%

59,7%.

55,4%

49,6%    49,6%    49,5%

48,9%    48,9%    48,8%

49,5%

49,0%

48

46,5%

5

46

2019    2020    2021    2022    2023

 —   Huur op 90% kwaliteitskortingsgrens Huur op 90% aftoppingsgrens

—    Huur op 90% huurgrens

1 Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Figuur 4 Verhouding bruto en netto huur Meerpersoonshuishouden4

 —   Huur op 90% kwaliteitskortingsgrens Huur op 90% aftoppingsgrens

—    Huur op 90% huurgrens

Figuur 5 Verhouding bruto en netto huur Eenpersoonshuishouden ouderen5

 —   Huur op 90% kwaliteitskortingsgrens Huur op 90% aftoppingsgrens

—    Huur op 90% huurgrens

1 Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Figuur 6 Verhouding bruto en netto huur Meerpersoonshuishouden ouderen5

 —   Huur op 90% kwaliteitskortingsgrens — Huur op 90% aftoppingsgrens

—    Huur op 90% huurgrens

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Woningmarkt

De activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen, specifiek in samenwerking met bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en het Kadaster. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens over de woningmarkt. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en ontwikkeling van ramingsmodellen.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Om huurders en verhuurders te helpen bij het oplossen van onderlinge problemen ontvangt de Huurcommissie een bijdrage van BZK. De Huurcommissie bestaat uit het Zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) de Huurcommissie en het agentschap de Dienst van de Huurcommissie, dat het ZBO ondersteunt in zijn taken. Het werkterrein van de Huurcommissie wordt niet alleen gevormd door het gereguleerde deel van de huursector. Ook huurders in de vrije sector kunnen binnen 6 maanden na aanvang van hun contract hun aanvangshuur laten toetsen. Als huurders en verhuurders een geschil hebben over de hoogte van de huurprijs, gebreken aan de woonruimte, servicekosten of een gedraging van de verhuurder en er ook met eventuele hulp van de Huurcommissie onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraak. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën (IXB)

Toeslagen voert de huurtoeslag uit en ontvangt uitvoeringskosten voor beleidswijzigingen.

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) ontvangt jaarlijks een bijdrage voor het WNT-toezicht bij woningcorporaties door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en voor de uitvoering van SBR-wonen.

3.3 Woningbouw

Opdrachten

Woningbouwimpuls

Voor de Woningbouwimpuls worden opdrachten verstrekt voor expertise en beoordeling van de projectaanvragen en voor het doen van onderzoek. Om de effectiviteit van de Woningbouwimpuls vast te stellen wordt daarnaast ook gebruik gemaakt van een jaarlijkse monitoring, een voortgangsrapportage en tussenevaluatie.

Volkshuisvestingfonds

Middels het volkhuisvestingfonds kunnen gemeenten investeren in de verbetering van woonkwaliteit, leefomgeving en verduurzaming in kwetsbare gebieden.

Naast een specifieke uitkering zal een deel van de middelen worden ingezet voor programma- en apparaatskosten om de realisatie, uitvoering en beheer te financieren van het Volkshuisvestingsfonds en onderdelen van het bredere Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.

Woningbouw

Dit betreft opdrachten aan onderzoek- en adviesbureaus ten behoeve van voor het oplossen van knelpunten bij de woningbouw.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

De vraag naar woningen is sterk toegenomen, maar de bouw van woningen is achtergebleven. Hierdoor is er nu een groot tekort aan betaalbare en geschikte woningen. Met de regeling Woningbouwimpuls (Wbi) kunnen gemeenten een bijdrage krijgen om dit tekort op te lossen. De beschikbare middelen van € 222 mln. zijn bestemd voor de vijfde tranche van de Wbi.

Ouderenhuisvesting

Begin 2022 is de regeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting opengesteld. Voor ouderenhuisvesting is in 2023 € 18 mln. beschikbaar. Met het totale bedrag kunnen ongeveer 250 ontmoetingsruimten worden gebouwd. Een geclusterde woonvorm met één ontmoetingsruimte omvat gemiddeld 47 woningen. In totaal kunnen hierdoor ongeveer 12.000 ouderenwoningen mogelijk worden gemaakt.

Volkshuisvestingsfonds

In het Coalitieakkoord van 2021 is het vervolg van het Volkshuisvestingsfonds (VHF) aangekondigd. Voor het fonds worden extra middelen gereserveerd per 2023 tot en met 2026. Het fonds is gericht op herstructurering van de bestaande woningvoorraad in kwetsbare gebieden door middel van een impuls in leefbaarheid, (maatschappelijke) voorzieningen en buitenruimte. In 2023 wordt ten behoeve van medeoverheden € 142,5 mln. beschikbaar gesteld.

Kwetsbare groepen

Voor kwetsbare groepen is de Regeling huisvesting aandachtsgroepen (RHA) in het leven geroepen. Deze regeling is in 2022 geevalueerd. Naar aanleiding hiervan zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de regeling, waarvan het belangrijkste maximum uit te keren bedrag per gemeente van € 1 mln. euro naar € 1,5 mln. gaat.

Woondeals

De woondeals zijn prestatieafspraken die het ministerie van BZK heeft gemaakt met een aantal (stedelijke) regio's ten aanzien van de bouw van woningen. Voor deze woondeals zijn in 2023 € 4,5 mln. aan middelen beschikbaar.

Grootschalige woningbouwgebieden

Dit betreffen middelen voor de inzet van brede gebiedsontwikkeling in de 17 grootschalige NOVEX woningbouwlocaties en daarbuiten. In 2023 wordt er € 475 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor deze gebieden.

Omdat het financiële afspraken met medeoverheden betreft, en de primaire verantwoordelijkheid voor gebiedsontwikkeling bij gemeenten ligt, worden de middelen verdeeld via een specifieke uitkering.

Besluitvorming over de inzet van middelen heeft plaatsgevonden via de Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT)-systematiek.

Bijdrage aan agentschappen

RVO

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontvangt een bijdrage voor de voorbereiding, uitvoering en beheer van de regeling woningbou-wimpuls, de regeling kwetsbare groepen, het volkshuisvestingfonds en het Expert team Woningbouw.

RVO verzorgt de technische ondersteuning aan gemeenten en vervult de loketfunctie voor de aanvragen.

RVB

Deze middelen voor het RVB zijn grotendeels bestemd voor het uitvoeren van het huisvestingspakket in het kader van de asielopvang, zoals gemeld in de derde incidentele suppletoire begroting 2022. Dit budget is voor de realisatie van flexwoningen en de daarbij behorende apparaatskosten. Dit budget omvat daarnaast coördinatiekosten van het RVB voor het laten transformeren van enkele bestaande en te verwerven panden.

De overige middelen voor het RVB zijn bedoeld voor de eerste fase van het tot stand brengen van een ontwikkeleenheid binnen het Rijksvastgoedbedrijf die zich bezig gaat houden met gebiedsontwikkeling en de versnelling van woningbouw.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan grotendeels uit teruggevorderde huurtoeslag. Terugvorderingen op de huurtoeslag ontstaan tijdens het toeslagjaar door controles van de Belastingdienst en Toeslagen en na afloop van het toeslagjaar bij de definitieve vaststelling van de bijdrage.

Daarnaast zijn er ontvangsten geraamd als gevolg van de verkoop van (een deel van) de flexwoningen in het kader van het huisvestingspakket asielopvang.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op de woningmarkt. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage 'Fiscale regelingen' in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor stedelijke herstructurering betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota 'Toelichting op de fiscale regelingen'.

 

Tabel 17 Fiscale regelingen 2021-2023, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € mln.)1

 
 

2021

2022

2023

Hypotheekrenteaftrek

8.832

8.964

9.266

Aftrek financieringskosten eigen woning

238

190

151

Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming

Aftrek rente en kosten van geldleningen over restschuld vervreemde eigen woning

Eigenwoningforfait

31

10

  • 2.817    -

31

9

2.821

31

8

  • 2.762

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

583

586

589

Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning

173

173

22

OVB Verlaagd tarief woning niet-starters2

2.470

2.843

4.353

OVB Vrijstelling woning starters

360

414

453

OVB Vrijstelling terugkoop VoV woningen

6

36

54

Vermindering verhuurderheffing

240

656

0

Kamerverhuurvrijstelling

10

12

15

1    [-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

2    OVB = Overdrachtsbelasting

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

A.    Algemene doelstelling

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden:

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot.;
  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid;
  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw, door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval, draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • Vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 55% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV;
  • Aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;
  • Samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma 'Nederland circulair in 2050' met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;
  • In 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht;
  • Verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouwen technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, bestaande gebouwen en installaties. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft hierbij een stimulerende, regisserende en normerende rol.

Stimuleren

Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister voor VRO geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister voor VRO stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteunings-maatregelen.

Regisseren

Op basis van de artikel 2 van de Woningwet is de Minister voor VRO verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

C. Beleidswijzigingen

Verduurzaming Gebouwde Omgeving

Voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving werken we met een programmatische aanpak om te kunnen versnellen en opschalen. Het Programma Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) bestaat uit vijf programmalijnen (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 911):

  • Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie
  • Individuele aanpak woningen
  • Aanpak utiliteitsgebouwen
  • Bronnen en infrastructuur
  • Innovatie in de bouw

Hieronder volgt een uitwerking van de activiteiten voor 2023 die vallen onder de vier eerstgenoemde programmalijnen. Actielijn vier 'Bronnen en infrastructuur' valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Klimaat en Energie.

  • 1. 
    Gebiedsgerichte warmtetransitie
  • In 2023 gaan gemeenten de transitievisies warmte concretiseren in uitvoeringsplannen per wijk of buurt, met betrokkenheid van bewoners en stakeholders. Een uitvoeringsplan beschrijft voor één of meerdere buurten of wijken op welk duurzaam alternatief deze buurt(en) of wijk(en) overgaan, per wanneer, en welke maatregelen hiervoor nodig zijn. Bij het opstellen en uitvoeren van de uitvoeringsplannen worden gemeenten ondersteund door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).
  • Het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en het Expertise Centrum Warmte (ECW) gaat in 2023 over in het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Dit programma ondersteunt gemeenten in de volle breedte van de warmte transitie in de gebouwde omgeving. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteunings-structuur, die vanaf 2023 operationeel zal zijn.
  • Vanaf 2023 kunnen gemeenten plannen indienen voor de lokale aanpak (actielijn 1) van het Nationaal Isolatieprogramma (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787). Hieraan worden in 2023 de middelen die door het vorige kabinet zijn gereserveerd voor de lokale aanpak toegevoegd. Deze maatregel is een stap naar een meer fundamentele en structurele aanpak van grootschalige isolatie via het Nationaal Isolatieprogramma.
  • 2. 
    Verduurzaming individuele aanpak woningen

Koopwoningen

Individuele woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE's) krijgen in 2023 handelingsperspectief. Dit gaat onder andere om het bieden van toegankelijke informatie, verregaande ontzorging, praktische ondersteuning, subsidie en financieringsmogelijkheden. Gemeenten ontvangen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma budget om woningeigenaren en VvE's te ondersteunen en informatie te bieden op lokaal niveau. Op nationaal niveau is er onder meer hulp en informatie via het landelijk digitaal platform (verbeterjehuis.nl).

Met de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) kunnen VvE's hun appartementen en woningen verduurzamen. Vanaf 1 januari 2023 kunnen VvE's deze subsidie ook ontvangen als zij één isolatiemaatregel nemen. Tot nu toe kon dat bij minimaal twee maatregelen. Verder gaat de subsidie voor warmte-opties gericht op VvE's per 1 januari 2023 uit de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) over naar de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH). Hierdoor wordt de SEEH de centrale regeling voor VvE's. Dit zal het proces van aanvragen en uitvoeren van maatregelen versimpelen en versoepelen. Individuele woningeigenaren kunnen voor verduurzaming gebruik maken van de subsidie van de ISDE van de minister van EZK.

Huurwoningen

Door de afschaffing van de verhuurderheffing hebben corporaties (en andere grote verhuurders) in 2023 en verdere jaren extra investeringsruimte gekregen die ze kunnen besteden aan nieuwbouw, verduurzaming, leefbaarheid en betaalbaarheid. Om ervoor te zorgen dat die investeringsruimte optimaal wordt ingezet, ook op het terrein van verduurzaming, zijn er in 2022 prestatieafspraken met corporaties gemaakt. De uitvoering hiervan vindt in 2023 plaats (Kamerstukken II, 2021/22, 29453, nr. 551 ). Er wordt gestuurd op de doelen uit het Coalitieakkoord: het aardgasvrij maken van 450.000 corporatiewoningen en het mede daarmee zorgen voor het verduurzamen van circa 675.000 corporatiewoningen naar minimaal de standaard voor woningisolatie tot en met 2030. Om de verduurzaming te stimuleren worden in 2023 diverse regelingen aangepast of voortgezet.

  • Om opschaling bij verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, wordt de Renovatieversneller aangepast naar een subsidieregeling voor zowel de procesondersteuning als voor vraag- en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren.
  • De Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV-V) vervalt per 2023: een heffingsvermindering is niet meer aan de orde als de verhuurderheffing wordt afgeschaft.
  • 3. 
    Aanpak utiliteitsgebouwen

We voeren de Aanpak Utiliteitsbouw uit zoals deze beschreven is in het Programma verduurzaming gebouwde omgeving (PVGO) (Kamerstukken II, 2021/22, 32847, nr. 911). Dit houdt onder meer het volgende in:

  • Publicatie van de Eindnorm Utiliteitsbouw in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Het schetst het punt op de horizon waar eigenaren van bestaand vastgoed naar toe moeten renoveren, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord.
  • Nieuwe normering voor de utiliteitsbouw, zoals het uitfaseren van slechte energielabels, is afhankelijk van de publicatie van de EPBD IV door de Europese Commissie.
  • Nieuwe normering voor gebouwen die vallen onder de gebruiksfunctie industrie is in ontwikkeling, in eerste instantie voor nieuwbouw, op termijn via de Eindnorm voor bestaande bouw.
  • Verder maken we in 2023 een start met een Ontzorgingsprogramma voor MKB'ers en gaan we bezien hoe verder met het versnellingsprogramma bedrijventerreinen te verduurzamen.
  • De Erkende maatregelenlijst Gebouwen wordt naast de Erkende maatregelenlijsten Activiteiten geïntroduceerd, voor alle bedrijven en instellingen die aan de Energiebesparingsplicht moeten voldoen. Eind 2023 moeten alle bedrijven en instellingen voor de tweede maal voldoen aan de informatieplicht.
  • 4. 
    Innovatie in de bouw

In het kader van het PVGO bevordert het kabinet de ontwikkeling van de markt naar innovatiever en duurzamer bouwen.

Daarnaast zal in 2023 worden ingezet op het organiseren van een continue voorspelbare bouwstroom. Door gezamenlijke ondersteuningspro-gramma's met de markt voor vraagbundeling en aanbodontwikkeling moet het marktaandeel van innovatief en duurzaam (ver)bouwen substantieel gaan toenemen. Zo komt er voor de bestaande woningbouw een 'versnellingsprogramma verduurzaming woningen' dat een doorstart beoogt te zijn van het huidige ondersteuningsprogramma van de Renovatieversneller die hiervoor wordt aangepast.

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet per 1 januari 2023 zal het Bouwbesluit 2012 ingetrokken en opgevolgd worden door het Besluit bouwwerken leefomgeving. In 2023 en verder wordt gewerkt aan nieuwe wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de implementatie daarvan, die nodig zijn in het kader van het actueel houden van de regelgeving, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en implementatie van Europese regelgeving. Ook zal in 2023 worden gewerkt aan verbetering van de bouwregelgeving en het wegnemen van belemmeringen voor de woningbouw, zoals is opgenomen in het Coalitieakkoord. Over dit voornemen en de uitwerking daarvan is de Tweede Kamer per brief (Kamerstukken II 2021/2022, 32757, nr. 168) geïnformeerd. Daarin wordt onder andere voorgenomen om de lokale maatwerkregels voor de energie-en milieuprestatie te heroverwegen, de landelijk geldende voorschriften voor de bouw van tijdelijke woningen te verduidelijken of aan te passen en om in te kaart brengen hoe klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen, inrichten en beheren juridisch kan worden geborgd.

Toekomstbestendige gebouwde omgeving

Bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving hebben we ook aandacht voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Het is noodzakelijk om zowel in de nieuwbouw als de bestaande voorraad rekening te houden met toenemende weersextremen: wateroverlast, overstromingsrisico, hitte en droogte. Groen kan hierbij een middel zijn, dat tevens bijdraagt aan biodi-versiteitsherstel en een prettige en gezonde leefomgeving. We werken aan een minder vrijblijvende nationale aanpak voor klimaatadaptatief en natuur-inclusief bouwen.

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

Met ingang van 1 januari 2023 wordt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) stapsgewijs ingevoerd (Kamerstukken II 2020/21, 32757, nr. 178 en Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 220). Het doel van de wet is het verbeteren van de bouwkwaliteit en het versterken van de positie van de bouwconsument. Tot aan inwerkingtreding van de Wkb kunnen alle betrokken partijen door middel van proefprojecten ervaring opdoen, zodat zij goed voorbereid zijn op het nieuwe stelsel.

Stelsel certificeringwerkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties Per 1 januari 2023 mogen verschillende werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die daarvoor gecertificeerd zijn (Stb. 2021, 555).

Circulair bouwen

Het Ministerie van BZK bevordert de toepassing van circulair bouwen als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023 (UPCE). Het UPCE wordt vervangen door het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), dat eind 2022 aan de Kamer wordt aangeboden (Kamerstukken II 2021/22. 32852, nr. 204). Het Ministerie van BZK continueert in 2023 de uitvoering hiervan in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden voor het bereiken van de doelen van het programma Nederland circulair in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). In 2023 wordt besloten hoe de halvering van de milieuprestatie-eis wordt vervroegd van 2030 naar 2025 en hoe het klimaatdoel voor circulair bouwen wordt geïmplementeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847/28089, nr. 825). Daarnaast worden wijzigingen geïmplementeerd voor de milieuprestatie van bouwwerken ten behoeve van enerzijds de implementatie van wijzigingen in de Europese norm (EN15804) en anderzijds de waardering van milieueffecten van de koolstofvastlegging in biobased materialen (Kamerstukken II 2019/20, 32852, nr. 94 en Aanhangsel van de Handelingen, 2020/21, nr. 1528).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen

 

x € 1.000)

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

463.639

775.858

816.057

668.832

249.336

161.808

171.990

 

Uitgaven

505.776

784.601

786.147

679.145

272.856

183.218

217.977

 

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

498.141

770.216

773.676

667.840

260.823

172.572

208.899

Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

0

2.239

34.646

42.000

52.500

13.600

4.200

Nationaal Isolatie Programma

0

0

50.000

50.000

0

0

0

Energiebesparing Koopsector

90.134

13.677

18.888

17.100

7.700

5.500

2.500

Energiebesparing Huursector

18.225

18.951

0

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

2.640

3.900

3.900

700

0

0

0

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

41.500

155.000

144.300

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

13.377

29.460

14.736

8.732

3.077

4.502

4.552

Renovatieversneller

0

0

21.750

32.750

42.750

0

0

SAH

13.986

4.310

42.200

10.500

24.000

17000

39.500

Warmtefonds

27.400

80.600

97.390

93.000

77.000

77000

103.000

Nationaal Programma Lokale

Warmtetransitie

0

0

6.000

6.000

6.000

0

0

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

4.880

5.283

3.400

3.900

2.700

3.200

3.200

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Energietransitie en duurzaamheid

4.277

1.045

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Programma reductie energieverbruik

95.736

0

0

0

0

0

0

Aardgasvrije wijken

54.677

62.560

0

0

0

0

0

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

15.317

0

0

0

0

0

0

Ventilatie in scholen

125.619

72.434

0

0

0

0

0

Nationaal Isolatie Programma

0

0

250.000

190.500

0

0

0

Ondersteuning aanpak energiearmoede

0

358.959

0

0

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

17.000

0

0

0

0

0

Nationaal Programma Lokale

Warmtetransitie

0

0

9.000

9.000

9.000

0

0

Bijdrage aan agentschappen

ILT (Handhaving Energielabel)

11

24

527

529

523

523

523

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

25

3.977

20.989

19.387

14.831

13.180

8.362

Dienst Publiek en Communicatie

903

1.085

1.000

1.000

0

0

0

Diverse Agentschappen

0

370

0

0

0

0

0

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

30.934

32.946

13.655

7.019

6.823

6.823

6.823

RVB

0

970

3.640

12.140

6.050

6.250

8.450

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

4.600

9.200

9.200

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (B)

0

1.000

0

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

0

6.698

7.198

0

0

0

0

EGO

0

6.377

10.132

9.933

7.719

23.244

26.039

Handhaving energielabel C

0

251

425

150

150

1.750

1.750

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit    7.635    14.385    12.471    11.305    12.033    10.646    9.078

Subsidies (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit    5.745    12.280    8.543    5.460    5.988    4.203    2.248

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit    1.699    2.009    2.063    3.075    3.075    3.075    3.075

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Overige bijdragen    191    41    0    0    0    0    0

Bijdrage aan agentschappen

RVB    0    0    1.510    2.015    2.015    1.913    1.900

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen    0    55    355    755    955    1.455    1.855

Ontvangsten    1.371    91    91    91    91    91    91

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 19 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4

2023

juridisch verplicht

37,9%

bestuurlijk gebonden

57,8%

beleidsmatig gereserveerd

0,6%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

3,7%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 37,9% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Subsidies (regelingen)

Het subsidiebudget is voor 36,3% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) , het Warmtefonds, subsidieregeling voor koopsector (VvE's) en Nationaal Isolatieprogramma. In het kader van bouwregelgeving en bouwkwaliteit betreft het onder andere subsidies voor Stichting Bouwkwaliteit en de Nederlandse Norm (NEN).

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 44,0% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage voor lokale aanpak en nationaal programma lokale warmtetransitie.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 12,9% juridisch verplicht. Het betreft grotendeels een bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van het energieak-koord en de energietransitie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies

Verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Om particuliere verhuurders en institutionele beleggers gedeeltelijk tegemoet te komen voor de huurbevriezing (Motie Beckerman c.s., Kamerstukken II 2020/21,35488, nr. 13) wordt er een subsidieregeling opengesteld. De regeling is een tegemoetkoming voor uitgaven die verhuurders doen in het kader van onderhoud en verduurzaming.

Nationaal Isolatie Programma

Het Nationaal Isolatie Programma (NIP) is een belangrijk onderdeel van het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. Het programma is aangekondigd in de brief van 14 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 137). Het NIP richt zich op een lokale aanpak en biedt mogelijkheden om koopwoningen en huurwoningen beter te isoleren.

Energiebesparing Koopsector

Om ondersteuning te bieden aan woningeigenaren van Verenigingen van Eigenaren (VvE's) die hun woning verduurzamen, wordt de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) voor VvE's voortgezet (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667).

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof Met het kennis- en innovatieprogramma bouwproductie Stikstof wordt een bijdrage geleverd aan de kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Dit programma bestaat uit drie lijnen, waarvan twee onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van BZK vallen en één onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat valt. Met deze subsidie wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een afsprakenstelsel voor digitalisering van het bouwproces en de bouwlogistieke stromen gericht op stikstofreductie.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2021 aangekondigd € 525 mln. ter beschikking te stellen voor verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed. Het grootste gedeelte, zo'n € 340 mln., wordt besteed in de vorm van een subsidieregeling. Hiermee krijgt de verduurzaming van zorg-, sport-, onderwijs- en overheidsgebouwen en ook een deel van de rijksmonumenten een belangrijke impuls.

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit Klimaatakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2023 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Zij zorgen voor het klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen.

Renovatieversneller

Om de opschaling van de verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, wordt de huidige Renovatieversneller aangepast voor vraag-en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. In 2023 wordt dit verder ontwikkeld en vormgegeven.

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent subsidies aan gemengde VvE's en sociale en particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen. In 2023 wordt er gewerkt aan de vereenvoudiging van de SAH.

Warmtefonds

Het Warmtefonds biedt bredere en betere financieringsmogelijkheden, in het bijzonder voor woningeigenaren met een laag inkomen en kleine VvE's. Vanaf 1 juli 2022 is het mogelijk om via het Nationaal Warmtefonds zonnepanelen en elektrisch koken gefinancierd te krijgen. En vanaf 1 oktober 2022 kunnen woningeigenaren zonder leenruimte en met een laag inkomen de financiering krijgen tegen een rente van 0%. In 2023 is € 97,4 mln. beschikbaar voor het Warmtefonds dat tegen aantrekkelijke voorwaarden financiering verstrekt aan woningeigenaren en VvE's die hun woning verduurzamen. Er is meerjarig geld beschikbaar voor het Warmtefonds tot en met 2030.

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het Ministerie van BZK in 2023 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het energielabel. Daarnaast zijn middelen toegevoegd voor het Nationale Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Deze middelen zijn bedoeld voor de landelijke activiteiten (programma en apparaat).

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma

In het Coalitieakkoord zijn middelen gereserveerd voor het Nationaal Isolatie Programma (NIP) en de lokale aanpak. Er is € 67,5 mln. uit de gereserveerde middelen naar voren gehaald uit 2027 en toegevoegd aan

2023. In overleg met medeoverheden worden afspraken over de verdeling gemaakt.

In aanvulling hierop wordt er in zowel 2023 als 2024 € 150 mln. vrijgemaakt om kwetsbare huishoudens financieel te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen. Over de exacte inzet van deze middelen vindt nog besluitvorming plaats. Op een later moment worden deze middelen verdeeld over verschillende financiële instrumenten.

Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Onderdeel van het NPLW is een regionale onder-steuningsstructuur, die vanaf 2023 operationeel is. Hiervoor is € 9 mln. per jaar beschikbaar voor de periode 2023 tot en met 2025.

Bijdrage aan agentschappen

ILT (handhaving energielabel)

In 2023 voert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) werkzaamheden uit op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD III).

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Het betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van het Kennis en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed, de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) en de uitvoering van de lokale aanpak woningisolatie en kennis- en innovatieplatform.

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2023 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert, voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor de uitvoering van diverse regelingen. Deze uitgaven worden op dit instrument verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

RVB

In het kader van het stikstofbeleid wordt een bijdrage verstrekt om aanbestedende rijksdiensten in staat te stellen om structureel uitstoot verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen. Dit betreft de middelen die het Ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

Voor de uitvoering van het realiseren van zonnepanelen op bestaande Rijksdaken en het nemen van extra energiebesparende maatregelen zijn er tot en met 2025 middelen beschikbaar. Dit betreft de middelen die het Ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof Met het kennis en innovatieprogramma wordt een bijdrage geleverd aan de kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlo-gistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Dit programma bestaat uit drie lijnen, waarvan twee onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van BZK vallen en één onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat valt. Via kennisontwikkeling en innovaties worden toepassing van lichtere bouwmaterialen, meer off-site-productie (prefab) en efficiëntere bouwprocessen gestimuleerd. Dit wordt uitgevoerd door TNO. Hiervoor zullen de middelen in 2023 worden overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

EGO

In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaat-akkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2 vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via een aantal innovatieprogramma's als de Meerjarig Missiege-dreven Innovatieprogramma (MMIP) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI). Binnen de programma's ondersteunt het Rijk R&D-investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed.

Handhaving energielabel C

In het Bouwbesluit is vastgelegd dat per 1 januari 2023 kantoren energie-label C of hoger moeten hebben om nog als zodanig gebruikt te mogen worden. Het bevoegd gezag is de gemeente en zij zullen hier ook op gaan handhaven.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regeling)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2023 verstrekt het Ministerie van BZK diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving in 2023 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen met Rijksinkoop. Dit geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden (Kamerstukken 2017/18, 32852, nr. 59). 2018).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

Deze middelen zijn bestemd voor de nieuwe Markt Toezicht Verordening ten behoeve van het uitvoeren van een HUF (handhaafbaarheids-, uitvoerbaarheids- en fraudebestendigheids-)toets uitgevoerd door ILT.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet

A.    Algemene doelstelling

Een goede kwaliteit van de leefomgeving.

Het beleid is gericht op de realisatie van een veilige, gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een efficiënt gebruik van onze ruimte, nu en in de toekomst. Daarnaast werkt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan de invoering van de herziening van het stelsel van omgevingsrecht, dat nationale wettelijke kaders en instrumenten geeft waarmee overheden, burgers en bedrijven gezamenlijk werken aan veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor VRO is samen met de sectorale vakministers verantwoordelijk voor het beleid voor de leefomgeving:

  • de minister is systeemverantwoordelijk voor de Nationale Omgevings-visie (NOVI), waaronder kennisontwikkeling voor de uitvoering en de evaluatie en monitoring van de NOVI;
  • de minister is stelselverantwoordelijk voor de  Wet Ruimtelijke ordening(Wro) en na de inwerkingtreding voor de Omgevingswet;
  • het zorgdragen voor een gestructureerde afstemming met de medeoverheden in het bestuurlijk overleg Wonen, Ruimte en Omgevingswet en met de regio in de vorm van het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving.
  • het - via de omgevingsagenda's - in kaart brengen van de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen van het ruimtelijk-fysieke domein (onder andere woningbouw, bereikbaarheid, economie, energie, natuur en waterveiligheid);
  • het ontwikkelen van nationale ruimtelijke visies, zoals een ruimtelijke vertaling voor duurzame energieopwekking, -opslag en transport in 2050 en een visie op verstedelijking en het landelijk gebied;
  • de inbreng van ontwerp in ruimtelijke projecten en programma's bij het Ministerie van BZK en het stimuleren van ontwerp bij projecten en programma's, zowel interdepartementaal als bij andere overheden.

De Minister voor VRO heeft een regisserende rol ten aanzien van de geo-informatie in Nederland en heeft in dat kader een systeemverantwoorde-lijkheid voor de Nationale Geo-informatie-Infrastructuur. De Minister voor VRO geeft aan deze verantwoordelijkheid invulling door:

  • het opstellen, onderhouden en coördineren van nationale en Europese kaders en wet- en regelgeving ten aanzien van interbestuurlijke geo-informatie en de bijbehorende voorzieningen;
  • het vertalen en implementeren van relevante Europese beleidskaders op het terrein van de geo-informatie;
  • het stimuleren van de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap in het kader van de toekomstvisie Geo Samen;
  • het zorgen voor een toekomst vaste exploitatie van de geo-basisregi-straties en basisvoorzieningen en de verdere doorontwikkeling van deze nationale geo-informatie-infrastructuur in het kader van de ontwikkel-visie Doorontwikkeling in Samenhang (DiS-Geo).

De Minister voor VRO heeft een ontwikkelende, een faciliterende en een regisserende rol in het kader van de stelselherziening omgevingsrecht. Deze omvat:

  • het afbouwen en door ontwikkelen van de Omgevingswet, samen met bestuurlijke partners, collega bewindspersonen, uitvoeringsorganisaties, bedrijfsleven en andere belanghebbenden;
  • faciliteren van experimenten vooruitlopend op de Omgevingswet via de Crisis- en Herstelwet;
  • de implementatie van het nieuwe stelsel via het implementatiepro-gramma Aan de slag met de Omgevingswet met een interbestuurlijk opdrachtgeverschap van Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen (UvW); het ondersteunen van burgers, bedrijven en overheden bij de stelselherziening door het vergroten van kennis over de nieuwe wet- en regelgeving;
  • het implementeren, uitbouwen en in beheer nemen van de landelijke voorziening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) die de uitvoeringsprocessen van de Omgevingswet ondersteunt.

C. Beleidswijzigingen

Nationale Omgevingsvisie

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is begin 2021 vastgesteld (Kamerstukken II 2020/21, 34682, nr. 80) en geeft het integrale beleid voor de leefomgeving voor 2030 en verder. De NOVI is hiermee ook kaderstellend -het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening. Bij vaststelling verving de NOVI op nationaal niveau de Structuurvisie infrastructuur en ruimte (SVIR) en de strategische ruimtelijke delen van het verkeers- en vervoerplan, het nationale waterplan, de natuurvisie en het milieubeleidsplan. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt de NOVI als nationale visie onder de Omgevingswet.

De nieuwe Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft een regiefunctie gekregen voor wat betreft de opgaven in de fysieke leefomgeving. Aan deze regiefunctie wordt invulling gegeven met de actualisatie van de NOVI, de uitvoering van de NOVEX (het uitvoeringspro-gramma onder de NOVI) en de realisatie van het programma Mooi Nederland. Daarnaast werkt de Minister voor VRO samen met zijn collega-bewindspersonen aan bestuurlijke afspraken met mede-overheden op basis waarvan de ruimtelijke puzzel gelegd gaat worden.

Omgevingswet

Op 12 juli 2022 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de motie Rietkerk (Kamerstukken I, 2021/22, 33118, DZ.). Deze motie spreekt onder meer uit dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023 het uitgangspunt is en blijft, zodat de bevoegd gezagen hun voorbereidingen daarop kunnen inrichten en de uitvoering geen vertraging oploopt.

De activiteiten die de uitvoering en invoering van de Omgevingswet ondersteunen, zoals afbouw, beheer en doorontwikkeling en uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en invoeringsondersteuning lopen in 2023 door.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Ruimtelijke ordening en Omgevingswet (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

177.669

130.314

132.468

85.771

82.934

77.766

77.796

 

Uitgaven

167.275

130.314

132.468

85.771

82.934

77.766

77.796

 

5.1 Ruimtelijke ordening

65.818

56.948

59.579

49.314

48.086

48.113

48.043

Subsidies (regelingen)

Programma Ruimtelijk Ontwerp

0

300

1.500

1.500

0

0

0

Basisregistraties

374

515

547

547

547

547

447

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

174

300

300

300

300

300

300

Basisregistraties Ondergrond

96

25

0

0

0

0

0

Opdrachten

Programma Ruimtelijk Ontwerp

570

1.009

1.304

1.363

2.961

2.961

2.961

Basisregistraties Ondergrond

1.084

1.983

2.470

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

967

1.308

908

1.050

1.050

1.050

1.050

Geo-informatie

18

758

0

0

0

0

0

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

1.933

2.717

2.226

2.306

2.306

2.315

2.345

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (basisregistraties)

27.305

33.337

31.788

28.004

28.146

28.164

28.164

Geo-informatie

5.144

4.838

2.379

2.354

2.354

2.354

2.354

Basisregistraties Ondergrond

1.405

234

450

0

0

0

0

Diverse bijdragen

251

109

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

560

131

5.174

3.481

2.736

2.736

2.736

Gebiedsontwikkeling

15.419

470

0

0

0

0

0

Ruimtelijk ontwerp

41

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

ESPON

479

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

RVB

3.493

3.569

3.136

3.136

2.413

2.413

2.413

RIVM

37

49

126

126

126

126

126

RWS (leefomgeving)

5.844

4.946

5.191

5.147

5.147

5.147

5.147

Basisregistraties Ondergrond

533

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

0

0

2.080

0

0

0

0

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

91

350

0

0

0

0

0

 

5.2 Omgevingswet

101.457

73.366

72.889

36.457

34.848

29.653

29.753

Subsidies (regelingen)

Eenvoudig Beter

23.564

3.213

1.000

0

0

0

0

Opdrachten

Eenvoudig Beter

256

0

0

0

0

0

0

Aan de Slag

1.310

2.094

8.974

8.440

8.440

3.310

3.410

Serviceteam Rijk

127

650

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster

26.504

23.799

48.565

22.894

22.085

22.020

22.020

Geonovum

5.125

3.500

600

0

0

0

0

ICTU

775

467

300

0

0

0

0

Aan de Slag

120

0

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

109

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Eenvoudig Beter

93

0

0

0

0

0

0

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Bijdrage aan agentschappen

Aan de Slag

43.389

39.643

13.450

5.123

4.323

4.323

4.323

Diverse agentschappen

85

0

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

10.875

6.468

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 21 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5

2023

juridisch verplicht

78,8%

bestuurlijk gebonden

5,2%

beleidsmatig gereserveerd

14,9%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

1,1%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 78,8% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Het budget voor bijdragen aan ZBO's/RWT's is voor 99,5% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan het Kadaster voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties, beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK) en het Nationaal GeoRegister (NGR).

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 63,3% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan Rijkswaterstaat (RWS) ten behoeve van de Ruimtelijke Inpassingsplannen en de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarnaast betreft het een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor het uitvoeren van verschillende projecten in het kader van het Regionaal Ontwikkelprogramma onder andere gebieds-verkenningen, -analyses en -projecten.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 64,6% juridisch verplicht. Het betreft de slotbetaling van het Nieuwe Sleutel Project (NSP) Breda (verbeteren van de situatie in het stationskwartier van Breda).

E. Toelichting op de financiële instrumenten

5.1 Ruimtelijke ordening

Subsidies (regelingen)

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024 ('Ontwerp verbindt', Kamerstukken II 2020/21, 31535, nr. 12, bijlage 962435) is gericht op een effectieve inzet van ruimtelijk ontwerp bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven. Deze subsidie is gericht op de inzet van ontwerp en ontwerpers zoals architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten om complexe veranderingen te laten slagen. Het is een instrument om de impact van vaak abstracte opgaven op straat-, buurt-, stads- en landschapsniveau concreet te maken.

Basisregistraties

Aan de Stichting Geonovum wordt een subsidie verleend voor het basisprogramma: ontwikkelen en beheren van geo-standaarden, kennisoverdracht en advisering over geo-informatie en geo-informatie-infrastructuur.

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

Dit budget is bedoeld voor incidentele inititiatieven die een bijdrage leveren aan een goede kwaliteit van de leefomgeving.

Opdrachten

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024 ('Ontwerp verbindt', Kamerstukken II 2020/21, 31535, nr. 12, bijlage 962435) is gericht op een effectieve de inzet van ruimtelijk ontwerp bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven. De belangrijkste elementen in het programma zijn:

  • het stimuleren van lokale en regionale initiatieven;
  • het ondersteunen van het College van Rijksadviseurs ten behoeve van advies aan het Rijk inzake omgevingskwaliteit en de inzet van ontwerp bij nationale programma's en rijksprojecten;
  • het organiseren van ontwerpdialoog om nieuwe doelgroepen te betrekken.

Basisregistraties Ondergrond

De Basisregistraties Ondergrond (BRO) is een centrale registratie met publieke gegevens over de Nederlandse ondergrond. Dit betreffen programmakosten voor de opname van gegevens over Bodemverontreiniging in de Basisregistraties ondergrond (BRO). Hiervoor wordt budget ingezet in diverse opdrachten.

Gebiedsontwikkeling

In 2022 zijn zeven stedelijke regio's in de RO-brief (Kamerstukken II 2021/2022, 34682, Nr 92) van de minister voor VRO, samen met zeven andere regio's aangewezen als NOVEX-gebied. Dit zijn gebieden waar de nationale opgaven dusdanig opstapelen dat een gebiedsgerichte ordening en priori-tering van verschillende opgaven noodzakelijk is. De financiële middelen vanuit dit budget worden ingezet ter ondersteuning van de uitvoering van de aanpak in deze zeven gebieden. Het betreft de Metropool Regio Amsterdam, de regio Utrecht-Amersfoort, de Zuidelijke Randstad, Groningen-Assen, regio Zwolle, Arnhem-Nijmegen-Foodvalley en Stedelijk Brabant.

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

In februari 2021 is de NOVI definitief vastgesteld. De financiële middelen voor het Ruimtelijk instrumentarium worden in 2023 daarmee met name ingezet voor onder andere:

  • de uitvoering van de NOVI (NOVI-gebieden en (juridische) instrumentering NOVI) en de NOVI-cyclus (een NOVI-conferentie, de monitor van de NOVI en de inrichting van de beleidsevaluatie van de NOVI);
  • de verdere ontwikkeling van een Monitor landschap en het opstellen van een Nationaal ruimtelijke strategie - Landelijk Gebied;
  • de stikstofproblematiek;
  • het beheer en onderhoud van het ruimtelijk deel van het stelsel van de Omgevingswet (Ow).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (basisregistraties)

Dit betreft een structurele bijdrage aan het Kadaster. De bijdrage is bestemd voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties en in enkele gevallen ook voor het actueel houden van de inhoud. Tevens gaat het om beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrek-kingsvoorziening voor geo-informatie «Publieke Dienstverlening op de Kaart» (PDOK), het Nationaal Geo-Register (NGR) in relatie tot de Europese richtlijn INSPIRE en de beheerkosten van het landelijke online portaal voor ruimtelijke plannen.

Daarnaast zijn in het Coalitieakkoord middelen gereserveerd voor de uitvoering van het programma Werk aan Uitvoering. Aan het Kadaster wordt een bijdrage verstrekt waarmee een 3D informatiebasis kan worden gerealiseerd voor datagedreven en participatief volkshuisvesting- en ruimtelijke ordeningsbeleid.

Geo-informatie

In het kader van ontwikkeling van de geo-basisregistraties en andere standaardisatie in het geo-domein worden bijdragen verstrekt aan onder andere Geonovum en ICTU. Deze betreffen beheer en ontwikkeling van standaarden, begeleiding van de Europese richtlijn INSPIRE en de ontwikkeling van een visie op doorontwikkeling van de Geo-basisregistraties.

Basisregistraties Ondergrond

Het Kadaster ontvangt een bijdrage voor Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK) voor de ontsluiting van gegevens over Bodemverontreiniging in de Basisregistraties ondergrond (BRO).

Bijdrage aan medeoverheden

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

De slotbetaling van het Nieuwe Sleutel Project (NSP) Breda is voorzien in 2023. Door de komst van de Hogesnelheidslijn-Zuid is er in 1997 besloten tot de aanpak van de aanliggende stations, de Nieuwe Sleutelprojecten. Het laatste nog lopende project NSP Breda is gericht op het verbeteren van de situatie in het stationskwartier van Breda.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Het Rijksvastgoedbedrijf ontvangt een (jaarlijkse) bijdrage voor gebiedsver-kenningen, -analyses en -projecten met (mogelijk) maatschappelijke meerwaarde door inzet van rijksvastgoed (gronden en gebouwen). Bij voorkeur gaat het hier om integrale trajecten met een bijdrage aan meerdere beleidsdoelen, zoals volkshuisvesting, energietransitie en stikstof.

RWS (leefomgeving)

Rijkswaterstaat (RWS) ontvangt een bijdrage voor diverse beleidsondersteunende en adviserende activiteiten in het domein van de fysieke leefomgeving, waaronder beheer en exploitatie van het Omgevingsloket-online (OLO).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ontvangt een bijdrage voor TNO, dat de Landelijke Voorziening BRO beheert. Dit betreffen programmakosten voor de opname van gegevens over Bodemverontreiniging in de Basisregistraties ondergrond (BRO).

5.2 Omgevingswet

Subsidies

Eenvoudig Beter

Dit betreft subsidies aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen en het IPO voor de implementatie van de Omgevingswet.

Opdrachten

Aan de Slag

Ter ondersteuning van bevoegd gezagen bij de invoering en implementatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) worden bijeenkomsten, workshops en webinars georganiseerd, handleidingen en voorlichtingsmateriaal gecreëerd en er worden praktijkvoorbeelden gepubliceerd. Dit alles helpt bevoegd gezagen bij het werken met het DSO. Daarnaast worden diverse opdrachten verstrekt voor onderzoeken en evaluatie.

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

Kadaster

Kadaster is tactisch beheerder van het DSO. Hiervoor ontvangt het Kadaster een bijdrage van het Ministerie van BZK. Daarnaast ontvangt het Kadaster een bijdrage voor de afbouw, implementatie en uitbouw van het DSO.

Geonovum

Geonovum is operationeel beheerder van het DSO. Hiervoor ontvangt het Geonovum een bijdrage van het Ministerie van BZK.

ICTU

Dit betreft hier de bijdrage voor de activiteiten die ICTU uitvoert in het kader van de monitor op de implementatie van het DSO. Hiermee wordt beoogd te monitoren in hoeverre betrokken partijen en organisaties gesteld staan om te kunnen werken met het DSO.

Bijdrage aan agentschappen

Aan de Slag

Dit betreft een bijdrage aan Rijkswaterstaat (RWS) voor het beheer van het Informatiepunt en voor DSO.

De Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR), organisatieonderdeel Kennis- en Exploitatiecentrum voor Officiële Overheidspublicaties (KOOP), ontvangt een bijdrage voor het beheer en doorontwikkeling van het Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen (LVBB) en de Standaard Officiële Publicaties (STOP), beide onderdeel van het DSO.

Ontvangsten

Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen aan het Kadaster voor de basisregistraties.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

A.    Algemene doelstelling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zorgt voor:

  • een veilige, gebruiksvriendelijke en inclusieve (digitale) overheidsdienstverlening;
  • een toegankelijke en transparante overheidsinformatie;
  • een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel waarbij veilig en efficiënt gebruik wordt gemaakt van (persoons)gegevens;
  • bijdragen aan het vertrouwen in de overheid door het verbeteren van de informatiepositie van burgers en bedrijven;
  • het bewaken van rechten en publieke waarden, zoals privacybescherming en zelfbeschikking, in de informatiesamenleving en daarmee bijdragen aan de bewaking van de kernwaarden van de democratie.
  • het stimuleren van het verantwoord gebruik van nieuwe technologieen voor het verbeteren van overheidsdienstverlening en het oplossen van maatschappelijke vragen.
  • het aangaan van internationale samenwerking om met gelijkgestemde landen wet- en regelgeving te beinvloeden, overheidsdienstverlening over de grenzen heen te realiseren, gezamenlijke maatschappelijke vragen op te lossen.

Een digitale samenleving over de grenzen heen die rekening houdt met burgers en maatschappelijke vragen oplost.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het bevorderen van een adequate digitale overheidsdienstverlening, waarbij het belangrijkste doel is dat de dienstverlening toegankelijk is voor iedereen en het bevorderen van het inzetten van digitale innovaties voor het oplossen van maatschappelijke vragen.

Stimuleren

  • De minister van BZK stimuleert het gebruik van nieuwe digitale technologieën voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, waarbij de markt ook nadrukkelijk uitgedaagd wordt om mee te denken over antwoorden op maatschappelijke vragen.
  • De minister van BZK stimuleert internationale samenwerking op het realiseren van diensten over de grenzen heen en het met like minded landen zorgen voor wet- en regelgeving die recht doet aan de Nederlandse situatie.

Regisseren

  • De minister van BZK zorgt voor maatregelen die burgers rechten geven en beschermen tegen ongewenste aspecten van digitalisering.
  • De minister van BZK pakt de rol om voortdurend de beleidsagenda op het terrein van de informatiesamenleving en overheid te herijken aan de eisen van de tijd.
  • De minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de inrichting en governance van de digitale overheid, waaronder de digitale basisinfrastructuur die deze mogelijk maakt.
  • De minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het gebied van de digitale overheid. Kaderstellen gebeurt in de vorm van wetgeving, standaarden, architectuurkaders en richtlijnen rekening houdend met Europese ontwikkelingen en verplichtingen.
  • De minister van BZK heeft een coördinerende rol met betrekking tot alle officiële publicaties van de overheid.

Uitvoeren

  • De minister van BZK is verantwoordelijk voor de inrichting, beschikbaarstelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van generieke voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing, alsmede voor de voorzieningen voor het inloggen bij overheidsdienstverleners(authenticatie) en registratie van machtigingen in het burgerservicenummer (BSN)-domein.
  • De minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid rondom het vaststellen van de identiteit alsmede de verstrekking van reisdocumenten op basis daarvan. Ook is de minister van BZK verantwoordelijk voor de vastlegging van persoons- en adresgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). In dat kader houdt de minister van BZK toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet, monitort de uitvoering van de Wet BRP en ondersteunt de gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wetten. De minister van BZK faciliteert hiermee het juiste gebruik van persoons- en adresgegevens door andere overheidsinstanties. Het tegengaan van fraude met, en het corrigeren van fouten van, persoons- en adresgegevens en reisdocumenten vormt hiervan een integraal onderdeel.

C. Beleidswijzigingen

Generieke Digitale Infrastructuur

De evaluatie van de governance en financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) is samen met een kabinetsreactie op 13 juli 2020 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2019/20, 26643, nr. 706). Uit de evaluatie bleek dat de doorbelasting van de beheerkosten een belemmerend effect heeft op de doorontwikkeling en het gebruik van de GDI. Dit heeft negatieve effecten op de dienstverlening aan burgers en ondernemers. Het kabinet heeft de ambitie uitgesproken om te komen tot een aanpassing van de besturing van de GDI en een centrale financiering van alle kosten van de GDI door BZK.

De nieuwe besturing van de GDI is vanaf 2022 van start gegaan, waarbij de politieke verantwoordelijkheid en de opdrachtgeversrol van BZK beter zijn verankerd. De centrale financiering loopt vanaf 2023. Gezien de gebruikers niet meer financieel hoeven bij te dragen aan de kosten van de GDI, wordt het eenvoudiger om het gebruik van de GDI te bepalen op basis van de meerwaarde voor burgers en ondernemers.

Hiernaast heeft BZK met de departementen, uitvoeringsorganisaties en medeoverheden overeenstemming bereikt om te komen tot de vorming van een centraal budget waaruit alle kosten die samenhangen met de GDI worden gefinancierd. Aan dit budget wordt bijgedragen door de gebruikers van de GDI en door middelen van Werk Aan Uitvoering.

Werk Aan Uitvoering

In het Coalitieakkoord 2021-2025 is vastgelegd dat het kabinet werkt aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en het programma Werken aan Uitvoering voortzet. BZK zet hierbij in op de digitale identiteit, regie op gegevens, een voortgang van de datastrategie en een centraal digitaal loket binnen Europa. Ook wordt met andere departementen verder gewerkt aan de 1 loketfunctie en het handelingsperspectief voor gemeenten en uitvoeringsorganisaties.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van x € 1.000)

beleid art. 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

222.162

234.239

468.592

482.022

492.902

492.397

486.538

 

Uitgaven

213.854

234.239

468.592

482.022

492.902

492.397

486.538

 

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

97.433

84.985

72.348

76.231

78.465

78.427

79.740

Subsidies (regelingen)

Overheidsdienstverlening

3.778

5.896

2.106

1.997

1.979

1.970

1.970

Opdrachten

Informatiebeleid

1.646

3.908

1

0

1.707

1.707

207

Overheidsdienstverlening

2.189

9.306

13.879

13.718

14.291

14.291

15.791

Informatiesamenleving

517

3.850

19.259

24.649

24.621

24.595

25.908

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

CBS

40

35

127

123

123

121

121

RDW

3.297

1.600

0

0

0

0

0

KvK

3.782

5.279

5.410

6.946

6.946

6.946

6.946

ICTU

8.693

7.613

5.408

4.197

4.197

4.197

4.197

Diverse bijdragen

978

1.754

200

130

130

130

130

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

422

600

600

670

670

670

670

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Digitale dienstverlening

565

180

85

85

85

85

85

Bijdrage aan agentschappen

RVO

9.832

10.169

94

90

90

90

90

UBR

19.275

12.032

7.476

7.476

7.476

7.476

7.476

Telecom

1.796

1.600

1.645

1.629

1.629

1.629

1.629

Logius

34.205

20.637

16.008

14.471

14.471

14.470

14.470

RvIG

6.266

204

0

0

0

0

0

AZ-DPC

0

145

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

139

15

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Buitenlandse Zaken (V)

13

162

50

50

50

50

50

6.5 Identiteitsstelsel

51.928

38.866

38.735

35.450

35.461

35.460

35.460

Opdrachten

Identiteitsstelsel

421

1.501

5.268

1.532

1.543

1.543

1.543

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

267

1.553

2.550

3.000

3.000

3.000

3.000

Diverse bijdragen

0

250

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

287

51

146

147

147

147

147

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

50.953

35.511

30.771

30.771

30.771

30.770

30.770

 

6.6 Investeringspost digitale overheid

50.286

61.624

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

3.507

8.444

0

0

0

0

0

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

377

8.017

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

KvK

393

856

0

0

0

0

0

ICTU

1.168

1.306

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

2.235

1.008

0

0

0

0

0

RDW

1.505

330

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

0

565

0

0

0

0

0

Provincies

0

101

0

0

0

0

0

Waterschappen

0

651

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Diverse bijdragen

197

36

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

RVO

3.987

2.490

0

0

0

0

0

UBR

397

0

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

696

2.201

0

0

0

0

0

Logius

33.791

32.541

0

0

0

0

0

RvIG

1.162

871

0

0

0

0

0

AZ-DPC

827

2.207

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

44

0

0

0

0

0

0

 

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

14.207

48.764

59.293

57.435

55.901

53.853

45.624

Subsidies (regelingen)

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

214

2.665

3.668

3.668

3.668

3.668

3.668

VNG

257

1.847

3.846

3.846

3.846

3.846

3.846

Opdrachten

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

0

673

1.105

1.088

872

851

122

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

1.409

10.157

3.768

3.248

3.248

3.248

3.248

RDW

11.400

8.435

20.950

20.950

20.950

20.950

20.950

CBS

23

22

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

0

2.000

2.000

1.000

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

Logius

288

2.398

2.398

2.398

2.398

2.398

2.398

RvIG

0

10.600

11.091

11.070

11.052

9.025

1.525

AZ-DPC

320

9.365

9.865

9.565

9.265

9.265

9.265

Overige bijdragen

296

602

602

602

602

602

602

 

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur

0

0

298.216

312.906

323.075

324.657

325.714

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie

0

0

62.193

62.193

62.193

62.193

62.193

Bijdrage aan agentschappen

KvK

0

0

6.345

6.345

6.345

6.345

6.345

Logius

0

0

214.295

228.985

239.154

240.736

241.793

RvIG

0

0

5.485

5.485

5.485

5.485

5.485

RVO

0

0

7.469

7.469

7.469

7.469

7.469

KOOP

0

0

1.724

1.724

1.724

1.724

1.724

Telecom

0

0

705

705

705

705

705

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Ontvangsten

12.349

448

10.927

10.927

10.927

10.927

10.927

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 23 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 6

2023

juridisch verplicht

6,3%

bestuurlijk gebonden

70,7%

beleidsmatig gereserveerd

8,7%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

14,3%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 6,3% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Bijdrage aan agentschappen

Het budget is voor 5,7% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan UBR voor het Basiswettenbestand, Open Data Portaal en Overheid.nl.

Subsidies

Het budget is voor 14,1% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies binnen het programma Digitale Inclusie.

Bijdrage ZBO's/RWT's

Het budget is voor 2,1% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de ICTU voor het beheren en doorontwikkelen van het Digitaal Ondernemers-plein en NORA, de basisinfrastructuur voor publieke dienstverlening.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving Subsidies (regelingen)

Overheidsdienstverlening

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontvangt een subsidie ten behoeve van het aanjagen van de digitale toegankelijkheid bij gemeenten. Ook ontvangt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een subsidie voor implementatie van bestuurlijke gespreksrondes over informatieveiligheid.

De Alliantie Digitaal Samenleven ontvangt een subsidie ter bevordering van de digitale bewustwording ten behoeve van mensen die niet mee kunnen doen in de digitale samenleving.

Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Dit betreffen opdrachten op het gebied van publieke waarden, de Interbestuurlijke Datastrategie en informatieveiligheid.

Informatiesamenleving

Dit betreffen opdrachten op het gebied van digitale inclusie, vermindering van regeldruk voor burgers, digitaal bewustzijn en zelfredzaamheid.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

KvK

De Kamer van Koophandel ontvangt een bijdrage voor de levensgebeurte-nisaanpak. Voor het ondernemersdomein wordt op basis van gebruikersonderzoek in kaart gebracht hoe ondernemers bijvoorbeeld het starten of stoppen van een bedrijf ervaren. Op basis daarvan worden met betrokken overheden concrete voorstellen voor verbeteringen gemaakt.

ICTU

ICTU ontvangt een bijdrage voor activiteiten voor de Single Digital Gateway. Het betreft ondersteuning in contacten met Nederlandse overheidspartijen, belanghebbenden en van BZK in de rol van Nationaal Coördinator Single Digital Gateway in contacten met de Europese Commissie ter uitvoering van de Single Digital Gateway. Daarnaast voert ICTU activiteiten uit om overheidsorganisaties te stimuleren de Single Digital Gateway in Nederland te implementeren. De activiteiten in 2023 staan in het teken van het optimaliseren van informatie en procedures die via het portaal Your Europe beschikbaar worden gesteld.

ICTU ontvangt ook een bijdrage voor de uitvoering van het interbestuurlijk programmaplan voor de verbetering van het stelsel van basisregistraties en de doorontwikkeling van het stelsel van basisregistraties naar een federatief datastelsel, zoals genoemd in de Interbestuurlijke Datastrategie (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 797).

ICTU ontvangt een bijdrage voor het stimuleren van het respons- en herstel-vermogen van de overheid. Zodoende wordt een vervolg gegeven aan de jaarlijks overheidsbrede cyberoefening die sinds 2019 plaatsvindt.

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

Dit betreft een bijdrage aan gemeenten die DigiD's aan niet-ingezetenen verstrekken.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Digitale Dienstverlening

De stichting Routerings Instituut (Inter)Nationale Informatiestromen (RINIS) ontvangt een bijdrage voor het beheer en de doorontwikkeling van het nationale knooppunt in het eDelivery-netwerk voor internationale gegevensuitwisseling tussen overheidspartijen.

Bijdrage aan agentschappen

RVO

RVO ontvangt een bijdrage voor de lopende en nieuwe SBIR (Small Business Innovation Research) waarmee het innovatieve MKB oplossingen ontwikkelt voor maatschappelijke vragen van de overheid.

RVO ontvangt een bijdrage voor de Community of Practice en samenwerking in buyergroup(s) voor aanbesteden vragen met inzet van nieuwe technologieen (Artificial Intelligence).

KOOP

Het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) ontvangt een bijdrage voor het beheer en exploitatie van de open data portal data.overheid.nl.

Telecom

Agentschap Telecom (AT) ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van toezicht op het stelsel van elektronische toegangsdiensten (eTD) in het bedrijven-domein. Het toezicht op het afsprakenstelsel eTD bestaat uit inspecties, rapporteren, adviseren, ondersteunen van de commissie van deskundigen en de minister, samenwerken en communicatie. Daarnaast ontvangt AT een bijdrage voor het uitvoeren van toezicht op het Pan-European Public Procurement Online (PEPPOL) afsprakenstelsel dat de infrastructuur levert om e-factuur en e-procurement berichten uit te kunnen wisselen.

Logius

Logius ontvangt een bijdrage voor DigiToegankelijk.nl. Dit betreft de ondersteuning aan overheidsorganisaties bij het implementeren van de toegan-kelijkheidsrichtlijn WCAG2.1. Zo dienen websites en apps voor iedereen bruikbaar te zijn; jong, oud, met of zonder beperking.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Buitenlandse Zaken (V)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt een bijdrage voor de uitgifte van DigiD's in het buitenland.

6.5 Identiteitstelsel

Opdrachten

Identiteitsstelsel

Een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel is nodig voor de vaststelling van wie welke rechten en plichten heeft. De belangrijkste elementen van het huidige identiteitsstelsel zijn de Basisregistratie Personen en het stelsel van paspoorten en identiteitskaarten. Het Ministerie van BZK werkt aan vernieuwing van de bestaande voorzieningen en aan nieuwe voorzieningen voor digitale identiteit.

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de centrale voorzieningen voor de Basisregistratie Personen (BRP) en voor de bevolkingsregistratie in het Caribisch deel van het Koninkrijk (de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba (PIVA).

De kwaliteit van de gegevens is belangrijk voor het goed kunnen uitvoeren van overheidsdienstverlening. Het adresgegeven in de BRP wordt in veel regelingen gebruikt om te bepalen welke rechten en plichten een burger heeft. RvIG ontvangt daarom een bijdrage voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), ter ondersteuning van gemeenten bij het doen van onderzoek naar juistheid van de adresregistratie. RvIG ontvangt ook bijdragen voor activiteiten om burgers te ondersteunen bij identiteitsfraude en fouten in overheidsorganisaties.

Het ministerie van BZK werkt in 2023 aan verbeteringen in het stelsel van paspoorten en identiteitskaarten, RvIG ontvangt een bijdrage voor het meerjarige programma Vernieuwing Reisdocumentenstelsel.

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht» van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), heeft het Kabinet een aantal maatregelen aangekondigd voor de verbetering van dienstverlening.

Onderdeel daarvan is het slimmer en breder inrichten van de loketfunctie en het beter kunnen en mogen delen van informatie tussen verschillende overheden en uitvoeringsorganisaties.

In het kader van beter delen van informatie worden wijzigingen doorgevoerd in de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP bevat de persoonsgegevens van 26 miljoen mensen, waaronder de ruim 17,5 miljoen inwoners van Nederland. Vanuit de BRP worden deze gegevens overheidsbreed gedeeld en gebruikt. Wat en hoe is geregistreerd in de BRP, is daarmee bepalend voor hoe en wat terecht komt in vele honderden overheidsregistraties. Er wordt als onderdeel van de Ontwikkelagenda BRP gewerkt aan betere mogelijkheden tot gegevensuitwisseling. Hiervoor zijn aanpassingen nodig in de huidige voorzieningen, zoals het mogelijk maken van verstrekken van antwoord op informatievragen in plaats van verstrekken van de gegevens op de persoonslijsten.

Subsidies

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Dit betreft de subsidie Brightlandscampus voor ELSA (ethical, legal, societal aspects) lab schulden en armoede. Dit is onderdeel van het programma Innovatie in Dienstverlening, horend bij budgettaire maatregelen in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvang-toeslag.

VNG

De VNG ontvangt een subsidie voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). Daarnaast ontvangt de VNG een subsidie voor de verdere ontwikkeling van de omnichannel aanpak en de bijbehorende implementatie.

Opdrachten

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

TNO ontvangt een opdracht voor de verdere ontwikkeling van norm engeneering. Dit om ervoor te zorgen dat een praktisch hulpmiddel wordt ontwikkeld om wet- en regelgeving uitvoerbaar te maken en op maat te kunnen snijden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

Gebruikerscentraal ontvangt een bijdrage voor het werken aan de gebruiksvriendelijke, begrijpelijke, inclusieve (online) dienstverlening en communicatie van de overheid.

RDW

Het RDW krijgt een bijdrage voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). Alle burgers kunnen terecht bij dit fysieke hulppunt in de buurt voor problemen of vragen over (online) overheidsdienstverlening.

Bijdragen aan medeoverheden

Gemeenten

Gemeenten ontvangen bijdragen voor aanpassingen in de decentrale voorzieningen van de Basisregistratie Personen als gevolg van wijzigingen in de centrale voorzieningen. Daarnaast ontvangen gemeenten vergoeding voor deelname aan experimenten ten behoeve van verbeteringen in het BRP-stelsel, waaronder een experiment met het bijhouden van tijdelijke verblijfsadressen van arbeidsmigranten.

Bijdragen aan agentschappen

Logius

Logius ontvangt in 2023 een bijdrage uit de middelen die beschikbaar zijn gesteld naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire ondervra-gingscommissie Kinderopvangtoeslag, om te verkennen hoe burgers meer reactiemogelijkheden kunnen krijgen via MijnOverheid.

RvIG

De Rijksdient voor Identiteitsgegevens ontvangt in 2023 een bijdrage uit de middelen die beschikbaar gesteld zijn naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, om te werken aan verbeteringen in de centrale voorzieningen van de Basisregistratie Personen (BRP).

AZ-DPC

Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van het ministerie van Algemene Zaken ontvangt een bijdrage voor de ontwikkeling van het programma 1Overheid. Het programma 1Overheid komt voort uit de middelen die beschikbaar zijn gesteld naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Het programma 1Overheid organiseert de overheid meer vanuit de leefwereld van burgers, onder meer door het realiseren van een centraal (digitaal) loket om de vindbaarheid van overheidsdiensten te vergroten en mensen beter te kunnen helpen. Het huidige rijksoverheid.nl vormt een belangrijke basis voor de ontwikkeling van 1Overheid. Het programma werkt ook aan een verbeterde overheidsbrede feedbackfunctie.

Ook ontvangt de Dienst Publiek en Communicatie middelen voor het doorzetten van de levensgebeurtenis aanpak. Met de levensgebeurtenisa-anpak wordt de klantreis rond een levensgebeurtenis in kaart gebracht op basis van de ervaringen van burgers. Op basis hiervan worden concrete verbetervoorstellen in kaart gebracht en in gang gezet.

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)

In de reactie op de evaluatie van de governance en financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) heeft het kabinet de voorzieningen en functionaliteiten in de GDI afgebakend (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 706). Deze functionaliteiten zijn te verdelen in de publicatie van wet- en regelgeving, veilige communicatie met de overheid, veilige digitale toegang voor burgers en bedrijven bij de overheid, de basisregistraties en de afspraken, (open) standaarden en stelselvoorzieningen die ervoor zorgen dat overheden met elkaar kunnen communiceren en samenwerken.

Alle kosten die voortvloeien uit het beheer, de doorontwikkeling en vernieuwing van de GDI worden vanaf 2023 uit dit artikel gefinancierd.

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie

De Investeringspost digitale overheid is bestemd voor gezamenlijke doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid, waaronder de GDI. De bestemming van de Investeringspost wordt afgestemd in het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid en wordt opgenomen in de Inves-teringsagenda Digitale Overheid. Om innovatie te stimuleren is budget gereserveerd voor het interbestuurlijk aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Waaronder ook het verbeteren van de overheidsdienstverlening en basisinfrastructuur. Hiermee worden partijen in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Het doel hierbij is om door middel van het initiëren van een creatief denkproces nieuwe digitale technologieën te ontwikkelen.

Bijdrage aan agentschappen

KvK

De Kamer van Koophandel (KvK) ontvangt een bijdrage voor het beheer, de exploitatie en de doorontwikkeling van het Digitaal Ondernemersplein. Via het Ondernemersplein vinden ondernemers informatie en advies van de gehele (semi-)overheid over alles wat zij nodig hebben om te ondernemen.

Logius

Logius ontvangt een bijdrage voor het beheer en de doorontwikkeling van verschillende voorzieningen en functionaliteiten in de GDI:

  • Een bijdrage voor de doorontwikkeling van MijnOverheid: het centrale digitale portaal met persoonlijke, overzichtelijke en vertrouwelijke informatie. De doelen van MijnOverheid zijn de informatiepositie van de burger te verstevigen, de transparantie van de overheid te vergroten en de dienstverlening servicegerichter te maken. In de komende jaren is de uitdaging om MijnOverheid meer compleet te maken en betekenisvoller voor de gebruiker.
  • 1. 
    Op dit moment zijn 450 overheidsorganisaties aangesloten op MijnOverheid en de Berichtenbox. De verwachting is dat met de invoering van de wetswijziging Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer nog meer overheidsorganisaties aansluiten.
  • 2. 
    MijnOverheid zal gebruikers de mogelijkheid bieden om zijn persoonlijke situatie vanuit levensgebeurtenissen inzichtelijk te maken.
  • 3. 
    De rol van MijnOverheid bij Digitale Identiteit en Regie-op-Gegevens zal zich verder ontwikkelen.
  • Een bijdrage voor het beheer en de herbouw van Digipoort. De herbouw is een meerjarig programma dat wordt afgerond in 2025. In de tussenliggende jaren worden functies vervangen en zullen informatiestromen gefaseerd over de herbouwde voorziening omgezet.
  • Een bijdrage voor het beheer van het afsprakenstelsel Standard Business Reporting (SBR), de uitvoering van de activiteiten uit de Roadmap SBR 2020-2025 en het intensiveren van de kennisdeling over SBR en andere relevante ICT-standaarden via het kenniscentrum XBRL.
  • Een bijdrage voor het Forum Standaardisatie. Het Forum bevordert overheidsbreed de naleving van open informatieveiligheidsstan-daarden, monitort de stand van implementatie in de tweejaarlijkse infor-matieveiligheidsmeting en brengt in kaart welke standaarden in aanmerking komen voor verplichtstelling.
  • Een bijdrage voor de doorontwikkeling en voor het beheer en exploitatie van het eID-stelsel (BSNk, Routerings voorziening).
  • Een bijdrage voor het (technische) beheer van het (afspraken)stelsel van elektronische toegangsdiensten (eTD), voor ondersteuning van overheidsuitvoerders bij het aansluiten op eHerkenning en communicatie naar ondernemers.
  • Een bijdrage voor het beheer en de uitvoering van de Nederlandse PEPPOL autoriteit (NPa) voor e-factuur en e-procurement berichten en voor de invulling van de helpddesk e-factureren in 2023. De NPa ziet er op toe dat alle Service Providers die onder contract staan van de NPa zich blijven conformeren aan het PEPPOL afsprakenstelsel.

Daarnaast is het Ministerie van BZK is verantwoordelijk voor verschillende elektronische publicaties en voor de digitale infrastructuur waarmee decentrale overheden hun algemene bekendmakingen en kennisgevingen publiceren. Daarom ontvangt het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) bij Logius een bijdrage voor het beheer van onder andere Wetten.nl, Overheid.nl en de Staatscourant.

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage voor de beheervoorziening Burgerservicenummer (BV-BSN). De BV-BSN zorgt voor het toekennen van een uniek Burgerservicenummer bij inschrijving in de Basisregistratie Personen en het beheer van deze nummers om een efficiënte koppeling tussen burgers en instanties te maken.

RVO

Dit betreffen diverse bijdragen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO ontvangt bijdragen voor:

  • het beheren en doorontwikkelen van enkele innovatietrajecten en digitale overheidsvoorzieningen voor bedrijven, zoals de berichtenbox voor bedrijven;
  • het beter toegankelijk maken van informatie over wet- en regelgeving van de overheid voor ondernemers en ontsluit deze vanuit het perspectief van de ondernemer via het Digitaal Ondernemersplein;
  • uitvoerende activiteiten die zijn gerelateerd aan de Peppolautoriteit voor e-factuur en e-procurement berichten;
  • de uitvoering van de Nederlandse PEPPOL autoriteit (NPa) voor e-factuur en e-procurement berichten;
  • de lopende en nieuwe SBIR (Small Business Innovation Research) waarmee het innovatieve MKB oplossingen ontwikkelt voor maatschappelijke vragen van de overheid;
  • de Community of Practice en samenwerking in buyergroup(s) voor aanbesteden vragen met inzet van nieuwe technologieen; en
  • werkzaamheden in het kader van het Knooppunt Digitaal Europa. Focus is het benutten van de Europese Fondsen, vooral het Digital Europe Programme.

KOOP

Het Kenniscentrum en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) ontvangst een bijdrage voor het beheer en exploitatie van het open data portal data.overheid.nl.

Telecom

In 2023 wordt het beheer door Telecom en ICTU, de doorontwikkeling en de stimulering van het gebruik van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) uitgevoerd. Het Coalitieakkoord heeft gevolgen voor de teksten en uitleg van de NORA met betrekking tot data en AI, security en eID. In 2023 zal de NORA ondersteunend werken voor de architectuur van de GDI en de trajecten in het kader van Werk aan Uitvoering.

Dit betreft tevens een bijdrage voor Telecom voor het toezicht op het PEPPOL afsprakenstelsel dat de infrastructuur levert om e-factureren en e-procurement berichten uit te kunnen wisselen.

Ontvangsten

Centrale financiering Generieke Digitale Infrastructuur Dit betreffen diverse ontvangsten vanuit andere begrotingshoofdstukken en medeoverheden. Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie.

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

A.    Algemene doelstelling

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) streeft naar een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en haar maatschappelijke taken optimaal uitvoert.

De minister draagt hieraan bij door randvoorwaarden te creëren voor het optimaal en duurzaam functioneren van overheidsorganisaties én in het bijzonder voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van BZK heeft bij het streven naar een goed functionerende (rijks)overheid vooral een regisserende rol. Dit houdt in dat de minister zorgt voor kennis over het functioneren van de overheid en met het oog op het optimaal functioneren kaders vaststelt en deze monitort en evalueert. Daarnaast heeft de minister coördinerende bevoegdheden waar het gaat om de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk.

De rol en verantwoordelijkheid die de Minister van BZK heeft, verschilt per onderwerp. Dit geldt ook voor de reikwijdte: de gehele publieke sector of de gehele overheid, de gehele rijksoverheid of de rijksdienst/ministeries. Voor een aantal onderwerpen heeft de minister een bredere scope. Dit geldt bijvoorbeeld voor deze onderwerpen:

  • de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van ambtenaren (overheidsbreed);
  • de overheidspensioenen (publieke sector)
  • een adequaat overlegstelsel en kennispositie van overheidswerkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden (overheidsbreed);
  • de normering en openbaarmaking van topinkomens (gehele publieke en semi-publieke sector).

Stimuleren

  • De Minister van BZK stimuleert onder andere met subsidies diverse doelen ter bevordering van professioneel werkgeverschap zoals bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkingskracht van het werken bij de overheid bij jongeren en het bevorderen van de kwaliteit van overheidsmanagers.
  • De Minister van BZK stimuleert kennisontwikkeling door bij te dragen aan onderzoek, bijvoorbeeld op het vlak van het functioneren van de overheid.
  • De Minister van BZK stimuleert het creëren van baankansen voor arbeidsbeperkten, onder meer door in te zetten op partnerschappen tussen overheidswerkgevers en leveranciers (social return).
  • De Minister van BZK stimuleert de mogelijkheden voor duurzaam samenwerken. Dit draagt bij aan het imago van de overheid als aantrekkelijke werkgever. Er wordt gewerkt aan rijksbrede samenwerkingsaf-spraken en deze zullen worden getest in pilots.
  • De Minister van BZK stimuleert kennisdeling over het verminderen van agressief gedrag tegen publieke werkers. Dit draagt bij aan aantrekkelijk werkgeverschap.

Financieren

  • Een goede samenwerking tussen werknemers, werkgevers en kabinet draagt bij aan de kwaliteit van de publieke sector. Om die reden ondersteunt de minister waar nodig deelnemende partijen met kennis en subsidies om de aanpak van gezamenlijke inhoudelijke opgaven mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van samenwerking en overleg tussen overheidswerkgevers en met werknemersorganisaties rondom pensioenen, de ambtelijke rechtspositie en banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit draagt bij aan het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.

Regisseren

  • De Minister van BZK heeft kaderstellende en coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de organisatie en inrichting van de rijksoverheid.
  • De Minister van BZK heeft coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de bedrijfsvoering van het Rijk en is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel.
  • De Minister heeft een regisserende rol voor het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken maken over de collectieve arbeidsvoorwaarden.
  • De Minister van BZK heeft rijksbreed een regisserende rol bij het personeelsbeleid van de rijksdienst en bij de realisatie van de banenafspraak binnen de rijksdienst. Als het gaat om de integriteit van medewerkers, de rechtspositie van ambtenaren, het ambtelijk vakmanschap, arbeidsvoorwaarden en pensioenen, dan heeft deze rol betrekking op de gehele overheid.
  • Op het gebied van rijksbrede huisvesting, inkoop en faciliteiten stelt de Minister van BZK kaders op voor een efficiënte, effectieve en duurzame bedrijfsvoering. Bij het vervullen van deze kaderstellende rol is er aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de rijksoverheid richting partners. Het gaat daarbij om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect (de duurzame, sociale en innovatieve transitie van Nederland) en in de masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting wordt rekening gehouden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.
  • De Minister van BZK kan op het gebied van informatievoorziening en ICT, na overleg met andere ministeries, kaders vaststellen ter bevordering van de eenheid, de kwaliteit of de efficiëntie van informatiesystemen binnen de Rijksdienst. Daarbij kan hij werkzaamheden en voorzieningen aanwijzen die door alle of een daarbij aangegeven deel van de ministeries zullen worden uitgevoerd. Ook kan de Minister van BZK kaders vaststellen voor de wijze waarop gegevens over informatiesystemen wordt verstrekt. De benoeming en het ontslag van een departementale Chief Information Officer (CIO) kan alleen plaatsvinden na overleg met de Minister van BZK.
  • De Minister van BZK regisseert de versterking van kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk.
  • Tenslotte houdt de Minister van BZK toezicht op de integrale beveiliging en veiligheid van de Rijksdienst.

Uitvoeren

  • De Minister van BZK zorgt ervoor dat het Rijk zich in de arbeidsmarktcommunicatie als één werkgever profileert en als één werkgever werft.
  • De Minister van BZK zorgt in samenwerking met de andere ministeries voor het realiseren van een hoogwaardig leidinggevend kader in de Rijksdienst. Dit gebeurt door middel van werving en selectie, loopbaanbegeleiding en een gericht leer- en ontwikkelaanbod voor een grote groep (top)managers.
  • De Minister van BZK ondersteunt de departementen bij de doelstelling om tot een diverse en inclusieve rijksdienst te zijn en zet daarbij in op verdere stijging van het percentage vrouwen en medewerkers met een niet-westerse achtergrond in topfuncties.
  • De Minister van BZK voorziet via shared service organisaties de Rijksdienst van generieke voorzieningen voor bijvoorbeeld faciliteiten, huisvesting, personeelszaken en ICT. Deze dienstverlening zal conform het klimaatakkoord en de inkoopstrategie van het Rijk zoveel mogelijk duurzaam aangeboden worden.
  • De Minister van BZK werkt aan een rijksbrede, duurzaam toegankelijke informatiehuishouding via het programma Open op Orde 2021-2026. Het meerjarige Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding (RDDI) is hierin geïntegreerd. Bewustzijnscampagnes en opleidingen voor ambtenaren op het gebied van het omgaan met en beheren van informatie maken onderdeel uit van het programma. Verder wordt enerzijds - vanwege de verwachte vraag naar capaciteitsuitbreiding - via een rijksbrede arbeidsmarktcampagne het werken bij de overheid op gebied van informatiehuishouding onder de aandacht gebracht. Anderzijds wordt ook de impact van het programma Open op Orde op de ICT-voorzieningen van de Rijksdienst in kaart gebracht.
  • De Minister van BZK voorziet in een aantal generieke ICT-voorzieningen voor de Rijksdienst, ter bevordering van eenheid, veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en van samenwerking tussen rijksambtenaren. Daarnaast werkt zij aan versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk.
  • De Minister van BZK stuurt door middel van de Masterplannen op de samenstelling en kwaliteit van de Rijkskantoren.
  • De Minister van BZK draagt zorg voor de toepassing van het kader Functionele Werkomgeving Rijk (FWR) in Masterplanprojecten. De FWR maakt het mogelijk dat ambtenaren op een veilige en comfortabele manier, flexibel kunnen werken.
  • De Minister van BZK draagt zorg voor de samenwerking op het gebied van integrale beveiliging en veiligheid over departementale grenzen heen.
  • De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.

C. Beleidswijzigingen

Coalitieakkoord

Digitalisering heeft onze maatschappij verbonden, verrijkt en efficiënter gemaakt, ons leven aangenamer en gemakkelijker gemaakt en biedt ook in de toekomst kansen. De Staatssecretaris voor digitalisering zal uitvoering geven aan de afspraken in het Coalitieakkoord (Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 77). Onder haar regie zal de rijksoverheid volop inzetten op het benutten van de kansen die de digitale transitie ons biedt en, meer dan voorheen, normerend optreden naar publieke en private partijen. De werkagenda Digitalisering, voortvloeiend uit de hoofdlijnenbrief over digitalisering (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 842), wordt nader geconcretiseerd.

Met de benoeming van de regeringscommissaris Informatiehuishouding is het politiek en bestuurlijk draagvlak voor het programma Open op Orde (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291) versterkt en zal de commissaris als aanjager stimuleren dat ministeries, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, de informatiehuishouding verbeteren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van

beleid art. 7 Werkgevers-

en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

20221

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

51.973

106.091

113.263

116.927

116.531

113.125

115.597

 

Uitgaven

45.570

108.591

113.263

116.927

116.531

113.125

115.597

 

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

38.718

101.753

106.925

111.089

111.193

108.287

111.259

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

772

1.249

1.247

1.247

1.247

1.247

1.247

Overlegstelsel

1.187

2.401

2.401

2.401

2.401

2.401

2.401

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

250

250

250

250

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

418

750

212

212

212

212

212

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

0

16

48

48

48

80

0

Kwaliteit management rijksdienst

0

27

27

27

1

1

1

Ondersteuning koepels implementatie Woo

0

863

863

863

863

863

863

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

0

0

3.047

3.047

3.586

3.586

3.586

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

2.897

8.108

11.784

19.051

18.805

19.283

22.383

Kwaliteit management rijksdienst

2.924

3.902

3.902

3.902

3.929

3.929

3.929

Werkgeversbeleid

1.402

1.485

1.982

2.023

2.023

2.023

2.023

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

1.844

1.965

0

0

0

0

0

Informatiehuishouding

1

12.231

57.570

54.936

55.007

55.022

56.022

POK - Ambtelijk Vakmanschap

17

1.259

2.427

2.406

2.406

1.000

1.000

POK - Staat van de Uitvoering

0

0

150

150

150

150

150

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

0

1.173

730

780

830

328

408

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

0

874

514

282

324

292

292

POK - Ondersteuning van melders van misstanden

0

612

714

155

237

155

155

Open Overheid

0

675

0

0

0

0

0

Adviescollege ICT

0

270

0

0

0

0

0

Personele inzet crisisopvang

0

33.100

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

0

235

0

0

0

0

0

POK - Ambtelijk Vakmanschap

5

42

39

36

36

8

8

Bedrijfsvoeringsbeleid

1.454

2.086

0

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

1.616

1.700

1.700

2.100

2.100

2.100

2.100

POK - Staat van de Uitvoering

2.350

2.550

2.150

2.050

1.950

1.950

1.950

POK - Ondersteuning van melders van misstanden

0

14

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel)

0

1.084

1.084

1.084

1.931

1.084

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Werkgeversbeleid

50

47

47

47

47

47

47

Bijdrage aan agentschappen

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

1.206

74

69

69

17

17

 

2021

20221

2023

2024

2025

2026

2027

UBR (arbeidsmarkt communicatie)

8.619

7.573

9.675

9.681

9.682

9.680

9.646

Werkgeversbeleid

2.614

3.171

2.496

2.449

1.265

1.241

1.231

Bedrijfsvoeringsbeleid

3.548

2.447

1.527

1.527

1.527

1.326

1.326

I-Functie Rijk

428

130

0

0

0

0

0

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT voorziening

879

0

0

0

0

0

0

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

26

139

34

35

36

31

31

Diverse bijdragen

5.245

0

0

0

0

0

0

KOOP

0

8.089

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Bedrijfsvoeringsbeleid

422

30

231

231

231

231

231

 

7.2 Pensioenen en uitkeringen

6.852

6.838

6.338

5.838

5.338

4.838

4.338

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Stichting Administratie Indonesische

Pensioenen

6.852

6.838

6.338

5.838

5.338

4.838

4.338

 

Ontvangsten

1.613

594

64

64

64

64

64

1 Inclusief tweede incidentele suppletoire begroting inzake personele inzet voor crisisopvang (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII, nr. 1)

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 25 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 7

2023

juridisch verplicht

15,1%

bestuurlijk gebonden

6,7%

beleidsmatig gereserveerd

74,9%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

3,3%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 15,1% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Bijdrage aan ZBO/RWT's

Het budget is voor 77,1% juridisch verplicht. Het betreft bijdrage aan ICTU voor het programma internetspiegel en een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).

Subsidies (regelingen)

Het budget is voor 55,3% juridisch verplicht. Het betreft onder andere een subsidie aan het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies, de subsidie voor de ondersteuning van de koepels voor het implementeren van de Wet open overheid (WOO) en een subsidie voor de Waterschappen als compensatie voor het implementeren van de WOO.

Opdrachten

Het budget is voor 3,8% juridisch verplicht. Dit omvat onder andere de selectie van en ontwikkeltrajecten voor managers binnen de Rijksdienst en het uitvoeren van Rijksbrede bedrijfsvoering.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

Er worden diverse subsidies verstrekt voor kennisontwikkeling.

De Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) is een netwerkorganisatie, die zich richt op de professionalisering van het management binnen het openbaar bestuur. Het Ministerie van BZK verstrekt de VOM een subsidie om diverse initiatieven die daartoe bijdragen te ondersteunen, zoals de organisatie van periodieke Reuring! cafés met debatten over management- en organisatievraagstukken en de Overheidsawards die worden uitgereikt aan de Overheidsmanager van het Jaar en de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Deze verkiezingen hebben tot doel kennis uit te wisselen en dienen ter inspiratie voor overheidsorganisaties, managers en medewerkers.

Het Instituut voor Publieke Sector Efficiency Studies (IPSE) is een instituut dat onderzoek doet naar de productiviteitsontwikkeling en doelmatigheid binnen de publieke sector. Om de kennisontwikkeling op dit vlak te ondersteunen ten behoeve van het management van overheidsorganisaties en de beleidsontwikkeling verstrekt het Ministerie van BZK een subsidie aan IPSE.

Het European Institute of Public Administration (EIPA) ontvangt een jaarlijkse subsidie voor een meerjarig internationaal benchmark programma inzake de prestaties van de publieke sector.

Overlegstelsel

De Minister van BZK draagt bij aan het in stand houden van een adequaat overleg tussen overheidswerkgevers en vakcentrales over arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid en andere relevante thema's. Dit doet de minister onder andere door subsidies te verstrekken aan koepels van overheidswerkgevers en -werknemers. De Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) ontvangt een subsidie met als doel bij te dragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties.

POK Ambtelijk Vakmanschap

Stichting beroepseer is een kennisinstituut en netwerkorganisatie die opkomt voor het belang van professionaliteit en beroepseer. De stichting ontvangt een subsidie voor het ontwikkelen van een leergang 'duiding Ambtelijk Vakmanschap'. Hiervoor worden drie pilots gedraaid bij twee gemeentes en een uitvoeringsorganisatie. Uiteindelijk zal er gekeken worden of deze leergang breder binnen de Rijksoverheid aangeboden kan worden.

Bedrijfsvoeringsbeleid

In 2021 is een doorlopende meerjarige subsidie toegekend aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, die partijen in de schoonmaak-, catering-, beveiligings- en verhuisbranche oproept om aandacht te hebben voor werkdruk, kwaliteit van het werk, bejegening van werknemers en de verharding van marktverhoudingen.

Het ministerie van BZK verstrekt jaarlijks een subsidie aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor de Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR). De FWR is een concept voor een werkomgeving voor Rijksambtenaren dat tijd- en plaatsonafhankelijk (samen)werken mogelijk maakt. De subsidie heeft tot doel de generieke ontwikkeling van toepasbare kennis in het domein van de kantoorhuisvesting. Daarbij gaat het om het opbouwen van kennis over kwalitatieve en aspecten van de FWR voor kantoorgebouwen van het Rijk. In het programma hybride werken wordt gebruik gemaakt van de FWR bij de herinrichting van de fysieke werkom geving.

POK Leiderschap, Diversiteit en Inclusie

Radboud Universiteit ontvangt een subsidie voor een meerjarig onderzoeksproject (2022 - medio 2026) met de ambitie om de komende jaren inclusie binnen het Rijk te bevorderen door dit meetbaar te maken met een Rijksbrede inclusiemonitor. Het doel hiervan is stuurinformatie te verkrijgen voor beleid en gerichte interventies rond gelijkheid, diversiteit en inclusie. Verder zijn er middelen vrijgemaakt om interdepartementale samenwerking rond diversiteit en inclusie te versterken en dialoog op de werkvloer te stimuleren.

Ondersteuning koepels implementatie Woo

De VNG, het IPO en het Waterschapshuis ontvangen over de periode 2022-2026 een subsidie voor het ondersteunen van respectievelijk gemeenten, provincies en waterschappen bij de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport 'Ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

De structurele middelen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid bij de waterschappen worden aan de Unie van Waterschappen verstrekt middels een subsidie. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport 'Ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid I-strategie Rijk 2021-2025

Dit betreffen meerdere opdrachten voor met name het Rijks ICT Dashboard voor rapportage van Rijks ICT kosten, I-Stelsel, Informatiebeveiliging en Cryptostrategie. Hiermee wordt invulling gegeven aan de I-Strategie Rijk 2021-2025. Deze strategie draagt bij aan efficiënte overheidsprocessen, betere digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven door digitale dienstverlening.

Daarnaast worden opdrachten verstrekt in lijn met de Nationale Cryptostrategie met als doel te zorgen dat de Nederlandse overheid zich kan verzekeren van de beschikbaarheid van hoogwaardige informatiebeveili-gingsmiddelen voor gerubriceerde informatie. Hierbij is het streven naar digitale autonomie; voor staatsgeheimen is er geen afhankelijkheid van buitenlandse producten. De opdrachten worden centraal door BZK voor de Rijksoverheid verstrekt, omdat de Nederlandse high assurance industrie internationaal competitief is.

Duurzaam bedrijfsvoeringsbeleid en duurzame inkoop Dit betreft een opdracht voor een nieuw rijksbreed programma dat gericht is op het bevorderen van effect door departementen te helpen bij het formuleren, vastleggen en uitwerken van de duurzaamheidsambities. Het programma zal de rijksbrede communicatie verzorgen en goede voorbeelden delen via de communicatiestrategie DenkDoeDuurzaam. Ook faciliteert het programma de uitvoering via de community of practice voor de CO2 -prestatieladder en biedt het instrumenten aan als de Maatschappelijk Verantwoord Inkoop-criteria. Tevens wordt inzicht gegeven in de voortgang via een dashboard duurzaamheid.

Datagedreven bedrijfsvoeringbeleid

Dit betreffen opdrachten voor de ontwikkeling naar datagedreven bedrijfsvoeringbeleid. Zo wordt de ICT- werkplek uitgerust met nieuwe programmatuur die beter past bij de werkzaamheden. Verder worden stappen zetten op automatisering en standaardisatie van onze systemen en werkwijze intern. Er wordt gebouwd aan één centrale database (datawarehouse), hetgeen zal het Rijk helpen om de kwaliteit en consistentie van de data te verhogen.

Kwaliteit management rijksdienst

Dit betreft onder meer een bijdrage voor leer- en ontwikkelactiviteiten voor (potentiële) topmanagers bij het Rijk en voor een informatiesysteem dat inzicht geeft in de werving en selectie, ontwikkeling en mobiliteit in de top van de Rijksdienst.

Werkgeversbeleid

In het kader van hybride werken is in de zomer van 2022 een Werkomgeving Belevingsonderzoek (WOBO) uitgevoerd, de opvolger van het rijksbreed interdepartementaal klantentevredenheidsonderzoek (iKTO). Verbeteracties naar aanleiding van dit onderzoek worden na de uitvoering in gang gezet en doorgevoerd. Het WOBO wordt in beginsel jaarlijks uitgevoerd.

Integriteit

De minister van BZK richt zich vanuit haar coördinerende rol op een rijksbrede infrastructuur ter ondersteuning van het integriteitsbeleid van de ministeries. Er wordt een opdracht verstrekt voor een kader uniforme basiseisen vertrouwenspersonen Rijksoverheid, waarmee de rol en taken van de vertrouwenspersoon binnen het Rijk formeel worden vastgelegd en de positie en professionaliteit van de vertrouwenspersoon verder worden versterkt. Daarnaast is het CAOP is gevraagd te ondersteunen bij het opstellen van een Rijksbrede klachtenregeling ongewenste omgangsvormen en er wordt toegewerkt naar een gezamenlijke klachtencommissie voor de sector Rijk.

Er wordt een opdracht verstrekt om de Gedragscode Integriteit Rijk te actualiseren en er wordt een proces ingericht om de gedragscode makkelijker actueel te houden. Belangrijk onderdeel van integriteit is ook het afleggen van de ambtseed door nieuwe medewerkers. Dit markeert de start van de ambtelijke loopbaan bij het rijk en raakt aan de kern van ons ambtelijk vakmanschap.

Veilig werken

Dit betreffen opdracht voor het bevorderen van een veilige werkomgeving voor ambtenaren op het niveau van rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen. De ambitie is om de komende jaren in sterke mate bij te dragen aan het bevorderen van een agressie- en geweldsvrije werkomgeving binnen het openbaar bestuur. Er worden opdrachten verstrekt ten behoeve van het ontwikkelen en uitdragen van een collectieve norm, het vergroten van de meldingsbereidheid, het ontwikkelen van trainingen, het in kaart brengen van best practices, het versterken van netwerken en het borgen in de bedrijfsprocessen van organisaties.

Informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport 'Ongekend onrecht' van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Het Ministerie van BZK heeft een coördinerende rol in de verdeling en monitoring van deze middelen.

Door het Ministerie van BZK is een generiek actieplan opgesteld waarin is opgenomen hoe deze benodigde verbetering met nieuwe én versnelling van lopende initiatieven de komende jaren wordt uitgevoerd.

De verandering die nodig is voor het verbeteren en toekomstbestendig maken van de informatiehuishouding kost tijd, kennis en middelen. Het kabinet gaat daarom uit van een rijksbrede verbeteroperatie tot en met 2026, waarbij we ook na 2026 de aandacht, kennis en middelen structureel op peil moeten houden.

POK - Ambtelijk Vakmanschap

Het ambtelijk vakmanschap wordt versterkt, mede ingegeven door de Kabinetsreactie op het verslag van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Om deze versterking aan te jagen wordt ingezet op bewustwording van de impact die iedere Rijksambtenaar heeft op mens en maatschappij. Er worden onder andere opdrachten verstrekt voor een praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en de opleiding en training van ambtenaren. Daarmee wordt onder andere bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Ook wordt jaarlijks met iedere Rijksambtenaar het gesprek gevoerd over de Ethiek achter hun werk. Aan deze transitie wordt gewerkt via een programma Grenzeloos Samenwerken en Ambtelijk Vakmanschap, dat in ieder geval doorloopt tot 2025.

POK - Staat van de Uitvoering

Er worden opdrachten verstrekt ter ondersteuning van de totstandkoming van een jaarlijkse Staat van de Uitvoering. Doel van de Staat van de Uitvoering is het bieden van handreikingen om de uitvoeringspraktijk in meest brede zin te verbeteren.

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

Het ministerie van BZK zet zich in om binnen de Rijksdienst de werkcultuur te verbeteren en racisme en discriminatie op de werkvloer te voorkomen en tegen te gaan. De maatregelen richten zich primair op het bevorderen van bewustwording, waakzaamheid, handelingsbekwaamheid en weerbaarheid van ambtenaren. Hiertoe worden in 2023 verschillende opdrachten verstrekt, zoals de uitrol van een Rijksbreed aanbod van succesvol gebleken gesprekken en trainingen ter ondersteuning van medewerkers. Voor leidinggevenden, die een cruciale rol hebben in het herkennen en aanpakken van discriminatie, wordt een specifiek aanbod ontwikkeld. Een en ander zal worden gebundeld in een 'gereedschapskist' voor leidinggevenden. In het kader van het verbeteren van de bekendheid en toegankelijkheid van het stelsel van vertrouwenspersonen, integriteits-coördinatoren en klachtencommissies worden communicatietools ontwikkeld. Ook wordt de waakzaamheid ten aanzien van discriminatie bevorderd, mede door het organiseren van activiteiten als theatervoorstellingen over alledaags racisme, lezingen en masterclasses.

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

Dit betreft een opdracht voor een campagne met als doel werkgevers te stimuleren en te ondersteunen bij het vormgeven van een veilig werk- en meldklimaat bij organisaties. Dit moet ertoe leiden dat mogelijke misstanden sneller en beter bespreekbaar zijn binnen de organisatie en opgelost kunnen worden en dat medewerkers vertrouwen kunnen hebben in een goede afwikkeling van uitgesproken signalen en de gedane melding(en).

POK - Ondersteuning van melders van misstanden Dit betreft een opdracht voor een pilot juridische ondersteuning en mediation voor klokkenluiders bij de sector Rijk met een looptijd van 1 januari 2022 tot 1 januari 2024. De pilot is afgesproken in het Sectoroverleg Rijk. Deze pilot wordt in 2023 geëvalueerd. Dit betreft tevens een opdracht aan Stichting Slachtofferhulp voor de ondersteuning van melders op psychosociaal vlak. Deze opdracht is gestart in september 2022 en kent een looptijd van 2 jaar. In 2022 heeft de minister van BZK uw Kamer geïnformeerd over het voornemen in 2023 te starten met een brede pilot juridische ondersteuning voor klokkenluiders (Kamerstukken II, 2021/22, 35851, nr. 11).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

POK - Ambtelijk Vakmanschap

Er wordt een bijdrage verstrekt aan ICTU om de impact van het programma Grenzeloos Samenwerken en Ambtelijk Vakmanschap meetbaar te maken.

Werkgeversbeleid

Ter ondersteuning van beleidsmakers binnen het openbaar bestuur wordt HR en organisatie-beleid periodiek gemonitord in samenwerking met het CBS. Daarmee wordt onder andere inzicht gegeven in de ontwikkeling van de tevredenheid en betrokkenheid van personeel, vertrekmotieven, organisatiecultuur en door medewerkers ervaren integriteits- en sociale veiligheidsproblemen. Daarnaast wordt met de ontwikkeling van het Register van Overheidsorganisaties (ROO) gewerkt aan een register waarin alle kenmerken van overheidsorganisaties in één openbaar register toegankelijk worden. Met beleidsreconstructies (project 'het geheugen van BZK') en interviews met oud-topambtenaren en oud-ministers (project 'de top kijkt om') worden samen met oud-bestuurders en wetenschappers lessen getrokken uit het verleden.

Individuele organisaties binnen het openbaar bestuur kunnen daarnaast gebruik maken van diverse voor hen ontwikkelde benchmarktools (zoals InternetSpiegel medewerkersonderzoek) en participeren in bestaande leergroepen (zoals Vensters voor Bedrijfsvoering) om zicht te krijgen op verbetermogelijkheden in hun bedrijfsvoering. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het Ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.

POK - Staat van de Uitvoering

Het Ministerie van BZK faciliteert met het verzamelen en analyseren van gegevens over de daadwerkelijke uitvoering van overheidstaken de totstandkoming van een jaarlijkse Staat van de Uitvoering. Deze Staat van de Uitvoering vloeit voort uit het traject Werk aan Uitvoering en is aange-kondigd in de Kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht». Doel van de Staat van de Uitvoering is het bieden van handreikingen om de uitvoeringspraktijk in meest brede zin te verbeteren. Met de verzamelde informatie en beschouwingen biedt de Staat een unieke mogelijkheid om het reflecteren en leren binnen het hele beleidssysteem - «van beleid tot balie»-te bevorderen. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het Ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.

Bijdrage aan medeoverheden

Compensatie Waterschappen Woo

Dit betreft de incidentele bijdrage aan Waterschappen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport 'Ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Werkgeversbeleid

Dit betreft de jaarlijkse bijdrage aan Workplace Pride ter bevordering van diversiteit en inclusie bij het Rijk.

Bijdrage aan agentschappen

UBR (arbeidsmarkt communicatie)

Dit betreft een bijdrage aan UBR Personeel voor onder meer het uitvoeren van de rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt UBR Personeel ervoor dat de Rijksoverheid zich positioneert en profileert als één aantrekkelijke werkgever, aansluitend op actuele ontwikkelingen in de maatschappij en de arbeidsmarkt. Dit vertaalt zij door in zowel de externe als de interne werving, onder meer via de websites WerkenvoorNe-derland.nl en mobiliteitsbank.nl en de sociale media kanalen. Zij ondersteunt en adviseert organisatieonderdelen binnen het Rijk bij arbeidsmarktvraagstukken en draagt bij aan betere verbinding met en tussen de organisaties.

Er wordt tevens een bijdrage verstrekt aan UBR voor versterking HR ICT Rijksdienst. Het programma Versterking HR-ICT Rijksdienst heeft als doel het aantrekken en vasthouden van jong talent, het verbeteren van de ICT-expertise en het versterken van de kennisfunctie op I binnen het Rijk.

Werkgeversbeleid

Dit betreft een bijdrage aan UBR Personeel voor het uitvoeren van diverse opdrachten voor de implementatie van het werkgeversbeleid.

Daarnaast ontvangt UBR Rijksconsultants diverse bijdragen voor de inzet van Rijksconsultants, onder andere ten behoeve van het programma Grenzeloos Samenwerken en ambtelijk vakmanschap, de organisatie van de week van de integriteit en de organisatie van workshops sociale veiligheid. Ook ontvangt UBR KOOP een bijdrage voor het beheer van het ZBO Register.

Bedrijfsvoeringsbeleid

Vanuit de stelselverantwoordelijkheid voor het rijksbrede inkoopstel verstrekt het Ministerie van BZK bijdragen aan agentschappen om het rijksbrede Strategisch leveranciersmanagement ICT te versterken en nader te professionaliseren. Met Strategisch Leveranciersmanagement Rijk is de sturing op een aantal grote ICT leveranciers waar het Rijk zaken mee doet de afgelopen jaren effectiever en efficiënter georganiseerd. De bijdragen worden ingezet om Rijksbrede elementen van het Strategisch leveranciers management te versterken, door investeringen in onder andere verbetering Maatschappelijk Verantwoord Inkopen, privacy aspecten en verbetering inkoopeisen ten aanzien van veilige software.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Bedrijfsvoeringsbeleid

Vanuit de stelselverantwoordelijkheid voor het Rijksbrede inkoopstelsel verstrekt het Ministerie van BZK bijdragen aan andere begrotingshoofd stukken om het Rijksbrede Strategisch leveranciersmanagement ICT te versterken en nader te professionaliseren. De bijdragen dienen hetzelfde doel als de bijdrage ten behoeve van Strategisch Leveranciersmanagement onder het instrument bijdrage aan agentschappen.

7.2 Pensioenen en uitkeringen

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen Dit betreft de bijdrage aan de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), die verantwoordelijk is voor de uitkering van pensioenen voor gewezen overheidspersoneel in de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen. De rijksbijdrage bestaat uit middelen om de pensioenen en toeslagen uit te keren (inkomens) en middelen om de regeling uit te voeren (uitvoeringskosten).

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de Garantiewet Surinaamse Pensioenen van de SAIP. Het Ministerie van BZK verrekent jaarlijks een deel van dit bedrag met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

A.    Algemene doelstelling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:

  • het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;
  • het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;
  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;
  • het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;
  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de Minister voor VRO als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;
  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingspro-jecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;
  • ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

C.    Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

176.305

165.159

145.527

149.409

150.465

172.813

167.693

 

Uitgaven

182.305

165.159

145.527

149.409

150.465

172.813

167.693

 

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

80.916

93.161

75.832

79.714

80.770

103.118

98.728

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)

53.331

42.860

41.924

46.498

47.555

69.903

65.613

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk

Huis)

12.979

17.130

17.135

17.135

17.135

17.135

17.135

RVB (Bijdrage voor monumenten)

2.926

3.077

3.060

3.060

3.060

3.060

3.060

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

8.029

6.842

6.443

6.443

6.443

6.443

6.443

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

3.651

23.252

7.270

6.578

6.577

6.577

6.477

 

9.2 Beheer materiële activa

101.389

71.998

69.695

69.695

69.695

69.695

68.965

Bijdrage aan agentschappen

RVB

12.268

13.171

12.923

12.923

12.923

12.923

12.790

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

35.709

5.030

5.075

5.075

5.075

5.075

4.478

RVB (Zakelijke lasten)

53.412

53.797

51.697

51.697

51.697

51.697

51.697

 

Ontvangsten

223.964

121.210

120.282

102.984

102.984

92.820

91.172

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 27 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 9

2023

juridisch verplicht

96,9%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

3,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget van artikel 9 is 96,9% juridisch verplicht en dit betreft het volgende instrument:

Bijdrage aan agentschappen

Het budget is voor 96,9% juridisch verplicht. Het betreft onder andere de gebruiksvergoedingen en de bevoorschotting.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)

Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat. In 2023 zijn er kosten gerelateerd aan de rente en afschrijving van de tijdelijke huisvesting. In 2021

is gestart met de renovatie van het Binnenhof, die naar verwachting in 2026 zal worden opgeleverd. In deze begrotingsreeks zijn derhalve ook de kosten van de renovatie van het Binnenhof opgenomen.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

Krachtens artikel vier van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van BZK.

De bijdrage aan het RVB voor huisvesting van het Koninklijk Huis bedraagt € 16,4 mln. en is opgebouwd uit de volgende componenten:

  • Circa € 8,1 mln. rente en afschrijving voor investeringen die via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB;
  • Circa € 7,3 mln. voor regulier onderhoud. Hiermee worden onder meer technische installaties onderhouden, worden storingen verholpen en worden gebouwen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt - vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten - een hogere norm dan voor kantoren.
  • Het restant van circa €1,0 mln. betreft betalingen voor met name kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (onder andere brandveiligheid) en kosten voor kleinere aanpassingen.

Conform een door de minister-president gedane toezegging bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning, geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud en renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II 2015/16, 34300 XVIII, nr. 45).

Tabel 28 Onderzoek en renovatie huisvesting Koninklijk Huis

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Onderzoek

-

-

-

-

-

-

-

Renovatie/groot onderhoud:

Paleis Huis ten Bosch

geen

geen

geen

geen

geen

geen

geen

Koninklijk Paleis Amsterdam

geen

geen

Start onderhoud dak

lopend

lopend

lopend

geen

Paleis Noordeinde

geen

geen

geen

geen

geen

geen

geen

De werkzaamheden met betrekking tot het groot onderhoud aan het dak van het Koninklijk Paleis Amsterdam zullen naar verwachting in 2023 aanvangen. Dit als gevolg van de nodige vergunningsaanvragen en levering van materialen. De investeringskosten voor het groot onderhoud zijn begroot op circa € 23 mln. conform de brief aan de Kamer uit maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 139). Na oplevering van het groot onderhoud medio 2025 - 2026 worden de kosten geactiveerd, dit betreft een structurele verhoging van de gebruikersvergoeding van ca. € 800.000 die binnen de bestaande meerjarige begrotingsmiddelen van Artikel 9 van de Begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan worden opgevangen.

RVB (Bijdrage voor monumenten)

Dit betreft de bijdrage aan het RVB voor het beheer en onderhoud van een aantal monumenten die naar hun aard niet geschikt zijn voor huisvesting van Rijksdiensten.

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. Het RVB draagt onder meer bij aan de realisatie van rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing, duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en een doelmatige werking van het rijkshuisvestingstelsel. Maar ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Daarnaast gebeurt dit onder meer door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst.

Binnen het RVB loopt het Programma Groene Innovaties (PGI, voorheen het programma Groene Technologieën). In 2023 ligt de focus op vier thema's waarin innovatieve ontwikkeling noodzakelijk is om de duurzaamheids-doelen te halen. De vier thema's zijn Energietransitie, Circulariteit, Klimaat-adaptatie en Biodiversiteit. PGI is een programma van bescheiden omvang, maar kan door 'groene' innovatieruimte te bieden wel een vliegwieleffect bewerkstelligen. Zo kan PGI op concreet niveau in de projecten bijdragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelen van het RVB.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van het Ministerie van Algemene Zaken (AZ). Dit betreffen ook middelen voor enkele investeringen, met name ICT infrastructuur en beveiliging op het Catshuisterrein.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Dit betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van de wettelijke taak van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken (niet-rijkshuis-vesting) die de Staat toebehoren. Dit beheer betreft met name werkzaamheden rond (ver)huur, (erf)pacht, medegebruik en de verwerking van zakelijke lasten van het Rijk.

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

Het gaat hierbij om uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken (niet-rijkshuisvesting) welke in het beheer zijn van het RVB. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.

RVB (Zakelijke lasten)

Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de Rijkshuisvesting betreft. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolhef-fingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor circa

80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten. De zakelijke lasten die samenhangen met rijkshuisvesting worden verantwoord op de baten-lastenbegroting van het agentschap RVB.

Ontvangsten

Zakelijke lasten

De ontvangsten betreffen met name terugbetalingen door huurders - niet zijnde Rijksgebruikers - van door het RVB betaalde belastingen en heffingen opgelegd door gemeenten en waterschappen.

Ingebruikgevingen

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (met name verpachting en verhuur) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.

Vervreemding

Het gaat hierbij om de vervreemding van de (onder andere agrarische) onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. De opbrengsten uit middelenafspraken worden verantwoord via de begrotingen van het vakdepartement.

Generale ontvangsten

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand en de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen. Over de winst van een gedeelte van de generale ontvangsten moet het Ministerie van BZK vennootschapsbelasting afdragen. Deze uitgave vindt plaats op de begroting van BZK op niet-beleidsartikel 12 Algemeen.

3.9 Artikel 10. Groningen versterken en perspectief (vervallen)

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid art. 10 Groningen versterken en perspectief (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.420.428

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

1.001.555

0

0

0

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

33

0

0

0

0

0

0

Woonbedrijf

3.028

0

0

0

0

0

0

Diverse subsidies

1.205

0

0

0

0

0

0

Bestuursakkoord

242.140

0

0

0

0

0

0

Versterkingsoperatie

62.842

0

0

0

0

0

0

Tegemoetkoming aan huurders

254

0

0

0

0

0

0

Nieuwbouwregeling

104

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

Werk- en onderzoeksbudget

1.789

0

0

0

0

0

0

Versterkingsoperatie

289.581

0

0

0

0

0

0

Woonbedrijf

11

0

0

0

0

0

0

Bestuursakkoord

5.939

0

0

0

0

0

0

Industrie

93

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Werk- en onderzoeksbudget

101

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

155.039

0

0

0

0

0

0

Compensatie gemeenten en provincie

112.661

0

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

1.600

0

0

0

0

0

0

Bestuursakkoord

123.808

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

Werk- en onderzoeksbudget

210

0

0

0

0

0

0

(Schade)vergoeding

Versterkingsoperatie

1.117

0

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

234.830

0

0

0

0

0

0

Toelichting

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is met ingang van het kabinet Rutte IV niet meer verantwoordelijk voor het beleid van dit artikel. Dit artikel is per eerste suppletoire begroting 2022 herverkaveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 1).

  • 4. 
    Niet-beleidsartikelen

4.1  Artikel 11. Centraal apparaatA. Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de agentschappen gepresenteerd.

Tabel 30 Budgettaire gevolgen artikel 11 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

674.586

636.602

540.397

527.010

515.554

507.552

502.584

 

Uitgaven

648.056

637.247

541.071

527.684

516.228

508.226

502.584

 

Personele uitgaven

Eigen personeel

259.735

278.331

248.053

244.893

232.504

227.036

221.850

Inhuur externen

74.546

42.681

26.099

17.315

18.000

15.461

15.461

Overige personele uitgaven

2.740

5.736

4.404

4.384

4.384

4.384

4.384

 

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

288.218

283.962

249.136

248.102

247.412

247.427

247.427

ICT

9.463

8.695

1.405

1.230

1.210

1.210

1.210

Overige materiële uitgaven

11.162

17.590

11.938

11.569

12.526

12.517

12.062

 

Bijdrage aan agentschappen

Diverse bijdragen

2.192

252

36

191

192

191

190

 

Ontvangsten

109.153

84.766

19.303

19.303

19.303

19.303

19.303

In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor Klokkenluiders (HvK) en de Toelatings-organisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Vanwege het specifieke karakter zijn deze begroot op beleidsartikel

2.

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT's

De apparaatskosten van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor de acht baten-laste-nagentschappen. In de onderstaande tabel staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.

Tabel 31 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven ministerie (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

989.098

999.635

924.236

941.877

927.868

918.836

929.989

Kerndepartement

648.056

637.247

541.071

527.684

516.228

508.226

502.584

Algemene Inlichtingen en veiligheidsdienst

341.042

362.388

383.165

414.193

411.640

410.610

427.405

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's).

Tabel 32 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatskosten Agentschappen

1.507.192

1.539.623

1.770.942

1.821.963

1.844.311

1.838.386

1.843.609

RvIG

128.811

125.185

138.149

171.569

184.600

182.788

187.888

Logius

241.491

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

P-Direkt

101.835

106.454

112.939

113.715

113.856

113.856

113.856

UBR

330.799

316.478

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

FMH

127.254

141.590

157.816

157.816

157.816

157.816

157.816

SSC-ICT

248.162

260.856

292.440

289.952

291.292

285.417

285.417

RVB

311.127

320.641

377.733

379.088

378.612

380.899

381.028

DHC

17.713

19.027

18.130

17.952

17.984

17.458

17.452

 

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's1

294.941

333.502

326.497

321.490

317.384

313.235

313.235

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

1.341

1.502

1.497

1.490

1.384

1.235

1.235

Kadaster

293.600

332.000

325.000

320.000

316.000

312.000

312.000

1 BZK verstrekt bijdragen aan vijf begrotingsgefinancierde ZBO's en RWT's: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Huis voor Klokkenluiders (HVK) de Huurcommissie, het Kadaster en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). De apparaatskosten van het HvK, de TloKB en de Huurcommissie zijn hier niet vermeld, omdat ze respectievelijk worden bekostigd vanuit de apparaatskosten van het kerndepartement (artikel 11) en de apparaatskosten van het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC). Bij de SAIP worden de apparaatskosten niet alleen door BZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. Voor meer informatie over de ZBO's en RWT's van BZK zie de bijlage ZBO's en RWT's in de begrotingshoofdstukken IIB en VII.

Apparaatsuitgaven per Directoraat-Generaal

Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in onderstaande tabel weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het Ministerie van BZK.

 

Tabel 33 Apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal (bedragen x € 1.000)

Directoraat Generaal

2023

Algemene Bestuursdienst (DGABD)

42.032

Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR)

2.500

Openbaar Bestuur en Democratische Rechtstaat (DGOBDR)

4.135

Volkshuisvesting en Bouwen (DGVB)

4.906

Koninkrijksrelaties (DGKR)

1.054

Programma Directoraat-generaal, Ruimtelijke Ordening (pDGRO)

11.126

Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO)

239.999

Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR)

12.749

Cluster Mensen en Middelen (MenM)

213.726

Cluster Bestuurondersteuning (BO)

3.639

Huis voor Klokkenluiders (HvK)

5.205

Totaal apparaat

541.071

4.2 Artikel 12. Algemeen

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 34 Budgettaire gevolgen artikel 12 Algemeen (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

265.557

50.305

25.640

27.908

42.016

12.015

12.075

 

Uitgaven

34.225

210.443

95.890

28.158

42.266

12.265

12.075

 

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

1.063

1.159

757

674

559

558

338

Koninklijk Paleis Amsterdam

50

55

55

55

55

55

55

Opdrachten

(Inter)nationale samenwerking

126

214

211

211

234

234

264

Diverse opdrachten

49

295

325

427

427

427

427

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

180

183

4

6

6

6

6

Bijdrage aan medeoverheden

Verzameluitkeringen

334

0

0

0

0

0

0

Kwijtschelden publieke schulden

0

164.579

72.003

15.800

30.000

0

0

Bijdrage aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage

1.575

5.500

11.550

0

0

0

0

POK -BZK transparant

916

1.257

1.257

1.257

1.257

1.257

1.257

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën (IXB)

29.932

37.201

9.728

9.728

9.728

9.728

9.728

 

Ontvangsten

36.244

34.174

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

12.1 Algemeen Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

Dit betreft grotendeels een subsidie aan de Stichting Parlementaire Geschiedenis voor exploitatie van het Centrum Parlementaire Geschiedenis (CPG). Daarnaast betreft het o.a. een subsidie voor programmering van de Urban Futures studio onderdeel van universiteit Utrecht en een subsidie aan Stichting Montesquieu.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Dit betreft de jaarlijkse subsidie voor de openstelling van het Koninklijk Paleis Amsterdam.

Opdrachten

(Inter)nationale samenwerking

Het betreft middelen voor het versterken van de strategische, constitutionele en wetgevende, internationale en economische advisering voor BZK breed. De advisering dient als verbindende spil tussen de (beleids)directies onderling en de politieke en ambtelijke leiding. Hier worden opdrachten verstrekt die ondersteunend zijn aan bovengenoemd doel en daarbij vaak een (specifiek) beleidsveld overstijgend karakter hebben.

Diverse opdrachten

Een veilige informatievoorziening en verbetering van de ICT is een prioriteit. De Chief Information Office (CIO-office) van het departement zorgt voor samenhang in de informatievoorziening en voor de verdere versterking van de beheersing van projecten met een ICT-component, waaronder het meehelpen bij het doorvertalen van beleidsdoelen naar ICT Het budget voor de CIO-office wordt aangewend om bij te dragen aan de verdere inrichting van strategische advisering en toezicht, IT-governance en securitygover-nance, informatievoorziening en professionalisering.

Daarnaast zijn middelen bestemd voor de inrichting van de crisisbeheer-singsorganisatie bij BZK en voor fysieke- en informatiebeveiliging van de organisatie op basis van risicomanagement.

Bijdrage aan medeoverheden

Kwijtschelden publieke schulden

In 2021 is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden verder uitgewerkt. Met de medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaats vindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Ook de uitvoeringskosten van de kwijtscheldingsregelingen en de uitvoeringskosten die samenhangen met het compenseren van gemeenten worden vergoed. Het uiteindelijke aantal ouders dat recht heeft op de herstel-regelingen en de hoogte van de publieke schulden zijn onzeker.

Bijdrage aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage

Het betreft middelen voor de doorontwikkeling SSC-ICT.

POK - BZK transparant

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. Daardoor ontvangt elk departement een structureel basisbudget. Dit betreft het basisbudget voor BZK.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën (IXB)

Over de winst op een aantal activiteiten op de begroting van het Ministerie van BZK en daaronder vallende agentschappen moet vennootschapsbelasting (Vpb) worden afgedragen. De uitgaven aan Vpb betreffen de aanslagen over de belastbare winst op de generale ontvangsten en een deel van de specifieke ontvangsten van artikel 9 (Uitvoering Rijksvastgoed-beleid) van deze begroting.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 35 Budgettaire gevolgen artikel 13 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

 
 

2021

1

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

  • - 
    33.100

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

  • - 
    33.100

0

0

0

0

0

 

Nog te verdelen

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

  • 33.100

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1 Inclusief tweede incidentele suppletoire begroting

inzake personele

inzet voor crisisopvang (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII,

nr 1)

   

Nog te verdelen

Onvoorzien

Ten behoeve van de personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers zijn per tweede incidentele suppletoire begroting 2022 middelen toegevoegd aan artikel 7 op het instrument «personele inzet crisisopvang» (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII, nr. 1). Het kabinet heeft op 1 juli 2022 afgesproken dat de middelen hiervoor middels een verdeelsleutel worden opgehaald bij alle departementen. De bijdragen worden middels overboekingen verwerkt bij de tweede suppletoire begroting 2022.

  • 5. 
    Begroting agentschappen

5.1 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Inleiding

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) is de autoriteit en regisseur van het veilig en betrouwbaar gebruik van identiteitsgegevens en is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden. In een constant veranderende samenleving is de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsgegevens van groot belang.

RvIG is verantwoordelijk voor de volgende diensten:

  • de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP);
  • de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
  • het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
  • de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);
  • het beheren van voorzieningen ten behoeve van het eIDAS-stelsel;
  • het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI);
  • de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA);
  • het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO).

Ontwikkelingen

RvIG vervult een rol in de strategische Digitale agenda Rijkdienst. Hierbij wordt samengewerkt met publieke-, private- en wetenschappelijke partijen. De maatschappelijke en technologische ontwikkelingen vragen ook om nieuwe technologieën voor in het digitale domein. In 2023 (en verder) zullen deze nader worden uitgewerkt en beproeft. Het gaat dan onder andere om ontwikkelingen ten aanzien van de Digitale Identiteit.

Ook de impact van diverse onderzoeken, zoals Werk aan Uitvoering (WAU) en de aanbevelingen door de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU) hebben invloed op de organisatie RvIG. De Rijksbrede doelstellingen zoals BZK-transparant en de BZK I-strategie zijn de kapstok voor daaruit voortvloeiende activiteiten.

Voor de BRP wordt gewerkt aan een plan van aanpak met als doel om op beheersbare wijze de komende jaren stapsgewijze verbeteringen door te voeren.

Voor het BSN lopen er ontwikkelingen die kunnen leiden tot een breder gebruik. Daarnaast wordt de implementatie van het BSN binnen Caribisch Nederland voorbereid in opmaat naar de overgang naar de Nederlandse Identiteitsinfrastructuur.

Bij het CMI en MFO blijft het aantal meldingen over identiteitsfraude toenemen en zal extra aandacht worden besteed aan bewustwording. Verder wordt er op het gebied van de aanvraag, personalisatie en uitgifte van reis- en identiteitsdocumenten gewerkt aan verschillende verbeteringen om ID fraude tegen te gaan en de dienstverlening te verbeteren. De projecten Verbeteren Reisdocumenten Stelsel (VRS) en live enrolment dragen hieraan bij.

Basis Registratie Personen (BRP)

Op basis van de Wet BRP voert RvIG het beheer over de registratie van ingezetenen, de Basis Registratie Personen (BRP) en de Registratie niet-ingezetenen (RNI). Deze registraties hebben als doel om alle overheidsorganisaties te kunnen voorzien van dezelfde persoonsgegevens van de inwoners van ons land. Hierdoor hoeven andere overheden die informatie niet steeds weer bij de burger uit te vragen. Dit zorgt voor een efficiënte dienstverlening en voor minder administratieve lasten voor de burger.

Burgerservicenummer (BSN)

RvIG is verantwoordelijk voor de beheervoorziening BSN. Hieronder valt het beheer van de voorziening voor het genereren, distribueren, toekennen en beheren van Burgerservicenummers. Daarnaast beheert RvIG het foutenmeldpunt voor het melden van vermoedens over BSN-nummer-fouten en worden mogelijk dubbelinschrijvingen gecontroleerd via de voorziening permanente monitoring dubbelinschrijvingen.

Reisdocumenten

RvIG ziet in haar verantwoordelijkheid voor het reisdocumentenstelsel toe op de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (eNIK) en het aanvraag- en uitgifte proces bij uitgevende instanties. Daarnaast beheert RvIG de registers 'Register Paspoortsignalering' (RPS), Basisregister 'Reisdocumenten' (BRR) en 'Verificatieregister Reisdocumenten' (VR).

In 2023 gaat RvIG verder met de verbetering van het reisdocumentenstelsel. Hierbij wordt onder andere het aanvraag- en uitgifteproces onder handen genomen. Op dit moment vereisen deze kennisintensieve processen nog veel handmatige handelingen. Een simpeler en minder mens-afhankelijk proces zal worden ingericht met als doel o.a. onterechte verstrekking van reisdocumenten en onterecht vervallen van reisdocumenten te voorkomen en zo het betrouwbare imago van het Nederlandse reisdocument hoog te houden.

Caribisch gebied

RvIG is verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen en het stelsel van berichtuitwisseling ten behoeve van het bijhouden van de basisadministraties van de openbare lichamen, de verstrekkingenvoorziening en de systematische verstrekking van gegevens. Daarnaast beheert RvIG de apparatuur, software en voorraden ten behoeve van de lokaal geproduceerde ID-kaart BES.

Electronic Identification Authentication and Trust Services (eIDAS)

RvIG voert het stelselbeheer over diverse voorzieningen binnen eIDAS. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat op basis van de uit Europa meegegeven set aan gegevens, via een bevraging in de beheervoorziening BSN, een BSN van de betreffende persoon wordt gezocht. Een dienstverlener kan op basis van het BSN zijn diensten aan de burger verlenen. Daarnaast is RvIG in het kader van eIDAS verantwoordelijk voor de toetsing op het gebruik van BSN's door eIDAS uitvoerende instanties.

Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI)

RvIG begeleidt naast slachtoffers van identiteitsfraude ook burgers met fouten met betrekking tot hun persoonsgegevens. RvIG fungeert als ketenregisseur en schakelt indien nodig ketenpartners zoals Politie, Belastingdienst, RDW, IND en Logius in.

Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA)

De LAA kan gezien worden als de samenwerking van de toekomst. Rijksoverheid en uitvoeringsorganisaties werken nauw samen met gemeenten om op basis van risicosignalen risicoadressen te onderzoeken, waarbij ook een huisbezoek wordt afgelegd. Deze intensieve manier van samenwerken over alle lagen van de overheid heen is van grote meerwaarde voor de kwaliteit van de BRP, helpt in het oplossen van maatschappelijke problemen en is tegelijkertijd een effectieve werkwijze in het kader van adres gerelateerde fraude.

Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO)

Het MFO is een meldpunt voor fouten in basisregistraties waar burgers en geregistreerden zich tot kunnen wenden als zij vastlopen binnen de overheid. De fouten op het terrein van Identiteit kunnen daarin worden meegenomen.

Staat van baten en lasten

Tabel 36 Begroting van baten-lastenagentschap RvIG voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         

Baten

  • Omzet

123.076

106.234

112.388

180.326

198.943

214.476

220.605

waarvan omzet moederdepartement

56.458

42.368

45.302

45.416

45.557

49.498

51.386

waarvan omzet overige departementen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan omzet derden

66.618

63.866

67.086

134.910

153.386

164.978

169.219

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

44.159

19.918

26.905

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal baten

167.235

126.152

139.293

180.326

198.943

214.476

220.605

 

Lasten

Apparaatskosten

128.811

125.185

138.149

171.569

184.600

182.788

187.888

  • Personele kosten

32.715

27.990

34.913

35.369

34.499

35.001

35.511

waarvan eigen personeel

22.648

23.641

27.612

29.674

30.119

30.571

31.030

waarvan inhuur externen

9.667

4.349

6.268

4.662

3.347

3.397

3.448

waarvan overige personele kosten

400

0

1.033

1.033

1.033

1.033

1.033

  • Materiële kosten

96.096

97.195

103.236

136.200

150.101

147.787

152.377

waarvan apparaat ICT

632

958

375

375

375

375

375

waarvan bijdrage aan SSO's

179

275

200

200

200

200

200

waarvan overige materiële kosten

95.285

95.962

102.661

135.625

149.526

147.212

151.802

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

4.307

7.566

9.936

11.440

11.590

12.290

12.290

  • Materieel

3.497

4.566

7.996

8.960

8.960

9.660

9.660

waarvan apparaat ICT

0

50

100

100

100

100

100

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

3.497

4.516

7.896

8.860

8.860

9.560

9.560

  • Immaterieel

810

3.000

1.940

2.480

2.630

2.630

2.630

Overige lasten

0

0

0

6.415

12.162

22.219

20.427

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

6.415

12.162

22.219

20.427

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

133.118

132.751

148.085

189.424

208.352

217.297

220.605

 

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

34.117

  • - 
    6.599
  • - 
    8.792
  • - 
    9.098
  • - 
    9.409
  • - 
    2.821

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

34.117

  • - 
    6.599
  • - 
    8.792
  • - 
    9.098
  • - 
    9.409
  • - 
    2.821

0

Toelichting

Baten

Omzet

De omzet van RvIG is als volgt over de diverse opdrachten begroot:

Tabel 37 Begrote omzetverdeling RvIG (bedragen x € 1.000)

 
 

Moederdepartement

Overige departementen

Derden

Totaal

BRP

20.467

0

16.508

36.975

BSN

5.692

0

0

5.692

Reisdocumenten

0

0

50.558

50.558

Caribisch Gebied

1.835

0

20

1.855

eIDAS

4.883

0

0

4.883

CMI

1.600

0

0

1.600

LAA

9.807

0

0

9.807

MFO

1.018

0

0

1.018

 

Totaal

45.302

0

67.086

112.388

Waarvan omzet derden

Als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid voor reisdocumenten worden er in de jaren 2019 tot en met 2023 structureel minder reisdocumenten uitgegeven dan in de jaren 2024 tot en met 2028. Hierdoor is de in 2023 begrote omzet derden lager dan in de jaren daarna.

Vrijval voorzieningen

Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid, heeft RvIG een egalisatiereserve opgebouwd. Deze egalisatiereserve wordt in de dipperiode (2019-2023) aangewend, zodat tarieven in de dipperiode niet hoeven te worden verhoogd als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid. Dit maakt realisatie van kostendekkendheid over 10 jaar mogelijk. Vanaf 2019 valt per jaar een deel van het opgebouwde bedrag op de egalisatiereserve vrij om de kostprijs gelijk te houden. In 2023 is dat bedrag € 40,7 mln.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

De personele lasten bedragen € 34,9 mln. De verhoging van de personele kosten heeft onder andere te maken met de voorgenomen personele uitbreiding ter vermindering van de werkdruk en verdere uitbreiding van taken binnen RvIG.

Materiële kosten

Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoor-ziening van de BRP (GBA-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sédula. Voor de uitvoering van de taken maakt RvIG gebruik van geautomatiseerde systemen.

Afschrijvingskosten

Op de materiële activa wordt in 2023 € 8,0 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde RvIG-infrastructuur en de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten. Daarnaast is sprake van afschrijvingen ad € 1,9 mln. op immateriële vaste activa, zijnde de ontwikkelde (IT-)verbeteringen binnen VRS.

Saldo van baten en lasten

De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. Deze doorberekening vindt deels via het Ministerie van BZK en deels rechtstreeks aan derden plaats. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van RvIG is een kostendekkende exploitatie.

Schuld aan gebruikers BRP

Het exploitatieresultaat over eerdere boekjaren met betrekking tot de BRP wordt met de gebruikers van de BRP vereffend door de staffelprijs van de BRP in 2022 en latere jaren te laten dalen ten opzichte van de staffelprijs in 2021. Hierdoor zijn de tarieven in 2023 niet volledig kostendekkend en ontstaat een begroot negatief saldo van baten en lasten. Dit negatieve saldo ad € 8,8 mln. wordt met de openstaande schuld aan gebruikers BRP verrekend. Ultimo 2021 bedraagt de openstaande schuld € 30,1 mln.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 38 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap RvIG over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

85.049

54.689

43.275

89

929

11.732

39.880

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

72.480

106.234

112.388

180.326

198.943

214.476

220.605

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 70.301
  • 125.185
  • 138.149
  • 171.569
  • 184.600
  • 182.788
  • 187.888
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

2.179

  • - 
    18.951
  • - 
    25.761

8.757

14.343

31.688

32.717

-/- totaal investeringen

  • 14.748
  • 10.254
  • 32.625
  • 4.877
  • 500
  • 500
  • 500

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • - 
    14.748
  • - 
    10.254
  • - 
    32.625
  • - 
    4.877
  • - 
    500
  • - 
    500
  • - 
    500

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

  • 3.040
  • 3.040
  • 3.040
  • 3.040

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

15.200

0

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

0

0

15.200

  • - 
    3.040
  • - 
    3.040
  • - 
    3.040
  • - 
    3.040
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

72.480

25.484

89

929

11.732

39.880

69.057

Toelichting

Operationele kasstroom

In 2023 vertoont de operationele kasstroom een negatief saldo. Dit wordt met name veroorzaakt doordat vanaf 2019 het aantal aangevraagde 10-jarige reisdocumenten terugloopt, waardoor de kasontvangsten teruglopen.

Investeringskasstroom

Voor 2023 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 32,6 mln. Dit betreft investeringen ten behoeve van het programma VRS en de vervanging van de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten.

Financieringskasstroom

In 2023 wordt naar verwachting een beroep op de leenfaciliteit gedaan ad € 15,2 mln. ter gedeeltelijke financiering van de vervanging van de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten.

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 39 Overzicht doelmatigheidsindicatoren RvIG

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

252

280

324

324

324

324

324

Saldo van baten en lasten (%)

25,6%

  • 5,0%
  • 5,4%
  • 4,8%
  • 4,5%
  • 4,5%
  • 4,6%

Klanttevredenheid

n.v.t.

7,7%

n.v.t.

7,8%

n.v.t.

8,0%

n.v.t.

 

Omschrijving Specifiek Deel

Kostprijzen per product (in €)

Abonnementsstructuur (B)

2.430

2.000

970

970

970

970

970

Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar

23,68

23,98

24,39

24,80

25,22

25,65

26,09

Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar

41,90

42,45

43,17

43,90

44,65

45,41

46,18

Identiteitskaart 5 jaar

7,52

6,06

6,16

6,26

6,37

6,48

6,59

Identiteitskaart 10 jaar

38,64

34,59

35,18

35,78

36,39

37,01

37,64

 

Beschikbaarheid

Beschikbaarheid GBA netwerk

100%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

Beschikbaarheid GBA-V

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Responsetijd GBA-V

<3 sec

< 3 sec

< 3 sec

< 3 sec

< 3 sec

< 3 sec

< 3 sec

Beschikbaarheid basisregister

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Beschikbaarheid verificatieregister

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Beschikbaarheid BSN

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Doorlichting uitgevoerd c.q. gepland in

 

2023

         

Toelichting Generiek Deel

Fte-totaal

Het aantal FTE neemt in 2023 verder toe als gevolg van de voorgenomen personele uitbreiding ter vermindering van de werkdruk en verdere uitbreiding van taken binnen RvIG.

Klanttevredenheid

Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats. Het eerstvolgende klanttevredenheidsonderzoek zal plaatsvinden in 2024.

Specifiek Deel

Kostprijzen per product

RvIG streeft ernaar om de kostprijzen per product zo constant mogelijk te houden.

De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen.

Beschikbaarheid

De doelstelling in 2023 met betrekking tot de beschikbaarheid van de diverse ICT-voorzieningen is het halen van de gestelde normen, als opgenomen onder de kwaliteitsindicatoren in bovenstaande tabel.

5.2 Logius

Inleiding

Logius is de dienst digitale overheid en onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Logius beheert en ontwikkelt producten en diensten voor de overheid en organisaties met een publieke taak, zodat burgers en bedrijven met hen digitaal hun zaken kunnen regelen. Dankzij producten en diensten zoals DigiD, MijnOverheid en Digipoort kunnen burgers onder andere digitaal belastingaangifte doen, digitale post ontvangen en veilig privacygevoelige data delen met onder andere de overheid en zorgverzekeraars. Logius zorgt voor een veilige toegang tot en gegevensuitwisseling binnen de digitale overheid. Daar waar er reeds succesvolle oplossingen beschikbaar zijn wordt het gebruik van (open) standaarden gestimuleerd door Logius en organiseert zij dat dergelijke oplossingen eenvoudig en eenduidig met elkaar samenwerken in stelsels zoals bijvoorbeeld Diginetwerk en PKIoverheid. Er wordt hiervoor nauw samengewerkt met andere overheden en organisaties met een publieke taak waar de behoefte van eindgebruikers, burgers en bedrijven, centraal worden gezet. De werkwijze is dan ook gericht op het flexibel en wendbaar kunnen inspelen op deze behoeften om onze dienstverlening continue te verbeteren.

Ten opzichte van voorgaande jaren vindt vanaf 2023 een verandering in de financieringssystematiek plaats. Dit betekent dat financiering voor de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) centraal plaatsvindt via het moederdepartement met als doel de administratieve lasten bij Logius te verminderen. Daarnaast blijft Logius ook financiering vanuit overige departementen en derden ontvangen voor de overige dienstverlening.

Als gevolg van de ontvlechting van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is Kennis- en Exploitatiecentrum Officiele Overheidspublicaties (KOOP) vanaf 2023 opgehangen onder Logius. KOOP is de drijvende kracht achter de grootste portalen met overheidsinformatie op internet: overheid.nl, wetten.nl en officiëlebekendmakingen.nl.

Dienstverlening

Logius biedt dienstverlening op de volgende gebieden:

Toegang

Logius biedt inlogmethodes waardoor mensen en organisaties veilig toegang krijgen tot de digitale overheid.

Interactie

Mogelijkheid voor burgers en ondernemers om op een veilige en toegankelijke manier te worden geattendeerd op belangrijke zaken met een digitaal bericht. Regie over deze persoonsgegevens, ligt bij de burgers en ondernemers.

Gegevensuitwisseling

Logius biedt oplossingen voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheden en hun ketenpartners. Dit maakt het ontsluiten en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk én hierdoor wordt informatie maar één keer aangeleverd.

Standaarden en stelsels

Via standaarden en stelsels zorgt Logius voor eenduidigheid, herbruik-baarheid en generieke oplossingen binnen de digitale overheid.

Logius investeert naast het borgen van continuïteit en veiligheid van haar dienstverlening, ook in het fundament voor een veilige, flexibele en wendbare digitale overheid. De volgende vier elementen vormen tezamen de kapstok voor ons werk in de komende jaren.

Continuïteit en veiligheid dienstverlening

De continuïteit en veiligheid van onze dienstverlening staat centraal bij ons. Dit doet Logius door alles wat het in beheer heeft te onderhouden en hierop kleine doorontwikkeling door te voeren. Dat betekent dat Logius ook in 2023 zal investeren in een betrouwbare dienstverlening dat op een solide infrastructuur draait, waar blijvend aandacht is voor beveiligingsaspecten. Daarom staat in 2023 naast continuïteit en veiligheid ook incident- en crisis-mangement hoog in het vaandel bij Logius.

Vernieuwen van het fundament

Logius zet belangrijke stappen om het fundament voor de digitale overheid te vernieuwen, waardoor dit toekomstbestendig wordt, beter schaalbaar is en flexibel ingezet kan worden. Denk daarbij aan een nieuwe infrastructuur conform cloud-principes en zogeheten microservices. Met deze microservices wordt het mogelijk om bepaalde functionaliteiten generiek te ontwikkelen, zodat hergebruik mogelijk is. Hiermee wil Logius op termijn afstappen van 'grote', op zichzelf staande, voorzieningen.

Wet- en regelgeving

Logius geeft invulling aan de implementatie van wet- en regelgeving. Denk daarbij aan de wet Digitale Overheid of de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Hiervoor moeten bestaande producten en diensten aangepast worden of moet Logius de dienstverlening richting andere overheidsdienstverleners ontsluiten.

Nieuwe ontwikkelingen

Logius levert, met nieuwe ontwikkelingen (elektronische identiteitskaart, digitalisering 'aanpak levensgebeurtenissen') en doorontwikkeling (begrijpelijkere toegang) ook een bijdrage aan de dienstverlening bij de invulling van de NL Digibeter agenda. Om verder invulling te geven aan de NL Digibeter agenda moet Logius investeren in de ontwikkeling van nieuwe dienstverlening (denk aan de routeringsvoorziening of nieuwe machtigings-oplossingen) en bestaande voorzieningen doorontwikkelen (bijvoorbeeld DigiD Substantieel en Hoog). Hierbij zet Logius ook in op het inrichten van afsprakenstelsels en verdere standaardisatie van de generieke digitale infrastructuur (GDI).

Staat van Baten en Lasten

Tabel 40 Begroting van baten-lastenagentschap Logius voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

239.148

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

waarvan omzet moederdepartement

71.958

82.367

300.787

300.787

300.787

300.787

300.787

waarvan omzet overige departementen

141.232

139.276

39.840

39.840

39.840

39.840

39.840

waarvan omzet derden

25.958

27.749

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

760

0

0

0

0

0

0

 

Totaal baten

239.908

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

 

Lasten

Apparaatskosten

241.491

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

  • Personele kosten

80.056

77.513

109.971

109.971

109.971

109.971

109.971

waarvan eigen personeel

37.215

48.116

69.153

69.153

69.153

69.153

69.153

waarvan inhuur externen

41.176

25.942

36.021

36.021

36.021

36.021

36.021

waarvan overige personele kosten

1.665

3.455

4.797

4.797

4.797

4.797

4.797

  • Materiële kosten

161.435

171.879

238.655

238.655

238.655

238.655

238.655

waarvan apparaat ICT

5.301

6.704

9.309

9.309

9.309

9.309

9.309

waarvan bijdrage aan SSO's

848

902

1.252

1.252

1.252

1.252

1.252

waarvan overige materiële kosten

155.286

164.273

228.094

228.094

228.094

228.094

228.094

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

400

0

0

0

0

0

0

  • Materieel

400

0

0

0

0

0

0

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

400

0

0

0

0

0

0

  • Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

19

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

19

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

241.910

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

 

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

  • - 
    2.002

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

  • - 
    2.002

0

0

0

0

0

0

Tabel 41 Begrote omzetverdeling Logius

 
 

Moederdepartement

Overige departementen

Derden

Totaal

DigiD

55.665

0

0

55.665

DigiD Machtigen

26.000

0

0

26.000

MijnOverheid Gegevens

21.997

0

0

21.997

MijnOverheid Berichtenbox

33.541

0

0

33.541

Digipoort (SBR, e-Factureren, FS, Sociaal)

61.126

0

0

61.126

Stelseldiensten

17.862

0

0

17.862

eHerkenning

5.020

0

0

5.020

PKIOverheid

2.036

0

0

2.036

Samenwerkende Catalogi

311

0

0

311

Diginetwerk

1.310

0

0

1.310

EIDAS

1.392

0

0

1.392

Digitoegankelijk

2169,590281

0

0

2.170

 

0

0

0

0

Subtotaal Beheer & Exploitatie (GDI)

228.430

0

0

228.430

Centraal Aansluitpunt (CA)

0

2.272

0

2.272

Standaard Platform (SP)

0

0

7.823

7.823

Haagse Ring & Netwerkdiensten

0,0

14.901,7

0

14.902

DigiInkoop

3.254

360

0

3.614

Bekendmakingen

0

0

0

0

ROAP

0

0

0

0

Peppol Autoriteit

0

0

0

0

Samenwerkende/Centrale catalogi

0,0

600

0

600

Bureau Forum Standaardisatie (BFS)

0

0

0

0

 

0

0

0

0

Subtotaal Beheer & Exploitatie (Overig)

3.254

18.134

7.823

29.210

Totaal Beheer & Exploitatie    231.684    18.134    7.823    257.640

 

Doorontwikkeling

30.059

21.706

177

0

Totaal Doorontwikkeling

30.059

21.706

177

51.942

 

KOOP

36.700

0

0

36.700

Overig

2.344

0

0

2.344

Totaal Overig

39.044

0

0

39.044

 

Totaal

300.787

39.840

8.000

348.626

Toelichting

Baten

Omzet

De totale omzet ten opzichte van 2022 neemt toe tot € 348,6 mln. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de omhanging van KOOP per 1 januari 2023. Het betreft een budgettair neutrale verschuiving van UBR naar Logius. In totaal gaat het om € 36,7 mln. Daarnaast stijgt de bijdrage voor dooront-wikkeling met € 12,5 mln. tot € 51,9 mln. De voorziene omzet voor de exploitatie van de voorzieningen stijgen met circa € 47,6 mln. Dit betreft zowel de GDI als niet-GDI dienstverlening. Belangrijkste onderdelen zijn o.a. Digipoort (€ 19,0 mln.), MijnOverheid (€ 13,3 mln.) en DigiD Machtigen (€ 10,0 mln.). Voorts zijn er ook een aantal nieuwe opdrachten toegevoegd aan het portfolio.

Omzet moederdepartement

Omzet moederdepartement bestaat uit de centrale financiering voor de GDI-dienstverlening, overige dienstverlening gefinancierd door BZK en de bijdrage voor doorontwikkeling. Deze omzet zal ten opzichte van 2022 toenemen van € 84,7 mln. naar € 300,8 mln. in 2023.

Omzet overige departementen

De omzet voor niet-GDI dienstverlening komt naast het moederdepartement ook vanuit andere departementen, die vooralsnog wel apart in de omzet vermeld worden. Dit geldt ook voor een aantal opdrachten uit de doorontwikkeling. De omzet andere departementen uit niet-GDI en doorontwikkeling bedraagt in 2023 ongeveer € 40 mln.

Omzet derden

Omzet derden bedraagt in 2023 € 8,0 mln. en bestaat uit omzet voor het Centraal aansluitpunt en een aantal kleine posten voor dienstverlening wat niet onder GDI valt, zoals diensten voor de waterschappen.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

In de personeelslasten is rekening gehouden met de nieuwe CAO voor 2023. De stijging van personele kosten zijn het gevolg van de omhanging van KOOP, uitbreiding van de dienstverlening, vertraging in migraties en de krapte op de arbeidsmarkt. De personeelskosten stijgen hierdoor tot € 30 mln. in 2023. Het merendeel wordt geïnvesteerd in eigen personeel. Een belangrijk speerpunt is de verdere verambtelijking van haar organisatie. Logius investeert hier in en voorziet een stijging van het aantal ambtenaren in vaste dienst met circa 25 FTE. Dit maakt een daling in de externe inhuur-kosten mogelijk. Externe inhuur wordt geprognosticeerd op € 10 mln. Het gaat hier vooral om personeelskosten voor beheer en verdere ontwikkeling van de regiefunctie.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor het grootste deel uit contractkosten voor de dienstverlening van Logius, zoals deze zijn opgenomen bij de omzet. Deze kosten vallen onder overig materieel en bestaan uit kosten voor leveranciers die zorgen voor o.a. applicatiebeheer, infrastructuurbeheer en hosting van de producten. Daarnaast vallen hier de contractkosten onder voor bedrijfsvoering. Een klein deel van de materiële kosten, de kantoorautomatisering en huisvesting, valt onder apparaat ICT en bijdrage SSO's.

De bijdrage aan SSO's (Shared Service Organisaties) stijgen jaarlijks met gelijke tred. Denk hierbij aan UBR en P-direct. De apparaat ICT, huur laptops, software licenties en mobiele telefonie stijgen naar verwachting harder. Deze is gekoppeld aan de uitbreiding van de dienstverlening.

Overige materiele kosten stijgen in 2023 met ruim € 40 mln. tot € 228,1 mln.

De uitbreiding van de dienstverlening zorgt ook voor een kostenstijging voor generieke Infrastructuur, mede als gevolg van de vertraging in migraties en een te lage kostenschatting 2022. Voor 2023 zijn de kosten naar boven bijgesteld (€ 16,4 mln.). Voorts zien we extra migratiekosten als gevolg van de omhang van KOOP, Standaard Platform en Logius Private Cloud.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 42 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap Logius over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

67.239

72.404

72.404

72.404

72.404

72.404

72.404

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

261.164

249.392

348.626

348.626

348.626

348.626

348.626

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 240.038
  • 249.392
  • 348.626
  • 348.626
  • 348.626
  • 348.626
  • 348.626
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

21.126

0

0

0

0

0

0

-/- totaal investeringen

0

0

0

0

0

0

0

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

88.365

72.404

72.404

72.404

72.404

72.404

72.404

Toelichting

Operationele kasstroom

In alle jaren is uitgegaan van exploitatieresultaat dat nihil is. Er wordt afgerekend op basis van werkelijke kosten.

Tabel 43 Overzicht doelmatigheidsindicatoren Logius

 
 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         

Omschrijving Generiek Deel

Verloop kostprijs MijnOverheid-Berichtenbox

€ 0,49

€ 0,32

€ 0,39

€ 0,40

€ 0,40

€ 0,41

€ 0,42

Verloop kostprijs DigiD

€ 0,11

€ 0,13

€ 0,11

€ 0,10

€ 0,10

€ 0,09

€ 0,09

Verloop kostprijs DigiD Machtigen

€ 1,22

€ 0,88

€ 1,86

€ 0,89

€ 0,46

€ 0,44

€ 0,42

Verloop uurtarief

90,97

81,58

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

 

Totale omzet Logius

€ 239 mln.

€ 249 mln.

349

349

349

349

349

 

Fte overhead

20,0%

23,0%

22,2%

22,2%

22,2%

22,2%

22,2%

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

394

548

701

701

701

701

701

Saldo van baten en lasten (%)

5,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Klanttevredenheid (KTO)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

(MTO)

7,1

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Benchmark

uitgevoerd

gepland

gepland

gepland

gepland

gepland

gepland

 

Omschrijving Specifiek Deel

DigiD

  • Aantal DigiD authenticates

557 mln.

474 mln.

517 mln.

558 mln.

603 mln.

651 mln.

703 mln.

DigiD Machtigen

  • Aantal DigiD Machtigen authenticaties

-

-

14 mln.

30 mln.

60 mln.

65 mln.

70 mln.

MijnOverheid

  • Aantal berichten

81 mln.

85 mln.

86 mln.

87 mln.

88 mln.

89 mln.

90 mln.

Digipoort

  • Aantal berichten via Digipoort

67 mln.

40 mln.

67 mln.

67 mln.

67 mln.

67 mln.

67 mln.

 

Beschikbaarheid Dienstverlening

DigiD

99,78%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

DigiD Machtigen

99,98%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

MijnOverheid

99,99%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

PKIoverheid

100,00%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

99,0%

Diginetwerk

100,00%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Stelseldiensten (Digimelding, Digilevering, OIN-register, Stelselcatalogus)

99,83%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

Digipoort; Procesinfrastructuur (SBR)

  • Operational Excellence

99,75%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

  • Baseline

100,00%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

  • B2

100,00%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

99,7%

BSN Koppelregister

100,00%

99,2%

99,2%

99,2%

99,2%

99,2%

99,2%

 

Beschikbaarheid eerstelijns burgerondersteuning

Aanname % Calls - 1e lijns klantcontactcenter

  • DigiD en DigiD Machtigen

70,90%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

  • MijnOverheid

97,50%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

97,0%

ServiceLevel Calls 80/20 - 1e lijns

             

klantcontactcenter

             
  • DigiD en DigiD Machtigen

32,70%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

  • MijnOverheid

64,40%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

Doorlichting gepland c.q. uitgevoerd

 

2022

         

Toelichting

Voor alle doelmatigheidsindicatoren geldt dat Logius afhankelijk is van externe opdrachtgevers (bijvoorbeeld belastingdienst) als het gaat om de volumes.

Generiek deel

Verloop kostprijs MijnOverheid-Berichtenbox

De kostprijs van MijnOverheid-Berichtenbox is gebaseerd op de kosten MijnOverheid-Berichten gedeeld door het aantal berichten. Door de vele ontwikkelingen is het moeilijk om meerjarige tarieven af te geven. Vooralsnog gaat Logius ervan uit dat toekomstige kostenstijgingen gecompenseerd worden door toename van gebruik.

De inschatting van toekomstige volumes voor de prognoses, is een inschatting die Logius zelf moet maken. De stijging van het tarief is vooralsnog het gevolg van een conservatieve inschatting van de aantallen.

Verloop kostprijs MijnOverheid-Gegevens

De kostprijs van MijnOverheid-Gegevens is gebaseerd op de kosten MijnOverheid-Gegevens (buiten de btw).

Verloop kostprijs DigiD

De kostprijs van DigiD is gebaseerd op de kosten DigiD (buiten de btw) gedeeld door het aantal authenticaties (netto). Door de vele ontwikklingen is het moeilijk om meerjarige tarieven af te geven. Vooralsnog gaat Logius ervan uit dat toekomstige kostenstijgingen gecompenseerd worden door toename van gebruik.

Verloop kostprijs DigiD Machtigen

De kostprijs van DigiD Machtigen is gebaseerd op de kosten DigiD (buiten de btw) gedeeld door het aantal gebruikte machtigingen (netto). Door de vele ontwikkelingen is het moeilijk om meerjarige tarieven af te geven. Vooralsnog gaat Logius ervan uit dat toekomstige kostenstijgingen gecompenseerd gaan worden door toename van gebruik. De stijging van het tarief is vooralsnog het gevolg van een zeer conservatieve inschatting van de aantallen.

Specifiek deel

Aantal DigiD authenticaties

De fluctuatie in de DigiD aantallen werden eerder vooral veroorzaakt door incidentele aantallen als gevolg van COVID-19 (testen- en vaccinatie). Onze verwachting is dat die aantallen voor 2023 zullen dalen. Echter het gebruik in algemene zin zal toenemen. Door het meer vertrouwd raken met DigiD door de burger (na COVID-19), maar ook de uitbreiding van het portfolio en de bredere dienstverlening.

5.3 P-Direkt

Inleiding

P-Direkt levert voor circa 150.000 medewerkers en managers, werkzaam binnen de Rijksoverheid, moderne, efficiënte, betrouwbare en direct toegankelijke administratieve dienstverlening voor personeelszaken. De personeelsadministratie, salarisbetaling en informatievoorziening zijn belangrijke eindproducten.

De kernwaarden van P-Direkt zijn: betrouwbaar, efficiënt, klantgericht en innovatief (BEKI). Met elkaar en in deze volgorde geven deze kernwaarden richting aan de ontwikkeling van de dienstverlening van P-Direkt.

De samenvoeging tot Organisatie & Personeel samenwerking Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (O&P VBR)

O&P VBR is een samenvoeging per 1 januari 2023 van de shared service organisatie P-Direkt en de onderdelen Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)-Personeel en UBR-Binnenwerk van de shared service organisatie UBR. De maatschappelijke dynamiek en de veelal complexe, departement overstijgende maatschappelijke opgaves, vragen om een wendbare overheid met een interdepartementale aanpak. Herpositionering van een toekomstbestendige bedrijfsvoering is noodzakelijk om daarop te kunnen aansluiten.

In het kalenderjaar 2022 is dit geeffectueerd op het gebied van personeel, financiën, (mede)zeggenschap, agentschapsvorming, topstructuur en O&F-plannen. De activiteiten van 2023 zullen voor een belangrijk deel in het teken staan van de volledige integratie van de samengevoegde onderdelen.

De dienstverlening

P-Direkt heeft in een masterplan voor de jaren 2020-2025 inzichtelijk gemaakt hoe de dienstverlening zich in de komende jaren ontwikkelt en hoe wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. De hoofdpunten voor 2023 zijn hierna samengevat.

Verbeteren van de dienstverlening

De technologische ontwikkeling gaat snel. Dit opent mogelijkheden om onze bestaande diensten te verbeteren. In 2023 wordt verder gegaan met (de voorbereiding van) de transitie van de on-premises-applicaties met een rijksbreed karakter naar applicaties in de cloud: met veel aandacht voor de veiligheid. Voordelen daarvan zijn onder andere flexibele opslag en rekencapaciteit en makkelijke bereikbaarheid voor medewerkers en afnemers.

Verdiepen van de dienstverlening

P-Direkt wil de bestaande dienstverlening verdiepen en verbeteren door proactief mee te denken en te adviseren over wet- en procesharmonisatie en een betere rechtspositie in het kader van de 'één werkgever Rijk' gedachte.

Verbreden van de dienstverlening

P-Direkt draagt vanuit de bedrijfsvoering bij aan grenzeloos samenwerken en de uitvoering van het strategisch personeelsbeleid Rijk. De verdergaande digitalisering biedt mogelijkheden om de HR-processen betreffende de werving en selectie, ontwikkelplannen en interne mobiliteit meer en beter te ondersteunen. Daarbij staat voorop dat verbreding moet passen bij de kernwaarden.

Staat van baten en lasten

Tabel 44 Begroting van baten-lastenagentschap P-Direkt voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

107.288

108.986

115.204

115.807

115.643

115.479

115.479

waarvan omzet moederdepartement

97.784

99.620

104.020

104.019

103.855

103.691

103.691

waarvan omzet overige departementen

9.028

8.981

10.672

11.276

11.276

11.276

11.276

waarvan omzet derden

476

385

512

512

512

512

512

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

188

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

463

0

0

0

0

0

0

 

Totaal baten

107.939

108.986

115.204

115.807

115.643

115.479

115.479

 

Lasten

Apparaatskosten

101.835

106.454

112.939

113.715

113.856

113.856

113.856

  • Personele kosten

60.635

64.307

68.753

68.905

69.046

69.046

69.046

waarvan eigen personeel

50.835

53.910

58.415

58.920

59.420

59.420

59.420

waarvan inhuur externen

9.303

9.052

9.173

8.814

8.455

8.455

8.455

waarvan overige personele kosten

497

1.345

1.165

1.171

1.171

1.171

1.171

  • Materiële kosten

41.200

42.147

44.186

44.810

44.810

44.810

44.810

waarvan apparaat ICT

10.693

10.423

11.608

12.096

12.096

12.096

12.096

waarvan bijdrage aan SSO's

27876

29.249

30.662

30.793

30.793

30.793

30.793

waarvan overige materiële kosten

2.631

2.475

1.916

1.921

1.921

1.921

1.921

Rentelasten

47

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

3.500

2.532

2.265

2.092

1.787

1.623

1.623

  • Materieel

201

200

100

100

100

100

100

waarvan apparaat ICT

144

150

100

100

100

100

100

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

57

50

0

0

0

0

0

  • Immaterieel

3.299

2.332

2.165

1.992

1.687

1.523

1.523

Overige lasten

1.860

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

768

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

1092

0

0

0

0

0

0

 

Totaal lasten

107.242

108.986

115.204

115.807

115.643

115.479

115.479

 

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

697

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

697

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Tabel 45 Begrootte omzetverdeling P-Direkt

Onderverdeling naar Generieke Dienst Specifiek/Maatwerk Projecten

Overige Ontvangsten / bijdragen Totaal

Moederdepartement

98.078

5.942

0

0

104.020

Overige departementen 1.381 8.266 1.025 n.v.t. 10.672

Derden

163

349

0

n.v.t.

512

Totaal

99.622

14.557

1.025

0

115.204

Omzet

De omzet stijgt in 2023 ten opzichte van 2022 door een stijging van de aantallen medewerkers bij de departementen met ruim 5.500 individuele arbeidsrelaties (IAR), de uitbreiding van de basis dienstverlening met de dienst Kennispunt Financiële Rechtspositie (KFR) en een aantal maatwerk diensten als de Rijks Rooster Applicatie (RRA) en Werving en Selectie Succesfactors.

Omzet Moederdepartement

De generieke omzet betreft de centrale financiering van de P-Direkt basisdienstverlening voor de ministeries. Het bevat o.a. de personeelsadministratie, de salarisbetaling en de informatievoorziening. De maatwerk omzet betreft o.a. de centrale financiering van de mobiliteitswebsites van de Rijksoverheid en het Identity Management beheer (IDM-beheer) voor het Ministerie van BZK.

Omzet overige departementen

Dit betreft de doorbelasting van projecten en maatwerk dienstverlening zoals de interne controle over de HR-keten en meerwerk zoals dataleve-ringen en interfaces. Daarnaast betreft het de doorbelasting van rijksbrede ICT-voorzieningen zoals de Rijkspas, het Rijks Identity Management (RIdM) en het beheer van het rijks identificerend nummer (BvRIN).

Omzet derden

P-Direkt levert basis dienstverlening aan twee ZBO's met eigen rechtspersoonlijkheid en de rijksbrede ICT-voorziening Rijkspas aan de Nationale Politie.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

De stijging van de kosten van eigen personeel is het gevolg van benodigde extra capaciteit om het extra werkaanbod, door de stijging van het aantal departementale werknemers en nieuwe dienstverlening, te kunnen opvangen, en geprognosticeerde CAO-loonstijging.

P-Direkt zet in op verlaging van de kosten van extern personeel maar voor sommige rijksbrede programma's en samenwerking blijft de inhuur van specialistische expertise vaak wel noodzakelijk. Omdat die oftewel uniek is en niet te internaliseren, dan wel niet structureel noodzakelijk en daarom niet efficiënt om in dienst te nemen.

Materiële kosten

Bijdrage aan SSO's

Dit betreft voornamelijk de kosten van kantoorautomatisering, ICT-applica-tiebeheer en de huisvestingskosten. De stijging van deze kosten is enerzijds het gevolg van meer afname, o.a. huisvesting en kantoorautomatisering, en anderzijds het gevolg van hogere prijsstelling door de betreffende Shared Service Organisaties. Ook betreft het inbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de Rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, RIdM en BvRIN en het IDM-beheer voor het ministerie van BZK.

Apparaat ICT

Dit betreft voornamelijk de kosten van systeemlicenties en uitbestede systeemontwikkeling- en beheer. Ook betreft het de uitbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de Rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, RIdM en BvRIN.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in de immateriële en materiële vaste activa. De grootschalige P-Direkt-systemen Payroll, het Portaal, het HR-registratiesysteem, het Electronisch personeelsarchief en het Contact center/Optimaal Verbinden zijn in 2022 volledig afgeschreven. P-Direkt is bezig met een vernieuwingsprogramma waarin de systemen minder grootschalig worden gemoderniseerd. De vrijkomende afschrijvingsruimte is benut voor kort cyclische ontwikkeling middels eigen personeel.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 46 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap P-Direkt over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet

2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

16.366

10.064

20.959

15.704

13.621

15.178

15.226

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

119.434

108.986

115.204

115.807

115.643

115.479

115.479

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 109.082
  • 107.453
  • 117.939
  • 116.215
  • 113.856
  • 113.856
  • 113.856
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

10.352

1.533

  • 2.735
  • 408

1.787

1.623

1.623

-/- totaal investeringen

  • 1.120
  • 2.945
  • 1.740
  • 895
  • 230
  • 1.575
  • 3.600

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 1.120
  • 2.945
  • 1.740
  • 895
  • 230
  • 1.575
  • 3.600

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

  • 3.802
  • 2.120
  • 780
  • 780

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

2.695

0

0

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
  • 3.802

575

  • 780
  • 780

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

21.796

9.227

15.704

13.621

15.178

15.226

13.249

Toelichting

Operationele kasstroom

In 2023 verwacht P-Direkt een lagere operationele kasstroom door een afloop van de schuldposten nog te ontvangen facturen en vooruit gefactureerde termijnen.

Investeringskasstroom

In 2023 gaat P-Direkt door met de realisatie van de investeringsagenda. Dat betreft voornamelijk de vervanging van software die aan het eind van de levensduur is en de verbetering van de efficiency en klantinteractie door onder andere chatbot en robotisering ten behoeve van vraagsturing. Maar ook de verdere ontwikkeling van de P-Direkt App, het datagedreven werken en het breed mogelijk maken van hybride werken binnen P-Direkt.

Financieringsstroom

Voor 2023 en volgende jaren wordt geen beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de financiering van de systeeminvesteringen. De investeringsomvang is de laatste jaren van zodanige omvang dat P-Direkt voldoende eigen vermogen heeft om de investeringen voor te financieren. De leningen worden bij aanvang van de dienstverlening of bij oplevering van het gerealiseerde actief in vijf jaar afgelost en afgeschreven.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

P-Direkt streeft naar operational excellence waarbij maximaal wordt afgestemd op de behoefte van de gebruiker. P-Direkt zet methodes in als Lean en Agile-Scrum zodat de organisatie in staat is om (continue) kort cyclisch verbeteringen door te voeren voor onze klanten en op onze processen.

P-Direkt werkt met een Producten- en dienstengids (PDG) inclusief service-levels. In de PDG zijn de verschillende diensten en activiteiten, leveringsvoorwaarden en de kwaliteitsborging vastgelegd die de ministeries van P-Direkt kunnen verwachten.

Tabel 47 Overzicht doelmatigheidsindicatoren P-Direkt

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

Kostprijzen per product (groep)

656,8

670,0

680,25

680,25

680,25

680,25

680,25

Verloop tarieven/uur (basisjaar = € 713)

114,2

94,0

95,4

95,4

95,4

95,4

95,4

Aantal individuele arbeidsrelaties (IAR)

144.626

144.435

149.964

149.964

149.964

149.964

149.964

Totale omzet basisdienstverlening (x 1.000)

91.746

94.403

99.622

99.622

99.622

99.622

99.622

Totale omzet overige + projecten (x 1.000)

15.542

14.583

15.582

16.185

16.021

15.857

15.857

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

637,4

729,9

742,4

745,6

745,6

745,6

745,6

Saldo van baten en lasten (%)

0,65%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Medewerkerstevredenheid

6,4

7

7

7

7

7

7

Omschrijving Specifiek Deel

Gebruikerstevredenheid

 

De mate waarin medewerkers en managers tevreden zijn over de dienstverlening van P-Direkt

7,4

>7

>7

>7

>7

>7

>7

Tijdige afhandeling vragen, klachten, wijzigingen en documenten

 

P-Direkt beantwoordt vragen en klachten binnen

5 werkdagen.

93,2%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

P-Direkt verwerkt wijzigingen binnen 5 werkdagen.

83,6%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

P-Direkt archiveert documenten binnen 10 werkdagen.

89,3%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

De gemiddelde wachttijd per dag aan de telefoon is maximaal 45 seconden.

270 sec

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

Beschikbaarheid systeem

 

Het P-Direktportaal is zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar. Op werkdagen geldt een beschikbaarheidsnorm tussen 8.00 uur tot 17.00 uur.

100,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

Bereikbaarheid

 

Het contactcenter is bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur

99,5%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

 

Betrouwbaarheid

P-Direkt zorgt voor volledige en tijdige dataleveringen via interfaces.

99,8%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

P-Direkt verwerkt wijzigingen op een juiste manier.

99,5%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

 

2024

         

Toelichting Generiek deel

Kostprijs per productgroep

P-Direkt realiseert in opdracht van de eigenaar jaarlijks goedkopere basisdienstverlening. P-Direkt heeft ook voor 2023 weer afgesproken om minimaal 1% op de totale kosten van de uitvoering te besparen. We zien dat desondanks de verloop tarief indicator in 2023 wel stijgt ten opzichte van 2022. Naast het verwerken van de door het Centraal Planbureau geprognosticeerde prijsstijging 2023 wordt dit veroorzaakt door een uitbreiding van de basis dienstverlening met de dienst KFR.

Fte-Totaal

Ondanks de personeelsdaling in het kader van de efficiencytaakstelling groeit de formatie van P-Direkt in verband met de gestegen aantallen departementale lAR's (plus ruim 5.500) en de uitbreiding van de dienstverlening.

Specifiek deel

ICT diensten

P-Direkt verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening, beschikbaarheid en bereikbaarheid.

Onze servicelevels gelden voor het hele jaar en zijn voor alle klanten hetzelfde. De servicelevels zijn geen doel op zich, maar minimale normen. P-Direkt informeert de stakeholders periodiek over de servicelevels.

5.4 Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

Inleiding

Als Rijksbrede dienstverlener werkt UBR elke dag aan het beter, sterker en slimmer maken van het Rijk. UBR bestaat uit 19 sterke merken welke verdeeld zijn over 10 verschillende UBR-onderdelen. UBR levert (kennisintensieve) dienstverlening op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. Zo levert UBR op verschillende terreinen advies-, transitie- en innovatiediensten en is UBR een expert in (rijks)beveiliging en in het afhandelen van koeriers- en transportdiensten.

UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten. Binnen UBR draaien verschillende programma's welke zijn geënt op het binden aan de Rijksoverheid van schaarse en hoogwaardige technische kennis.

Daarnaast draagt UBR bij aan de arbeidsmarktopgaven van de maatschappij en het Rijk voor mensen met een arbeidsbeperking. Het organisatieonderdeel Binnenwerk creëert banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor rijksonderdelen verzorgt Binnenwerk het werven, begeleiden en organiseren van banen. Binnenwerk treedt op als gemandateerd werkgever voor verschillende rijksonderdelen en geeft invulling aan de Wet Arbeidsparticipatie en het convenant Banenafspraak. Binnenwerk wordt gefinancierd vanuit deelnemende rijksonderdelen.

De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (veelal p x q). Het onderdeel Personeel i.o. heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budget gefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.

De voorbereidingen voor de ontvlechting van KOOP uit UBR zijn in gang gezet en zal begin 2023 effectief worden. In de ontwerpbegroting UBR 2023 is KOOP om deze reden ook niet meer meegenomen.

Staat van baten en lasten

 

Tabel 48 Begroting van baten-lastenagentschap UBR voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)    1

 

Stand Slotwet

2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

330.324

317.896

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

waarvan omzet moederdepartement

102.800

124.559

108.346

108.415

108.486

108.559

108.633

waarvan omzet overige departementen

224.325

182.685

212.322

230.389

238.599

238.526

238.452

waarvan omzet derden

3.199

10.653

4.441

4.441

4.441

4.441

4.441

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

1.613

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

   

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

331.937

317.896

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         

Lasten

Apparaatskosten

330.799

316.478

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

  • Personele kosten

219.401

208.115

220.410

235.852

242.821

242.821

242.821

waarvan eigen personeel

167.855

178.091

189.585

204.357

211.326

211.326

211.326

waarvan inhuur externen

47.649

22.358

21.397

21.397

21.397

21.397

21.397

waarvan overige personele kosten

3.897

7.666

9.428

10.097

10.097

10.097

10.097

  • Materiële kosten

111.398

108.363

104.066

106.759

108.071

108.071

108.071

waarvan apparaat ICT

3.876

4.714

5.715

5.723

5.723

5.723

5.723

waarvan bijdrage aan SSO's

20.280

21.294

19.416

20.856

21.576

21.576

21.576

waarvan overige materiële kosten

87.242

82.353

78.936

80.181

80.773

80.773

80.773

Rentelasten

0

2

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

484

1.419

634

634

634

634

634

  • Materieel

140

323

335

335

335

335

335

waarvan apparaat ICT

83

23

185

185

185

185

185

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

57

300

150

150

150

150

150

  • Immaterieel

344

1.096

299

299

299

299

299

Overige lasten

1.014

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

1.014

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

     

0

0

0

0

0

Totaal lasten

332.297

317.896

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

     

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

  • 360

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

  • 360

0

0

0

0

0

0

NB: In de kolom vastgestelde begroting 2022 is voor overige materiële kosten een aanpassing doorgevoerd van € 0,9 mln. waardoor de gepresenteerde cijfers afwijken van de gepubliceerde begroting 2022. De totale materiële kosten blijven ongewijzigd.

Toelichting

Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie. Bij het opstellen van de begroting 2023 is uitgegaan van de 2022 tarieven geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling van 3,16%. Voor de verwachte omvang van de afzet is rekening gehouden met de ontwikkelingen in het verzorgingsgebied welke leiden tot een toenemende of afnemende vraag.

Omzet

In onderstaande tabel zijn de begrote omzetcijfers 2023 per organisatieonderdeel (afgerond op miljoenen euro's) weergegeven:

 

Tabel 49 Begrootte omzetverdeling UBR voor het jaar 2023 (bedragen € 1 mln. afgerond op € 1 mln.)

x

Organisatie Onderdeel

Rijks Beveiligings Organisatie (RBO)

100,3

Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD)

16,5

Haagse Inkoop Samenwerking (HIS)

17,5

I-Interim Rijk (IIR)

35,0

Organisatie

17,5

Personeel (UBR P

64,9

Binnenwerk (BW)

38,4

Ontwikkelbedrijf (OW)

28,6

Bedrijfsvoering & Financiën (Bv&F)

6,4

Totale omzet UBR

325,1

Hoewel KOOP (begrote omzet 2022: € 33,2 mln.) niet is meegenomen in de ontwerpbegroting 2023, komt de totale begrote omzet 2023 voor UBR € 7,2 mln. hoger uit dan de vastgestelde begroting voor 2022. Dit is grotendeels te herleiden naar een toename van de omzet bij BW (€ 6,7 mln.), RBO (€ 14,7 mln.) en UBR|P (€ 8 mln.) OW, Organisatie, Bv&F en IIR voorzien een toename in de omzet van respectievelijk € 4,2 mln., € 3,7 mln., € 2,3 mln. en € 1 mln.

BW verwacht in 2023 een sterke toename van het aantal gerealiseerde participatiebanen. De begrote omzet 2023 is om deze reden met € 6,7 mln. naar boven bijgesteld ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022. Omdat steeds meer departementen aansluiten bij RBO is de begrote omzet 2023 van RBO € 14,7 mln. hoger dan de vastgestelde begroting 2022.

UBR P laat in de ontwerpbegroting 2023 een omzetstijging zien ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 van € 8 mln. Dit is gebaseerd op de toenemende vraag naar de diensten van Arbeidsmarktcommunicatie en Bedrijfszorg wat leidt tot een verwachte omzetstijging van € 5,3 mln. De indexatie van de tarieven leidt bij UBR P tot een omzetstijging voor 2023 van € 2,7 mln.

De omzetstijging van OW in de ontwerpbegroting 2023 van € 4,2 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 is het gevolg van de definitieve toekenning van structurele financiering voor het programma HR-ICT Rijksdienst (programma HR-ICT). De vraag naar de dienstverlening van Rijksconsultants (RC) neemt sterk toe. Tegelijkertijd is een groei zichtbaar in de detachering van interim functionarissen (IF-ers) bij RC waardoor meer opdrachten kunnen worden ingevuld. Dit leidt tot een toename in de begrote omzet 2023 van Organisatie van € 3,7 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022. De groei in de begrote omzet 2023 ten opzichte van 2022 van Bv&F met € 2,3 mln. is te herleiden naar de nieuwe dienstverlening, het beheren van het applicatie ontwikkelplatform |(WEM) en het ontwikkelen van applicaties hierop. Daarnaast voert Bv&F als eigenaar het beheer uit op het inkoopsysteem elektronisch Contracteren Bestellen en Factureren (eCBF) waarvoor de afnemers zullen worden doorbelast. De hogere begrote omzet 2023 van IIR (€ 1 mln.) ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 wordt voornamelijk veroorzaakt door de indexatie.

Lasten

Apparaatskosten

De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR en de transitie van KOOP naar Logius.

Personele kosten

De toename van de begrote personele kosten ten opzichte van de vastgestelde begroting ligt in lijn met de begrote stijging van de omzet.

Waarvan eigen personeel

De kosten voor eigen personeel zijn € 11,5 mln. hoger begroot dan de vastgestelde begroting. Dit is gerelateerd aan de hogere begrote omzet van € 7,2 mln. in combinatie met een verschuiving van uitbesteding en externe inhuur naar kosten eigen personeel als gevolg van verambtelijking.

Waarvan externe inhuur

De begrote externe inhuur 2023 is € 1 mln. lager dan de vastgestelde begroting 2022. Dit is het gevolg van verambtelijking van functies en de opdracht aan de organisatieonderdelen om externe inhuur terug te dringen.

Waarvan overige personele kosten

De toename van de begrote overige personele kosten met € 1,8 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig te herleiden naar de onderdelen OW, IIR en Organisatie. In het kader van opleiding en kennisontwikkeling is voor alle drie deze onderdelen de begroting van overige personele kosten naar boven bijgesteld.

Materiële kosten

De begrote materiële kosten 2023 komen € 4,3 mln. lager uit dan de vastgestelde begroting 2022. Dit wordt enerzijds verklaard door de ontvlechting van KOOP uit UBR en anderzijds door een verschuiving van uitbesteding naar kosten eigen personeel als gevolg van verambtelijking.

Afschrijvingskosten

De begrote afschrijvingskosten 2023 zijn € 0,8 mln. lager dan de vastgestelde begroting 2022. Deze bijstelling is gebaseerd op de gerealiseerde afschrijving in 2021 en de verwachte investeringen materiële en immateriële activa de komende jaren.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 50 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap UBR over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

50.936

47.890

46.890

45.890

44.890

43.890

42.890

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

383.599

317.896

325.110

343.245

351.526

351.526

351.526

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 360.645
  • 317.896
  • 325.110
  • 343.245
  • 351.526
  • 351.526
  • 351.526
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

22.954

0

0

0

0

0

0

-/- totaal investeringen

  • 826
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

4

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 822
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000
  • 1.000

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

  • 2.296

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

  • 143

0

0

0

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
  • 2.439

0

0

0

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

70.629

46.890

45.890

44.890

43.890

42.890

41.890

Toelichting

Het rekening-courantsaldo ultimo 2023 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom en de investeringskasstroom. De investering van € 1 mln. voor de jaren 2023 tot en met 2027 is begroot voor de verwachte vervanging van materiële en immateriële activa. Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting geen beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 51 Overzicht doelmatigheidsindicatoren UBR

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

Saldo van baten en lasten (%)

  • 0,1%

0

0

0

0

0

0

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

1986

2265

2205

2513

2667

2667

2667

Kwaliteitsindicator 1 - MTO

6,6

>7

>7

>7

>7

>7

>7

 

Omschrijving Specifiek Deel

UBR

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

 

121,6

125,4

125,4

125,4

125,4

125,4

Tarieven/uur (indexcijfer)

 

121,6

125,4

125,4

125,4

125,4

125,4

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

 

140

147

147

147

147

147

Tevredenheid dienstverlening

 

>7

>7

>7

>7

>7

>7

 

UBR|Personeel

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

122,4

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Tarieven/uur (indexcijfer)

122,4

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

216

174

196

196

196

196

196

Tevredenheid dienstverlening

-

>7

> 7

> 7

> 7

> 7

> 7

UBR|Binnenwerk

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

122,8

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Tarieven/uur (indexcijfer)

122,8

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

38

43

49

49

49

49

49

Tevredenheid dienstverlening

-

>7

>7

>7

>7

>7

>7

 

UBR|HIS

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

122,1

124,4

128,3

128,3

128,3

128,3

128,3

Tarieven/uur (indexcijfer)

122,1

124,4

128,3

128,3

128,3

128,3

128,3

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

163

149

154

154

154

154

154

Tevredenheid dienstverlening

8,39

>8

>8

>8

>8

>8

>8

 

UBR|Organisatie

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

118,6

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Tarieven/uur (indexcijfer)

118,6

120,9

124,7

124,7

124,7

124,7

124,7

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

184

171

176

176

176

176

176

Tevredenheid dienstverlening

8,6

>7

> 7

> 7

> 7

> 7

> 7

UBR|IIR

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

120,6

122,9

126,8

126,8

126,8

126,8

126,8

Tarieven/uur (indexcijfer)

120,6

122,9

126,8

126,8

126,8

126,8

126,8

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

160

162

163

163

163

163

163

Tevredenheid dienstverlening

-

>7

> 7

> 7

> 7

> 7

> 7

 

UBR|IPKD

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

122,1

124,5

128,2

128,2

128,2

128,2

128,2

Tarieven/uur (indexcijfer)

122,1

124,5

128,2

128,2

128,2

128,2

128,2

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

115

89

70

70

70

70

70

Tevredenheid dienstverlening

7,7

>7

>7

>7

>7

>7

>7

UBR|RBO

 

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

121,0

122,0

125,4

125,4

125,4

125,4

125,4

Tarieven/uur (indexcijfer)

121,0

122,0

125,4

125,4

125,4

125,4

125,4

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

56

89

69

69

69

69

69

Tevredenheid dienstverlening

-

>7

>7

>7

>7

>7

>7

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

 

-

         

Toelichting Algemeen deel

Aantal fte totaal

Het aantal begrote fte's laat in vergelijking met de vastgestelde begroting een daling zien van 60 fte. Dit wordt grotendeels verklaard door de transitie van KOOP (95 fte in de vastgestelde begroting) naar Logius. Het aantal begrote fte van BW vertoont een daling van 44 fte. Dit is het gevolg van de vertraagde groei van het aantal participatiebanen. RBO, IPKD en Organisatie begroten een toename van het aantal fte met respectievelijk 43, 25 en 13. Bij RBO en IPKD wordt deze toename veroorzaakt door verambtelijking. Organisatie breidt het aantal fte uit om aan de toenemende vraag naar de dienstverlening van RC te kunnen voldoen.

Klanttevredenheid

Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert UBR de indicator klanttevredenheid over de dienstverlening per organisatieonderdeel. De onderliggende methodiek bij het vaststellen van dit cijfer en de periodiciteit van afname verschilt vanwege de verschillen in dienstverlening per organisatieonderdeel. UBR streeft ernaar minimaal hoger dan een 7 te scoren.

Medewerkers onderzoek, werkplezier en werkdruk Het medewerkers onderzoek (MO) wordt bij UBR om de twee jaar uitgevoerd. In het kader van de transitie is het medewerkers onderzoek zowel in 2021 als in 2022 uitgevoerd. UBR heeft als doelstelling een medewerkers onderzoek score > 7.

Omzet per fte

UBR breed vertoont de begrote omzet per fte een stijging van zevenduizend euro per fte. Dit is het gevolg van een toenemende omzet per fte bij alle organisatieonderdelen met uitzondering van RBO en IPKD. Deze onderdelen begroten een afname van de omzet per fte voor RBO en IPKD met respectievelijk twintigduizend en negentienduizend euro. Deze afname van de omzet per fte is het gevolg van een groei in het aantal fte (zoals onder FTE's toegelicht) als gevolg van verambtelijking. RBO begroot een toename in de omzet van € 14,7 mln. en een verhoging van uitbesteding met € 11 mln. Wat in combinatie met de relatief grote toename van het aantal fte leidt tot een verlaging van de omzet per fte. De begrote omzetstijging voor UBR P leidt bij een gelijkblijvend aantal fte tot een omzetstijging per fte van tweeëntwintig duizend euro. Door de begrote groei in aantal banen bij BW wordt de omvang van de staf ten opzichte van het aantal banen steeds geringer wat leidt tot een grotere groei in omzet per fte dan de indexatie. De begrote omzet per fte ligt voor HIS en Organisatie in lijn met de indexatie van 3,16%. Bij IIR blijft de begrote omzet per fte nagenoeg gelijk aan de vastgestelde begroting.

Specifiek deel

Indexcijfer kostprijzen en tarieven

UBR breed geldt dat de kostprijzen per product en de tarieven per uur zijn geïndexeerd met 3,16%, Dit is de indexatie welke is bepaald op basis van de Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC), de loonvoet sector overheid en de verhouding loongevoelige versus prijsgevoelige component in de jaarrekening UBR 2021.

5.5 FMHaaglanden (FMH)

Inleiding

FMHaaglanden zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij ons werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.

Samen met onze rijkspartners en leveranciers zorgen wij, in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. Wij werken vanuit onze kernwaarden: samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.

Wij leveren facilitaire producten en diensten (onder andere beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij ons hoog in het vaandel.

Als een van de grootste facilitaire dienstverleners kan FMH met zijn dienstverlening echt impact maken. Daarom nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid en circulariteit en willen wij proactief de negatieve impact van onze producten en diensten op de aarde verkleinen. De ambitie is om in 2030 als organisatie te transformeren naar een volledig circulaire facilitaire dienstverlener met een neutrale CO2-impact. Om dit te kunnen realiseren moeten de komende jaren alle producten en diensten worden herijkt. Elektrificatie van het wagenpark en het vervoer, het verminderen van restafval, het verduurzamen van de catering en groenvoorziening en het hanteren van de principes van circulariteit zijn belangrijke speerpunten.

Naast de ambities op het gebied van duurzaamheid blijft FMH werken aan - en stappen zetten op het gebied van - service in nabijheid. Dit doet FMH samen met de Rijkspartners. FMH werkt aan herkenbare integrale dienstverlening met een grote mate van servicegerichtheid en aan een voorspelbare en beheersbare bedrijfsvoering. Ambities zoals een actieve betrokkenheid bij ons verzorgingsgebied en het versneld doorvoeren van veranderingen in ons verzorgingsgebied krijgen met het oog op het hybride werken een extra dimensie. FMH zal samen met de facilitaire concern-dienstverleners op basis van deze ontwikkelingen de dienstverlening hierop aanpassen en zorg blijven dragen voor een comfortabele en inspirerende werkomgeving.

Tabel 52 Begroting van baten-lastenagentschap FMH voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

136.246

147.445

164.154

164.154

164.154

164.154

164.154

waarvan omzet moederdepartement

114.263

124.161

139.269

139.269

139.269

139.269

139.269

waarvan omzet overige departementen

19.135

19.577

21.292

21.292

21.292

21.292

21.292

waarvan omzet derden

2.848

3.707

3.593

3.593

3.593

3.593

3.593

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal baten

136.246

147.445

164.154

164.154

164.154

164.154

164.154

 

Lasten

Apparaatskosten

127.254

141.590

157.816

157.816

157.816

157.816

157.816

  • Personele kosten

44.637

47.787

56.255

56.255

56.255

56.255

56.255

waarvan eigen personeel

41.166

43.807

50.629

50.629

50.629

50.629

50.629

waarvan inhuur externen

3.471

3.980

5.626

5.626

5.626

5.626

5.626

waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

0

0

0

  • Materiële kosten

82.617

93.803

101.561

101.561

101.561

101.561

101.561

waarvan apparaat ICT

138

71

75

75

75

75

75

waarvan bijdrage aan SSO's

64.335

66.615

72.627

72.627

72.627

72.627

72.627

waarvan overige materiële kosten

18.144

27.117

28.859

28.859

28.859

28.859

28.859

Rentelasten

141

94

101

101

101

101

101

Afschrijvingskosten

5.511

5.761

6.237

6.237

6.237

6.237

6.237

  • Materieel

5.511

5.761

6.237

6.237

6.237

6.237

6.237

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

5.511

5.761

6.237

6.237

6.237

6.237

6.237

  • Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

132.906

147.445

164.154

164.154

164.154

164.154

164.154

               

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

3.340

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

3.340

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename is het gevolg van uitbreiding van het verzorgingsgebied met Bruggebouw Oost en dienstwoningen. Tevens is sprake van een uitbreiding van vervoer van bewindspersonen en de ambtelijke top.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen/organisatieonderdelen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De toename is het gevolg van meer vraag naar specifieke dienstverlening en vervoer van de ambtelijke top.

Omzet derden

De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgevens. De afname ten opzichte van 2022 is het gevolg van het vertrek van de Kanspelautoriteit uit het verzorgingsgebied van FMH.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is, naast de loonontwikkeling, het gevolg van uitbreiding van de dienstverlening.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoop-kosten van de dienstverlening (circa 89% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage Shared Service Organisaties (SSO's) en overige materiële kosten. De toename is het gevolg van de extra dienstverlening die wordt geleverd.

In de bijdrage aan SSO's hebben de kosten van de Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO) en de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) een groot aandeel (62%). Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate) hier opgenomen, aangezien deze kosten via het Rijksvastgoedbedrijf bij FMH in rekening worden gebracht. De toename van de bijdrage aan SSO's is het gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening.

Afschrijvingskosten

De overgenomen activa (met name meubilair) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.

Rentelasten

Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het ministerie van Financiën.

Tabel 53 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap FMH over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         
  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

20.949

13.089

15.129

14.655

15.135

15.782

17.337

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

140.687

147.445

164.154

164.154

164.154

164.154

164.154

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 125.550
  • 141.684
  • 157.917
  • 157.917
  • 157.917
  • 157.917
  • 157.917
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

15.137

5.761

6.237

6.237

6.237

6.237

6.237

-/- totaal investeringen

  • 3.639
  • 2.290
  • 8.400
  • 4.310
  • 2.500
  • 1.960
  • 1.960

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

3.732

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom

93

  • 2.290
  • 8.400
  • 4.310
  • 2.500
  • 1.960
  • 1.960

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

  • 77

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

  • 6.110
  • 3.721
  • 6.711
  • 5.756
  • 5.590
  • 4.682
  • 4.292

+/+ beroep op leenfaciliteit

1.647

2.290

8.400

4.310

2.500

1.960

1.960

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
  • 4.540
  • 1.431

1.689

  • 1.446
  • 3.090
  • 2.722
  • 2.332
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

31.639

15.129

14.655

15.135

15.782

17.337

19.282

Toelichting

Investeringskasstroom

FMH investeert voornamelijk in meubilair. De hogere investeringen in 2023 zijn het gevolg van hybride werken. Dit vraagt ander type meubilair.

Financieringskasstroom

De aflossing heeft betrekking op lopende en toekomstige leningen. Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom.

Tabel 54 Overzicht doelmatigheidsindicatoren FMH

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

 

Omzet per productgroep (PxQ)

136.246

147.445

164.154

164.154

164.154

164.154

164.154

Generiek

123.560

134.177

148.122

148.122

148.122

148.122

148.122

Specifiek

12.646

13.268

16.031

16.031

16.031

16.031

16.031

Overig

40

0

0

0

0

0

0

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

519

564

602

602

602

602

602

Saldo van baten en lasten (%)

2,5%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Omschrijving Specifiek Deel

Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening

91:9

91:9

90:10

90:10

90:10

90:10

90:10

Personele kosten als % van totale kosten

33,6%

32,4%

34,3%

34,3%

34,3%

34,3%

34,3%

Materiële kosten als % van totale kosten

66,4%

67,6%

65,7%

65,7%

65,7%

65,7%

65,7%

Apparaatskosten (in €)

55.019

58.105

67.427

67.427

67.427

67.427

67.427

 

Tarieven

Regiotarief (facilitair)

190

202

210

210

210

210

210

 

Tevredenheid

Klanttevredenheid

n.v.t.

n.v.t

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevredenheid specifieke dienstverlening

8

7

7

7

7

7

7

Medewerkerstevredenheid

n.v.t.

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

Doorlichting gepland c.q.

 

2025

         

Toelichting Generiek deel

Omzet per productgroep

De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.

De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product of dienst betaalt (bijvoorbeeld catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (bijvoorbeeld de uitvoering van maatwerkprojecten).

Saldo van baten en lasten (%)

Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.

Specifiek deel

Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.

Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten Dit betreft de procentuele verhouding van respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een lichte stijging zien. Dit komt met name door de uitbreiding van vervoer. Dit is een arbeidsintensieve dienst waardoor het personele aandeel in de totale kosten toeneemt.

Apparaatskosten

De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is het gevolg van extra dienstverlening waardoor meer inzet van personeel benodigd is.

Regiotarief (facilitair)

De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is een tarief per m2 bruto vloeroppervlak. Het regiotarief geldt voor de kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten. De stijging van het tarief is het gevolg van de verwachte loonprijsontwikkeling van gemiddeld 4,2%.

5.6 Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)

Inleiding

SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan een eigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkple-kautomatisering wordt gewerkt aan de ontwikkeling en het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. 40.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving. Sinds de start van de COVID-19 pandemie in 2020 doen zij dit veelal vanuit huis. Inmiddels wordt steeds meer hybride gewerkt, dus deels vanuit huis en deels op kantoor. SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.

In 2023 continueert SSC-ICT de in 2022 in gang gezette transformatiefase in relatie tot de I-strategienota Rijk 2021-2025. SSC-ICT werkt verder aan belangrijke speerpunten voor de komende jaren. Dit betreft het verhogen van de klantgerichtheid en het verbeteren van de digitale weerbaarheid. Maar ook het moderniseren van de dienstverlening zoals het ondersteunen van het hybride werken en het incorporeren van het Cloud-beleid Rijk alsmede het (door)ontwikkelen van de organisatie(cultuur) en talent.

Staat van baten en lasten

 

Tabel 55 Begroting van baten-lastenagentschap SSC-ICT voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

298.515

311.820

324.405

330.293

337.463

340.417

340.417

waarvan omzet moederdepartement

82.566

74.002

89.727

91.355

93.370

94.196

94.196

waarvan omzet overige departementen

215.090

237.203

233.778

238.038

243.193

245.321

245.321

waarvan omzet derden

859

615

900

900

900

900

900

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

298.515

311.820

324.405

330.293

337.463

340.417

340.417

 

Lasten

Apparaatskosten

248.162

260.856

292.440

289.952

291.292

285.417

285.417

  • Personele kosten

133.503

137.887

160.272

152.497

148.339

136.746

136.746

waarvan eigen personeel

87.787

93.888

98.057

105.128

107.014

104.185

104.185

waarvan inhuur externen

44.217

37.881

56.881

41.642

35.494

26.887

26.887

waarvan overige personele kosten

1.499

6.118

5.334

5.727

5.831

5.674

5.674

  • Materiële kosten

114.659

122.969

132.168

137.455

142.953

148.671

148.671

waarvan apparaat ICT

93.613

97.849

108.294

112.626

117.131

121.816

121.816

waarvan bijdrage aan SSO's

19.313

19.245

20.858

21.692

22.560

23.462

23.462

waarvan overige materiële kosten

1.733

5.875

3.016

3.137

3.262

3.393

3.393

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

44.653

57.764

43.515

40.341

46.171

55.000

55.000

  • Materieel

36.733

54.539

35.682

33.080

37.860

45.100

45.100

waarvan apparaat ICT

36.733

54.539

35.682

33.080

37.860

45.100

45.100

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

0

0

0

  • Immaterieel

7.920

3.225

7.833

7.261

8.311

9.900

9.900

Overige lasten

2.620

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

327

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

2.293

0

0

0

0

0

0

 

Totaal lasten

295.435

318.620

335.955

330.293

337.463

340.417

340.417

 

Saldo van baten en lasten alle bedrijfsuitoefening

3.080

  • 6.800
  • 11.550

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

4

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

3.076

  • 6.800
  • 11.550

0

0

0

0

Programmakosten Transitie

15.270

6.800

11.550

       

Saldo van baten en lasten reguliere bedrijfsuitoefening

18.346

0

0

       

Toelichting

Baten

Omzet

Voor de Ontwerpbegroting 2023 is uitgegaan van de Jaarrekening 2021, de begroting 2022, het CAO akkoord 2022 en de ontwikkelingen binnen het dienstverleningspakket die effect hebben op de meerjaren begroting van SSC-ICT.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren, kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De stijging in de loonkosten ambtelijk personeel is, naast de effecten van het CAO akkoord 2022, het gevolg van de verdere invulling van de personele bezetting in 2023. Met deze invulling, zowel op kwantitatief als op kwalitatief niveau, wil SSC-ICT de continuïteit van de dienstverlening waarborgen. In het meerjaren perspectief staat het aandeel externen in verhouding met de verwachte stijging bij het eigen personeel. Als gevolg van de blijvende vraag naar specialistische ICT kennis, mede als gevolg van het dalende aanbod van ICT personeel op de arbeidsmarkt, zal externe expertise blijvend noodzakelijk zijn. In de personele begroting zijn de kosten opgenomen van de in de inleiding genoemde transformatie.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoop-kosten van de dienstverlening, zoals kosten voor de (reguliere) ICT-werkplek en hosting van applicaties. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting en de servicekosten BZK onder deze post. De verwachting is dat als gevolg van de hoge inflatie en soms langere levertijden door tekorten aan onderdelen de kosten zullen stijgen met gemiddeld 4%. Verder is rekening gehouden met een extra prijsstijging, als gevolg van de aanpassing van het meerjarige contract van een grote leverancier voor software besturingssystemen.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten hebben betrekking op investeringen in hard- en software en overige materiële vaste activa. De voor de generieke en gemeenschappelijke basis- en basisplusdienstverlening benodigde activa zijn in eigendom bij SSC-ICT. Door het achterblijven van investeringen in voorgaande jaren vallen de afschrijvingskosten lager uit.

Saldo van baten en lasten

Het saldo baten en lasten voor 2023, op basis van alle activiteiten, is geraamd op een tekort van € 11,5 mln. als gevolg van geraamde kosten voor de transformatiefase. De transformatie heeft een meerjarig effect waarvan de financiële dekking zal plaatsvinden middels het eigen vermogen van SSC-ICT.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 56 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap SSC-ICT over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         
  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

13.804

13.861

14.397

17.412

17.253

12.824

17.224

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

300.354

311.821

324.405

330.293

337.463

340.417

340.417

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 268.137
  • 260.857
  • 292.440
  • 289.952
  • 291.292
  • 285.417
  • 285.417
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

32.217

50.964

31.965

40.341

46.171

55.000

55.000

-/- totaal investeringen

  • 54.191
  • 67.000
  • 60.000
  • 60.000
  • 58.000
  • 55.000
  • 55.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

2.293

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 51.898
  • 67.000
  • 60.000
  • 60.000
  • 58.000
  • 55.000
  • 55.000

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

  • 3.356

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

9.000

6.800

11.550

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

  • 37.686
  • 57.228
  • 40.500
  • 40.500
  • 50.600
  • 50.600
  • 60.000

+/+ beroep op leenfaciliteit

40.550

67.000

60.000

60.000

58.000

55.000

61.000

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

8.508

16.572

31.050

19.500

7.400

4.400

1.000

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december +

2.631

14.397

17.412

17.253

12.824

17.224

18.224

stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

Toelichting

De belangrijkste ontwikkeling qua kaseffect, zijn de verwachte investeringen in hard- en software. Het gaat hierbij om periodieke vervanging persoonlijke mobiele apparatuur, netwerkapparatuur in het Overheid Data Centrum Rijswijk, servers en licenties. Tevens betreft het de vervanging van technische verouderde systemen. De eenmalige storting door moederdepartement betreft de bijdrage ter dekking middels het eigen vermogen van de eerder genoemde transformatie.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 57 Overzicht doelmatigheidsindicatoren SSC-ICT

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

986,0

1.081

1.040

1.115

1.135

1.105

1.105

Aantal externe fte's in % van totale fte's

20,4%

18,0%

         

Saldo van baten en lasten (%)

0,0%

0,0%

  • 4,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Klanttevredenheid (KTO)

n.b.

7

7

7

7

7

7

Gebruikerstevredenheid beleving (GTO)

7,3

7

7

7

7

7

7

Medewerkertevredenheid (MTO)

6,7

7

7

7

7

7

7

 

Kostprijs

Digitale werkplekomgeving basis

570

759

884

919

956

994

1.034

Digitale werkplekomgeving online

730

593

619

644

669

696

724

Digitale werkplekomgeving light

255

265

281

292

304

316

328

Basisinrichting kantoorpand

73

66

69

71

74

77

80

Fat client DWR special

810

842

879

914

951

989

1.028

Kiosk PC incl. monitor

720

749

780

811

844

877

912

Omzet per productgroep (PxQ) (bedragen x € 1.000)

 

Generiek

10.835

9.355

9.732

9.909

10.124

10.213

10.213

Gemeenschappelijk

259.830

268.166

278.988

284.052

290.218

292.759

292.759

Klantspecifiek

27.850

34.300

35.685

36.332

37.121

37.446

37.446

 

Totaal

298.515

311.821

324.405

330.293

337.463

340.417

340.417

 

Omschrijving Specifiek Deel

Beschikbaarheid kernsystemen

99,8%

99,50%

99,50%

99,50%

99,50%

99,50%

99,50%

Grote incidenten

63

75

75

75

75

75

75

Geleverd binnen gestelde termijn

95,4%

90,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

Life Cycle Management hardware in support

98,7%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

80,0%

Life Cycle Management software in support

89,4%

80,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

Doorlichting uitgevoerd cq gepland

     

2024

     

Toelichting Generiek deel Fte

Fte totaal betreft de maximale bezetting van ambtelijk personeel welke benodigd is voor continuering van de dienstverlening. Hierbij is 1,0 fte gelijk aan een aanstelling van 36,0 uur per week. Vanaf 2023 zal het percentage externe fte's geen onderdeel meer uitmaken van de doelmatigheidstabel.

Saldo baten en lasten

Het saldo van baten en lasten dient minimaal nihil te zijn. Dit betreft het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van SSC-ICT, voor zover afkomstig uit reguliere financiële activiteiten, zoals inkomsten op basis van standaard leveringsafspraken met afnemers, maatwerkopdrachten en personele- en materiele uitgaven. Voor 2023 komt het saldo uit op - 4%. Dit zal worden gedekt middels het eigen vermogen.

Klanttevredenheid

SSC-ICT streeft naar een volwassen opdrachtgevers-opdrachtnemers relatie. Om de tevredenheid van de stakeholders van SSC-ICT in beeld te krijgen worden periodiek metingen verricht. Dit betreft de tevredenheid van de stakeholders/opdrachtgevers en klanten in de klantcontacten met SSC-ICT. Dit staat los van de tevredenheid die gemeten wordt bij gebruikers en na projecten. Deze stakeholders/opdrachtgevers en klanten hebben contact met SSC medewerkers op verschillend strategisch/tactische lagen in de organisatie. De norm voor dit onderzoek is een zeven.

Gebruikerstevredenheid.

SSC-ICT streeft naar een actueel beeld van de tevredenheid van de eindgebruikers over de kwaliteit van de dienstverlening. Dit betreft de beoordeling door de eindgebruiker van de gehele dienstverlening van SSC-ICT in de context waar Shared Service Organisaties voor in het leven zijn geroepen. Tien keer per jaar wordt één tiende deel van de eindgebruikers bevraagd middels een enquête waarin deze vraag is opgenomen. In de maanden augustus en december vindt er geen GTO plaats vanwege de vakanties in die maanden en de daarbij gepaarde lage respons. De norm voor dit onderzoek is een zeven.

Medewerkerstevredenheid.

SSC-ICT wil een goede werkgever zijn, waarin plezier, betrokkenheid en ontwikkeling van haar medewerkers voorop staan. In periodieke metingen wordt dat beeld binnen de organisatie opgehaald. Dit betreft de periodieke meting van de tevredenheid bij onze medewerkers.

Kostprijs

De gepresenteerde tarieven zijn voorlopig en gebaseerd op de tarieven zoals deze zijn opgenomen prijsstijging van gemiddeld 4%. De tarieven voor 2023 zijn op het moment van verschijnen van deze begroting nog niet definitief vastgesteld.

De persoonlijke digitale werkomgeving (DWO) wordt hier weergegeven in drie aparte voorzieningen, namelijk: Basis, Online en Light. Basis betreft de volledige Windowsomgeving met basisfunctionaliteiten en - applicatie. Online betreft de digitale werkplek op Cloudbook, Kiosk PC of een eigen device in combinatie met een token. Light betreft de digitale werkomgeving met beperkte functionaliteiten, voornamelijk voor tablets en smartphones.

Basisinrichting kantoorpanden basisdiensten is conform de Rijks PDC Pand gebonden ICT diensten in het rijkskantoor (V2.0) en wordt verrekend per m2. Iedere rijksambtenaar van elke rijksoverheidsorganisatie kan gebruik maken van deze pand-gebonden ICT-voorzieningen. Dit betreft o.a. werkplek- en afdrukdiensten, LAN- en wifiverbinding, telefonie en video vergader- en presentatiefaciliteiten.

Fat client DWO Special betreft een DWO Basis, geïnstalleerd op een laptop. De Kiosk PC betreft thin client computer waarmee de eigen virtuele ruimte DWR Next werkplek worden ontsloten met gebruikersnaam en wachtwoord.

Omzet

De totale omzet betreft de geraamde kostendekkende opbrengsten welke grotendeels worden gerealiseerd op basis van financiële afspraken met de klanten. Deze worden per afnemer binnen het verzorgingsgebied van SSC-ICT vastgelegd in het Dossier Financiële Afspraken (DFA). De verwachte totale omzet per product/dienst 2023 betreft de begroting gebaseerd op de Jaarrekening 2021, begroting 2022 en de ontwikkelingen in de dienstverlening die effect hebben de (meerjaren) begroting van SSC-ICT.

Specifiek Deel

Beschikbaarheid kernsystemen

SSC-ICT streeft naar een hoge beschikbaarheid van haar dienstverlening. Om de basis dienstverlening te kunnen garanderen zijn twintig kernsys-temen en kerndiensten gedefinieerd waarvoor een hoge beschikbaarheid gewenst is. Deze kernsystemen zijn voorwaardelijk voor de werkzaamheden van 40.000 Rijksambtenaren. De twintig kernsystemen/diensten zijn gegroepeerd over vier categorieën. Over deze categorieën wordt de beschikbaarheid gerapporteerd. Met andere woorden, als een van de kernsystemen uit een van deze vier categorieën uitvalt, gaat de beschikbaarheid van die specifieke categorie naar beneden. Voor alle kernsystemen geldt een beschikbaarheidsnorm van 99,5%.

Major Incidents en hersteltijd

SSC-ICT streeft naar een minimaal aantal major incidenten om de beschikbaarheid van de dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Dit betreft het totaal aantal major Incidenten vanaf het begin van het kalenderjaar. Een major incident wordt als zodanig gedefinieerd als de urgentie (intolerantie van uitstel), de impact (hoeveel gebruikers zijn geraakt) en het escala-tierisico (verspreiding) hoog zijn. De norm is 75 major incidents per jaar.

Levertijd standaard diensten

SSC-ICT levert standaard diensten conform afgesproken service levels. Dit betreft de doorlooptijd van aanvragen voor items die in de PDC genoemd staan onder «Servicegroep Rijkswerkomgeving» met een afgesproken maximale levertijd. De norm is dat 90% van de aanvragen binnen de streeftijd is geleverd.

Hard- en software in support

Hardware in support. SSC-ICT wil veroudering van infrastructuur componenten voorkomen. De norm is dat 80% van de gedefinieerde en geregistreerde hardware in support is. Meting vindt plaats voor netwerk-componenten, servers en storage.

Software in support. SSC-ICT zorgt voor een veilige werkomgeving. Dit betreft het percentage softwarecomponenten waarvoor de leverancier security up-dates (support) levert. Per applicatielandschap is gedefinieerd welke servers daar aan gekoppeld zijn. Per server is inzichtelijk welke software componenten daar op draaien en tot wanneer zij in support zijn. De norm is 90%.

5.7 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Inleiding

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is de vastgoedorganisatie van en voor de Rijksoverheid en is verantwoordelijk voor het beheer en de instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Maar het RVB doet meer. Zo zet het RVB het rijksvastgoed steeds vaker in voor maatschappelijke opgaven. Denk onder andere aan de inzet van rijks-gronden voor de energietransitie en woningbouw en de aanwending van vastgoed voor opvang van vluchtelingen. Deze inzet wordt in de komende jaren verder geïntensiveerd.

In het Coalitieakkoord is specifieke aandacht besteed aan de uitvoering van een aantal van deze cruciale maatschappelijk opgaven. Zo is aangekondigd dat het Rijk met zijn vastgoed en grondpositie bij gaat dragen aan het terugdringen van de woningnood door extra betaalbare huur- en koopwoningen te realiseren. Hiervoor is het Rijksvastgoedbedrijf de aangewezen partij, vanwege zijn bestaande taken op het gebied van privaatrechtelijk beheer van het rijksvastgoed en zijn ervaring met het ontwikkelen van woningbouwlocaties. Het RVB en haar opdrachtgevers werken momenteel nog aan het scherp krijgen van de precieze opgaven uit het Coalitieakkoord. Gezamenlijk zal worden bekeken hoe we deze opgaven in de komende jaren daadwerkelijk kunnen gaan oppakken en uitvoeren. Om die reden zijn de opgaven nog niet volledig in de begroting verwerkt.

Het RVB is een baten-lastenagentschap. Zijn vastgoedportefeuille bestaat onder andere uit gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, defensieterreinen, ministeries, havens, belastingkantoren, monumenten, musea en paleizen. Het gaat in totaal om 11,7 miljoen vierkante meters aan gebouwen en circa 83.000 hectare aan grond. De activiteiten die met deze portefeuille samenhangen zijn omvangrijk. Het RVB spant zich in om een aantrekkelijke werkgever te zijn, maar behoud en uitbreiding van de capaciteit is in het licht van de huidige, zeer gespannen arbeidsmarkt complex. Deze spanning is met name terug te zien bij het vervullen van technische vacatures, maar ook bij meer specialistische profielen, zoals op het terrein van ICT

De door het RVB uitgerolde vastgoedportefeuillestrategie draagt bij aan een toekomstbestendige vastgoedportefeuille die is bestand tegen snelle en soms onvoorspelbare schommelingen in de vraag naar vastgoed. Door een strategische samenstelling en opbouw van onze vastgoedportefeuille is het RVB voorbereid op toekomstige ontwikkelingen. De portefeuille draagt daarmee op een effectieve en efficiënte manier bij aan financieel en maatschappelijk rendement voor het Rijk.

Het RVB verzorgt onder andere:

  • de Rijkshuisvesting via kantoren en specialties;
  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken (AZ), de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het RVB;
  • het onderhoud aan en beheer van Defensiegebouwen en terreinen;
  • projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;
  • de doelmatige verkoop van overtollig Rijksvastgoed en/of geeft dit waar mogelijk in gebruik bij derden;
  • uitgifte in pacht van gronden en de inzet van gronden en vastgoed voor stikstofproblematiek, maatschappelijke doelen en duurzaamheid;
  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingspro-jecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn;
  • de bijdrage aan urgente opgaven in het ruimtelijk domein.

Het RVB werkt vraaggestuurd. Deze vraag vloeit met name voort uit de masterplannen voor de kantoorhuisvesting, de huisvestingsbehoeften vanuit de specialties, de wensen voor dienstverlening vanuit Defensie, de behoefte aan te verkopen/ontwikkelen projecten/gebieden en de vraag vanuit beleidsdepartementen voor de inzet van Rijksvastgoed voor strategische beleidsopgaven.

Externe ontwikkelingen in de kantorenportefeuille volgend uit de Rijksdienst 2022 kunnen, mede als gevolg van de ontwikkeling van het hybride werken, de vraag voor het RVB nog behoorlijk beïnvloeden. Dit geldt ook voor actuele beleidsmatige keuzes over bijdragen die het RVB kan leveren door Rijksvastgoed in te zetten voor strategische opgaven. Zoals op het gebied van duurzaamheid, de bevordering van woningbouw en de inzet van vastgoed voor de (tijdelijke) huisvesting van kansarmen. Ten slotte zullen ook de ontwikkelingen rond de Defensieportefeuille, zoals het revita-liseringsprogramma en het IBO Vastgoed Defensie gevolgen hebben voor de omvang van de dienstverlening door het RVB en de wijze waarop deze wordt uitgevoerd.

De begrotingsposten van het RVB betreffen slechts een deel van de dienstverlening. De staat van baten en lasten geeft daarom onvoldoende inzicht in de productie van het RVB. Dit komt omdat op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving diverse posten niet tot omzet mogen worden gerekend. Omdat deze niet in de verantwoording mogen worden opgenomen, worden de posten ook niet begroot. Aan het eind van de paragraaf 'Overzicht doelmatigheidsindicatoren' is een tabel opgenomen die een vollediger inzicht geeft in de totale productie van het RVB.6

Tabel 58 Begroting van baten-lastenagentschap RVB voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

1.267.062

1.309.532

1.366.843

1.401.242

1.440.307

1.479.627

1.521.397

waarvan omzet moederdepartement

191.186

127.971

169.300

170.466

172.137

193.541

186.419

waarvan omzet overige departementen

946.218

1.047.460

1.109.236

1.144.521

1.178.560

1.223.377

1.251.732

waarvan omzet derden

129.658

134.101

88.307

86.256

89.610

62.709

83.246

Rentebaten

387

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

768

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

65.393

73.045

103.295

106.866

106.199

106.006

104.937

 

Totaal baten

1.333.610

1.382.577

1.470.138

1.508.108

1.546.506

1.585.633

1.626.334

 

Lasten

Apparaatskosten

311.127

320.641

377.733

379.088

378.612

380.899

381.028

  • Personele kosten

248.155

242.954

292.491

294.612

292.519

290.485

289.989

waarvan eigen personeel

210.541

209.015

248.115

250.235

248.142

246.109

245.613

waarvan inhuur externen

36.702

33.939

44.377

44.377

44.377

44.377

44.377

waarvan overige personele kosten

912

0

0

0

0

0

0

  • Materiële kosten

62.972

77.687

85.241

84.476

86.093

90.414

91.039

waarvan apparaat ICT

30.007

21.425

24.054

23.333

23.951

28.380

27.865

waarvan bijdrage aan SSO's

0

31.664

36.410

36.410

36.952

36.952

37.532

waarvan overige materiële kosten

32.965

24.598

24.777

24.733

25.190

25.082

25.641

Rentelasten

81.716

90.987

90.584

92.512

94.975

98.181

108.763

Afschrijvingskosten

354.214

406.088

431.351

461.696

495.152

528.910

537.261

  • Materieel

354.214

406.088

431.351

461.696

495.152

528.910

537.261

waarvan apparaat ICT

0

0

         

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

354.214

406.088

431.351

461.696

495.152

528.910

537.261

  • Immaterieel

0

0

         

waarvan dotaties voorzieningen

5.764

0

         

Overige lasten

572.866

564.862

570.470

574.812

577.767

577.644

599.282

waarvan bijzondere lasten

567.102

564.862

570.470

574.812

577.767

577.644

599.282

Totaal lasten

1.319.923

1.382.577

1.470.138

1.508.108

1.546.506

1.585.633

1.626.334

               

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

13.687

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

13.687

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De Minister voor VRO betaalt de kosten voor een aantal taken aan het RVB. Het gaat met name om de kosten van

  • het leveren van ondersteuning aan BZK en de uitvoering van het rijksbeleid gerelateerd aan de Rijkshuisvesting;
  • het apparaat om de uitvoering van het beheer van materiële activa mogelijk te maken;
  • huisvesting voor de Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van AZ, de staatspaleizen en het Ministerie van BZK.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen omvat opbrengsten voor geleverde producten en diensten aan departementen. Het gaat daarbij met name om ontvangen gebruiksvergoedingen voor kantoren en specialties. Op basis van de overeengekomen huurprijsmethodiek brengt het RVB een gebruiks-vergoeding in rekening. In de ramingen van de gebruiksvergoeding is onder meer rekening gehouden met oplevering van projecten vanuit de geactualiseerde masterplannen, het afsluiten van nieuwe contracten en met de verwachte beëindiging van contracten.

Voor wat betreft de dienstverlening aan het Ministerie van Defensie is alleen de vergoeding vanuit Defensie voor de apparaatsinzet van het RVB opgenomen, omdat de programmagelden niet tot de omzet mogen worden gerekend.

In komende jaren is sprake van een stijgende lijn die samenhangt met uitbreidingen in de vastgoedportefeuille en een toename van de tarieven als gevolg van vervangingsinvesteringen.

Omzet derden

Deze omzet betreft de baten uit verhuur aan musea en internationale organisaties, de baten vanuit de verkoop van onroerend goed en de inkomsten vanuit de exploitatie van een aantal bijzondere objecten zoals parkeergarages. Ook wordt rekening gehouden met afnemerszaken die extern worden gefactureerd en omzet gerelateerd aan gebiedsontwikkeling. De daling ten opzichte van 2021 wordt verklaard door incidentele extra opbrengsten die zich hebben voorgedaan in 2021. Ten opzichte van 2022 worden er minder baten uit projectrealisatie ten behoeve van internationale organisaties verwacht.

Rentebaten

Dit betreft de baten voorzien vanuit de rekening courantverhouding met het Ministerie van Financiën.

Bijzondere baten

Dit betreft met name het deel van de apparaatsinzet bij projecten dat wordt geactiveerd. De verwachte stijging van de baten komt voor rekening van de producten Verkoop en Projectrealisatie.

Lasten

Apparaatskosten Personele kosten

Dit betreft de kosten van het eigen apparaat, met name van salaris- en opleidingskosten van eigen personeel en inzet van externe inhuur. Voor de komende jaren is rekening gehouden met extra inzet van personeel om tegemoet te komen aan de extra vraag naar capaciteit, vooral bij de uitvoering van projecten. Daarnaast is rekening gehouden met de afspraken die in de nieuwe CAO Rijk 2022 gemaakt zijn.

Materiële kosten

Deze kosten betreffen met name de kosten voor de eigen huisvesting en van het eigen ICT-gebruik. De bijdrage aan de SSO's omvat zowel ICT kosten als kosten voor de eigen huisvesting van het RVB. In de begroting is rekening gehouden met hogere uitgaven als gevolg van het insourcen van I-functie onderdelen, uitvoering van het programma DIT (onderhouds managementsysteem) en extra investeringen in het kader van de nieuwe I-strategie.

Rentelasten

De rentelasten vloeien voort uit investeringen en zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leningen met het Ministerie van Financiën voor Rijkshuisvesting (masterplannen kantoren en huisvestingsbehoefte voor specialties) en Kader Overname Rijksvastgoed (KORV)- en ontwikkelprojecten. Daarnaast is rente opgenomen op DBFMO-contracten. De stijging van de verwachte rentelasten is een gevolg van nieuw opgeleverde investeringsprojecten voor Rijkshuisvesting, inclusief de daarbij behorende Design Build Finance Maintain Operate (DBFMO)-contracten.

Afschrijvingskosten

Dit betreft met name de afschrijvingen op geactiveerde waarden van objecten, voortvloeiend uit investeringen vanuit masterplannen kantoren en huisvestingsbehoeften voor specialties. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de categorieën: grond/terreinen 0 jaar, erfpacht 5-100 jaar, gebouwen 15-60 jaar, vervoermiddelen 4-6 jaar en inventaris 3-15 jaar. Ook hier nemen de kosten toe als gevolg van nieuwe opleveringen en vervangingsinvesteringen voor Rijkshuisvesting.

Overige lasten

De bijzondere lasten hebben vooral betrekking op de primaire processen van het RVB. In de volgende tabel is een specificatie opgenomen.

Tabel 59 Specificatie overige lasten (bedragen x € 1.000)

 
 

Realisatie

2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Markthuren

149.686

156.159

156.614

150.106

144.326

141.651

141.651

DBFMO-lasten

82.474

113.269

121.831

124.383

126.935

129.487

151.129

Onderhoud rijkshuisvesting

107.531

116.000

117.500

117.500

117.500

117.500

117.500

Belastingen en heffingen

25.002

25.701

26.837

26.837

26.837

26.837

26.837

Energielasten

21.887

30.992

53.000

59.000

59.000

59.000

59.000

Ontwikkeling en verkoop OG

20.675

22.623

5.000

6.000

13.000

13.000

13.000

Onderhoud DVO's

21.581

24.000

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

Servicekosten inhuurpanden

27.449

20.614

23.467

24.888

24.888

24.888

24.888

Facilitaire kosten leegstand

7.654

14.397

10.907

10.907

10.102

10.102

10.102

Direct verrekenen

45.571

20.129

15.138

15.015

15.003

15.003

15.000

Overige bijzondere lasten

57.592

20.978

17176

17176

17.176

17.176

17.176

 

Totaal overige lasten

567.102

564.862

570.470

574.812

577.767

577.644

599.282

Toelichting Overige lasten Markthuren

Deze post betreft de huren die het RVB aan de markt betaalt. Het beleid is erop gericht departementen en diensten zo veel mogelijk in eigendomsob-jecten te huisvesten. Hierdoor nemen de vierkante meters huurhuisvesting en de kosten voor deze vorm van huisvesting af.

DBFMO-lasten

Dit betreft de lasten van lopende en nieuwe DBFMO-contracten met marktpartijen. In principe wordt het investeringsdeel (Design - Build - Finance) van deze lasten omgerekend naar rente en afschrijving en aldaar opgenomen. De verwachte toename in latere jaren heeft betrekking op een tweetal nieuwe contracten (RIVM en Croeselaan 16, Utrecht).

Onderhoud

Deze post betreft de kosten voor onderhoud en instandhouding van gebouwen en terreinen voor de Rijkshuisvestingsportefeuille. Voor een belangrijk deel van de activiteiten zijn op basis van aanbestedingen meerjarige contracten met de markt afgesloten.

Belastingen en heffingen

Deze post betreft met name de onroerende zaakbelasting en de waterschapslasten over de eigen voorraad onroerend goed die het RVB inzet voor Rijkshuisvesting.

Energielasten

Dit betreft de energielasten in de kantorenportefeuille bij de Rijkshuisvesting. Deze kosten worden bij de departementen in rekening gebracht via het regiotarief. Op grond van de huidige prijsontwikkelingen op de energiemarkt is rekening gehouden met fors hogere kosten voor energie.

Ontwikkeling en verkoop onroerend goed

Dit betreft de kosten van ingekocht onroerend goed binnen het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) en de restant boekwaarde van verkochte eigen gebouwen en terreinen (niet KORV).

Onderhoud dienstverleningsovereenkomst (DVO)

Dit betreft de onderhoudskosten die buiten het normale tarief vallen en voortvloeien uit dienstverleningsovereenkomsten. Vanwege het relatief hoge volume wordt deze post, samen met de hieronder genoemde posten vanaf 2023 separaat weergegeven.

Servicekosten inhuurpanden

Dit betreffen de servicekosten voor de aangehuurde panden.

Facilitaire kosten leegstand

Deze kosten hebben betrekking op de facilitaire kosten voor panden die niet in gebruik zijn.

Direct verrekenen

Deze post heeft betrekking op kleine investeringen die direct worden gefactureerd aan de klant.

Overige bijzondere lasten

De overige lasten hebben met name betrekking op projectkosten regiotarief, asbestkosten en de kosten herstel onderhoud.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen beschikbaar zijn gekomen of naar verwachting zullen komen en op welke wijze gebruik is, of zal worden gemaakt van deze middelen.

Tabel 60 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap RVB over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet

Vastgestelde

2023

2024

2025

2026

2027

 

2021

begroting

         
   

2022

         
  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

210.801

321.970

303.182

363.162

415.513

457.927

498.007

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

2.428.266

2.231.351

2.343.253

2.285.798

2.320.913

2.345.119

2.376.996

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 1.932.422
  • 1.898.309
  • 1.911.902
  • 1.824.102
  • 1.825.761
  • 1.816.209
  • 1.839.735
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

495.844

333.042

431.351

461.696

495.152

528.910

537.261

-/- totaal investeringen

  • 639.441
  • 739.000
  • 772.000
  • 630.000
  • 619.000
  • 486.000
  • 486.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

33.299

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 606.142
  • 739.000
  • 772.000
  • 630.000
  • 619.000
  • 486.000
  • 486.000

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

  • 28.945

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

  • 286.954
  • 351.830
  • 371.372
  • 409.345
  • 452.738
  • 488.829
  • 542.434

+/+ beroep op leenfaciliteit

627.911

739.000

772.000

630.000

619.000

486.000

486.000

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

312.012

387.170

400.628

220.655

166.262

  • 2.829
  • 56.434
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

412.515

303.182

363.162

415.513

457.927

498.007

492.834

Toelichting op het Kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstromen zijn aanzienlijk hoger dan de inkomsten en uitgaven in de baten-lastenbegroting. Deze kasstromen zijn namelijk inclusief de dienstverlening aan Defensie, de kasstromen vanuit de kasverplichtingenbegroting en de werkzaamheden buiten begrotings-verband, welke op basis van de verslaggevingsregels niet tot de omzet worden gerekend.

Investeringskasstroom

De investeringen in Rijkshuisvesting en het daaruit voortvloeiende beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op lopende en voorgenomen huisves-tings- en instandhoudingsprojecten in het betreffende jaar. In het voorjaar wordt de leenfaciliteit voor dat jaar geactualiseerd. Het RVB investeert in grond en gebouwen die in de balans onder de post materiële vaste activa worden verantwoord. De stijging ten opzichte van voorgaande jaren komt voornamelijk door de toenemende productie, zoals ook te zien is in de productietabel. In de opgave voor de leenfaciliteit is rekening gehouden met lopend werk, verwachte aankopen en de investeringen in pachtboerderijen.

Financieringskasstroom

De afdrachten aan het moederdepartement betreffen, conform de Regeling Agentschappen, het surplus op het eigen vermogen. Daarnaast gaat het om de aflossing op lopende en toekomstige leningen in het kader van de Rijkshuisvesting, de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en aflossingen op leningen voor ontwikkelprojecten.

Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom. De investeringen van publiek-private samenwerkingen en investeringen door het RVB in projecten die buiten de baten- en lasten vallen, zijn daarbij niet opgenomen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 61 Overzicht doelmatigheidsindicatoren RVB

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

Fte-totaal (excl. Externe inhuur)

2.271

2.335

2.444

2.434

2.406

2.396

2.396

Apparaat-omzetindicator

24,6%

25,9%

29,9%

29,3%

28,4%

27,7%

26,9%

Saldo baten en lasten

13.687

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten (%)

1,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Omzet per product (bedragen x € 1.000)

Ingebruikgeving

1.002.654

973.816

1.039.551

1.074.065

1.106.467

1.145.275

1.187.878

Waarvan extern

21.442

18.552

14.662

14.653

14.686

14.699

14.712

In stand houden vastgoed

71.074

191.755

186.422

186.422

186.422

186.422

186.422

Waarvan andere eigenaar

45.453

49.924

49.430

49.430

49.430

49.430

49.430

Projectrealisatie

129.927

66.273

74.667

74.544

74.532

74.532

74.529

Waarvan andere eigenaar

50.669

46.144

59.529

59.529

59.529

59.529

59.529

Verkoop

19.000

40.325

13.275

13.277

18.699

19.227

19.754

Expertise en advies

44.407

37.362

52.928

52.935

54.187

54.172

52.816

 

Omschrijving specifiek deel

Rijkshuisvestingsvoorraad x 1.000m2 BVO1

5.680

5.495

5.163

5.131

5.169

5.235

5.264

Waarvan verhuurd

4.957

4.872

4.705

4.712

4.760

4.863

4.960

Waarvan leeg frictie

41

79

99

116

101

101

101

Waarvan leeg renovatie

367

239

232

200

195

158

86

Waarvan leeg afstoot

315

180

118

95

103

103

107

Waarvan derden

NNB

20

10

10

10

10

10

Waarvan eigendom

4.671

4.485

4.302

4.294

4.377

4.455

4.468

Waarvan huur

1.009

1.011

861

838

792

780

797

 

Indicator technische kwaliteit

             

rijkshuisvesting

2,23

2,1-2,8

2,1 - 2,8

2,1 - 2,8

2,1 - 2,8

2,1 - 2,8

2,1 - 2,8

Voorraad beheerde Defensieobjecten

Gebouwen x 1.000 m2 BVO1

6.046

5.886

5.729

5.680

5.666

5.576

5.576

Terreinen x 1.000 m2

342.396

339.292

337.970

337.547

337.462

333.717

333.717

Doelmatigheid verkoop vastgoed

  • - 
    4.586

> 0

> 0

> 0

> 0

> 0

> 0

 

Bezetting ambtelijke fte's ultimo

2.217

2.335

2.444

2.434

2.406

2.396

2.396

Projecten binnen budget gerealiseerd

80%

85%

85%

85%

85%

85%

85%

Projecten tijdig gerealiseerd

69%

85%

85%

85%

85%

85%

85%

Productiviteit

1.052

1.025

1.025

1.025

1.025

1.025

1.025

 

Prijsontwikkeling kantoren

Regiotarief

Gemiddeld kostprijstarief

270

278

332

       

Waarvan normatieve tarief- componenten per m2 eigendom*

Apparaatskosten: ontwikkeling volgt CPI7

20,62

21,12

22,95

       

Onderhoud kantoren aangepast aan prijsontwikkelingen markt

21,62

22,35

26,82

       

Energielasten aangepast aan prijsontwikkeling markt

18,26

18,70

33,65

       

Heffingen aangepast aan prijsontwikkeling markt

5,36

5,49

6,49

       

Uurtarieven7

127

123

134

       
  • Bij huurpanden gelden andere opslagen en inflatie wordt afgetopt

Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren

Generiek Deel

Omzet per product

Met de producten raakt het RVB de gehele keten van de huisvesting, vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw), het beheer, ontwikkeling en de afstoot. Het RVB werkt vraagge-stuurd. De groei van de omzet voor ingebruikgeving heeft zowel te maken met de eerder ingezette toename in de vraag naar huisvesting vanuit de departementen als met het feit dat de voorraad met nieuwe huisvesting verjongt. Daarmee is sprake van hogere afschrijvingslasten, die worden doorberekend in de tarieven. De omzet voor projectrealisatie heeft met name betrekking op het realiseren van projecten in kantoren, (bijzondere) specialties en vastgoed en infrastructuur in eigendom van het ministerie van Defensie. De omzet voor expertise en advies neemt licht toe, onder andere als gevolg van de toename in expertise en adviesdiensten aan opdrachtgevers voor actuele maatschapelijke opgaven.

Saldo baten en lasten

Het saldo van baten en lasten geeft een meerjarig, sluitend resultaatbeeld.

Specifiek Deel

Rijkshuisvestingsvoorraad in 1.000 m2 BVO

De huisvestingsvoorraad neemt de komende jaren af door verkoop van eerder overtollig gesteld vastgoed. Het overtollig vastgoed is een gevolg van enerzijds het kabinetsbeleid en anderzijds adequate sturing door het RVB. Bij de gepresenteerde afname is rekening gehouden met de gevolgen voor de departementen van kabinetsbesluiten over de masterplannen huisvesting. Daarnaast is rekening gehouden met de verwachte overdracht van de objecten van de voormalige KLPD aan de Nationale Politie.

Indicator technische kwaliteit (ITK) Rijkshuisvesting Dit betreft het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht). Deze conditie wordt medebepaald door de staat van het onderhoud en (vervangingsinvesteringen. Op grond van voorraadoverwegingen (o.a. is een pand wel/niet strategisch, blijft het wel/niet in de voorraad) worden economische afwegingen gemaakt over het uitvoeren van onderhoud en investeringen. Voor een deel van de (niet-strategische) voorraad wordt dan een lagere ITK-score geaccepteerd.

Doelmatigheid verkoop vastgoed

Doelstelling is objecten te verkopen tegen tenminste de voorgecalculeerde bedragen die in een businesscase waren opgenomen.

Projecten binnen budget gerealiseerd

Met een norm van 85% is het doel om het overgrote deel van de projecten binnen het afgesproken budget uit te voeren. De ervaring leert dat het prognosticeren van de kosten van vastgoedprojecten niet eenvoudig is, onder meer omdat de uitkomsten van aanbestedingen zich lastig laten voorspellen. Daarnaast kunnen tijdens de uitvoering van de projecten tegenvallers aan het licht komen.

Projecten tijdig gerealiseerd

De norm voor het percentage projecten tijdig gerealiseerd is sinds 2016 getegen van 80% tot 85%. Deze norm houdt concreet in dat minder dan 15% van de projecten later wordt opgeleverd dan met de opdrachtgever is afgesproken. Een deel van de projecten kan vertragen doordat tijdens de uitvoering knelpunten aan het licht komen waar vooraf geen rekening mee is gehouden.

Productiviteit

De productiviteit geeft inzicht in de sturing op directe uren. Hoe meer directe uren worden ingezet, ofwel hoe minder indirecte/overige, hoe beter wordt gepresteerd.

Voorraad beheerde Defensieobjecten in 1.000 m2 BVO De Defensieobjecten worden door het RVB onderhouden (instandhouding). Defensie voorziet de komende jaren een kleine krimp in haar portefeuille. Het voorgenomen Strategisch Vastgoedplan Defensie kan daarmee de komende jaren nog effect hebben op de nu opgenomen meerjarige reeks.

Regiotarief

Voor de kantoorhuisvesting worden jaarlijks drie regiotarieven vastgesteld: voor Den Haag, voor de rest van de Randstad en voor overig Nederland. Het cijfer voor 2023 geeft een indicatie van het gemiddelde tarief per vierkante meter voor komend jaar. Omdat de tarieven tot op heden worden geënt op basis van een vijfjaars-gemiddelde en nu nog onvoldoende inschatting kan worden gemaakt van onder meer de ontwikkelingen na 2027 en de prijsstijgingen als gevolg van inflatie, wordt alleen een verwacht tarief voor 2023 gepresenteerd. Het definitieve tarief wordt ultimo 2022 vastgesteld.

Normatieve tariefcomponenten

Naast de werkelijke gebouwgebonden investeringskosten van rente en afschrijving, bevat het regiotarief ook een viertal normatieve tariefcompo-nenten per m2. Dit zijn de apparaatskosten, onderhoud, energielasten en heffingen. De hier gepresenteerde cijfers over 2023 bevatten de verwachte kosten per vierkante meter.

Uurtarieven

Voor alle producten uit de Producten Diensten Catalogus waarvoor het RVB de dienstverlening levert, geldt een uurtarief. Het gemiddelde uurtarief van het RVB is in 2022 vastgesteld op € 123,-. De afspraken die zijn gemaakt in de nieuwe CAO Rijk 2022-2024 zijn, net als de prijsontwikkeling van de overige materiële kosten, verwerkt in de kosten voor 2023. De verwachting is dat de tarieven conform de CPI zullen stijgen in 2023. Op basis van de CPI juni stijgen de tarieven naar € 134,-. Deze zullen uiteindelijk nog worden aangepast naar de CPI augustus. Ook voor het uurtarief geldt namelijk dat deze nog definitief moet worden vastgesteld ultimo 2022.

Productie RVB

De verwachte stijging in de opgave voor ingebruikgeving ten opzichte van 2022 heeft betrekking op rente en afschrijvingen van DBFMO die is meegenomen in de begroting. In de opgave voor projectrealisatie is rekening gehouden met lopend werk, verwachte aankopen en de investeringen in pachtboerderijen.

Tabel 62 Productie RVB (bedragen x € 1.000)

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Ingebruikgeving

660.222

440.135

752.219

752.083

746.187

735.491

755.134

Onderhoud

404.169

477.092

438.423

404.423

400.423

395.423

392.423

Project realisatie

941.032

1.155.710

1.243.458

1.067.981

1.059.645

926.291

921.947

Verkoop

161.000

97.623

74.178

56.883

62.305

62.832

63.359

Expertise en Advies

174.021

128.751

145.329

140.115

139.130

139.388

137.360

 

Totaal productie

2.340.444

2.299.311

2.653.608

2.421.484

2.407.690

2.259.424

2.270.223

5.8 Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Inleiding

Het werkterrein van de Huurcommissie wordt voor het grootste deel gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in geschillen over de hoogte van huurprijzen en servicekosten. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) en geschillen die voortvloeien uit klachten van de huurder over het handelen of nalaten van de verhuurder bij de producten en diensten die hij aan de huurder levert.

Het Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) Huurcommissie (zonder eigen rechtspersoonlijkheid) wordt ondersteund door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Voor de huurders en verhuurders presenteert de Huurcommissie zich als één landelijk opererende, onpartijdige en toegankelijke organisatie. Door de verwevenheid van het ZBO met DHC worden de kosten van het ZBO in de begroting van de Dienst van de Huurcommissie verwerkt.

De Huurcommissie is continu gericht op verbetermogelijkheden bij de uitvoering van haar taken: het binnen gestelde termijn beslechten van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het gaat daarbij om verbeteringen in de dienstverlening aan huurders en verhuurders, en verbeteringen in de bedrijfsvoering. De Huurcommissie speelt flexibel in op wijzigingen in het aantal en soort informatievragen, veranderingen in de samenleving, het aantal en soort geschillen en op wijzigingen in de huurprijswet- en regelgeving. Uitgangspunt bij deze verbeteringen is het kader van de weten regelgeving van het huurprijsbeleid en de Rijksbrede ontwikkelingen die bij alle uitvoeringsorganisaties spelen.

Daarnaast is de Huurcommissie officieel buitengerechtelijke geschillenbe-slechter in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (ofwel een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie). De Huurcommissie voldoet aan de eisen die aan zo'n geschillenbeslechter - in dit geval voor huurprijsgeschillen - worden gesteld.

Ook de dienstverlening van de Huurcommissie wordt continu verbeterd. Prioriteit van de Huurcommissie is daarom gelegen in de activiteiten die worden ondernomen in het kader van het traject Werken aan Uitvoering (WaU) gericht op een betere dienstverlening richting burgers en bedrijven, de huurders en verhuurders. Hiervoor zijn extra middelen voor ontvangen in het kader van de WaU. De belangrijkste activiteiten in dit kader zijn:

  • de verdere uitrol van het nieuwe ICT systeem met inzagefunctionaliteit. Het systeem moet leiden tot een intern efficiënter werkproces. En het aanwezige klantportaal moet leiden tot een meer inzichtelijke geschilbeslechting, huurders en verhuurders kunnen hiermee hun eigen dossier inzien. Deze functionaliteit zal in 2023 verder worden uitgebreid;
  • De verdere vormgeving van het nieuwe klantcontactcentrum. Focus van dit centrum is een adequate informatieverschaffing en daarmee het borgen van de nabijheid van de Huurcommissie. Ook zonder lopend geschil kan contact worden opgenomen met de Huurcommissie;
  • Het tezamen met de beleidsdirectie van het ministerie van BZK uitwerken van het Coalitieakkoord in eventuele nieuwe wet- en regelgeving. Deze zijn gelegen in een mogelijke uitbreiding van taken en een uitbreiding van het domein richting middenhuur.

Instroom en productie

Uit een extern onderzoek is naar voren gekomen dat de instroom sterk samenhangt met inflatie, de huurverhoging, economische groei, werkloosheid en de introductie van nieuwe wetgeving (bijlage bij Kamerstukken II 2020/2021, 27926, nr. 338). De huidige economische omstandigheden met een hoge inflatie en oplopende rentestand leidt ertoe dat in 2023 duidelijk meer instroom te verwachten is. Hier zal de Huurcommissie zich op voorbereiden door een verdere verambtelijking van externe inhuur en de live-gang van het nieuwe zaaksysteem. Dit laat onverlet dat de piekbe-lasting in 2023 wordt opgevangen door externen.

Eind 2022 kan aan de hand van de dan geldende data en inzichten een juiste inschatting gemaakt worden van de te verwachte instroom in 2023. Ook is dan een nieuw normtijdenonderzoek vormgegeven op basis waarvan het kostprijsmodel van de Huurcommissie kan worden herijkt. Op basis van deze informatie wordt de offerte van het uitvoeringsjaar 2023 vormgegeven en verwerkt in de eerste suppletoire begroting. De meerjarige financiële doorvertaling hiervan zal zijn plek krijgen in de begroting van 2024.

Wetswijzigingen 2023

In 2023 wordt volgens planning het wetsvoorstel goed verhuurderschap van kracht. Daarmee krijgen gemeenten onder meer de mogelijkheid om een gebiedsgerichte verhuurdervergunning te introduceren om malafide verhuurderschap te voorkomen en tegen te gaan. Gemeenten kunnen daarbij de Huurcommissie gaan vragen om verklaringen hiertoe af te geven.

Naast de afschaffing van de verhuurderheffing in 2023 zal ook de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte worden gewijzigd. De in die wet vastgelegde maximering van de jaarlijkse huurverhoging voor vrije sector-woningen zal per 1 januari 2023 worden vervangen door een bij ministeriële regeling vast te stellen maximering. Tenslotte worden in dit jaar de voorbereidingen getroffen voor het wetsvoorstel waarmee huurders in de midden-huursector toegang krijgen tot de Huurcommissie en andere wet- en regelgeving die zal voortvloeien uit het Coalitieakkoord en/of de Nationale Bouw- en Woonagenda. Dit zal naar verwachting in de jaren 2024 en verder leiden tot wetswijzigingen.

Staat van baten en lasten

 

Tabel 63 Begroting van baten-lastenagentschap DHC voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Baten

  • Omzet

17.170

19.060

18.229

18.026

18.026

17.524

17.518

waarvan omzet moederdepartement

9.697

11.896

8.715

8.688

8.688

8.436

8.430

waarvan omzet overige departementen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan omzet derden

7.473

7.164

9.514

9.338

9.338

9.088

9.088

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

768

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

8

0

0

0

0

0

0

 

Totaal baten

17.946

19.060

18.229

18.026

18.026

17.524

17.518

 

Lasten

Apparaatskosten

17.713

19.027

18.130

17.952

17.984

17.458

17.452

  • Personele kosten

14.401

14.750

14.881

14.703

14.735

14.209

14.203

waarvan eigen personeel

7.864

8.800

10.588

10.692

10.893

10.541

10.535

waarvan inhuur externen

6.152

5.400

3.643

3.361

3.192

3.018

3.018

waarvan overige personele kosten

385

550

650

650

650

650

650

  • Materiële kosten

3.312

4.277

3.249

3.249

3.249

3.249

3.249

waarvan apparaat ICT

1.139

2.030

1.110

1.110

1.110

1.110

1.110

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

2.173

2.247

2.139

2.139

2.139

2.139

2.139

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

62

33

99

74

42

66

66

  • Materieel

62

33

99

74

42

66

66

waarvan apparaat ICT

54

33

93

68

36

55

55

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

8

0

6

6

6

11

11

  • Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

871

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

46

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

825

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

18.646

19.060

18.229

18.026

18.026

17.524

17.518

 

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

  • 700

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

  • 700

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

De verwachte productie voor 2023 zal worden afgestemd op de te verwachte instroom in het uitvoeringsjaar. Doelstelling is het behouden van een acceptabele werkvoorraad waarmee de doorlooptijden kunnen worden gehaald. De behandeltermijn van een geschil is maximaal vier maanden. Een acceptabele werkvoorraad wordt dus gezien als de instroom van de laatste vier maanden met een evenwichtige verdeling tussen de verschillende fasen in het proces.

Omzet moederdepartement

De reeks bedragen voor omzet moederdepartement in de jaren 2023 - 2027 heeft betrekking op de bekostiging van de Huurcommissie ten laste van artikel 3 Woningmarkt van de ontwerpbegroting 2023 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Omzet derden

Deze baten betreffen in de eerste plaats de legesopbrengsten die gebaseerd zijn op de veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. Hiervoor is circa € 1 mln. geraamd.

Verhuurders dragen bij aan de kosten van de Huurcommissie. Bij de introductie van deze verhuurderbijdrage in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte is als uitgangspunt genomen dat verhuurders en het Rijk op termijn een gelijke bijdrage zouden leveren. In de afgelopen jaren is de Rijksbijdrage echter sterk gestegen zonder dat de verhuurderbijdrage hierop is aangepast. Gezien de opgave waarvoor de Huurcommissie is gesteld in 2023 en latere jaren wordt deze bijdrage nu weer in lijn gebracht aan de geraamde bijdrage van het Rijk.

Met ingang van het jaar 2023 wordt de verhuurdersheffing afgeschaft. De gegevens van deze heffing vormen de grondslag van de verhuurderbijdrage het jaar erop volgend. De verhuurderbijdrage wordt dus in 2023 voor het laatste geïnd op basis van de gegevens van de verhuurderheffing. Naar een nieuwe grondslag wordt gezocht om de bijdrage van de verhuurders ook in latere jaren plaats te kunnen laten vinden.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten betreffen zowel de Dienst van de Huurcommissie als de salarissen en vergoedingen van het ZBO Huurcommissie en de Raad van Advies.

Personele kosten

De personele kosten betreffen de salarissen van de vaste medewerkers van de Dienst van de Huurcommissie en het ZBO Huurcommissie en de inhuur van externe medewerkers. Aan de hand van de productieraming die ultimo 2022 wordt opgesteld en die uitmondt in de offerte 2023 wordt de inzet nader bepaald.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn conform de door de Minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt op ICT-middelen en kantoorinventaris.

Saldo van baten en lasten

Net als in 2022 wordt een saldo van baten en lasten geraamd van nul. De doelstelling is een sluitende begroting.

Kasstroomoverzicht

 

1 Tabel 64 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap DHC over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

3.323

2.504

2.696

2.730

2.739

2.716

2.713

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

18.389

19.060

18.229

18.026

18.026

17.524

17.518

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

  • 18.618
  • 19.027
  • 18.130
  • 17.952
  • 17.984
  • 17.458
  • 17.452
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
  • 229

33

99

74

42

66

66

-/- totaal investeringen

  • 157

0

  • 65
  • 65
  • 65
  • 69
  • 65

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 157

0

  • 65
  • 65
  • 65
  • 69
  • 65

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

  • 433

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

159

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
  • 433

159

0

0

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

2.504

2.696

2.730

2.739

2.716

2.713

2.714

Toelichting

De operationele kasstroom in 2023 zal ten tijde van de eerste suppletoire begroting 2023 naar boven worden aangepast aan de dan overeengekomen opdracht van dat jaar. De nieuwe verantwoordingswijze van de door BZK gefinancierde bedrijfsvoeringsactiviteiten leidt tot een meer inzichtelijke investeringskasstroom en daarmee een beter beeld.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 65 Overzicht doelmatigheidsindicatoren DHC

 
 

Stand Slotwet 2021

Vastgestelde begroting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omschrijving Generiek Deel

 

Gemiddeld integraal tarief per geschil

€ 1.115

€ 1.217

€ 1.224

€ 1.244

€ 1.227

€ 1.193

€ 1.192

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

91

97

104

104

104

104

104

Saldo van baten en lasten (%)

  • 4,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Productie per zaaksoort

Huurprijsgeschillen

7.770

5.660

5.434

6.234

6.234

6.234

6.234

Servicekostengeschillen

5.030

3.250

3.306

3.261

3.261

3.261

3.261

Huurverhogingsgeschillen1

491

5.570

5.342

3.792

3.792

3.792

3.792

Overige geschillen

533

400

415

405

405

405

405

Verzet

2.792

2.500

1.550

1.055

1.055

1.055

1.055

Verklaringen goed verhuurderschap

   

400

800

1.000

1.000

1.000

Totaal

16.616

17.380

16.447

15.547

15.747

15.747

15.747

Omschrijving Specifiek Deel

 

% Huurpijsgeschillen afgerond binnen

4 maanden

30%

> 60%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

% Servicekostengeschillen afgerond binnen

4 maanden

21%

> 60%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

29%

> 60%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

> 80%

% Wohv-geschillen afgerond binnen

4 maanden

79%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

% ADR-geschillen afgerond binnen 90 dagen

59%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

> 90%

Doorlichting uitgevoerd c.q. gepland in

 

2022

         

Toelichting Generiek deel

Fte-totaal

In 2022 is de verhouding tussen vast en extern personeel meer in balans gekomen. Hierdoor blijft kennis langer behouden voor de Huurcommissie en dit zorgt voor meer stabiliteit binnen de organisatie. Een proces van continue werving is opgestart om de bemensing op niveau te houden.

Productie per dienst

Sinds eind 2020 is de Huurcommissie gestart met het doen van kennelijke voorzittersuitspraken. Een kennelijke voorzittersuitspraak is mogelijk als over de uitkomst van een zaak geen twijfel bestaat. Hierdoor hoeft het geschil niet op zitting te komen en kan daarmee snel binnen de wettelijke doorlooptijd worden afgewikkeld. Bij de toepassing van kennelijke voorzittersuitspraken zijn de belangen van huurder en verhuurder goed gewaarborgd door de mogelijkheid van kosteloos verzet. In het jaar 2023 wordt dit verzet, net als in 2022, nauwkeurig gevolgd. Mutaties in de ramingen genoemd bij de triggers voor de instroom van geschillen zijn bepalend voor het wel of niet behalen van de productiedoelstellingen in 2022.

Specifiek deel

Doorlooptijden

De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.

In de tweede plaats de doorlooptijd van ADR-geschillen, zoals de Imple-mentatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is.

Voor de geschilbeslechting op basis van de Wet op het overleg huurders verhuurder geldt een wettelijke termijn van acht weken, met de mogelijkheid om indien nodig gemotiveerd een langere doorlooptijd te hanteren. De ervaringen met de Wohv-geschillen leren dat partijen hechten aan overleg onder toezicht van de Huurcommissie in de wetenschap dat dit overleg in de praktijk meer tijd vergt dan de termijn van acht weken die er voor staat. Om deze reden is als streeftermijn (voor 90% van de Wohv-geschillen) vier maanden geformuleerd.

  • 6. 
    Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

 

Tabel 66 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

een Wettelijke Taak (vallend onder

Naam organisatie

ZBO/RWT

Begrotingsartikel    Begrotingsra- mingen (bedragen x € 1.000)

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Volgende evaluatie ZBO

Huis voor klokkenluiders

ZBO

artikel 11

5.205

N.v.t.1

2025

Kadaster (basisregistraties)

ZBO

artikel 5

80.353

2020

2025

Huurcommissie

ZBO

artikel 3

8.715

2014

2022

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

RWT en ZBO

artikel 7

6.338

N.v.t.2

N.v.t.

Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw

ZBO

artikel 11

2.674

N.v.t.3

2025

Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland

ZBO

artikel 3

 

2019

2024

Keuringsinstanties Bouwproducten

ZBO

artikel 11

 

N.v.t.

N.v.t.

1    Het Huis voor klokkenluiders bestaat sinds 2016.

2    De SAIP valt niet onder de kaderwet ZBO's.

3    De Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw bestaat sinds 1 sept 2021.

 

Tabel 67 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en andere ministeries)

Rechtspersonen met een

Wettelijke Taak (vallend onder

Naam organisatie

Ministerie

ZBO/RWT

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

       

(bedragen x € 1.000)

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

OCW

ZBO

artikel 1

25

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

EZK

ZBO

artikel 1,3, 6

4.665

Kamer van Koophandel (KvK)

EZK

ZBO

artikel 6

5.410

Rijksdienst wegverkeer (RDW)

IenW

ZBO

artikel 6

20.950

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)

SZW

ZBO

artikel 6

200

Bijlage 2: Specifieke uitkeringen

Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. Hieronder een overzicht met de specifieke uitkeringen en voornemens tot specifieke uitkeringen. De voornemens worden aangeduid met een «V» onder het kopje SiSa nummer (Single information Single audit).

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

 

Tabel 68 Specifieke uitkeringen (bedragen x 1 mln.)

SiSa

nr.

Onderdeel

Toelichting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

V

Naam

Groeiopgave Almere

8,9

8,9

8,9

8,9

8,9

8,9

 

Korte duiding

Almere ontvangt deze uitkering in verband met de uitzonderlijke groeikosten van Almere. De uitkering is gebaseerd op de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0.

           
 

Juridische grondslag

Regeling specifieke uitkering groeiopgave Almere

           
 

Maatschappelijke effecten

Het doel van de uitkering is om de gemeente Almere in staat te stellen om haar bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren.

           
 

Ontvangende partijen

Gemeente Almere

           
 

Artikel

1 Openbaar bestuur en democratie

           
 

C62

Naam

Kwijtschelden publieke schulden

160,0

70,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Korte duiding

Het betreft de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten voor de derving van inkomsten en bekostiging van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen van gedupeerden door de toeslagenaffaire.

           
 

Juridische grondslag

Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen

           

Maatschappelijke Het doel van het kwijtschelden van publieke schulden zorgt effecten    ervoor dat gedupeerden van de toeslagenaffaire in staat worden gesteld om meer financieel zelfredzaam te worden. Daarbij zal het ook een positief effect hebben op het psychisch welbevinden van de gedupeerden.

 

Ontvangende partijen

Gemeenten

Artikel

1 Openbaar bestuur en democratie

C52    Naam

Pakket 'Wind in de zeilen': Fiche1K Ontvlechten Evides en PZEM

6,25

1,25

1,25

1,25

0,0

0,0

Korte duiding

Als onderdeel van het pakket «Wind in de zeilen» ondersteunt de Rijksoverheid de provincie Zeeland (en hiermee indirect alle Zeeuwse aandeelhouders en dus de Zeeuwse overheden) bij de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides.

           

Juridische grondslag

Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb.

           

Maatschappelijke effecten

Het pakket aan maatregelen heeft als doel om te investeren in de kracht en kansen van Vlissingen en Zeeland en de randvoorwaarden te scheppen voor een nog beter vestigingsklimaat in de regio.

           

Ontvangende partijen

provincie Zeeland

           

Artikel

1 Openbaar bestuur en democratie

           
 

V    Naam

Huisvesting aandachtsgroepen

40,0

40,0

10,0

10,0

0,0

0,0

Korte duiding Realisatie van woonruimten voor aandachtsgroepen

 

SiSa Onderdeel nr.

Toelichting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Juridische grondslag

Regeling meerjarige specifieke uitkeringen tbv realisatie van woonruimten voor aandachtsgroepen

           

Maatschappelijke Deze uitkering stelt gemeenten in staat om huisvesting te effecten    realiseren voor onder andere mensen met sociale en/of medische urgentie (onder wie mensen die dak- en thuisloos zijn of dreigen te worden), statushouders, mensen die uitstromen vanuit een intramurale situatie, arbeidsmigranten, uitwonende studenten en woonwagenbewoners.

 

Ontvangende partijen

Gemeenten

Artikel

  • 3. 
    Woningmarkt

C9

Naam

Woningbouwimpuls

360,0

221,9

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Korte duiding

Deze uitkering stelt gemeenten in staat om de woningbouw te versnellen; het vergroot het aantal nieuwbouwwoningen; maakt woningen betaalbaar en zorgt dat dat de woningbouwlocaties geschikt worden gemaakt.

           
 

Juridische grondslag

Regeling Woningbouwimpuls

           
 

Maatschappelijke effecten

Versnellen van woningbouw

           
 

Ontvangende partijen

Gemeenten

           
 

Artikel

  • 3. 
    Woningmarkt
           
 

V

Naam

Flexpoolregeling

40,0

0,0

40,0

0,0

0,0

0,0

Korte duiding Deze uitkering zorgt voor bundeling van flexibele inzet van expertise en capaciteit die in de provincies, gemeenten of bij waterschappen worden ingezet ter bevordering van de snelheid in de voorfase van de woningbouw.

Juridische    Regeling specifieke uitkeringen flexibele inzet grondslag    ondersteuning woningbouw

Maatschappelijke Versnellen van woningbouw effecten

Ontvangende    Provincies partijen

Artikel    3. Woningmarkt

 

V

Naam

Volkshuisvestingsfonds

0,0

142,5

142,5

142,5

142,5

0,0

 

Korte duiding

Verbetering leefbaarheid en verduurzaming woningvoorraad

           
 

Juridische grondslag

Regeling Volkshuivestingsfonds

           
 

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan verbetering van de leefbaarbeid en verduurzaming van de woningvoorraad in de meest kwetsbare gebieden van gemeenten.

           
 

Ontvangende partijen

Gemeenten

           
 

Artikel

  • 3. 
    Woningmarkt
           

V

Naam

Ouderenhuisvesting

20,0

18,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Korte duiding

Vergroten woonanbod voor ouderen.

           
 

Juridische grondslag

Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO)

           
 

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan vergroting van het woningaanbod voor ouderen

           
 

Ontvangende partijen

Gemeenten

           
 

Artikel

3.Woningmarkt

           

SiSa Onderdeel nr.

Toelichting    2022    2023    2024    2025    2026    2027

V    Naam

Grootschalige woningbouwlocatie    0,0    475,0    0,0    0,0    0,0    0,0

Korte duiding

Deze uitkering is bestemd voor brede gebiedsontwikkeling voor woningbouw

Juridische grondslag

Regeling moet nog worden vormgeven. (zie kamerbrief

2021D42104)

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen

Ontvangende partijen

Gemeente

Artikel

  • 3. 
    Woningmarkt

V    Naam

Ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed tranche    0,0    17,0    0,0    0,0    0,0    0,0

II

Korte duiding

Kwaliteitsimpuls stationsomgevingen.

Juridische grondslag

Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed tranche II

Maatschappelijke effecten

Dit programma stimuleert CO2-reductie. CO2-reductie heeft positieve gevolgen zoals het tegengaan van klimaatverandering en het verschonen van de leefomgeving. Ook verbetert het de waarde van het maatschappelijk vastgoed in Nederland.

Ontvangende partijen

Provincies

Artikel

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

C55    Naam

Aanpak energiearmoede en Nationaal isolatie programma    359,0    0,0    0,0    0,0    0,0    0,0

Korte duiding

Ondersteuning huishoudens met laag besteedbaar inkomen en hoge energielasten.

Juridische grondslag

Eerste suppletoire wet, begrotingsartikel 4, eenmalig en de Financiele verhoudingswet, artikel 17, lid 1

Maatschappelijke effecten

Dez uitkering draagt bij met het bestrijden van energiearmoede en het versnellen van de isolatie van woningen.

Ontvangende partijen

Gemeenten

Artikel

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Naam

Lokale aanpak nationaal isolatie programma    0,0    100,0    40,5    0,0    0,0    0,0

Korte duiding

Lokale aanpak, isoleren van koopwoningen samen met gemeenten.

Juridische grondslag

SPUK en grondslag zijn voornemen.

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan de aanpak van energetisch slechte woningen.

Ontvangende partijen

Gemeenten

Artikel

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

V    Naam

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)    0,0    9,0    9,0    9,0    0,0    0,0

Korte duiding

Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk,

VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie doorkennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie.

Juridische grondslag

SPUK en grondslag zijn voornemen

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan de deling van kennis en expertise met gemeenten om te voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord.

Ontvangende partijen

Gemeenten

SiSa

nr.

Onderdeel

Toelichting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

 

Artikel

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
           
 

V

Naam

Nationaal Isolatieprogramma (NIP)

4,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Korte duiding

Nationaal Isolatieprogramma / Natuurinclusieve aanpak/ soortenbescherming

           
 

Juridische grondslag

SPUK en grondslag zijn voornemen

           

Maatschappelijke Deze uitkering draagt bij aan een natuur inclusieve aanpak effecten    gericht op soortenbescherming. Deze uitkering is randvoorwaardelijk voor het Nationaal Isolatieprogramma. De aanpak wordt samen met het ministerie van LNV ontwikkeld.

 

Ontvangende partijen

Provincies

           

Artikel

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
           
 

C72    Naam

Derde ronde proeftuinen van het programma aardgasvrije wijken

62,6

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Korte duiding Toepassen van een wijkgerichte aanpak die gericht is op het aardgasvrij maken van gebouwen, of op het met behulp van een stapsgewijze aanpak gereed maken van gebouwen voor aansluiting op een duurzame warmtebron.

Juridische    Regeling specifieke uitkering voor de derde ronde grondslag    proeftuinen van het programma aardgasvrije wijken.

Maatschappelijke Gericht op de verduurzaming van bestaande woningen en effecten    andere gebouwen stelt deze uitkering gemeenten in staat om kennis op te doen hoe de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald.

Ontvangende    Gemeenten partijen

Artikel    4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

 

C12    Naam

Nieuwe Sleutelprojecten (NSP)

0,0

4,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Korte duiding

Kwaliteitsimpuls stationsomgevingen.

           

Juridische grondslag

Wet ruimtelijke ordening

Besluit ruimtelijke ordening

           

Maatschappelijke effecten

Door deel te nemen aan de NSP kan deze uitkering een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit, leefbaarheid en sociale veiligheid nabij stations en binnensteden.

           

Ontvangende partijen

Gemeente Breda

           

Artikel

  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en Omgevingswet
           

C25    Naam

Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)

0,0

0,0

3,3

0,0

0,0

0,0

Korte duiding

Regeling voor versterking van ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden.

           

Juridische grondslag

Beleidsregeling Subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit

           

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering draagt bij aan de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden.

           

Ontvangende partijen

Gemeenten

           

Artikel

  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en Omgevingswet
           
 

Totaal

 

1.060,8

1.108,5

255,5

171,7

151,4

8,9

Bijlage 3: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie Uitgaven

Tabel 69 Uitgaven beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

86.576

78.545

78.620

70.291

70.777

-

Mutatie nota van wijziging 20221

10.000

0

0

0

0

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

  • 9.066

14.947

19.079

11.535

11.500

11.500

Extrapolatie

-

-

-

-

-

70.777

 

Nieuwe mutaties

19.752

301.053

15.180

15.348

14.119

12.119

Waarvan:

  • 1) 
    Regio Deals vierde tranche

0

284.200

0

0

0

0

  • 2) 
    Bestuurlijke weerbaarheid

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

  • 3) 
    City Deal Zicht op Ondermijning

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

  • 4) 
    Regio Deals organisatiekosten

1.200

1.200

1.200

1.200

0

0

  • 5) 
    Programma Nationaal Leefbaarheid en Veiligheid

0

2.000

2.000

2.000

2.000

0

  • 6) 
    Specifieke uitkering bevolkingsdaling

11.245

0

0

0

0

0

  • 7) 
    Impuls weerbaarheid
  • - 
    4.800

0

0

0

0

0

  • 8) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

2.919

4.123

2.455

2.222

2.202

2.202

 

Stand ontwerpbegroting 2023

107.262

394.545

112.879

97.174

96.396

94.396

1 nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

Toelichting

  • 1. 
    Regio Deals vierde tranche

Naar aanleiding van het Coalitieakoord (CA) is voor 2023 een bedrag van € 284,2 mln. in de begroting opgenomen voor het afsluiten van de nieuwe Regio Deals vierde tranche. De middelen zijn vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) overgeheveld.

  • 2. 
    Bestuurlijke weerbaarheid

In de bestrijding van ondermijning worden voor het versterken van bestuurlijke weerbaarheid, middelen structureel overgeheveld van de begroting van Justitie en Veiligheid (VI) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Het betreft middelen die in het kader van het tegengaan van ondermijning bij de Miljoenennota 2022 beschikbaar zijn gekomen.

  • 3. 
    City Deal Zicht op Ondermijning

In de bestrijding van ondermijning worden voor de City Deal Zicht op Ondermijning, middelen structureel overgeheveld van de begroting van Justitie en Veiligheid (VI) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Het betreft middelen die in het kader van het tegengaan van ondermijning bij de Miljoenennota 2022 beschikbaar zijn gekomen.

  • 4. 
    Regio Deals organisatiekosten

Het betreft een reallocatie van middelen om de organisatiekosten van de Regio Deals op het juiste instrument te verantwoorden.

  • 5. 
    Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

Dit betreft een reallocatie ten behoeve van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid vanuit het Volkshuisvestingsfonds van artikel 3 naar artikel 1.

  • 6. 
    Specifieke uitkering bevolkingsdaling

De invoering van het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering gemeentefonds (B) is uitgesteld tot 2023. Daarom wordt voor 2022 de specifieke uitkering bevolkingsdaling verstrekt. Tot en met 2021 werden deze middelen verstrekt via een decentralisatie-uitkering. Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit de begroting van het gemeentefonds (B) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

  • 7. 
    Impuls weerbaarheid

BZK verstrekt binnen het programma Weerbaar Bestuur via het Provinciefonds (C) een eenmalige financiële bijdrage van € 0,4 mln. aan iedere provincie (totaal € 4,8 mln.). Met deze bijdragen kunnen de provincies de komende jaren de slagkracht van met name kleinere gemeenten tegen ondermijnende invloeden vergroten.

  • 8. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2023

15.056    14.765    14.765    14.765    24.765    24.765

 

Tabel 70 Ontvangsten beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1000)

   

2022    2023    2024    2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022    24.765    24.765    24.765    24.765

24.765

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

  • 10.000
  • 10.000
  • 10.000
  • 10.000

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

24.765

Nieuwe mutaties

291    0    0    0    0    0

Beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid Uitgaven

Tabel 71 Uitgaven beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

344.621

347.366

344.992

344.939

344.924

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

13.450

39.910

73.434

71.934

71.934

86.351

Extrapolatie

-

-

-

-

-

347.224

 

Nieuwe mutaties

21.499

13.071

12.950

11.949

10.934

11.012

Waarvan:

  • 1) 
    Nationale Cryptostrategie

5.160

0

0

0

0

0

  • 2) 
    Bedrijfsvoeringskosten

5.000

0

0

0

0

0

  • 3) 
    Infobox Contraterrorisme

1.000

1.000

1.000

1.000

0

0

  • 4) 
    Kasschuif kabelinterceptie
  • - 
    2.000

1.000

1.000

0

0

0

  • 5) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

11.982

12.076

11.995

11.994

11.994

12.062

 

Stand ontwerpbegroting 2023

379.570

400.347

431.376

428.822

427.792

444.587

Toelichting

  • 1. 
    Nationale Cryptostrategie

De AIVD ontvangt de opdracht om werkzaamheden uit te voeren in het kader van de nationale Cryptostrategie en Coalition of the Willing.

  • 2. 
    Bedrijfsvoeringskosten

Jaarlijks verrekenen het Ministerie van BZK en Defensie de bedrijfvoerings-kosten van de diensten (AIVD en MIVD). Voor 2022 ontvangt de AIVD hier € 5 mln. vanuit het Ministerie van Defensie.

  • 3. 
    Infobox Contraterrorisme

Dit betreft een structurele bijdrage aan de Contraterrorisme Infobox (CTI).

  • 4. 
    Kasschuif kabelinterceptie

Deze kasschuif betreft middelen voor kabelinterceptie. Vanwege complexe technische uitdagingen en de supplychain (levertijden) is het budget in 2023 en 2024 nodig.

  • 5. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2023

14.714    14.714    14.714    14.714    14.714    14.714

 

Tabel 72 Ontvangsten beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid (bedragen x € 1.000)

     

2022    2023    2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022    14.714    14.714    14.714

14.714

14.714

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

14.714

Nieuwe mutaties

0 0 0 0 0 0

Beleidsartikel 3. Woningmarkt

Uitgaven

Tabel 73 Uitgaven beleidsartikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

4.632.089

4.666.585

4.805.321

4.947.021

5.076.836

-

Mutatie amendement 20221

30.000

30.000

0

0

0

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 20222

449.142

797.980

316.839

302.954

332.054

207.804

Extrapolatie

-

-

-

-

-

5.223.758

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

193.450

143.900

3.600

3.600

1.400

0

 

Nieuwe mutaties

133.439

538.150

305.462

295.370

308.190

309.152

Waarvan:

  • 1) 
    Vijfde tranche Woningbouwimpuls

0

221.875

0

0

0

0

  • 2) 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

61.653

0

0

0

0

0

  • 3) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

21.779

2.231

1.823

1.816

1.638

556

  • 4) 
    Wet Goed Verhuurderschap

0

  • - 
    16.592
  • - 
    7404
  • - 
    7404
  • - 
    7.404
  • - 
    7.404
  • 5) 
    Uitbreiding Omgevingskamer
  • - 
    3.000
  • - 
    3.000
  • - 
    3.000
  • - 
    3.000

0

0

  • 6) 
    Uitvoering aandachtgroepen regeling
  • - 
    2.865
  • - 
    3.865
  • - 
    1.465
  • - 
    1.465

0

0

  • 7) 
    Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
  • - 
    4.258
  • - 
    1.043
  • - 
    85

0

0

0

  • 8) 
    Kasschuif aandachtsgroepen

15.000

2.070

  • - 
    8.535
  • - 
    8.535

0

0

  • 9) 
    Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

0

  • - 
    114.000

0

0

0

0

  • 10) 
    Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

18.400

150.500

27250

17.000

17.000

17000

  • 11) 
    Verhoging huurtoeslag

25.000

299.000

299.000

299.000

299.000

299.000

 

Stand ontwerpbegroting 2023

5.438.120

6.176.615

5.431.222

5.548.945

5.718.480

5.740.714

1    amendement op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12) en (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 52).

2    inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 5)

Toelichting

  • 1. 
    Vijfde tranche Woningbouwimpuls

Dit betreft een overboeking van de middelen voor de vijfde tranche van de Woningbouwimpuls en de daarbij behorende uitvoeringskosten van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën voor 2023.

  • 2. 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln. ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

  • 3. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

  • 4. 
    Wet Goed Verhuurderschap

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om malafide verhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt tegen te gaan. Deze afspraken worden grotendeels uitgevoerd met het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Gemeenten worden gecompenseerd voor de extra kosten die voortkomen uit dit wetsvoorstel. Per 2023 worden deze middelen toegevoegd aan de Algemene Uitkering in het gemeentefonds.

  • 5. 
    Uitbreiding Omgevingskamer

De Raad van State ontvangt over de periode 2022 - 2025 € 12 mln. van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het vergroten van de capaciteit van de Omgevingskamer. Hiermee kunnen zaken met betrekking tot woningbouw sneller afgedaan worden.

  • 6. 
    Uitvoering aandachtsgroepen regeling

Dit betreft een reallocatie van middelen naar artikel 11 voor de uitvoering en capaciteitskosten van de middelen voor de regeling voor aandachts-groepen.

  • 7. 
    Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontvangt bijdragen van het Ministerie van BZK voor meerdere activiteiten. Zo ontvangen de RVO onder andere middelen voor het realiseren van beoogde activiteiten en doelen met betrekking tot het Huisvestingfonds. Ook ontvangt de RVO middelen voor de inzet van onafhankelijke experts om woningbouwvraag-stukken te onderzoeken.

  • 8. 
    Kasschuif aandachtsgroepen

Dit betreft een kasschuif om de middelen die momenteel op de begroting staan voor aandachtsgroepen in het juiste kasritme te zetten. Dit vanwege de urgentie om huisvesting voor aandachtsgroepen sneller te realiseren.

  • 9. 
    Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

In de Nationale Prestatieafspraken was een huurverlaging voor sociale minima wonend in corporatiewoningen aangekondigd voor 2024. Om de koopkrachtdaling in 2023 al te verzachten, wordt deze huurverlaging al in 2023 uitgevoerd. Dit leidt tot een inverdieneffect in de huurtoeslag van ca. € 114 mln. Dit zal worden ingezet voor de (gedeeltelijke) dekking van de verhoging van de huurtoeslag in 2023.

  • 10. 
    Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

De verhoging van het wettelijk minimumloon leidt tot extra uitgaven huurtoeslag. De minimum-inkomensijkpunten in de huurtoeslag zijn wettelijk gekoppeld aan de bijstand en de AOW, die weer gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. Een verhoging hiervan leidt via de bijstand en de AOW ook tot extra uitgaven huurtoeslag.

  • 11. 
    Verhoging huurtoeslag

De opslag op de eigen bijdrage van de huurtoeslag wordt verlaagd van € 16,94 naar € 0. Hierdoor ontvangen vrijwel alle huurtoeslagontvangers ca. €203 meer huurtoeslag per jaar.

Ontvangsten

Tabel 74 Ontvangsten beleidsartikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

354.100

358.900

346.000

339.800

332.600

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

12.900

500

8.500

8.700

3.300

  • 3.900

Extrapolatie

-

-

-

-

-

332.600

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

0

140.300

95.000

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

61.653

  • 4.100
  • 4.100
  • 2.000

0

0

Waarvan:

  • 1) 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

61.653

0

0

0

0

0

  • 2) 
    Kwijtschelden publieke schulden

0

  • - 
    4.100
  • - 
    4.100
  • - 
    2.000

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

428.653

495.600

445.400

346.500

335.900

328.700

Toelichting

  • 1. 
    Achtervangvergoeding NHG 2021

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

  • 2. 
    Kwijtschelden publieke schulden

Ouders die in aanmerking komen voor een herstelregeling kinderopvang-toeslag krijgen de nog openstaande schulden bij de overheid kwijtgescholden. De ontvangstenraming van de huurtoeslag wordt hiervoor naar beneden bijgesteld. Compensatie hiervoor komt uit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.

Beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Uitgaven

Tabel 75 Uitgaven beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

445.486

262.755

217.138

235.050

179.106

-

Mutatie nota van wijziging 20221

309.000

272.050

276.050

6.250

3.250

-

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting 20222

58.432

0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 20223

  • 29.395

11.679

10.051

5.010

  • 8.580

60.790

Extrapolatie    -

-

-

-

-

 

148.951

 

Nieuwe mutaties

1.078

239.663

175.906

26.546

9.442

8.236

Waarvan:

  • 1) 
    Lokale aanpak woningisolatie

0

150.000

150.000

0

0

0

  • 2) 
    Nationaal Isolatieprogramma

0

62.500

0

0

0

0

  • 3) 
    Nationaal Programma Warmtetransitie

0

15.000

15.000

15.000

0

0

  • 4) 
    Stimuleren Circulair Bouwen

0

1.500

2.000

2.000

1.900

1.900

  • 5) 
    Aanpak energiearmoede
  • - 
    5.662

0

0

0

0

0

  • 6) 
    Gecentraliseerd opdrachtgeverschap RVO

5.119

1.072

85

0

0

0

  • 7) 
    Verduurzaming VvE’S (ISDE)

0

500

700

900

1.000

1.000

  • 8) 
    Klimaatuitgaven & Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed
  • - 
    1.829
  • - 
    325
  • - 
    325
  • - 
    325
  • - 
    325
  • - 
    300
  • 9) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

3.000

9.366

8.346

8.921

6.817

5.636

 

Stand ontwerpbegroting 2023

784.601

786.147

679.145

272.856

183.218

217.977

1    nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

2    incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1)

3    inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 5)

Toelichting

  • 1. 
    Lokale aanpak woningisolatie

Om (kwetsbare) huishoudens te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen stelt het kabinet in 2023 en 2024 in totaal € 300 mln. beschikbaar voor het Nationaal Isolatieprogramma.

  • 2. 
    Nationaal Isolatieprogramma

Op de Aanvullende Post (AP) bij het Ministerie van Financiën zijn middelen gereserveerd voor het Nationaal Isolatieprogramma. Vanuit deze middelen wordt er € 62,5 mln. overgeboekt voor de lokale aanpak woningisolatie.

  • 3. 
    Nationaal Programma Warmtetransitie

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Aanvullend daarop is er een regionale ondersteuningsstructuur om de samenwerking tussen gemeenten te ondersteunen. De leer- en ontwikkelactiviteiten van het Programma Aardgasvrije Wijken en vanuit het Expertise Centrum Warmte gaan integraal op in het NPLW.

  • 4. 
    Stimuleren Circulair Bouwen

Met als doel om CO2-emissie in de bouw te reduceren wordt het hergebruik van recyclaat in bouwmaterialen gestimuleerd. Enerzijds via bindende afspraken bij Rijksinkoop over de meest effectieve circulaire strategie, zoals een bepaald percentage recyclaat of de hergebruik in bouwmaterialen. Anderzijds via de normering met streefcijfers en het maken van convenanten.

  • 5. 
    Aanpak energiearmoede

Het kabinet heeft op 11 maart 2022 maatregelen aangekondigd om huishoudens verder tegemoet te komen vanwege de sterk gestegen energieprijzen en de dalende koopkracht (Kamerstukken II 2021/22, 35925 XV, nr. 111). Hiertoe worden middelen die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd voor het Nationaal Isolatieprogramma naar voren gehaald (in totaal € 150 mln.) om de aanpak energiearmoede - waarin huishoudens ondersteund worden bij het nemen van energiebesparende maatregelen -te intensiveren. Een deel van deze middelen zijn reeds verantwoord in de 1e suppletoire begroting 2022. Deze mutatie betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds.

  • 6. 
    Gecentraliseerd opdrachtgeverschap RVO

Het gecentraliseerd opdrachtgeverschap aan RVO is belegd binnen het beleidsartikel 4. Alle bijdragen van BZK aan de Jaaropdracht RVO worden daarom op dit artikel verantwoord. De Jaaropdracht RVO bestaat onder andere uit een bijdrage aan het Expertteam Woningbouw voor kortdurende inzet van experts en maatwerkadviezen. Dit bedraagt in totaal € 2,1 mln. verspreid over 2022, 2023 en 2024. Daarnaast betreft dit bijvoorbeeld een bijdrage voor de Woningbouwimpuls 2022-2023 (in totaal € 1,2 mln. verspreid over 2022 tot en met 2024) voor het realiseren van de voortgang van de te bouwen woningen en de beoogde activiteiten en doelen.

  • 7. 
    Verduurzaming VvE's (ISDE)

BZK heeft middelen ontvangen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) vanwege het uitbreiden van een regeling voor investeringen in isolatiemaatregelen door VvE's.

Vanuit de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing regeling (ISDE) van het Ministerie van EZK worden subdidies verstrekt voor investeringen in warmtetechnieken (warmtepompen, zonneboilers en collectieve warmtenetaansluitingen) aan onder meer Vereningen van Eigenaren (VvE's). BZK beschikt echter reeds over een regeling die specifiek gericht is op investeringen in isolatiemaatregelen door VvE's. Vanaf 2023 zal de regeling van BZK worden aangepast zodat ook investeringen door VvE's in de genoemde warmetechnieken onder deze regeling vallen in plaats van onder de ISDE.

  • 8. 
    Klimaatuitgaven & Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Dit betreffen verschillende uitgaven omtrent de nationale klimaatadaptatie-strategie en verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, waaronder een structurele bijdrage aan de rekenmeesterfunctie van het Planbureau voor de Leefomgeving en verschillende bijdragen aan de uitvoering van het kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed (KIP MV).

  • 9. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 76 Ontvangsten beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

91

91

91

91

91

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

91

Nieuwe mutaties

0 0 0 0 0 0

91    91    91    91    91    91

Stand ontwerpbegroting 2023

Beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet Uitgaven

Tabel 77 Uitgaven beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)

 

hier

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

122.548

86.406

82.886

81.888

76.824

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 20221

1.955

27.732

1.710

  • 131
  • 131
  • 231

Extrapolatie

-

-

-

-

-

76.824

 

Nieuwe mutaties

5.811

18.330

1.175

1.177

1.073

1.203

Waarvan:

  • 1) 
    Omgevingswet

0

12.000

0

0

0

0

  • 2) 
    BRO Fase 2 - IenW

5.000

5.000

0

0

0

0

  • 3) 
    Landelijke voorziening BRO
  • - 
    4.100

0

0

0

0

0

  • 4) 
    Serviceteam Rijk

3.168

0

0

0

0

0

  • 5) 
    Grootschalige woningbouwgebieden
  • - 
    1.500

0

0

0

0

0

  • 6) 
    Doorvaart en medegebruik windparken Noordzee
  • - 
    686
  • - 
    686
  • - 
    686
  • - 
    686
  • - 
    686
  • - 
    686
  • 7) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

3.539

2.303

2.148

2.115

1.984

1.984

 

Stand ontwerpbegroting 2023

130.314

132.468

85.771

82.934

77.766

77.796

1 inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 5)

Toelichting

  • 1. 
    Omgevingswet

Deze middelen dienen als incidentele dekking in 2023 voor de beheerkosten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet die gemeenten en provincies maken. Deze middelen worden overgeheveld vanuit de Aanvullende Post, die gereserveerd staan voor de Uitvoeringskosten Omgevingswet.

  • 2. 
    BRO Fase 2 - IenW

Dit betreft een overheveling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) als bijdrage voor de opname van gegevens over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond (BRO).

  • 3. 
    Landelijke voorziening BRO

Dit betreft een overheveling naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat (XIII). De middelen dienen als bijdrage aan TNO voor het beheer en de realisatie van wijzigingsverzoeken voor aanvullende functionaliteit van de Landelijke Voorziening BRO.

  • 4. 
    Serviceteam Rijk

Deze middelen betreffen bijdragen vanaf andere begrotingen die door diverse departementen worden gedaan voor de kosten van het Serviceteam Rijk (STR). Het STR ondersteunt rijkspartijen bij het digitaliseren van de regelgeving ten aanzien van de Omgevingswet.

  • 5. 
    Grootschalige woningbouwgebieden

Dit betreft een reallocatie van de middelen naar het juiste artikel en instrument voor het project ten aanzien van de aanpak van grootschalige woningbouwgebieden.

  • 6. 
    Doorvaart en medegebruik windparken Noordzee

Dit betreft een overboeking in het kader van de overdracht van de beleidsportefeuille Doorvaart en medegebruik van windparken op de Noordzee van BZK naar IenW per uiterlijk 1 januari 2022, inclusief bijbehorende personele en financiële aspecten. De overdracht van taken is in december 2021 geëffectueerd middels een Koninklijk Besluit.

  • 7. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 78 Ontvangsten beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

3.824

 

Nieuwe mutaties

2.644

0

0

0

0

0

Waarvan:

  • 1) 
    Beheerbijdrage Digitaal Stelsel Omgevingswet

1.650

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

6.468

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Toelichting

  • 1. 
    Beheerbijdrage Digitaal Stelsel Omgevingswet

Voor het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontvangt BZK een bijdrage van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving Uitgaven

Tabel 79 Uitgaven beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

216.284

153.542

146.143

146.671

144.582

-

Mutatie nota van wijziging 20221

26.400

42.950

42.950

42.950

19.950

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 20222

  • 20.367
  • 8.865
  • 6.631
  • 6.649

16.342

  • 78.658

Extrapolatie

-

-

-

-

-

251.532

Nieuwe mutaties

11.922

280.965

299.560

309.930

311.523

313.664

Waarvan:

  • 1) 
    Centrale financiering GDI

0

155.783

147783

147783

147.783

147.783

  • 2) 
    Doorontwikkeling en innovatie

0

62.193

62.193

62.193

62.193

62.193

  • 3) 
    Werk aan Uitvoering

0

56.200

79.000

89.100

90.800

92.500

  • 4) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

5.609

4.372

4.424

4.529

4.440

3.431

  • 5) 
    Gebruiker Centraal

2.996

0

0

0

0

0

  • 6) 
    Bijdrage BRP

2.580

0

0

0

0

0

  • 7) 
    Bijdrage Inlichtingendiensten

0

3.460

7.170

7.170

7170

8.620

  • 8) 
    Koepels Wet open overheid
  • - 
    23
  • - 
    863
  • - 
    863
  • - 
    863
  • - 
    863
  • - 
    863
 

Stand ontwerpbegroting 2023

234.239

468.592

482.022

492.902

492.397

486.538

1    nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

2    inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 5)

Toelichting

  • 1. 
    Centrale financiering GDI

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) wordt vanaf 2023 centraal gefinancierd op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit alle departementen en de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Daarnaast worden middelen gedesaldeerd voor organisaties, die niet middels begrotingsmutaties kunnen bijdragen. De middelen zijn verdeeld over de verschillende leveranciers (Kamer van Koophandel, Logius, RvIG, RVO, KOOP, Telecom/ ICTU.

  • 2. 
    Doorontwikkeling en innovatie

De middelen voor doorontwikkeling en innovatie van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) worden per 2023 structureel overgeheveld van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën ter borging van de continuïteit.

  • 3. 
    Werk aan Uitvoering

In het Coalitieakkoord is vastgelegd dat het kabinet werkt aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en het programma Werken aan Uitvoering voortzet. Hiervoor zijn meerjarig middelen toegevoegd aan de begroting.

  • 4. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

  • 5. 
    Gebruiker Centraal

Dit betreft een reallocatie om de bijdrage aan ICTU voor het POK-project Gebruiker Centraal op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

  • 6. 
    Bijdrage BRP

Het Ministerie van SZW en de VNG hebben extra gebruik gemaakt van de Basisregistratie Personen (BRP). Het extra verbruik wordt doorbelast aan het Ministerie van SZW en de VNG. Voor het Ministerie van SZW betreft dit een bijdrage voor 2022. Voor de VNG betreft dit zowel 2021 als 2022.

7 Bijdrage Inlichtingendiensten

Vanuit het Coalitieakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor de Inlichtingendiensten. Vanuit deze reeks wordt geïnvesteerd in cybersecurity en vitaal.

  • 8. 
    Koepels Wet open overheid

Dit betreft een reallocatie van middelen van artikel 7 om de bijdragen aan Koepels WOO (Wet open overheid) van het nieuwe programma Open Overheid op het juiste artikel te kunnen verantwoorden.

Ontvangsten

Tabel 80 Ontvangsten beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

448

423

423

423

423

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

423

 

Nieuwe mutaties

0

10.504

10.504

10.504

10.504

10.504

Waarvan:

  • 1) 
    Desaldering financiering GDI

0

10.504

10.504

10.504

10.504

10.504

 

Stand ontwerpbegroting 2023

448

10.927

10.927

10.927

10.927

10.927

  • 1. 
    Desaldering financiering GDI

Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van de waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie. Deze middelen worden via desaldering toegevoegd aan de uitgavenkant voor de bijdrage aan agentschappen.

Beleidsartikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Uitgaven

Tabel 81 Uitgaven beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

193.597

188.016

161.251

160.572

157.021

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 20221

  • 113.992
  • 60.679
  • 52.554
  • 52.267
  • 52.565
  • 50.649

Mutatie tweede incidentele suppletoire begroting 20222

33.100

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

156.521

Nieuwe mutaties

  • 4.114
  • 14.074

8.230

8.226

8.669

9.725

Waarvan:

  • 1) 
    Additioneel budget informatiehuishouding
  • 6.400
  • 20.176

0

0

0

0

  • 2) 
    Nationale Cryptostrategie
  • - 
    5.160

0

0

0

0

0

  • 3) 
    informatiehuishouding DNB

1.686

1.686

1.686

1.686

1.686

1.686

  • 4) 
    Cybersecurity

0

2.000

4.850

4.850

4.850

5.950

  • 5) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

5.898

834

818

810

732

688

  • 6) 
    Koepels Wet open overheid

23

863

863

863

863

863

  • 7) 
    Versterking HR iCT Rijksdienst

917

0

0

0

0

0

  • 8) 
    Kasschuif WaU i-vakmanschap
  • - 
    685

685

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

108.591

113.263

116.927

116.531

113.125

115.597

1    inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire

2    (Kamerstukken II 2021/22, 36177, nr. 2)

begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22,

36120 VII, nr. 5)

       

Toelichting

  • 1. 
    Additioneel budget informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De verdeling aan de departementen van de additionele budgetten voor 2023 zijn vastgesteld. Onder andere JenV (€ 5,5 mln.), Defensie (€ 5 mln.), Financiën (€ 3,1 mln.) IenW (€ 2,1 mln.) en EZK (€ 1,9 mln.) ontvangen conform de vastgestelde verdeling een additioneel budget voor 2023.

Doc-direkt ontvangt voor 2022 een additioneel budget voor de informatiehuishouding van € 6,4 mln.

  • 2. 
    Nationale Cryptostrategie

De AIVD ontvangt de opdracht om werkzaamheden uit te voeren in het kader van de nationale Cryptostrategie en Coalition of the Willing.

  • 3. 
    Informatiehuishouding DNB

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. In 2021 is vastgesteld dat de De Nederlandsche Bank (DNB) een structureel basisbudget ontvangt. Conform de procedure zijn deze middelen overgeboekt naar het Ministerie van Financiën. Het moederdepartement blijkt deze middelen niet rechtstreeks te kunnen overboeken aan DNB en daarom vindt overboeking plaats via de begroting van BZK.

  • 4. 
    Cybersecurity

Vanuit het Coalitieakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor activiteiten rondom de rijksbrede cybersecurity.

  • 5. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

  • 6. 
    Koepels Wet open overheid

Dit betreft een reallocatie van middelen van artikel 7 om de bijdragen aan Koepels WOO (Wet open overheid) van het nieuwe programma Open Overheid te kunnen verantwoorden.

  • 7. 
    Versterking HR ICT Rijksdienst

In 2018 is het programma Versterking HR ICT Rijksdienst gestart om IT'ers aan te trekken en te ontwikkelen. Er zijn middelen beschikbaar gesteld voor het vergroten van de instroom en doorstroom van I-professionals bij het Rijk, faciliteren van kennisontwikkeling van I-professionals en creëren van meer inzicht in de relevante ICT-ontwikkelingen.

  • 8. 
    Kasschuif WaU I-vakmanschap

Voor I-vakmanschap is meer voorbereidingstijd nodig om de maatregelen op te starten. Om de middelen zo effectief mogelijk in lijn te kunnen brengen met het benodigde kasritme voor I-vakmanschap voor middelen doorgeschoven van 2022 naar 2023.

Ontvangsten

 

Tabel 82 Ontvangsten beleidsartikel 7 Werkgevers-

en bedrijfsvoeringbeleid (bedragen x € 1.000)

   
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

64

64

64

64

64

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

78

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

64

 

Nieuwe mutaties

452

0

0

0

0

0

Waarvan:

  • 1) 
    Opdracht integriteit UBR personeel

270

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

594

64

64

64

64

64

Toelichting

  • 1. 
    Opdracht integriteit UBR personeel

UBR Personeel ontvangt middelen voor een opdracht betreffende integriteit.

Beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Uitgaven

Tabel 83 Uitgaven beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

136.948

137.025

138.157

139.166

160.555

-

Mutatie amendement 20221

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

21.413

1.700

4.400

4.400

4.400

2.400

Extrapolatie

- -

-

-

-

 

158.501

 

Nieuwe mutaties

5.798

5.802

5.852

5.899

6.858

6.792

Waarvan:

  • 1) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

5.798

5.802

5.852

5.899

6.858

6.792

 

Stand ontwerpbegroting 2023

165.159

145.527

149.409

150.465

172.813

167.693

1 amendement op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12) en (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII,

nr. 52).

   
 

Toelichting

         
 
  • 1. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

 
 

Ontvangsten

         

Tabel 84 Ontvangsten beleidsartikel 9

. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)

   
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

120.282

120.282

102.984

102.984

92.820

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

  • 6.561

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

91.172

 

Nieuwe mutaties

7.489

0

0

0

0

0

Waarvan:

  • 1) 
    Bodemmaterialen

7.489

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

121.210

120.282

102.984

102.984

92.820

91.172

Toelichting

  • 1. 
    Bodemmaterialen

Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2021 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen.

Beleidsartikel 10. Groningen versterken en perspectief

Uitgaven

 

Tabel 85 Uitgaven beleidsartikel 10.

Groningen versterken en

perspectief

       
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.124.308

831.919

778.271

760.737

758.580

-

Mutatie Nota van Wijziging 20221

145.800

0

0

0

0

-

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting 20222

250.000

0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

  • 1.520.108
  • 831.919
  • 778.271
  • 760.737
  • 758.580
  • 757.280

Extrapolatie

-

-

-

-

-

757.280

 

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

1    nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

2    incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1)

Ontvangsten

 

Tabel 86 Ontvangsten beleidsartikel 10. Groningen versterken en

perspectief

     

2022

2023    2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022    490.000

661.000 661.000

661.000

661.000

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

  • 490.000
  • 661.000
  • 661.000
  • 661.000
  • 661.000
  • 661.000

Extrapolatie

-

-

-

-

-

661.000

Nieuwe mutaties

Stand ontwerpbegroting 2023

Niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat

Uitgaven

Tabel 87 Uitgaven niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

584.253

567.199

566.451

548.458

548.051

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 20221

9.315

  • 73.388
  • 83.145
  • 75.609
  • 80.891
  • 85.808

Extrapolatie

-

-

-

-

-

548.051

 

Nieuwe mutaties

43.679

47.260

44.378

43.379

41.066

40.341

Waarvan:

  • 1) 
    Additioneel budget informatiehuishouding

6.400

1.223

0

0

0

0

  • 2) 
    Tarief gefinancierde dienstverlening Doc-Direkt
  • - 
    6.247

0

0

0

0

0

  • 3) 
    Vijfde tranche woningbouwimpuls

0

3.400

5.400

5.400

5.400

5.400

  • 4) 
    Afrekening P-Direkt afwijking in IAR's

2.365

2.365

2.365

2.365

2.365

2.365

  • 5) 
    Correctie digibetisme

0

  • - 
    2.000
  • - 
    2.000
  • - 
    2.000
  • - 
    2.000
  • - 
    2.000
  • 6) 
    Inzet overheidsdienstverlening

291

2.533

2.500

2.500

2.500

2.500

  • 7) 
    Regiodeals organisatiekosten
  • - 
    1.200
  • - 
    1.200
  • - 
    1.200
  • - 
    1.200

0

0

  • 8) 
    Uitvoering aandachtgroepen regeling

1.465

1.965

1.465

1.465

0

0

  • 9) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

35.979

29.977

26.821

26.652

25.335

24.711

  • 10) 
    Uitvoering regie ruimtelijke ordening

382

2.930

2.930

2.930

2.930

2.930

 

Stand ontwerpbegroting 2023

637.247

541.071

527.684

516.228

508.226

502.584

1 inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 5)

Toelichting

  • 1. 
    Additioneel budget informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. In de ICBR van 19 april 2022 is de verdeling van de additionele budgetten vastgesteld. Doc-Direkt ontvangt conform de vastgestelde verdeling een additioneel budget voor 2022.

  • 2. 
    Tarief gefinancierde dienstverlening Doc-Direkt

Bij voorjaar is de jaarlijkse desaldering voor Doc-Direkt uitgevoerd waarbij het budget voor de tariefgefinancierde dienstverlening van Doc-Direkt wordt gedesaldeerd met de ontvangsten voor deze dienstverlening. Abusievelijk zijn in deze mutatie ook de te ontvangen middelen verbetering informatiehuishouding (IHH) meegenomen. Dat was onjuist aangezien deze middelen met een budgetoverheveling worden overgeheveld. Derhalve wordt dat deel van de desaldering nu teruggedraaid.

  • 3. 
    Vijfde tranche woningbouwimpuls

Dit betreft een overboeking van de middelen voor de vijfde tranche van de woningbouwimpuls en de daarbij behorende uitvoeringskosten van de aanvullende post van het ministerie van Finaniën voor 2023. Tevens is na afstemming de reeks voor capaciteit tot en met 2027 overgeboekt van de aanvullende post, conform afgestemd bestedingsvoorstel.

  • 4. 
    Afrekening P-Direkt afwijking in IAR's

De afrekening P-Direkt vloeit voort uit de besluitvorming in de ICBR van 15 augustus 2017, waar de spelregel is afgesproken dat indien per departement het aantal te verzorgen personen meer dan 5% afwijkt van het aantal personen waarvoor budget is afgedragen er afgerekend zal worden met dat departement. Op grond van de telling van lAR's is er voor dit jaar sprake van een afwijking van meer dan 5%.

  • 5. 
    Correctie digibetisme

In lijn met het Coalitieakkoord worden de middelen voor digibetisme gereal-loceerd om de uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden. Bij de start was voorzien dat de capaciteit het eerste jaar uit externe inhuur moest worden gerealiseerd maar de inzet zal met een opdracht worden ingevuld.

  • 6. 
    Inzet overheidsdienstverlening

Dit betreft een reallocatie om de bijdrage aan de werkzaamheden voor de invoering van de BSN en BRP op de BES-eilanden op het juiste instrument te verantwoorden. Dit jaar gaat het om voorbereidende activiteiten als een impactanalyse en kwaliteitsmaatregelen.

  • 7. 
    Regiodeals organisatiekosten

Het betreft een reallocatie van middelen om de organiatiekosten van de Regiodeals op het juiste instrument te verantwoorden.

  • 8. 
    Uitvoering aandachtsgroepen regeling

Dit betreft een reallocatie van artikel 3 voor de uitvoering en capaciteits-kosten van de middelen voor de regeling voor aandachtsgroepen.

  • 9. 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2022.

  • 10. 
    Uitvoering regie ruimtelijke ordening

In het Coalitieakkoord zijn grote fysieke opgaven neergelegd ten aanzien van klimaat en energie, stikstof en natuur en wonen. In het kader hiervan zijn voor diverse taken bij de directe ruimtelijke ordening extra fte benodigd vanuit de sectorale departementen EZK, LNV en I&W. Vanuit de middelen die uit het Coalitieakkoord zijn ontvangen boekt EZK meerjarig budget over naar BZK voor 11 fte (gemiddeld schaal 12). De reeks begint in 2022 en eindigt in 2031.

Ontvangsten

 

Tabel 88 Ontvangsten niet-beleidsartikel 11.

Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)

     
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

89.293

109.293

109.293

109.293

109.293

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

741

  • 90.000
  • 90.000
  • 90.000
  • 90.000
  • 90.000

Extrapolatie

-

-

-

-

-

109.293

 

Nieuwe mutaties

  • 5.268

10

10

10

10

10

Waarvan:

  • 1) 
    Tarief gefinancierde dienstverlening Doc-Direkt
  • 6.247

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

84.766

19.303

19.303

19.303

19.303

19.303

Toelichting

  • 1. 
    Tarief gefinancierde dienstverlening Doc-Direkt

Bij voorjaar is de jaarlijkse desaldering voor Doc-Direkt uitgevoerd waarbij het budget voor de tariefgefinancierde dienstverlening van Doc-Direkt wordt gedesaldeerd met de ontvangsten voor deze dienstverlening. Abusievelijk zijn in deze mutatie ook de te ontvangen middelen verbetering informatiehuishouding (IHH) meegenomen. Dat was onjuist aangezien deze middelen met een budgetoverheveling worden overgeheveld. Derhalve wordt dat deel van de desaldering nu teruggedraaid.

Niet-beleidsartikel 12. Algemeen

Uitgaven

Tabel 89 Uitgaven niet-beleidsartikel 12. Algemeen (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

171.560

81.173

11.201

11.086

11.085

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

34.248

12.669

1.119

1.142

1.142

1.172

Extrapolatie

-

-

-

-

-

10.865

 

Nieuwe mutaties

4.635

2.048

15.838

30.038

38

38

Waarvan:

  • 1) 
    Prijsbijstelling tranche 2022

4.635

2.048

38

38

38

38

  • 2) 
    Toeslagen ex-partnerregeling

0

0

15.800

30.000

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023

210.443

95.890

28.158

42.266

12.265

12.075

Toelichting

  • 1. 
    Prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de toedeling van de prijsbijstelling tranche 2022.

  • 2. 
    Toeslagen ex-partnerregeling

Er komt een schuldenregeling voor ex-partners van gedupeerden van de toeslagen affaire (naar analogie van de eerdere regeling voor slachtoffers zelf). Hiermee is een bedrag gemoeid van € 45,8 mln. De regeling moet voorjaar 2023 verschijnen en per 1 juli 2023 in werking treden, met een kasritme van € 15,8 mln. in 2024 en € 30 mln. in 2025. Dit betreft de reeks voor de medeoverheden.

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2023

34.174    0    0    0    0    0

Tabel 90 Ontvangsten niet-beleidsartikel 12. Algemeen (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

34.174

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

0

Nieuwe mutaties

0 0 0 0 0 0

Niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 91 Uitgaven niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

-

 

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

165.369

117.419

108.262

107.550

104.590

102.469

Mutatie tweede incidentele suppletoire begroting 20221

  • 33.100

0

0

0

0

0

Extrapolatie

-

-

-

-

-

0

Nieuwe mutaties

  • - 
    165.369
  • 117.419
  • 108.262
  • 107.550
  • 104.590
  • 102.469

Waarvan:

  • 1) 
    Loon- en prijsbijstelling herverkaveling
  • 64.621
  • 48.146
  • 45.429
  • 44.509
  • 44.376
  • 44.303
  • 2) 
    Loon- en prijsbijstelling tranche 2022
  • - 
    100.748
  • - 
    69.273
  • - 
    62.833
  • - 
    63.041
  • - 
    60.214
  • - 
    58.166
 

Stand ontwerpbegroting 2023

  • - 
    33.100

0

0

0

0

0

1 (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII, nr 2)

Toelichting

  • 1. 
    Loon - en prijsbijstelling herverkaveling

Betreft de loon - en prijsbijstelling overboeking voor Groningen en Versterken (artikel 10) naar het Minsiterie van EZK in verband met de herverkaveling.

  • 2. 
    Loon - en prijsbijstelling tranche 2022

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

 

Tabel 92 Ontvangsten niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

     

2022    2023    2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022    0    0    0

0

0

-

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

-

Extrapolatie

-

-

-

-

-

0

Nieuwe mutaties

Stand ontwerpbegroting 2023

Bijlage 4: Moties en toezeggingen

 

Tabel 93 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (stand per 30 juni 2022)

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Geurts c.s.: Verzoekt de regering een duidelijke definitie van harde en/of zachte bouwplannen vast te stellen en deze bouwplannen dit jaar toegankelijk te publiceren; Verzoekt voorts in 2022 een volledige planningskaart voor Nederland met de reeds bekende ruimtelijke opgave tot 2050 te maken.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 113

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van het lid Pouw-Verweij; Verzoekt het kabinet samen met de provincie Overijssel zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het continueren van woningbouw in Overijssel.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 128

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van het lid Peter de Groot en Van der Plas; Verzoekt de regering om een klein team van kwartiermakers gericht in te gaan zetten bij gemeenten, waarbij deze kwartiermakers veel ervaring hebben met het sluitend maken van de businesscases van woningbouwprojecten.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 872

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering om op korte termijn met de gemeenten in overleg te gaan en te inventariseren welke problemen gemeenten ervaren en aan adequate oplossingen te werken om ervoor te zorgen dat woningbouw prioriteit krijgt boven de uitbreiding van het aantal recreatiewoningen, en de Tweede Kamer over de uitkomsten voor 1 maart 2022 te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 835

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

De motie van het lid Koerhuis c.s.; Verzoekt de regering om de 500 miljoen euro ook ter beschikking te stellen voor Amersfoort.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 59 Afgedaan. Met het programma

Woningbouw is invulling gegeven aan de motie.

De motie van de leden Koerhuis en Boulakjar: Verzoekt de regering om transformaties te laten aansluiten in het nieuwe programma versnellen woningbouw.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 60 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2847, nr. 921).

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering om in de vierde tranche van de Woningbouwimpuls als voorwaarde te laten opnemen dat de gemiddelde koopprijs niet hoger mag zijn dan de NHG-grens.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 61 Afgedaan. De Tweede Kamer is op

30 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853).

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de betreffende gemeenten over een woondeal Breda-Tilburg.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 62 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2847, nr. 921).

De motie van het lid Grinwis c.s.: Verzoekt de regering de vierde tranche van de Woningbouwimpuls ook beschikbaar te maken voor het bevorderen en versnellen van betaalbare woningbouw in kleine(re) kernen, bijvoorbeeld door de provincies deze projecten te laten bundelen en namens de betreffende gemeenten een aanvraag te doen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 73 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 mei

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 910).

De motie van de leden Bromet en Nijboer; Verzoekt de regering actiever dan nu het geval is in te zetten op transformatie van leegstaande gebouwen, en de Tweede Kamer over deze extra inzet voor 1 maart 2022 te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 76 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919).

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering het percentage van 50% in de vierde tranche te verhogen, bijvoorbeeld naar 60%, zodat meer betaalbare woningen gebouwd kunnen worden met ondersteuning vanuit de Woningbouw-impuls.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 80 Afgedaan. De Tweede Kamer is op

30 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853).

De motie van het lid Omtzigt; Verzoekt de regering deze doelstellingen per nota van wijziging in de begrotingswet/nota van toelichting op te nemen, samen met doelstellingen over het aantal betaalbare huur- en koopwoningen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 89 Afgedaan. De Tweede Kamer is op

3 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 99).

De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering, om water en wateropgaven een sturend onderdeel te laten zijn bij ruimtelijke ordenings- en woningbouwvraagstukken; Verzoekt de regering tevens, om klimaatadaptieve en waterrobuuste inrichting als voorwaarde te stellen, ten minste bij door haar meegefinancierde woningbouwprojecten.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 780

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 mei 2022 per brief geïnformeerd (Reactie op advies Deltacommissaris klimaatadaptatie en woningbouw).

De motie van het lid Pieter Heerma c.s.; Verzoekt de regering, om het Rijksvastgoedbedrijf aan te moedigen en in staat te stellen om vastgoed dat geschikt gemaakt kan worden voor huisvesting

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 767

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828).

van spoedzoekers daarvoor ook beschikbaar te stellen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering, bij het verlenen van financiële steun, zoals uit het Volkshuisvestingsfonds of de RVV, te eisen dat zeggenschap voor bewoners goed geregeld is en dat bewoners recht op terugkeer hebben.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 770

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering om in de derde tranche van de woningbouwimpuls zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat de gemiddelde koopprijs niet hoger is dan de NHG-grens en de Tweede Kamer hierover achteraf te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 805

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

30 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853).

De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering, om de mogelijkheden uit de Wet voorkeursrecht gemeenten op korte termijn nadrukkelijk onder de aandacht van gemeenten te brengen en om hen bij het gebruik van deze bevoegdheden zo mogelijk te ondersteunen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 774

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering, om zich, samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Katwijk, in te spannen om de financiële knelpunten bij de gebiedsontwikkeling Valkenhorst op te lossen, bijvoorbeeld door haar te betrekken bij bestaande regelingen als de Woningbouwimpuls, en over de voortgang de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 782

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828).

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met gemeenten, provincies en brancheorganisaties om te bezien hoe tegemoetgekomen kan worden aan hun bezwaren, en de Tweede Kamer voor 2022 over de uitkomsten te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 783

Afgedaan. De minister is in overleg met brancheorganisatie en medeoverheden om nader onderzoek te doen naar de neveneffecten van de wijzingen van het Besluit omgevingsrecht en mogelijke oplossingsrichtingen. Op deze wijze zal ik uitvoering geven aan de motie Bisschop (recreatiewoningen). De uitkomsten van dit onderzoek wordt meegenomen in het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (recreatiewoningen).

De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering, om voor de begrotingsbehandeling Wonen de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de inventarisatie van de transformatiebrigades, inclusief het schetsen van vervolgstappen om op de geïdentificeerde locaties woningen te bouwen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 799

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828).

De motie van de leden Geurts en Grinwis; Verzoekt de regering, te komen tot betere consumentenbescherming bij erfpacht waarbij de rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, transparantie en participatie voor erfpachters beter geborgd worden.

Kamerstukken II 2021/22, 35 232, nr. 6

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828).

De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering, te komen tot betere consumentenbescherming bij erfpacht en hierbij de AFM als toezichthouder op financiële producten te betrekken.

Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 8

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2021/22, 32847, nr. 828).

De motie van het lid Werner: Verzoekt de regering de Rijksbouwmeester advies te vragen over (ver)bouwen voor ouderen en hun leefomgeving.

Kamerstukken II 2021/22, 35503, nr. 4

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

De motie van de leden Terpstra en Amhaouch; Verzoekt de regering bij deze scenario's en andere onderzoeken naar de Lelylijn substantiële woningbouw langs het tracé toe te voegen en over de mogelijkheden hiertoe de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 52 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 maart

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 A, nr. 33).

De motie van de leden Boulakjar en Koerhuis; Verzoekt de regering, om geconstateerde belemmeringen rondom het plaatsen van prefabwoningen, zoals locaties en vergunningverlening, in kaart te brengen en oplossingen hiervoor uit te werken met betrokken partijen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 734

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828).

De motie van de leden Van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 64 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni om met gemeenten en provincies in gesprek te treden om    2022 per brief geïnformeerd experimenten met bestemmingscategorie sociale koop in de    (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 921).

Crisis- en herstelwet te stimuleren; Verzoekt de regering tevens te bezien hoe belemmeringen die gemeenten en provincies in de uitvoering van deze experimenten ondervinden weggenomen kunnen worden.

 

Omschrijving van de motie    Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Nijboer en Beckerman: Verzoekt de    Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 356

regering, om samen met huurdersorganisaties te onderzoeken op welke manieren het WWS-systeem inzichtelijk uitlegbaar kan worden gemaakt zodat huurders zelf ook beter zicht hebben op wat een eerlijke en rechtvaardige huur zou moeten zijn.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

De motie van het lid Hermans; verzoekt de regering de begroting Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 13

dan wel het Belastingplan voor 2022 aan te passen conform onderstaande voorstellen: - met 500 miljoen euro de verhuurderheffing te verlagen in combinatie - met prestatieafspraken betreffende woningbouw en verduurzaming;

  • met 500 miljoen euro de salarissen in het primair onderwijs te verbeteren; - met 300 miljoen euro de onderhoudsachterstanden bij Defensie te verkleinen; - met

200 miljoen euro veiligheid en handhaving te versterken, onder andere door het aantal wijkagenten en (groene) boa's te vergroten; - met 375 miljoen euro de energierekening voor huishoudens te verlagen door verlaging van de ODE op elektriciteit in de eerste schijf en verhoging van de belastingvermindering energiebelasting; - met 125 miljoen euro de elektrificatie in het mkb bevorderen door verlaging van de

ODE op elektriciteit in de tweede en derde schijf; - met

120 miljoen euro verhoging van de algemene heffingskorting; -bovenstaande maatregelen te dekken uit de BIK-gelden (1 miljard euro), aanscherping van de earningsstripping (700 miljoen euro, waarbij woningcorporaties worden gecompenseerd), en de resterende opgave in het EMU-saldo te laten lopen, wat gerechtvaardigd is gelet op de inverdieneffecten van de extra salarisverhogingen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

5 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 121).

De motie van de leden Segers en Marijnissen; Verzoekt de    Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 35

regering, om in overleg met de VNG en de G4 te komen tot een plan op maat voor dakloze EU-arbeidsmigranten, waarin aandacht is voor de mogelijkheden voor kortdurende opvang en begeleiding die gericht is op werkhervatting of terugkeer naar het thuisland, en de Tweede Kamer hierover voor het Kerstreces te informeren.

Afgedaan. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak, waar wij vanuit BZK slechts zijdelings op aangehaakt zijn. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW.

De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering, om deze    Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 51

regelgeving in het licht van de huidige woningmarktcrisis met spoed te evalueren en deze regelgeving zo nodig ook met spoed aan te passen, zodat prijsopdrijving en verlies van woningen in het betaalbare segment worden voorkomen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

3 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 849).

De motie van de leden Grinwis en Heerma; verzoekt de regering, Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 801

bij het onderzoek naar mogelijke vormen van huurprijsregulering in de vrije sector varianten voor uitbreiding van het woningwaarderingsstelsel uit te werken die met name middeninkomens op de huurmarkt meer bescherming én een grotere kans op betaalbare huurwoningen bieden, en het onderzoek uiterlijk tegelijk met de aankomende rijksbegroting aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

21 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 347).

De motie van de leden Grinwis en Den Haan; Verzoekt de    Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 802

regering, bij de uitwerking van de regeling ontmoetingsplaatsen in ouderenhuisvesting obstakels en financiële drempels weg te nemen, zodat geclusterde woonvormen makkelijker gerealiseerd kunnen worden, en de Tweede Kamer hierover nog in 2021 te informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787).

De motie van het lid Nijboer c.s.; Verzoekt de regering, de    Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 803

Tweede Kamer na de zomer te informeren hoe ze hier uitvoering aan wil geven.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering, om te Kamerstukken II 2020/21, motie 30950, nr. Afgedaan. De Tweede Kamer is op onderzoeken of, in samenwerking met de VNG, door alle     262   8 november 2021 per brief geïnformeerd

 

gemeenten eenzelfde onderzoek uitgevoerd kan gaan worden teneinde een goed en eenduidig beeld te krijgen van discriminatie op de woningmarkt en op basis daarvan de

Tweede Kamer geïnformeerd kan worden.

(Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De motie van het lid Nijboer c.s.; Verzoekt het kabinet,    Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 785

overtredingen van de Woningwet stevig te beboeten.

Afgedaan. De motie is verwerkt in het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap.

De motie van het lid Jansen; Verzoekt de regering, te    Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 787

onderzoeken wat de effecten zijn van het verder verlagen van de wegingsfactor van studieschuld op de leencapaciteit.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

28 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 823).

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Koerhuis; Spreekt uit dat dit niet de bedoeling is geweest van de Huisvestingswet 2014 en dat er wel rechtsbescherming moet zijn.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 789

Afgedaan. Het betreft een Spreekt-uit motie. Reactie regering is niet nodig.

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering, om flexwerkers vanwege de coronacrisis tegemoet te komen en toe te staan dat een paar maanden inkomen mogen worden gemist voor het krijgen van een flexhypotheek.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 792

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

24 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 814).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om te bewerkstelligen dat er geen onnodige of niet toegestane procedurele hordes opgeworpen worden bij aanvragen voor huurverlaging op grond van een inkomensdaling.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 795

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

29 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 360).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, te onderzoeken wat de effecten zijn van de kostendelersnorm op de beschikbaarheid van woonruimte.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 796

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847 nr. 883).

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering een wettelijke grondslag te onderzoeken over wat als 'redelijke borg' en 'redelijke borgvoorwaarden' gezien kan worden, teneinde misstanden te voorkomen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 804

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om het mysteryguestonderzoek naar discriminatie op de woningmarkt minstens jaarlijks te herhalen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 777

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering, deze problematiek in kaart te brengen, met oplossingen te komen en de Tweede Kamer na de zomer te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 749

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883).

De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken of de Ierse aanpak ook in Nederland navolging zou kunnen krijgen en de Tweede Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren voor de begroting voor het jaar 2022.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 750

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

21 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 347).

De motie van het lid Agema c.s.; Verzoekt de regering, centrale regie te organiseren voor de ouderenhuisvesting op korte, middellange en lange termijn.

Kamerstukken II 2020/21,31765, nr. 573

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering, om gemeenten ertoe aan te zetten om samen met relevante organisaties met betrekking tot onder meer zorg, welzijn en onderwijs voor eind 2021 een integrale woonleefvisie op te stellen en daarin prestatieafspraken te laten opnemen met corporaties en zorgorganisaties.

Kamerstukken II 2020/21,31765, nr. 578

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De motie van het lid Werner c.s.; Verzoekt de Minister, het uitgangspunt van voorzieningen in de buurt bij de verdere uitwerking van bouwplannen te betrekken en met het veld, zoals woningbouwcorporaties, hierover in gesprek te gaan.

Kamerstukken II 2020/21,31765, nr. 580

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De motie van de leden Tellegen en Koerhuis; Verzoekt de regering, om binnen de Expertteams Woningbouw specifieke kennis en expertise in te zetten op het gebied van seniorenhuisvesting om gemeenten te ondersteunen bij het vertalen van de woonzorgvisies naar concrete prestatieafspraken en vervolgens naar potentiële locaties en verdere realisatie van geschikte woningen voor senioren, geclusterde woonzorgvormen en verpleeghuisplekken.

Kamerstukken II 2020/21 31765, nr. 583

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De motie van het lid Bikker c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken welke aanvullende (zo nodig wettelijke) instrumenten nodig zijn om de afspraken over de woonzorgvisie en de prestatieafspraken te halen, deze instrumenten in te zetten en de Tweede Kamer hierover dit najaar te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,31765, nr. 586

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De motie van de leden Koerhuis en Agnes Mulder; Verzoekt de regering, om voorlopig niet over te stappen op het nieuwe model en het taxatierapport goedkoop te houden. (Tevens wordt de Kamer nader geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van het hybride taxatie product).

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 696

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

13 september 2021 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 4006).

De motie van het lid Nijboer: Verzoekt het kabinet, in overleg met betrokken partijen voorstellen te doen om de toewijzing van nieuwbouwwoningen eerlijk, duidelijk en navolgbaar vorm te geven en dit ook te handhaven.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 731

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 826).

De motie van de leden Dik-Faber en Terpstra; Verzoekt de regering, om de kosten en effecten van fiscaal gunstig bouwsparen voor starters in kaart te brengen, en de Tweede

Kamerstukken II 2020/21,35 517, nr. 69

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

6 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 850).

Kamer hier zo snel mogelijk over te informeren.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt het kabinet, om ervoor Kamerstukken II 2020/21,35517, nr. 61

te zorgen dat de oplossingsrichting voortvarend wordt geïmplementeerd, en dat het kabinet daartoe onder andere

(maar niet uitsluitend) zorgt dat de leningruil fiscaal neutraal verloopt voor Vestia en de andere corporaties die bij de leningruil zijn betrokken; Verzoekt het kabinet, tevens om in kaart te brengen of en op welke wijze het kabinet zelf financieel bij kan dragen om deze langlopende ellende voor Vestia en tienduizenden huurders voorgoed op te lossen, en de Tweede

Kamer op gepaste tijden over de voortgang te informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 29453, nr. 539).

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, een onderzoek te starten naar mogelijke vormen van huurprijsregulering in de vrije sector én de gevolgen van de verschillende mogelijkheden.

Kamerstukken II 2020/21,35488, nr. 15

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

21 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 347).

De motie van de leden Peters en Terpstra; Verzoekt de regering, de problematiek in beeld te brengen, de Kamer daarover te informeren en daarna een verkenning van mogelijke regelingen of oplossingen uit te voeren en de Tweede Kamer ook deze toe te sturen voor de zomer van 2021.

Kamerstukken II 2020/21,35570 XVI, nr. 122

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 343).

De motie van het lid Futselaar c.s.; Verzoekt de regering, om ervoor zorg te dragen dat ook in 2022 een bedrag van 20 miljoen beschikbaar gesteld wordt om de 'totstandkoming van ontmoetingsruimten in wooncomplexen te ondersteunen waardoor vormen van zorgbuurthuizen gerealiseerd worden.

Kamerstukken II 2020/21,35600, nr. 36

Afgedaan. De regeling is op maandag

29 november 2021 in de Staatscourant verschenen. Initiatiefnemers kunnen vanaf 10 januari 2022 een aanvraag indienen bij de RVO.

De motie van het lid Van Dijk; Verzoekt de regering, dit advies zo spoedig mogelijk om te zetten in beleid.

Kamerstukken II 2020/21, 29861, nr. 56

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

17 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29861, nr. 77).

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering, om alle gemeenten de mogelijkheid te geven om verhuurdersvergunningen in te voeren en de juridische en praktische belemmeringen hiervoor weg te nemen.

Kamerstukken II 2020/21, 29861, nr. 63

Afgedaan. De motie is uitgevoerd via het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap dat inmiddels bij de Raad van State ligt. Naar verwachting gaat het voorstel in het voorjaar van 2022 naar de Kamer.

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, een onderzoek te doen naar het potentiële prijsopdrijvende effect van toeristische verhuur in Nederland, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Kamerstukken II 2019/20, 35353, nr. 30

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, een commissie op te starten die deze problematiek in kaart brengt, waarbij duidelijk wordt welke corporaties wel en welke corporaties niet de menselijke maat toepassen (en waarom niet), en die met oplossingen komt, waarbij het uitgangspunt is dat kinderen worden ondersteund om hun leven weer op te pakken.

Kamerstukken II 2020/21,35370 VII, nr. 42 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli

2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 341).

De motie van de leden Terpstra en Nijboer; Verzoekt de regering, de mogelijkheden om te komen tot een vernieuwde vorm van premie-A-woningen, zoals een kooppremie bij nieuwbouw die (deels) terugbetaald moet worden, te onderzoeken om de positie van starters te verbeteren binnen de volkshuisvesting.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 51

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

14 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 852).

De motie van het lid Kox c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken of en op welke wijze de huurders die buiten deze wet vallen maar in een vergelijkbare situatie verkeren, tegemoetgekomen kunnen worden, en daarover de Eerste Kamer ruim voor 1 juli 2021 te informeren.

Kamerstukken I 2020/21,35578, nr. G

Afgedaan. De Eerste Kamer is op

29 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2012/22, 35578, nr. L).

De motie van het lid Terpstra; Verzoekt de regering, te monitoren wat het effect van de inhaalhuurverhoging is op de huurders en met Aedes of de betrokkenen om tafel te gaan om schulden en huisuitzettingen als gevolg van een inhaalhuurverhoging te voorkomen.

Kamerstukken II 2020/21,35516, nr. 13

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, het Nibud te verzoeken om onderzoek te doen naar de financiële positie van huurders in de sociale en vrije sector en de resultaten te betrekken bij Prinsjesdag 2021.

Kamerstukken II 2020/21,35518, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 763).

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, een voorstel te doen over het vaker opnemen van afspraken over de vrije toewijzingsruimte door corporaties in de prestatieafspraken.

Kamerstukken II 2020/21,35518, nr. 19

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 766).

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, zich er richting de woningcorporaties maximaal voor in te spannen dat zij het woningverdeelsysteem zo aanpassen dat deze groep niet

Kamerstukken II 2020/21,35518, nr. 20

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 766).

automatisch meer wordt afgewezen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, oplossingen voor dit probleem in kaart te brengen, en de Tweede Kamer daarover zo snel mogelijk te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35518, nr. 22

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 813).

De motie van het lid Van Vliet; Verzoekt de regering, teneinde te Kamerstukken II 2015/16, 34373, nr. 42 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli kunnen beoordelen of betere aansluiting tussen de    2021 per brief geïnformeerd gereguleerde en de vrije huursector onderzocht moet worden,    (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 343).

in de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt ook cijfers over de hierboven genoemde vorm van doorstroming mee te nemen.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, een kosten- Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 563 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli batenonderzoek te doen naar het bevorderen van samenwonen,    2021 per brief geïnformeerd met daarin aandacht voor het schrappen van regelgeving die    (Kamerstukken II2020/21, 27926, nr. 343).

samenwonen financieel onaantrekkelijk maakt.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering in kaart te Kamerstukken II 2019/20, 29453, nr. 511 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli brengen wat er nodig is om meer goedkope sociale    2021 per brief geïnformeerd huurwoningen te bouwen en welke knelpunten er momenteel    (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 763).

worden ervaren en met VNG en Aedes af te spreken om het aanbod van deze woningen te stimuleren door te zorgen dat er bij lokale afspraken tussen gemeenten, huurders en corporaties expliciet aandacht voor is; Verzoekt de regering tevens de

Tweede Kamer hierover in het najaar van 2020 te informeren.

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering, om Kamerstukken II 2019/20, 30196, nr. 723 Afgedaan. De Tweede Kamer is op periodiek te monitoren hoe de huurprijsontwikkeling van kleine    12 november 2021 per brief geïnformeerd huurwoningen zich ontwikkelt, en de Tweede Kamer hierover te    (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 771).

informeren.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering een    Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2799 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei kenniscentrum op te richten waar kennis, expertise en goede    2022 per brief geïnformeerd voorbeelden over de huisvesting van statushouders worden    (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883).

samengebracht.

De motie van het lid Marijnissen; Verzoekt de regering om het Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 126 Afgedaan. De Tweede Kamer is op totaal aantal sociale huurwoningen niet verder te laten afnemen.    25 februari 2022 per brief geïnformeerd

(Kamerstukken II 2021/22, 34974, nr. 10).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om met Kamerstukken II 2021/22, 3595 VII, nr. 114 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni een herijkt plan van aanpak tegen woning-marktdiscriminatie te    2022 per brief geïnformeerd komen, waarin de nieuwe en de bestaande maatregelen in    (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 922).

samenhang worden bezien en de strijd tegen woning-marktdiscriminatie wordt opgevoerd.

De motie van het lid Beckerman: Verzoekt de regering om Kamerstukken II 2021/2, 35925 VII, nr. 63 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 juni uitvoering te geven aan de aanbeveling van het College voor    2022 per brief geïnformeerd de Rechten van de Mens om dakloosheid tot topprioriteit te    (Kamerstukken II 2021/22, 29325, nr. 134).

maken.

De motie van de leden Boulakjar en Geurts; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 69 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei om uitbreiding van het takenpakket van de Huurcommissie naar    2022 per brief geïnformeerd de vrije sector te onderzoeken, en de Tweede Kamer hierover    (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

voor de zomer te informeren.

De motie van de leden Boulakjar en Belhaj; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 70 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni afdwingbare regels te maken in de aanpak van discriminatie bij    2022 per brief geïnformeerd woningverhuur en dit stevig te verankeren in de Wet goed    (Kamerstukken II 2021/22, 36130, nr. 5).

verhuurderschap.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 74 Afgedaan. De motie is meegenomen in de wijziging van de Huisvestingswet 2014, die momenteel voor advies aanhangig is bij de Raad van State.

De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering te onderzoeken of het van toegevoegde waarde is gemeenten de mogelijkheid te bieden om bij het verlenen van een huisvestingsvergunning ook voorrang te kunnen geven aan mensen met een maatschappelijke binding aan een wijk of stadsdeel.

De motie van de leden Van Baarle en Den Haan; Verzoekt de Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 81 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni regering om door middel van landelijke wetgeving (verhuur)-    2022 per brief geïnformeerd makelaars te verplichten om protocollen tegen discriminatie te    (Kamerstukken II 2021/22, 36130, nr. 5).

hebben.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883).

De motie van het lid Van Baarle en Nijboer: Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 832 om de herhaalmeting standplaatsen de komende jaren opnieuw uit te voeren en gemeenten die dat nog niet hebben gedaan te stimuleren om het behoefteonderzoek naar standplaatsen uit voeren.

De motie van de leden Grinwis en Koerhuis: Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 834 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 juni de bouw van studentenkamers te bevorderen en daartoe opties    2022 per brief geïnformeerd in kaart te brengen hoe het woningwaarderingsstelsel voor    (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 914).

onzelfstandige woonruimtes kan worden herzien en daarbij de noodzakelijke randvoorwaarden die bijdragen aan de bouw van studentenkamers te bepalen.

De motie van het Kröger c.s.; Verzoekt de regering om op korte Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2859 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2784).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,34293, nr. 122).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,34293, nr. 122).

termijn voorstellen te doen voor de ingebruikname van rijksvastgoed voor de opvang van Oekraïense ontheemden en om desgevraagd aan gemeenten capaciteit en expertise beschikbaar te stellen voor de ondersteuning van gemeenten bij de realisatie en exploitatie van opvangvoorzieningen, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 27925, nr. 853

De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het demissionaire kabinet te inventariseren welke gebouwen van de rijksoverheid leegstaande verdiepingen en/of gebouwen hebben, wat voor type ruimtes dit zijn, en te onderzoeken of deze geschikt kunnen worden gemaakt voor de opvang van Afghanen of andere vluchtelingen uit oorlogsgebieden, of van wie hun leven in eigen land ernstig wordt bedreigd, en in dit onderzoek ook het tijdelijke onderkomen, bekendstaand als B67, mee te nemen, zodat de druk op de huidige voorzieningen voor opvang kan worden verlicht, gemeenten niet alles op hun bord krijgen en ook de rijksoverheid haar verantwoordelijkheid neemt.

De motie van de leden Middendorp en Bisschop; Verzoekt de Kamerstukken II 2020/21,34293, nr. 111

regering, er zorg voor te dragen dat betrokkenen gedurende de vijfenhalf jaar waarin de renovatie van het Binnenhofcomplex moet plaatsvinden nauw samenwerken, incluis bij het operationeel maken van tijdelijke huisvesting; Verzoekt de regering, tevens verbeteringen aan te brengen in de bestuurlijke structuur van het project, gericht op een betere aansluiting tussen besluitvorming en uitvoering, en daarbij ook de regelmaat van aanlevering - nu twee keer per jaar - en structuur van de financiële informatie aan de Tweede Kamer te betrekken door deze financiële informatie voortaan op een duidelijk en consistentie manier en zo gedetailleerd mogelijk te delen.

Kamerstukken II 2020/21,34293, nr. 112

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering, zich er maximaal voor in te spannen dat het hele Binnenhofcomplex zo duurzaam mogelijk gerenoveerd wordt, waarbij in ieder geval HR++-glas en voorzetwanden om de isolatie verder te verbeteren worden toegepast, en de Tweede Kamer hierover voor de start van de renovatie te informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 139).

De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt de Minister van Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2797

Binnenlandse Zaken om bij de rijksgebouwen die niet geschikt blijken voor het doel van motie-Van der Plas, te evalueren of deze wel geschikt kunnen zijn als tijdelijke woonruimte voor studenten tot de woningnood afneemt, zodat er aan die kant van de woningmarkt in ieder geval een kleine verlichting plaatsvindt.

 

De motie van de leden Moorlag en Smeulders; Verzoekt de regering, in de volgende versie van de NOVI duidelijk in beeld te brengen hoe instrumenten als grondbank(en) en landinrichting hiervoor ingezet kunnen worden.

Kamerstukken II 2019/20, 34682, nr. 45

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,34682, nr. 85).

De motie van de leden Ronnes en van Gerven; Verzoekt de regering om informatie over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond op te nemen.

Kamerstukken II 2018/19, 34864, nr. 19

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33136, nr. 25).

Kamerstukken II 2020/21,34682, nr. 72

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van LNV.

De motie van de leden van Eijs en Dik-Faber; Verzoekt de regering om te onderzoeken of de beleidsdoelstellingen voor natuur en milieu uitgewerkt kunnen worden naar streefwaarden, zodat deze als omgevingswaarde leidend kunnen zijn in overwegingen en alle onder de NOVI gerangschikte planfiguren, en hierover de Tweede Kamer voor het voorjaar van 2021 te informeren.

Kamerstukken II 2020/21, motie 35517, nr. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 57    20 september 2021 per brief geïnformeerd

(Kamerstukken II 2020/21,33576, nr. 250).

De motie van het lid Terpstra; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe een landelijke binnenstedelijk-groennorm kan bijdragen aan voldoende groenvoorziening en leefbaarheid binnen steden, dorpen en kernen.

De motie van de leden Nijboer en Bromet; Verzoekt het kabinet de verdozing van ons landschap tegen te gaan en prioriteit te geven aan natuur, landschap en woningbouw.

Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII, nr. 72 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 92).

Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII, nr. 78 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 92).

De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering om aan te geven welke instrumenten beschikbaar zijn en gebruikt gaan worden om nationaal beter te sturen op de verdeling van ruimte om aan alle verplichtingen te voldoen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering meer landelijke regie uit te voeren om verdozing tegen te gaan, en hierbij expliciet te kijken naar regelgeving die leidt tot efficiënter gebruik van bestaande blokkendozen en vermindering van nieuwe (solitaire) blokkendozen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 133

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 133).

De motie van het lid Teunissen; Verzoekt de regering, haar publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke bevoegdheden te gebruiken, zodanig dat de vestiging van het datacenter in Zeewolde niet mogelijk zal zijn totdat, mede in het kader van de Nationale Omgevingsvisie, is vastgesteld dat die vestiging niet strijdig is met het rijksbeleid.

Kamerstukken II 2021/22, 35925-XIII, nr. 97

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 95).

De motie van het lid Segers c.s.; Verzoekt de regering, om de voorstellen uit het manifest nadrukkelijk bij het op korte termijn in te richten Nationaal lsolatieprogramma te betrekken, zodat snel gestart wordt met het sneller, slimmer en socialer isoleren van allereerst de slechtst geïsoleerde huizen met huishoudens met lage inkomens.

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 34

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770 ).

De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het demissionaire kabinet, het instrument van een isolatiete-goedbon (een voucher) open te stellen voor de doe-het-zelver, zodat doe-het-zelvende burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral kunnen worden ingezet voor complexe werkzaamheden,.

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 61

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787).

De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering om de Tweede Kamer over de voortgang van deze modelbepaling op de hoogte te houden, en indien deze niet voor het einde van 2021 gereed is, over te gaan tot een verplichting om bij kennis van aanwezigheid van loden leidingen dit te melden bij nieuwe huurders.

Kamerstukken II 2020/21, 27625, nr. 536

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

4 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27625, nr. 561).

De motie van de leden Koerhuis en Eerdmans; Verzoekt de regering, om gemeenten niet de bevoegdheid te geven om dwangsommen in te stellen om woningen van het gas te halen.

Kamerstukken II 2020/21. 32813, nr. 694

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1050).

De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering, het de afgelopen jaren gevoerde isolatiebeleid en de daarbij ingezette subsidieregelingen te evalueren, daaruit lessen te trekken met het oog op een effectieve vormgeving van het eerder door de Tweede Kamer gevraagde nationaal isolatieprogramma, zodat Nederland sneller, slimmer en socialer gaat isoleren, en de Tweede Kamer daarover uiterlijk bij de begroting te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 699

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 820).

De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering, tevens om met de gemeenten en andere betrokken partijen een plan van aanpak op te stellen hoe de gemeenten die na deze inventarisatie nog geen transitievisie hebben, deze alsnog voor 2021 kunnen vaststellen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 702

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

30 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 817).

De motie van de leden Beckerman en Grinwis; Verzoekt de regering, dit [het Nationaal Isolatieprogramma juist te richten op lage en midden inkomens] bij de verdere uitwerking van het nationaal isolatieprogramma te borgen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 703

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770).

De motie van de leden Agnes Mulder en Grinwis; Verzoekt de regering, om het aardgasvrij-ready maken van de gebouwde omgeving met spoed op te pakken en deze niet alleen via het Programma Aardgasvrije Wijken vorm te geven, maar ook woningeigenaren op natuurlijke momenten te stimuleren CO2 te reduceren; Verzoekt de regering, te onderzoeken in hoeverre het aardgasvrij-ready maken van de gebouwde omgeving via de contingentenaanpak van het TNO vorm kan krijgen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 708

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770).

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, vóór de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022 een voorstel voor een contingentenaanpak voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 709

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770).

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering, om de CO2-besparing van die vijf programma's inzichtelijk te maken en voor het begrotingsoverleg BZK 2022 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2020/21,35830, nr. 11

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 235).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, om huiseigenaren niet te verplichten tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen.

Kamerstukken II 2020/21 32757, nr. 181

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

26 augustus 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32757, nr. 182).

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, woonlastenneutraliteit te garanderen bij het aardgasvrij maken van woningen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 601

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 780).

De motie van de leden Beckerman en Koerhuis; Verzoekt de regering, in dit onderzoek mee te nemen of balkons die zijn gebouwd in de jaren vijftig en zestig evidente veiligheidsproblemen bij gebouwen zijn en of een onderzoeksplicht ingevoerd moet worden.

Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 193

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 235).

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, te monitoren wat de effecten van het nieuwe energielabel zijn, en daarbij ten minste de wijziging in energie-indexen voor verschillende typen woningen en het aantal afgegeven energie-indexen mee te nemen.

Kamerstukken II 2019/20, 30196, nr. 724

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 771).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering om voorlopig niet over te stappen op een nieuw label en gebruik te blijven maken van de VEL-methode, waarbij een numerieke indicator van het primaire energieverbruik in kWh/m2 per jaar gebruikt kan worden om zo te voldoen aan de richtlijnen en tegelijkertijd mensen niet op hoge kosten te jagen, Verzoekt de regering ook om in elk geval bij een energielabel ervoor te zorgen dat de expert aansprakelijk is als de energielabel foutief blijkt.

Kamerstukken II 2019/20, 30196, nr. 727

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

7 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 777).

De motie van het lid Terpstra; Verzoekt de regering, in kaart te brengen wat de kosten van de nieuwe NTA 8800-methode in andere landen in de Europese Unie zijn, de verschillen te verklaren en waar mogelijk de kosten voor opname en registratie van dit nieuwe energielabel te drukken, en de Tweede Kamer hierover voor 1 januari 2021, de datum van invoering, te informeren.

Kamerstukken II 2019/20, 30196, nr. 721

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

7 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 777).

De motie van de leden Koerhuis en Ronnes; Verzoekt de regering na inwerktreding van de richtlijn de MKB-toets uit te voeren en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2019/20, 32757, nr. 166

Afgedaan. De motie is verouderd. De Kamer wordt op de hoogte gehouden over de EPBD-onderhandelingen.

De motie van de leden Nijboer en Moorlag; Verzoekt de Minister, te onderzoeken of en in welke mate deze verschillen kunnen optreden, te onderzoeken op welke wijze de verschillen kunnen worden weggenomen of gemitigeerd, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Kamerstukken II 2019/20 32813, nr. 480

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 780),

De motie van de leden Beckerman en Bromet; Verzoekt de regering, om te bezien of het Bouwbesluit toevoeging behoeft en, zo ja, welke, zodat ook aan het gebruik van nieuwe bouwmaterialen adequate brandveiligheidseisen worden gesteld.

Kamerstukken II 2020/21, 28325, nr. 220

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

29 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 224),

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, om een overzicht van gemeenten die de inventarisatie nog niet hebben afgerond zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen; Verzoekt de regering, om die gemeenten en provincies als toezichthouders te rappelleren en deze inventarisatie voor het einde van het jaar naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2020/21, 28325, nr. 221

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

14 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 234).

De motie van de leden Van der Lee en Bontenbal; Verzoekt de regering, een normering voor te bereiden die de uitrol van hybride warmtepompen stimuleert.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 716

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken 2021/22, 32813, nr. 1045)

De motie van het lld Stoffer en Eerdmans: Verzoekt de regering zich uiterst kritisch op te stellen bij de voorstellen die grote gevolgen kunnen hebben voor de gebouwde omgeving.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 893

Afgedaan. Er wordt al uitvoering gegeven aan deze motie via de (al geschreven) BNC-fiches en de zes-wekelijkse brief over de voortgang van de onderhandelingen t.a.v. fit for 55.

De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering om ruim voor het zomerreces met een aangepast en opgeschaald nationaal isolatieprogramma te komen met een langjarige programmering, toegankelijke regelingen, een actieve benadering van bewoners en een eerste focus op de regio's waar de energiearmoede het grootst is.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 121

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787)

De motie van de leden Segers en Hermans; Verzoekt de regering de Kamer bij de vormgeving van het klimaat- en transitiefonds en stikstoffonds nadrukkelijk te betrekken, recht te doen aan haar budgetrecht, en vooruitlopend op de instellingswetten een

Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 137

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van EZK (Een klein deel van de motie betreft de gebouwde omgeving.)

proeve van beide fondsbegrotingen op Prinsjesdag 2022 aan de Tweede Kamer voor te leggen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering om een overzicht te sturen hoe andere Europese landen deze richtlijn implementeren; Verzoekt de regering om huiseigenaren niet te verplichten tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen bij een ingrijpende renovatie.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 920

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

17 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32757, nr. 184).

De motie van het lid Koerhuis: Verzoekt de regering om huiseigenaren wel te stimuleren tot verduurzaming, door te informeren en te wijzen op subsidies.

Kamerstukken II 2021/22 32813, nr. 921

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787).

De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering de komende jaren de focus te leggen op het isoleren van woningen met label G, F, E en D, te beginnen daar waar de grootste energiearmoede is.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 924

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787).

De motie van de leden Van Haga en Van der Plas; Verzoekt te regering zich in te zetten voor het behouden van de gasinfrastructuur waar mogelijk.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 926

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

26 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 935).

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering de beleidsregels voor het stellen van het maximum-tarief van warmte aan te passen zodat warmtebedrijven uit deze gasprijsstijging geen extra rendement kunnen behalen.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 929

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering de financiële middelen die ze beschikbaar stelt en de instrumenten die worden opgetuigd voor de isolatieopgave beter te laten aansluiten bij de gestelde doelen.

Kamerstukken II 2021/22, 328113, nr. 933 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787).

De motie van het lid van Raan c.s.; Verzoekt de regering, ambitieuze en meetbare doelstellingen op te stellen voor het toepassen van de internationale sociale voorwaarden in de gunningscriteria van aanbestedingen van de rijksoverheid, en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35830, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26485, nr. 399).

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering voor februari 2022 een plan van aanpak klaar te hebben hoe er meer uitvoeringscapaciteit georganiseerd gaat worden; Verzoekt de regering om, conform het advies van de Onafhankelijke Raadsman, de NCG op te dragen praktisch en doortastend op te treden voor gedupeerden en niet vanuit hoe kosten achteraf op de NAM verhaald kunnen worden.

Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 919

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Aukje de Vries c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken of, en zo ja hoe, binnen de bestaande budgetten van het ministerie OCW ook een bijdrage voor 2022 en 2023 beschikbaar kan worden gesteld, en de Tweede Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2022 te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 935

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Yesilgöz- Zegerius c.s.; Verzoekt de regering om, in de uitvoering waar mogelijk schadeherstel van monumenten te versnellen en aan gemeenten die inhoudelijke ondersteuning nodig hebben, deze aan te bieden.

Kamerstukken II, 2018/19, 33529 nr. 577

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie Agnes Mulder c.s.; Verzoekt de regering duidelijk te maken welk budget in totaal beschikbaar wordt gesteld voor deze 'schrijnende situaties' en waarvoor en op welke wijze deze middelen kunnen worden ingezet.

Kamerstukken II, 2020/21,33529, nr. 816

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

De motie Agnes Mulder c.s.; Verzoekt de regering, een plan van aanpak op te stellen over hoe alle bewoners kunnen worden betrokken bij de evaluatie en daarin een plaats te geven aan een tevredenheidsonderzoek onder alle bewoners die te maken hebben met dit pakket.

Kamerstukken II, 2020/21,33529, nr. 818

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, overwegende Kamerstukken II, 2020/21,33529, nr. 824 dat er weer nieuwe grensgevallen zullen ontstaan in zulke situaties eraan bij te dragen dat deze op een voor bewoners zo fatsoenlijk mogelijke wijze worden opgelost.

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie Dik-Faber c.s.; Verzoekt de regering, constaterende dat mensen vastlopen in het woud van regels, procedures en instanties bij de schadeafhandeling en/of versterking van hun woningdoorzettingsmacht te organiseren, onafhankelijke keuzeondersteuning en procesbegeleiding mogelijk te maken die ook laagdrempelig toegankelijk is als bewoners daar een beroep op willen doen en uiterlijk het eerste kwartaal 2021 inzichtelijk te maken op welke wijze dit wordt vormgegeven.

Kamerstukken II, 2020/21,33529, nr. 825

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

De motie Van Otterloo; Verzoekt de regering, te borgen dat de uitvoering van de bestuurlijke afspraken soepel verloopt, bijvoorbeeld door het ondersteunen van het IMG en het vinden van beschikbare aannemerscapaciteit.

Kamerstukken II, 2020/21,33529, 827

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Yesilgöz-Zegerius c.s.; Verzoekt de regering in de uitvoering waar mogelijk schadeherstel van monumenten te versnellen en aan gemeenten die inhoudelijke ondersteuning nodig hebben, deze aan te bieden.

Kamerstukken II, 2018/19, 33529, nr.577

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Mulder c.s.; Verzoekt de regering, het IMG en de NCG te vragen om gezamenlijk, op zelfstandige en onafhankelijke wijze, de uitvoeringsconsequenties van het wetsvoorstel en het voorstel van het Groninger Gasberaad in kaart te brengen en daarbij in te gaan op de verschillende wijzen waarop samenwerking en sturing vanuit de NCG en het IMG op de korte termijn, de middellange termijn en de lange termijn kunnen worden vormgegeven; Verzoekt de regering, tevens om de Kamer vóór 1 juni te informeren over de uitvoeringsconsequenties van het wetsvoorstel en het voorstel van het Groninger Gasberaad en hierbij in een separaat document de adviezen van het IMG en de NCG te delen met de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2020/2021,35603, nr. 74 Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Aukje de Vries en Sienot; Verzoekt de regering, om in overleg te gaan en afspraken te maken met het Instituut Mijnbouwschade Groningen en de Nationaal Coördinator Groningen om te komen tot een oplossingsgerichte aanpak en cultuur binnen deze organisaties, en de Tweede Kamer daarover voor april 2021 te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 52

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Aukje de Vries en Sienot; Verzoekt de regering, te bevorderen dat dit type gebouwen met veiligheidsrisico's niet als allerlaatste aan de beurt komt.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 53

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

De motie van de leden Kröger en Bromet; Verzoekt de regering, het mandaat en de financiële slagkracht van lokale Groningse overheden en de NCG te versterken.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 56

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

De motie van de leden Sienot en Dik-Faber; Verzoekt de regering, om de verduurzaming te koppelen aan de versterkingswerkzaamheden met één aanspreekpunt voor bewoners.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 57

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr.

878).

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering, om door middel van een dashboard Groningers inzicht te geven in de verschillende stappen, doorlooptijden en hun positie in het versterkingsproces; Verzoekt de regering, tevens om het dashboard zo in te richten dat de informatie zichtbaar is voor derden zoals de Tweede Kamer, wat bijdraagt aan de transparantie van de versterkingsopgave.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 61

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Dik-Faber en Agnes Mulder; Verzoekt de regering, om Groningers toegang te verschaffen tot onafhankelijk juridisch advies; Verzoekt de regering, tevens om de toegang tot onafhankelijk juridisch en bouwgerelateerd advies expliciet te betrekken binnen de routekaart versterkingsproces.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 62

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, ongeacht de kosten, ervoor te zorgen dat beeldbepalende gebouwen en monumenten behouden blijven en niet worden gesloopt.

Kamerstukken II 2020/21,35603, nr. 66

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering, om het Maatschappelijk Beraad een vaste, adviserende rol te geven in het proces rondom de versterkingsopgave.

Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 886

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt het demissionaire kabinet, alles op alles te zetten om te zorgen voor voldoende tijdelijke woningen, en de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk te infomeren over hoe het dit wil doen.

Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 891

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Nijboer en Aukje de Vries; Verzoekt het kabinet, in 2022 tijdig in kaart te brengen of het budget uitgeput dreigt te raken.

Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 890

Afgedaan. De motie is met ingang van nieuw Kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022, 33529, nr. 878).

De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering, opnieuw Kamerstukken II 2020/21,33529, nr. 856

in overleg te treden met gemeenten, gemeentelijke gezondheidsdiensten en GVA Groningen met als doel dat langjarig toereikende middelen beschikbaar komen voor alle vormen van geestelijke zorg in het aardbevingsgebied, en de

Tweede Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren.

De motie van het lid Bisschop c.s.; Verzoekt de regering, in het eerste kwartaal van 2022 een stappenplan naar de Tweede Kamer te sturen voor het zo snel mogelijk voldoen aan eisen van het besluit digitale toegankelijkheid overheid, waaronder de volledige digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en van apps.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 49 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 april

2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 839).

De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering te bezien Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 41 Afgedaan. De Tweede Kamer is op hoe jongeren actief betrokken kunnen worden bij het begeleiden    21 december 2021 per brief geïnformeerd van groepen in onze samenleving die meer moeite hebben met    (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 809).

de digitale veranderingen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35552, nr. 10).

Kamerstukken II 2020/21,35552, nr. 9

De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe in de wet gegarandeerd kan worden dat mensen met zwaarwegende redenen om niet voor de autoriteiten te kunnen verschijnen, aanspraak kunnen maken op thuis-bezoek van de gemeente, of op een andere wijze laagdrempelige toegang houden tot het aanvragen van een ID of verblijfsdocument, zonder extra kosten.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35475, nr. 13).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 786).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,34972, nr. 53).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29861, nr. 76).

De motie van de leden Belhaj en Peters; Verzoekt de regering, Kamerstukken II, 2020/21. 35475, nr. 7

een klankbordgroep te vormen van Nederlanders met naast de

Nederlandse een tweede, ongewenste, nationaliteit, met deze groep de totstandkoming van een Register Ongewenste

Nationaliteit te onderzoeken, en hierover voor de zomer van

2021 te rapporteren aan de Tweede Kamer.

De motie van het lid Yesilgöz-Zegerius; Verzoekt de regering, om Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 753 in samenwerking met de VNG en de

Informatiebeveiligingsdienst, een cyberverdedigingsprotocol op te stellen, zodat gemeenten een duidelijk handelingskader hebben in het geval van ransomware, ddos-aanvallen en andere ontwrichtende cyberaanvallen.

Kamerstukken II 2019/20, 34972, nr. 32

Kamerstukken II 2020/21, 29861, nr. 72

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze een publiek middel kan worden verschaft als bedrijfs- en organisatiemiddel, dan wel hoe de elD-ontwikkeling aangegrepen kan worden om een geïntegreerd burger- en bedrijfs- en organisatiemiddel tot stand te brengen, en de Tweede Kamer hierover voor 1 december 2020 te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 17 Afgedaan. De Tweede Kamer is op

28 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11).

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, het recht op toegang tot de overheid als beginsel van behoorlijk bestuur nader te ontwikkelen en te operationaliseren, en de Tweede Kamer daarover te informeren voor Prinsjesdag 2021.

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt het kabinet, om in overleg te treden met de VNG en NVVB over hoe de aanvraagprocedure voor een DigiD voor EU-arbeidsmigranten toegankelijk kan worden gemaakt en voor het einde van dit jaar een plan van aanpak hiervoor naar de Tweede Kamer te sturen.

De motie van de leden Sneller en Bromet; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII, nr. 18 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart om in lijn met de Uitvoeringsrichtlijn openbare agenda's    2022 per brief geïnformeerd (Aanhangsel bewindslieden de publieke agenda's van de bewindspersonen    Handelingen II 2021/22, nr. 2628).

systematischer bij te houden door, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen, alle externe afspraken in de agenda's op te nemen en hierbij ten minste het onderwerp van de afspraak te vermelden, de afspraken eenvoudig per categorie te ordenen en deze agenda's zo veel mogelijk realtime bij te houden.

Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 13 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli

2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,30696, nr. 52).

De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, de aspecten van de digitale lijkbezorging die zij wil betrekken bij de modernisering van de Wet op de lijkbezorging, te delen met de Tweede Kamer en daarbij aan te geven welke andere wetgeving aangepast zou moeten worden; Verzoekt de regering tevens, te onderzoeken of en hoe als onderdeel van de modernisering van de Wet op de lijkbezorging nabestaanden rondom de uitvaart geattendeerd kunnen worden op het eventuele bestaan van een digitale nalatenschap.

De motie van het lid Den Boer c.s.; Verzoekt de regering, samen Kamerstukken 2019/20, 35300 VII, nr. 26 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli

2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,30696, nr. 52).

met de sector zich intensief in te zetten om mensen bewust te maken van digitale nalatenschap en hen te stimuleren tot het vastleggen van hun wensen.

 

Omschrijving van de motie    Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Den Boer c.s.; Verzoekt de regering, het recht Kamerstukken 2019/20, 35300 VII, nr. 45 op samenwerking samen met de VNG nader uit te werken in een modelverordening en dit recht te stimuleren in het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

26 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 14).

De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering wettelijk Kamerstukken 2019/20, 35300 VII, nr. 29

vast te leggen dat gemeenten, provincies en waterschappen een integriteitsonderzoek laten plaatsvinden voorafgaande aan de benoeming van nieuwe bestuurders; Verzoekt de regering tevens, er zorg voor te dragen dat het voorstel voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 van kracht is.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35546, nr. 7).

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, nut en noodzaak Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 30 Afgedaan. De Tweede Kamer is op te onderzoeken van het verder professionaliseren van het    26 oktober 2021 per brief geïnformeerd raadswerk en daar concrete voorstellen voor te doen.    (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 14).

De motie van de leden Van der Molen en Aukje de Vries; Verzoekt Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 75 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april de regering, in aanvulling op de Bestjoersofspraak Fryske taal    2022 per brief geïnformeerd

 

en kultuer een akkoord te sluiten met de provincie Fryslan om de zichtbaarheid van het Fries en de communicatie in het Fries te versterken.

(Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 146).

De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering, een    Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 11

afkoelperiode van twee jaar in te voeren en daarbij een onafhankelijke toetsingscommissie in te stellen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

29 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 231).

De motie van het lid Sneller; Verzoekt de regering de regels    Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 9

zodanig aan te passen dat de Minister-President bij het aantreden van een nieuw kabinet openbaar maakt wat de zakelijke belangen van de aantredende bewindspersonen zijn,

hoe zij hun zakelijke belangen op afstand hebben geplaatst en dit jaarlijks bij te werken; Verzoekt de regering voorts om nadere informatie aan de Tweede Kamer te verschaffen die ten minste omvat: - welke bewindspersonen onroerende zaken in het buitenland bezitten en in welk land; - voor zover het gaat om financiële of zakelijke belangen in ondernemingen, de namen van de betrokken vennootschappen; - en een beschrijving van de wijze waarop de zeggenschap in het beheer over financiële belangen op afstand is geplaatst.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

15 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken 2021/22, 35925 III, nr. 12).

De motie van het lid Janssen c.s.; Overwegende, dat in de wet Kamerstukken I 2020/10, 35526, nr. L

grondrechten beperkende maatregelen worden mogelijk gemaakt; van mening, dat over verlenging van de wet bepalende zeggenschap aan de Staten-Generaal toekomt; Verzoekt de regering dit op de kortst mogelijke termijn mogelijk te maken.

Afgedaan. De wet is per 20 mei 2022 vervallen.

De motie van de leden Azarkan en Van Kooten-Arissen; Verzoekt Kamerstukken II 2020/21,35510, nr. 30 de regering om op alle wetsvoorstellen, maatregelen van bestuur, beleidsprotocollen en werkwijzen aan de voorkant een discriminatietoets uit te voeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 142).

De motie van het lid Azarkan c.s.; Verzoekt de regering, om een Kamerstukken II, 2020/21,35510, nr. 33 brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren te organiseren van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 301).

De motie van het lid Van Brenk; Verzoekt de regering, als regel Kamerstukken II, 2020/21,35510, nr. 37 in wetgeving een hardheidsclausule op te nemen en bestaande wetgeving in deze zin aan te passen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,35510, nr. 60).

De motie van het lid Belhaj c.s.; Verzoekt de regering, conform Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 237 het stembusakkoord geïnitieerd door Controle Alt Delete, overheidsinstanties etniciteit niet te laten gebruiken om fraude te bestrijden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

14 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 281).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om Kamerstukken II 2020/21, 29544, nr. 1052 Afgedaan. De Tweede Kamer is op naming-and-faming toe te passen op bedrijven met goede    14 december 2021 per brief geïnformeerd

 

praktijken tegen discriminatie.

(Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 282).

De motie van de leden Ceder en Azarkan; Verzoekt de regering, Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 233 het Integraal Afwegingskader uit te breiden met een toets op risico's op discriminerende gevolgen van nieuw beleid en nieuwe regelgeving.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 142).

De motie van het lid Arib c.s.; Spreekt uit dat de Kamer een    Kamerstukken II 2020/21,35570, nr. 64

jaarlijks debat over de Staat van de Rechtsstaat gaat houden, en verzoekt het presidium daar voorbereidingen toe te treffen.

Afgedaan. Dit betreft een spreekt uit-motie, er is geen actie voor BZK.

De motie van het lid Van Esch c.s.; Verzoekt de regering, de    Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 262

actieve bestrijding van moderne slavernij een van de prioriteiten te maken van het Nederlandse beleid tegen discriminatie en racisme.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 287).

De motie van het lid Leijten c.s.; Spreekt uit dat artikel 57, lid 3 van Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 6 Afgedaan. Dit betreft een spreekt uit-motie,

de Grondwet strikt geïnterpreteerd dient te worden, wat    er is geen actie voor BZK.

betekent dat een Kamerlid nooit een dubbelfunctie kan krijgen nadat het Kamerlid zonder dubbelfunctie is geïnstalleerd en dat er geen enkele uitzondering op artikel 57 van de Grondwet bestaat dan de situatie dat een demissionair bewindspersoon gekozen wordt als Kamerlid; Spreekt voorts uit dat bij een ongeoorloofde dubbelfunctie van een Kamerlid de

Kamervoorzitter het Reglement van Orde van de Tweede Kamer,

artikel 2.2 handhaaft en conform artikel X 3 van de Kieswet aan de Kiesraad vermeldt dat er een vacature tot lid is ontstaan.

De motie van de leden Ceder en Dassen; Verzoekt de regering, Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 13 Afgedaan. De Tweede Kamer is op een onafhankelijke commissie in te stellen die een voorstel    16 februari 2022 per brief geïnformeerd uitwerkt voor een regeling voor tijdelijke vervanging van    (Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 19).

demissionaire bewindspersonen die tevens Kamerlid zijn en hoe dat een werkbare vorm kan krijgen.

De motie van de leden Ellian en Inge van Dijk; Verzoekt de Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 14 Afgedaan. De Tweede Kamer is op regering, om een commissie in te stellen die: - de functionering    16 februari 2022 per brief geïnformeerd van artikel 57 van de Grondwet analyseert en met voorstellen    (Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 19).

komt ter verduidelijking en/of vernieuwing van artikel 57 van de Grondwet tevens in relatie tot artikel X 1 en artikel X 3 Kieswet en het Reglement van Orde van de Tweede Kamer; - de werkwijze van het vragen van ontslag door een kabinet, het ontslag en de benoeming van ministers en staatssecretarissen die al lid zijn van een demissionair kabinet, analyseert en met voorstellen komt ter verduidelijking en verankering van de werkwijze; - hierover een dialoog aangaat met de Tweede Kamer.

De motie van de leden Ceder en Omtzigt; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 23 Afgedaan. De uitvoering van de motie is in gesprek te gaan met de rechtspraak om te komen tot een    overgedragen aan het ministerie van JenV.

zichtbare vorm van representatie van de Nederlandse Grondwet in, bij of op alle Nederlandse rechtbanken, gerechtshoven en bij de gebouwen van de Hoge Raad en de Raad van State.

De motie van het lid Simons; Verzoekt de regering c.q. de nieuwe Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 43 Afgedaan. De Tweede Kamer is op regering in de uitvoering van de motie-Kuik c.s. speciaal    16 december 2021 per brief geïnformeerd aandacht te besteden aan het onderzoeken van hoe en wanneer    (Kamerstukken II 2021/22, 5925 VII, nr. 103).

een constitutioneel hof kan worden ingesteld, wat voor vormen het hof zou kunnen aannemen en ook de daaruit voortvloeiende voorstellen aan de Tweede Kamer te doen toekomen.

De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering om een plan Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 92 Afgedaan. De uitvoering van de motie is te ontwikkelen om moslimhaat te bestrijden.    overgedragen aan het ministerie van SZW.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering met een    Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 297 Afgedaan. De uitvoering van de motie is verplichting te komen voor beursgenoteerde bedrijven om in    overgedragen aan het ministerie van JenV.

hun jaarverslag te rapporteren over beleid ten aanzien van het tegengaan van discriminatie.

De motie van de leden Van Baarle en Belhaj; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22,  30950,    nr. 305   Afgedaan. De uitvoering van de motie is om een plan van aanpak op te stellen ter verbetering van de gang    overgedragen aan het ministerie van JenV.

van discriminatiezaken door de strafrechtketen, met als onderdelen: -herhaling van het WODC-onderzoek De gang van discriminatiezaken door de strafrechtketen; -verspreiding van de kennis van de Aanwijzing discriminatie en bevordering van de toepassing daarvan; -expertisebevordering binnen alle parketten op het gebied van discriminatiezaken; Verzoekt de regering de pilot discriminatierechercheurs rond de zomer te laten starten en volgend jaar te rapporteren over de geleerde lessen en de implementatie daarvan.

De motie van het lid De Boer c.s.; Verzoekt de regering dit Kamerstukken I    2020/21,    motie    35526, nr.    Afgedaan. Afgedaan. De Eerste Kamer is oordeel van de Eerste Kamer over te brengen aan de Tweede AK    op 21 mei 2021 per brief geïnformeerd

Kamer in nieuwe samenstelling, en deze optie nadrukkelijk met    (Kamerstukken I 2020/21,35526, nr. BD).

de Tweede Kamer te bespreken, en vervolgens de Eerste Kamer te berichten.

De motie van het lid Rajkowski; Verzoekt de regering na te gaan Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 16 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 april of de TIBER-Nederland-testen dan wel soortgelijke testen ook    2022 per brief geïnformeerd binnen de organisatie van de rijksoverheid toegepast kunnen    (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 836).

worden, de opgedane ervaringen en daaruit getrokken lessen rijksbreed te delen, en de Tweede Kamer daarover te informeren voor 1 april 2022.

De motie van de leden Özütok en Paternotte: Verzoekt de    Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 13 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari regering, te verkennen hoe de nationale cryptostrategie tijdig en    2022 per brief geïnformeerd adequaat kan worden gerealiseerd en structureel kan worden    (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 813).

geborgd, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe bestaande kennis, kunde en infrastructuur op het terrein van data- en clouddiensten en specifiek op het gebied van cyberveiligheid bij Defensie en op het gebied van data en databeheer bij het CBS ingezet kunnen worden bij het ontwikkelen van rijksbrede overheidsclouddiensten en -datadiensten, en de Tweede Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering tevens de Tweede Kamer te informeren over hoe de Nederlandse positie in het Gaia-X-project versterkt kan worden met de bestaande overheidsinfrastructuur bij bijvoorbeeld Defensie en het CBS.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 11

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 813).

De motie van het lid De Kort; Verzoekt de regering, de financiële gevolgen voor gemeenten van de afschaffing van de hondenbelasting in kaart te brengen; Verzoekt de regering, tevens in samenspraak met de VNG de mogelijkheid van afschaffing van de hondenbelasting te onderzoeken en daarbij de mogelijkheid van een redelijke overgangstermijn te betrekken; Verzoekt de regering, voorts de Tweede Kamer daar voor de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het najaar van 2021 over te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35569, nr. 3

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

13 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35569, nr. 40).

De motie van de leden Bromet en Inge van Dijk; Verzoekt de regering, om ervoor zorg te dragen dat er zo spoedig mogelijk een gezamenlijke probleemanalyse over de interbestuurlijke verhoudingen en financiële verhoudingen wordt opgesteld en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35830 VII, nr. 13 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli

2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 104).

De motie van het lid Koole; Spreekt de wens uit dat de versterking van de aldus omschreven positie van de Minister van BZK als hoeder van democratisch gelegitimeerde medeoverheden binnen het rijksbestuur tijdens de lopende kabinetsformatie aan de orde wordt gesteld. Verzoekt de Voorzitter deze wens over te brengen aan de informateur.

Kamerstukken I 2020/21,35570 VII / 35619/35620/35621 / 35842, nr. K

Afgedaan. Dit betreft een Spreekt uit-motie. Er is geen actie nodig vanuit BZK.

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, om te bezien hoe in het beleidskader gemeentelijke herindelingen nadrukkelijker aandacht kan worden besteed aan het draagvlak in alle betrokken kernen, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling voor het jaar 2022 te informeren.

Kamerstukken II, 2020/21,35619, nr. 8

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

17 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28750, nr. 82).

De motie van het lid Sneller c.s.; Verzoekt de regering, de komende periode binnen haar mogelijkheden en verantwoordelijkheden in nauwe samenwerking met het provinciebestuur te bevorderen dat de gemeente Grave in bestuurlijk en financieel opzicht voorbereid wordt op een herindeling, mocht de wil daartoe blijken.

Kamerstukken II, 2020/21,35620, nr. 7

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

17 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28750, nr. 82).

De motie van het lid Özutok; Verzoekt de regering, ter voorbereiding op de kabinetsformatie met decentrale overheden in gesprek te gaan over een gedeelde probleemanalyse, mogelijke oplossingen, onderscheiden verantwoordelijkheden, en beleidsopties over het takenpakket van decentrale overheden aan te vullen met een gezamenlijke interbestuurlijke toelichting.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 12

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 104).

De motie van het lid Engels c.s.; Verzoekt de minister een of meer Kamerstukken I 2012/13, CII, nr. C

modellen voor een stelsel van financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten te ontwikkelen waarin rekening wordt gehouden met zowel de effecten van de voorgenomen decentralisaties als met voortgaande processen van gemeentelijke herindeling.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,35570, nr. B).

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, om in overleg Kamerstukken II 2019/20, 35470 B, nr. 7

met gemeenten te bezien hoe jaarlijks bij de verantwoording van het Gemeentefonds een duidelijk beeld gegeven kan worden of de middelen voldoende waren voor de gemeenten om hun taken uit te voeren.

Afgedaan. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 20).

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, medicijngebruik niet te hanteren als maatstaf in de toekomstige verdeelmodellen voor het sociaal domein.

Kamerstukken 2018/19, 34477, nr. 62

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,35570 B, nr. 25).

De motie van de leden Amhaouch en Palland; Verzoekt de regering kennis te nemen van de coronaresolutie van de EUREGIO-Raad, hierover met grensregio's en -gemeenten in

Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 444

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1828).

gesprek te gaan, te verkennen hoe problemen als gevolg van verschillen in corona-regels zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen, en de Tweede Kamer voor Q1 2022 te informeren.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Van Houwelingen; Spreekt uit dat het herindelen van gemeenten an sich geen doel mag zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 157

Motie is in behandeling genomen en gelijk afgedaan. Het betreft een spreekt uit-motie, er is geen actie noodzakelijk vanuit BZK.

De motie van het lid Sneller; Verzoekt de regering te zorgen dat op elk ministerie voldoende leden - en ten minste één lid - van de bestuursraad over ruime ervaring in de uitvoeringspraktijk beschikken, en de Tweede Kamer hier jaarlijks in de rapportage Bedrijfsvoering Rijk over te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 9

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 315).

De motie van de leden Geurts en Boulakjar; Verzoekt de regering in samenspraak met ondernemersorganisaties het aantal pilots met het DSO voor mkb-bedrijven op te schalen en uit te breiden naar zo veel mogelijk sectoren, om zo veel mogelijk ondernemingen in staat te stellen tijdig met het DSO te kunnen oefenen. Verzoekt de regering de Tweede Kamer in de maandrapportages Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet over de resultaten van deze pilots te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 229

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 233).

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering ter verbetering van de uitvoering van beleid en de dienstverlening een nieuwe sturingsfilosofie op te stellen, waarbij recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid het uitgangspunt is, en de Tweede Kamer te informeren hoe deze sturingsfilosofie als leidend principe in de overheid wordt doorgevoerd.

Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 6

Afgedaan. De motie is onderdeel van staand beleid. Minister komt hier op terug in hoofdlijnenbrief.

De motie van de leden Omtzigt en Bruins; Verzoekt de regering, samen met o.a. de WRR en de KNAW een code of standaard te ontwikkelen voor onderzoek van de overheid naar de overheid en daar in te gaan op o.a. opdrachtverlening, onafhankelijkheid, inzagerecht, correctierecht, publicatierecht en recht van de Kamer op het horen van de onderzoekers, en die voor oktober 2021 voor te leggen aan de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2020/21,31934, nr. 46

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

1 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 306).

De motie van der leden Van Raak en Van der Molen; Verzoekt de regering, een pilotproject te starten voor de ondersteuning van klokkenluiders op de ministeries en in diensten, in de vorm van een bijzondere vertrouwenspersoon.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 21 Afgedaan. De Tweede Kamer is op

9 augustus 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,33258, nr. 52).

De motie van de leden Stoffer en Gijs van Dijk; Verzoekt de regering, de bestaande overheidspool van de rijksoverheid breder en actiever in te zetten voor mensen met een arbeidsbeperking, met als doel arbeidsgehandicapten in dienst te nemen bij de rijksoverheid en zo minimaal te voldoen aan de banenafspraak.

Kamerstukken II, 2020/21,35570 XV, nr. 67

Afgedaan. De Tweede Kamer is op

26 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34352, nr. 227).

De motie van het lid Rombouts; Spreekt uit, dat het bij de uitwerking van een eventueel nieuwe aanstellingswijze van burgemeesters wenselijk is te kiezen voor een vorm, die recht doet aan het principe, dat de raad aan het hoofd staat van het gemeentebestuur en die waarborgen bevat voor een relatief onafhankelijke positie van de burgemeester, een eigenstandig taken- en bevoegdhedenpakket op het terrein van openbare orde en veiligheid, een taak om de integriteit van het gemeentebestuur te bevorderen en een positie als boven de partijen staand, verbindend bestuurder van alle burgers.

Kamerstukken I 2018/19, 34716, nr. I

Afgedaan. Motie ziet toe op een theoretische toekomstige situatie. De Tweede Kamer is op 13 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 164). Verandering van de aanstellingswijze is niet aan de orde.

De motie van de leden Beckerman en Koerhuis; Verzoekt de regering om de afspraak te maken met de VNG en Aedes om schimmel- en vochtproblematiek standaard onderdeel te laten worden van prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties.

Kamerstukken II 2021/22, 28325. nr. 225

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29453, nr. 551).

Tabel 94 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (stand per 30 juni 2022)

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering deze weerbaarheidsscan ook uit te voeren binnen de rijksoverheid, waarbij er begonnen kan worden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Kamerstukken II 2021/2022, 28844, nr. 245

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in de verdere beleidsreactie op het rapport van de TCU in te gaan op de vraag hoe de regering cultuursensitief werken in de dienstverlening en de uitvoering zal bevorderen, met daarbij ook aandacht te hebben voor verschillen in taalvaardigheid, bejegening, bewustwording en het voorkomen van vooroordelen.

Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 7

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering de WRR opdracht te geven om standaarden en protocollen op te stellen voor onafhankelijkheid van advisering en onafhankelijkheid van onderzoek, en hun de vrijheid te geven daar de KNAW bij te betrekken.

Kamerstukken II 2021/22, motie 25295, nr. 1805

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Ellian; Verzoekt de regering, om «trouw aan de publieke taak» toe te voegen aan de eed of belofte die ambtenaren afleggen.

Kamerstukken II 2020/21, motie 35570, nr. 63

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 tussentijds geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in deze brief uiteen te zetten hoe de strijd tegen discriminatie binnen de rijksoverheid wordt opgevoerd, met daarin expliciete aandacht voor meldingsbereidheid, laagdrempelige meldings-mogelijkheden, organisatiecultuur en bewustwording.

Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 242

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, om gemeenten en bouwers te verzekeren dat de bestaande geluidsregels beleidsneutraal worden overgezet naar de Omgevingswet.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 738

24-06-2021 De Tweede Kamer wordt najaar 2021 geïnformeerd.

De motie Smeulders c.s; Verzoekt de regering, om deze afspraken na te komen en zo te voorkomen dat de Omgevingswet decentrale overheden meer gaat kosten dan dat deze ze mogelijk oplevert.

Kamerstukken II, 2020/21,33118, nr. 162

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Otterloo; Verzoekt de regering, bij de uitrol van de Omgevingswet structureel aandacht te hebben voor de positie van de minder digivaardigen.

Kamerstukken II, 2020/21,33118, nr. 164

In behandeling. De motie is in uitvoering tot aan inwerkingtreding van de Omgevingswet.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, alvorens het Digitaal Stelsel Omgevingswet in te voeren een onafhankelijke mkb-toets uit te laten voeren en de uitkomsten hiervan te gebruiken voor een zo gebruiksvriendelijk mogelijk Digitaal Stelsel.

Kamerstukken II 2018/19, 34986 nr. 59

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor inwerkingtreding Omgevingswet nader geïnformeerd.

De motie van het lid Nooren; Verzoekt de regering om in het Invoeringsbesluit Omgevingswet een regeling op te nemen die ervoor zorgt dat er een plicht ontstaat voor gemeenten, provincies en waterschappen om het participatiebeleid op te stellen waarin vastgelegd wordt hoe participatie wordt vormgegeven en welke eisen daarbij gelden en dit participatiebeleid vast te stellen door respectievelijk gemeenteraad, provinciale staten en het algemene bestuur van het waterschap, en te bevorderen dat de medeoverheden hier zo snel mogelijk mee beginnen, liefst voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Kamerstukken I 2019/20, 34986, nr. AA

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor inwerkingtreding Omgevingswet nader geïnformeerd.

De motie van het lid Nicolaï; Verzoekt de regering, haar oordeel over dit punt uit het advies van de

Kamerstukken I 2019/20, 34986, nr. Y

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2022 geïnformeerd.

Raad van State in heroverweging te nemen als uit rechtspraak na inwerkingtreding van de

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

Omgevingswet blijkt dat het aanvragen van een bouwvergunning in zo'n geval niet leidt tot een voor beroep vatbare beschikking.

   

De motie van het lid Rietkerk c.s.; Verzoekt de regering om een onafhankelijke evaluatiecommissie in te stellen die gedurende vijf jaar jaarlijks rapporteert aan de Staten-Generaal over de uitvoering.

Kamerstukken I 2019/20, 34985, nr. K

In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar 2022 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Mihas: Verzoekt de regering de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet en aanverwante wet- en regelgeving definitief te bepalen op 1 januari 2023.

Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 226

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Minhas en Goudzwaard; Verzoekt de regering: «ten behoeve van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op

1 januari 2023 met de bestuurlijke partners goede kennis en kunde bij de omgevingsdiensten te bevorderen om adequaat uitvoering te kunnen geven aan de basistaken onder de Omgevingswet; «hiervoor voldoende financiële middelen te reserveren vanuit het invoeringsbudget voor de Omgevingswet.

Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 227

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering de regeling publiekrechtelijk afdwingbare financiële bijdragen vanaf het moment van de inwerkingtreding van de Omgevingswet te monitoren, dit te doen in samenhang met de al bestaande regeling voor het kostenverhaal en deze regelingen drie jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet te evalueren, en de resultaten hiervan te delen met de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2021/22, motie 33118, nr. 205

In behandelng. De Tweede Kamer wordt in medio 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Rietkerk c.s.; Verzoekt de regering om in oktober de voortgangsinformatie vanuit het interbestuurlijke programma over performance, stabiliteit, integrale ketentesten en tijdelijke alternatieve maatregelen aan te leveren met als doel de Eerste Kamer kennis te laten nemen van de uitslagen van de testen en de verbeteringen van de keten die daarmee zijn georganiseerd met het oog op inwerkingtreding per 1 januari 2023.

Kamerstukken I 2021/22, 33118/34986, nr. DZ

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Snoeren c.s.; Verzoekt de regering, na voltooiing van het herindelingsproces de provincie Noord-Holland te verzoeken met de nieuwe gemeente Dijk en Waard, de gemeente Alkmaar, alsmede met de inwoners van Sint Pancras en Koedijk te evalueren en te verkennen of voor de dorpen Sint Pancras en/of Koedijk een grenscorrectie met de gemeente Alkmaar een duurzame oplossing is, en de Tweede Kamer hierover binnen twee jaar te informeren over de voortgang.

Kamerstukken II, 2020/21,35621 nr. 8

In behandeling. Na afronding van de evaluatie (begin 2024) wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd.

De motie van de leden Inge van Dijk en Grinwis; Verzoekt de regering om, nadere regels te stellen ten behoeve van naleving van de twee wetten, zodat het ook voor de Tweede Kamer aantoonbaar en controleerbaar is dat deze wetten worden nageleefd; Verzoekt de regering tevens, elk wetsvoorstel dat decentrale overheden raakt, zoals taakoverdrachten, medebewindstaken en regionale indelingen, mede te laten ondertekenen door de Minister van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij budgetoverdrachten ook door de Minister van Financiën.

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 90

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering, tot die tijd geen taken over te dragen,

Kamerstukken II 2020/21,35850, nr. 9

13-06-2022 De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

behalve in gevallen waarin dit echt noodzakelijk is, mits in goed overleg met de gemeenten en met de bijbehorende financiën.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Inge van Dijk en Van der Graaf; Verzoekt de regering bij de uitwerking van de toekomstige financiering van decentrale overheden te onderzoeken of het wenselijk is een nood- of solidariteitsfonds in te richten waar incidenteel een beroep op kan worden gedaan, inclusief voorwaarden wanneer decentrale overheden hiervoor in aanmerking komen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 160

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Romke de Jong; Verzoekt de regering snel de benodigde acties te ondernemen om te komen tot een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025, daarbij de vormgeving voor een groter decentraal belastinggebied samen met de decentrale overheden uit te werken en de Tweede Kamer daarover nog dit jaar te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 165

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Romke de Jong; Verzoekt de regering specifiek raadsleden en Statenleden te betrekken bij het opstellen en uitwerken van het nieuwe financieringssysteem voor decentrale overheden en in de contourennota de Kamer te informeren over de wijze waarop dit wordt uitgevoerd.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 159

15-07-2022 De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van der Graaf en Inge van Dijk; Verzoekt de regering de verevening van de overige eigen middelen zo snel mogelijk maar uiterlijk met ingang van 2024 beter aan te laten sluiten bij de meerjarige werkelijke ontvangen overige eigen middelen in relatie tot het kostenniveau van de gemeente.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 161

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering bij de reeds aangekondigde onderzoeksagenda de vraag te betrekken waarom een aantal nadeelgemeenten onevenredig hard geraakt lijkt te worden door negatieve herverdeeleffecten en daarbij in het bijzonder oog te hebben voor gemeenten met beperkte financiële draagkracht en een lage sociaaleconomische status, terwijl dit niet uit hun kostenverloop te verklaren is; Verzoekt de regering tevens indien het onderzoek hiertoe aanleiding geeft te voorzien in een structurele oplossing.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 166

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Verhoeven c.s.; Voorts wordt onderzocht hoe de Chief Privacy Officer zich onder andere zal verhouden tot de bestaande rollen van de Functionaris

Gegevensbescherming (FG), de Privacy Officer en de Chief Information Security Officer.

Kamerstukken II 2020/21, 27529, nr. 239

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Rajkowski en Van Weerdenburg; Verzoekt het kabinet hierbij ook een scan te maken van apparatuur of programmatuur van organisaties uit landen met een tegen Nederland gerichte offensieve cyberagenda die aanwezig is binnen (de kernsystemen van) de vitale sector en deze resultaten te betrekken bij het toegezegde onderzoek met betrekking tot aanbestedingen van de rijksoverheid.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 830

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Ginneken en Leijten; Verzoekt het kabinet vanaf de volgende

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 882

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2022 geïnformeerd.

begrotingsronde vóór november op uniforme wijze inzicht te geven in de budgetten voor digitalisering (onder andere IV-plannen van departementen, uitvoeringsorganisaties en toezichthouders op het gebied van digitalisering en stimuleringsprogramma's), en de Tweede Kamer tevens een integraal overzicht hiervan te sturen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om de NCDR jaarlijks onafhankelijk aan de Kamer te laten rapporteren over de activiteiten en de resultaten.

Kamerstukken II 2020/21, motie 30950, nr. 255

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 nader geïnformeerd.

De motie van de leden Van Baarle en Simons; Verzoekt de regering om te bezien hoe de financiële verantwoording van de uitgaven die de regering doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd kan worden, teneinde het overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen, en in de voortgangsbrieven over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht op te nemen.

Kamerstukken II 2021/22, motie 35925 VII, nr. 35

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme te verzoeken om de regering te adviseren hoe de meting van de effectiviteit van de maatregelen tegen discriminatie kan worden verbeterd; Verzoekt de regering om, mede op basis van dit advies, een voorstel te doen aan de Kamer om de beoordeling van de effectiviteit van het antidiscriminatiebeleid te verbeteren.

Kamerstukken II 2021/22, motie 35925 VII, nr. 36

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering om met een analyse en een systematische aanpak te komen in de strijd tegen institutioneel racisme.

Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 169

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Mutluer; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de adv's preventieve taken kunnen gaan uitvoeren en daarbij te bezien welke financiële middelen daarvoor nodig zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 307

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een beleidstarget of streefcijfer opgesteld zou kunnen worden voor het antidiscriminatiebeleid en hier na de totstandkoming van het nationale plan tegen discriminatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme een voorstel voor te doen aan de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 290

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Ceder en Mutluer; Verzoekt het kabinet om een expliciet verbod op het gebruik van nationaliteit (zonder gerichte aanleiding) of etniciteit in risicoprofilering bij wetshandhaving in de zoektocht naar potentiële normovertreders te onderzoeken en hier de Tweede Kamer over te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 299

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om zich er in Europees verband voor in te spannen dat EU-verordeningen concrete antidiscriminatiebepalingen krijgen.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 879

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Omtzigt en Van Dam; Verzoekt de regering voorbereidingen te treffen om een staatscommissie in te stellen die in brede zin het functioneren van de rechtsstaat analyseert en met voorstellen komt om deze te versterken, en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Kamerstukken II, 2020/2021,35510, nr. 12

In behandeling. De ministers van BZK en voor Rechtsbescherming hebben een rondetafelconferentie georganiseerd voor de staatsmachten om hen gelegenheid te bieden de stand van zaken van hun eigen reflecties met elkaar te delen en om de contouren voor een

opdracht aan de Staatscommissie te ontwikkelen. Vervolgens is een vervolgbijeenkomst gehouden met de RM, is een conceptopdracht naar beide Kamers gestuurd en heeft een schriftelijk overleg plaats gevonden met de Eerste Kamer. Gepoogd wordt voor het zomerreces een tripartite voorbereidingsbijeenkomst te laten plaatsvinden. Het streven is dat najaar 2022 kan worden overgegaan tot het instellen van de Staatscommissie.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering uitvoering te geven aan het advies het directe contact tussen Kamerleden en uitvoering te normaliseren en daarvoor de Aanwijzingen voor de externe contacten van rijksambtenaren grondig te herzien.

Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 15

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe discriminatie als gevolg van de coronacrisis kan worden bestreden.

Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 224

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Paternotte en Özütok; Verzoekt de regering, in overleg met het CBS en eventuele andere centrale onderzoeksinstellingen te onderzoeken of een dergelijk periodiek onderzoek uitgevoerd kan worden.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 23

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 nader geïnformeerd.

De motie van de leden Van Baarle en Ceder; Verzoekt de regering, de meldingsbereidheid van discriminatie vaker periodiek te meten en uit te splitsen naar discriminatiegrond.

Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 270

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voorjaar 2023 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om: *te onderzoeken waarom instanties in deze casus niet goed in staat zijn geweest om passende hulp te bieden en op grond hiervan verbetervoorstellen te doen; *te onderzoeken of de aanwijzing discriminatie voldoende bekendheid geniet en te bezien of deze aanwijzing aanscherping behoeft; *het onderzoek naar de vraag of gemeenten lokaal antidiscriminatiebeleid voeren te herhalen.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 289

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie Belhaj; Verzoekt de regering bij deze gesprekken ook expliciet te verkennen hoe de ADV's, naar voorbeeld van het Juridisch Loket, anders ingericht zouden kunnen worden, en de Tweede Kamer daarover in het najaar van 2022 te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 291

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Mutluer c.s.; Verzoekt de regering om de staatscommissie discriminatie en racisme te laten verkennen of het mogelijk is dat onderscheid op grond van ras of nationaliteit in risicoprofielen alleen toegepast mag worden ter bescherming dan wel ter ondersteuning van mensen.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 293

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Westerveld; Verzoekt de regering om op basis van het toetsingskader en de relevante mensenrechten concrete regels op te stellen om etnisch profileren tegen te gaan, zodat dit niet alleen aan de uitvoeringsorganisaties wordt overgelaten.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 295

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Rooijen c.s.; Vraagt de regering deze kwestie onverwijld te agenderen op basis van een grondige inventarisatie en de Tweede Kamer te berichten over inzet, voortgang en conclusie hiervan.

Kamerstukken I 2021/22, 35295, nr. W

In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om met betrokken partijen de aanbevelingen in de evaluatie omtrent beter cijfermatig inzicht uit te werken, en de Tweede Kamer hierover voor de zomer te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, motie 32847, nr. 845

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Bromet en Inge van Dijk; Verzoekt de regering om mede in het licht van deze aanbevelingen op korte termijn met jongerenorganisaties in gesprek te gaan en een concrete actieagenda op te stellen hoe de betrokkenheid van jongeren bij (politieke) besluitvorming kan worden vergroot.

Kamerstukken II 2021/22, motie 35 925 VII, nr. 22 In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Strolenberg; Verzoekt de regering het bedrag dat momenteel per inwoner

Kamerstukken II 2021/22, 35298, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd.

per gemeente besteed wordt aan rekenkameronderzoek in beeld te brengen;

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

Verzoekt de regering tevens, de gemeentelijke autonomie in acht nemend, in overleg met de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies na te gaan welk bedrag per inwoner per gemeente voor gemeenten toereikend zou moeten zijn om onafhankelijk rekenkameronderzoek te doen.

   

De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een plan te maken op welke wijze gemeenten met een slecht functionerende rekenkamer of rekenkamerfunctie tot verbetering kunnen worden aangezet.

Kamerstukken II 2021/22, 35298, nr. 21

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering, zeker te stellen dat haar voorstellen tot aanpassing van de Kieswet niet leiden tot een verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer.

Kamerstukken II 2020/21,35532, nr. 9

In behandeling. Deze motie wordt betrokken bij de wijziging van de Kieswet indien de grondwetswijziging tot wijziging van de verkiezingswijze van de Eerste Kamer tot wet zou zijn verheven.

De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het demissionaire kabinet, om de Kamer uiterlijk

1 maand voor de uitvoering van het eerste experiment alle onderzoeksvragen en onderzoeksplannen toe te sturen van de experimenten met het stembiljet, en de rapportages van de experimenten met het stembiljet niet later dan twee maanden na datum van die verkiezingen aan de Tweede Kamer ter informatie toe te zenden zodat burgers en volksvertegenwoordigers een eerlijk beeld krijgen van de mate waarin het experiment wel of niet geslaagd is.

Kamerstukken II 2021/22, 35455, nr. 15

In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk een maand voor het eerste experiment geïnformeerd.

De motie van het lid Sneller: Verzoekt de regering bij de verdere uitwerking van het lobbyverbod, draaideurverbod en de afkoelperiode in deze voorstellen een bredere reikwijdte, minder uitzonderingsmogelijkheden en strengere handhaving op te nemen en deze daarom een steviger (wettelijke) grondslag te geven.

Kamerstukken II 2021/22, 28 844, nr. 238

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om tot een eenduidige definitie te komen van aanpalende beleidsterreinen waarmee actieve bemoeienis is geweest en deze zo stringent mogelijk op te stellen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.

Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 239

28-06-2022 De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om een rijksbreed lobbyverbod in te stellen voor gewezen bewindspersonen.

Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 240

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering te onderzoeken of in de wettelijke borging van de afkoelperiode met verplicht advies er gekomen kan worden tot afdwingbaarheid van het advies dan wel tot het verbinden van een sanctie aan het niet opvolgen van het advies.

Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 241

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de rapportage over partijfinanciering voor inwoners van Nederland laagdrempeliger en begrijpelijker kan worden gemaakt en hierbij inspiratie op te doen vanuit het buitenland, en bij de komende Wet op de politieke partijen een voorstel te doen aan de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 71

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om bij de evaluatie en

Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 72

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2026 geïnformeerd.

tussenrapportages over de Wfpp toe te zien op het mogelijk gebruik van mogelijke omzeilingsroutes, waaronder: «donaties van buiten de EU die via EU-landen bij Nederlandse politieke partijen komen; «het gebruik van de mogelijkheid tot anonieme donaties aan politieke

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

partijen; «het gebruik van de mogelijkheid om leningen aan politieke partijen te geven of uitstel van betaling te bieden; «giften in natura aan politieke partijen.

   

De motie van het lid Arib c.s.; Verzoekt de Minister om in de komende Wet op de politieke partijen een dergelijke onafhankelijke toezichthouder op te nemen.

Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 76

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering de effecten van de Evaluatiewet Wfpp op de inkomsten van politieke partijen te monitoren en de Tweede Kamer daarover twee jaar na de inwerkingtreding van de wet te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 77

In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Inge van Dijk c.s.; Verzoekt de regering in 2022 een voorstel Wet op de politieke partijen bij de Tweede Kamer in te dienen dat een regeling bevat voor subsidiëring van decentrale politieke partijen conform het advies van de commissie-Veling alsmede, na overleg met vertegenwoordigers van decentrale politieke partijen, een regeling voor transparantie van de overige inkomsten per 1 januari 2024.

Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 79

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat het toezicht op de financiering van politieke partijen volledig onafhankelijk wordt georganiseerd.

Kamerstukken II 2018/19, 32752, nr. 60

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, deze kabinetsperiode met een voorstel tot een grondwetswijziging te komen om tussentijdse verkiezingen in gemeenteraden mogelijk te maken.

Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 14

In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Bisschop en Strolenberg; Verzoekt de regering een wetsvoorstel voor te bereiden om de procedure voor het ontslag van een waarnemend burgemeester te regelen.

Kamerstukken II 2021/22, motie 35 925 VII, nr. 30 In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling 2022 geïnformeerd over de vormgeving en planning van de gevraagde wetswijziging.

De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de Minister de geleerde lessen vanuit de Mechelse methode mee te nemen in het nieuwe programma.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 126

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering in het programma de schotten tussen beleidsbudgetten weg te halen en rijksregels die een integrale aanpak in de weg staan aan te passen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 24

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Inge van Dijk c.s.; Verzoekt de regering om vanuit de ervaring van burgers bestaande vormen van burgerparticipatie op nationaal niveau zoals burgerraden te evalueren, op basis van deze evaluatie bestaande vormen van burgerparticipatie te verbeteren en met voorstellen te komen voor nieuwe vormen van burgerparticipatie.

Kamerstukken II 2021/22, 35729, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering niet in te stemmen met een voorstel waarin een vaste dag voor de Europese verkiezingen is opgenomen.

Kamerstukken II 2021/22, 36104, nr. 4

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Strolenberg c.s.; Verzoekt de regering bij de onderhandelingen over de Europese Kiesakte het standpunt in te brengen dat Nederland transnationale kieslijsten voor het Europees parlement afwijst.

Kamerstukken II 2021/22, 36104, nr. 6

In behandeling. De Tweede Kamer wordt jaarlijks twee keer geïnformeerd.

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, zorg te dragen voor kennisuitwisseling

Kamerstukken II 2019/20, 35165, nr. 13

In behandeling. Het is een doorlopende toezegging.

met techbedrijven, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Van Haga en Van Weerdenburg; Verzoekt de regering zich in te zetten voor behoud van het vrije woord op sociale platforms.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 875

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, wetenschappelijk onderzoek te laten doen naar de effectiviteit, legitimiteit en doelmatigheid van regionale regelingen, en hierover de Tweede Kamer te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35513, nr. 13

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering, de fundamentele discussie over de ontwikkelrichting van het binnenlands bestuur met concrete voorstellen af te ronden, en de Tweede Kamer daarover te informeren voor de zomer van 2022.

Kamerstukken II 2020/21,35513, nr. 14

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe burgerbudgetten participatie kunnen versterken en dit te betrekken bij het verder ontwikkelen van het participatiebeleid.

Kamerstukken II 2021/22, 36100, nr. 17

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Hul en Van der Graaf; Verzoekt de regering, indien het wetsvoorstel in beide Kamers wordt aangenomen, de gemeenschap van doven en slechthorenden actief te informeren over verankering van dit wetsvoorstel in beleid en wetgeving.

Kamerstukken II 2020/21,34562, nr. 13

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering, om in navolging van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden uiterlijk in januari 2023 de uitkomsten van een onafhankelijke nationaal onderzoek naar het slavernijverleden te presenteren en inzichtelijk te maken wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij, namens wie en hoe met als uiteindelijk doel te komen tot een proces dat de maatschappelijke eenheid binnen het Konikrijk der Nederlanden versterkt.

Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 272

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering, een verplicht lobbyregister voor bewindspersonen, ambtenaren en politici in te voeren, conform het lobbyregister van de Europese Commissie.

Kamerstukken II 2021/22, 35896, nr. 12

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Baarle en Leijten; Verzoekt de regering om te bezien hoe deze gedragscode afdwingbaar of gesanctioneerd kan worden en hiertoe een voorstel te doen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Segers c.s.; Verzoekt de regering door een breed samengestelde commissie te laten onderzoeken hoe de ontwikkeling van radicalisering en politieke polarisatie verloopt en op basis van wetenschappelijke inzichten te analyseren wat de effecten hiervan op het democratisch proces zijn; Verzoekt de regering voorts de commissie te vragen om aanbevelingen te doen hoe onze democratie beter te weren tegen extremisme, radicalisering en polarisatie en over wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische rechtsstaat, zowel vanuit het perspectief van de democratische instituties als dat van burgers en het maatschappelijk middenveld.

Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 136

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering, om in overleg met de decentrale

Kamerstukken II 2020/21, motie 35513, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

overheden een kader op te stellen voor democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het Dekker-Abddulaziz; Verzoekt het kabinet om open source niet als minimale vereiste op te nemen in de Wet digitale overheid, maar met inachtneming van het «open source, tenzij»-principe.

Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bouchallikh; Verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat er altijd een mogelijkheid zal bestaan tot niet-digitale identificatie.

Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 12

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Kathmann c.s.; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om er zorg voor te dragen dat er te allen tijde een offlinemogelijkheid beschikbaar blijft bij overheidsdiensten, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 837

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering bij het ontwikkelen van nieuwe digitale middelen mensen altijd een gebruiksvriendelijk niet-digitaal alternatief te bieden.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 834

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Koekkoek; Verzoekt de regering om met een voorstel te komen met technische en organisatorische maatregelen die ervoor zorgen dat voorafgaand aan het in gebruik nemen van algoritmen en IT-systemen door de rijksoverheid en haar uitvoeringsorganisaties wordt getoetst op mogelijke discriminerende effecten in de toepassing ervan; Verzoekt de regering om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de implementatie of het gebruik van discriminerende algoritmen en IT-systemen stop te zetten wanneer niet kan worden vastgesteld dat zij geen discriminerende werking hebben.

Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 306

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen waarin de overheid en bedrijven verplicht worden gesteld om concrete waarborgen te hanteren, zowel in de ontwikkelfase als in de implementatiefase, om discriminatie door algoritmen te voorkomen.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 877

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om één jaar na de verspreiding van deze handreiking te onderzoeken in hoeverre de handreiking non-discriminatie by design bekend is bij relevante overheidsdiensten en lokale overheden en te onderzoeken in hoeverre de aanbevelingen worden geïmplementeerd, en de Tweede Kamer over de resultaten te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 39

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering om het gebruik van het door de regering aangekondigde algoritmeregister voor overheden verplicht te stellen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 26

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om actief de kennis van de handreiking non-discriminatie by design te verspreiden onder private partijen die mogelijk aan afkomst gerelateerde persoonsgegevens verwerken.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 829

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Bouchallikh en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering het verplicht te maken om dit impactassessment te doen voorafgaand aan het gebruik van algoritmen wanneer algoritmen worden ingezet om evaluaties van of beslissingen over mensen te maken; verzoekt de regering tevens te verplichten om waar mogelijk deze impactassessments openbaar te maken.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 835

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering het onderzoek naar het invoeren van

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 over de voortgang geïnformeerd.

het bsn in Caribisch Nederland zo spoedig mogelijk af te ronden en indien uit dit onderzoek

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

geen onoverkomelijke contra-indicaties blijken, de benodigde wetswijzigingen bij de Tweede Kamer aanhangig te maken.

   

De motie van de leden Ceder en Bontenbal; Verzoekt de regering in het werkprogramma inzicht te geven in het beschermingsniveau van kinderen tegen extreme content en daarbij ook in te gaan op de aanbevelingen van de Parlementaire Assemblee om dit beschermingsniveau te verbeteren.

Kamerstukken II 2021/22 26643, nr. 868

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt het kabinet te zoeken naar een mogelijkheid om deze loot boxes in videogames ook in Nederland te verbieden en daarvoor waar nodig de wet aan te passen.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 890

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering voor de behandeling van de begroting Digitale Zaken samen met Ieder(in), belangenorganisaties en andere overheden een plan op te stellen om ervoor te zorgen dat in ieder geval de meest noodzakelijke overheidsapplicaties op korte termijn 100% toegankelijk zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 869

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Haga en Leijten; Verzoekt de regering het gebruik van de eID niet indirect te verplichten, door te waarborgen dat onlinetoegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 831

21-06-2022 De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering bij een nationale invoering van de digital wallet wettelijk te borgen dat gebruik van de digital wallet te allen tijde vrijwillig is en niemand zonder wallet in publieke ruimten mag worden geweigerd.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 828

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Schalk c.s.; Verzoekt de regering te bevorderen dat bij een volgende wijziging van de identiteitskaart tevens de Nederlandse vlag wordt afgebeeld.

Kamerstukken I 2020/21,35552 (R2148), nr. C

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Ceder en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering in de onderhandelingen de huidige inzet te intensiveren op: - het tegengaan van data-concentratie bij overheden en bedrijven nu en in de toekoms;t - het gebruik van open sourcetechnologie - het nu en in te toekomst bieden van gelijkwaardige alternatieven voor mensen die geen gebruik willen of kunnen maken van de wallet door zowel overheden als bedrijven.

Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 932

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering zich tot het uiterste in te spannen om steun te vergaren voor haar standpunt; Verzoekt de regering voorts in te zetten op alternatieven en hiertoe ook zelf initiatief te ondernemen; Verzoekt de regering indien dit niet mogelijk blijkt aan te geven dat het Nederlandse parlement zich hier opnieuw toe wil verhouden voordat een definitief besluit wordt genomen, en geen onomkeerbare stappen te nemen.

Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 933

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de Tweede Kamer voor de zomer 2022 te informeren over a. welke wetten, b. welke pilots en c. welke andere alternatieven met betrekking tot gegevensverwerving, -verwerking en -deling zijn ontstaan in deze ministeriële commissie aanpak fraude.

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 27

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Leijten en Ceder; Verzoekt de regering deze aanpak onafhankelijk te laten

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 26

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 20222 geïnformeerd.

evalueren, en de Tweede Kamer hierover te

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

informeren voor de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken in het najaar van 2022.

   

De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de gemeenten en te onderzoeken wat de uitvoeringslasten zijn voor de colleges van B en W als ze burgers actief informeren over het LAA-signaal en de inhoudelijke grondslag daarvan, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 28

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering om een privacy impact assessment onderdeel te laten maken van de evaluatie, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 38772, nr. 29

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering om het convenant met signaalleveranciers af te sluiten voordat de wet in werking treedt, en de Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de risicoprofielen, inclusief die van de signaalleveranciers, onafhankelijk te laten toetsen, bijvoorbeeld door de Autoriteit Persoonsgegevens, voordat de wet in werking treedt, en de Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de risicoprofielen, inclusief die van de signaalleveranciers, jaarlijks naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 30

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Ceder en Kathmann; Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat enkel gebruik wordt gemaakt van signalen van derden en uitvoeringsorganisaties als kan worden uitgesloten dat deze signalen zijn gebaseerd op risicoprofielen die onderscheid maken op etniciteit, nationaliteit, geboorteplaats of anderszins discriminatoire werking hebben.

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 31

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering in samenspraak met de VNG te komen tot een nadere instructie om te verzekeren dat in iedere gemeente de verbetering van adreskwaliteit hand in hand gaat met het betekenisvol signaleren, voorkomen, bestrijden en terugkoppelen van sociale problematiek en de eventuele noodzaak voor het leveren van een briefadres, en met de VNG te bezien wat hiervoor nodig is.

Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 32

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Ceder en Leijten; Verzoekt de regering, al dan niet in Europees verband, te komen tot een wettelijke verplichting voor een kindimpactassessment voor publieke en private digitale diensten die deels of volledig op kinderen zijn gericht.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 870

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Leijten en Ceder; Verzoekt de regering met een duidelijk waardenkader te komen met betrekking tot de inzet, regulering en toepassing van digitale technologie door de overheid, waarbij duidelijk wordt aangegeven welke principes en waarden leidend zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 871

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Rajkowski c.s.; Verzoekt de regering om te komen met een richtlijn voor de rijksoverheid en haar leveranciers dat producten of diensten van organisaties en bedrijven uit landen met een offensieve cyberagenda gericht tegen Nederland uit bepaalde aanbestedingen geweerd kunnen worden, en de Tweede Kamer hierover te informeren voor het kerstreces.

Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 874

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor kerstreces 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Bromet en Van der Plas; verzoekt de regering om te onderzoeken op welke

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 21

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

wijze de rijksoverheid de afname van biologische producten van Nederlandse boeren en tuinders

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

kan vergroten en daarbij onder andere te kijken naar de aanbestedingseisen, en de Tweede Kamer hierover voor 1 maart 2022 te informeren.

   

De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken welke plaats construction stored carbon in het beleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving kan spelen en de Tweede Kamer hierover spoedig te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1012

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering op korte termijn met een plan te komen voor het versterken van funderingen in de grootste probleemgebieden en te analyseren welke maatregelen genomen kunnen worden om de funderingen niet te laten verslechteren.

Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 230

In behandeling. De Tweede Kamer wordt het 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet het schadeherstel te vergemakkelijken door de regeling te verruimen en welwillend om te gaan met vergoeding per individueel geval.

Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 231

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering, om in samenwerking met de Unie van Waterschappen en de deltacommissaris de bouwvoorschriften tegen het licht te houden en waterrobuust en klimaatadaptief te maken, en daarbij onder meer lessen te trekken uit de bouw van buitendijkse woningen voor het bouwen van binnendijkse woningen in gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 781

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering, een aanvalsplan op te stellen om de verzakking van deze huizen te voorkomen en schade en funderingen te herstellen, en de Tweede Kamer daarover in het voorjaar te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 63

In behandeling. De Tweede Kamer wordt 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Teunissen en Van Esch; Verzoekt de regering maladaptatie, zeker voor wat betreft de gebouwde omgeving en de ruimtelijke inrichting, te voorkomen.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1019

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Albert de Vries en Van der Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 19

Linde; Verzoekt de regering, te bevorderen dat een systeem van «erkende kwaliteitsverklaringen en erkende technische toepassingen» tot stand komt, waarbij door marktpartijen aangedragen oplossingen bij gebleken geschiktheid door een onafhankelijke instantie van een erkenning worden voorzien en daarna in het kwaliteitsborgingsproces alleen nog marginaal getoetst behoeven te worden.

In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2023.

De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering om het stelsel van kwaliteitsborging pas in een volgende fase van invoering van toepassing te verklaren op de verbouw en restauratie van rijksmonumenten,

Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 20

In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2023.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, rijksmonumenten niet eerder onder deze wet te brengen dan nadat vaststaat dat monumentale waarden niet verloren gaan door de splitsing van bouwtechniek en de monumentenkwaliteit.

Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 23

In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2023.

De motie van het lid Peter de Groot c.s.: Verzoekt de regering om de toegepaste ventilatie expliciet op te nemen in het Nationaal Isolatieprogramma om toekomstige gezondheidsproblemen te voorkomen.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1021

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering in haar jaarlijkse rapportage over de voortgang van het Nationaal Isolatieprogramma, in ieder geval aan te geven: «hoeveel woningen er in het betreffende jaar zijn geïsoleerd en in hoeveel gevallen het daarbij ging om een slecht

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1014

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

geïsoleerde woning (energielabel E, F of G); •hoeveel aardgas er is bespaard door de maatregelen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma; •in welke mate het risico op energiearmoede is verminderd en in hoeverre de lokale aanpak eraan heeft bijgedragen dat woningen van huishoudens met weinig financiële mogelijkheden en/of bureaucratisch doenvermogen toch beter zijn geïsoleerd; •welke obstakels, zoals capaciteit, zowel ambtelijk als in de markt, een tekort aan bouwmaterialen, welstandsbeleid et cetera, dat jaar een belemmering vormden om sneller, slimmer en socialer woningen te isoleren; en vervolgens aan te geven wat de consequenties zijn voor de programmering in de daaropvolgende jaren, zodat de beoogde doelen in 2030 worden gerealiseerd.

   

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, ervoor te zorgen dat voor iedereen makkelijk te vinden is wat je in de eigen situatie het beste kan doen.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 705

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis c.s.; Verzoekt de regering, om dit bestuursakkoord te verwerken in een nieuwe beantwoording aan de Eerste Kamer en in de besluitvorming en algemene maatregel(en) van bestuur bij de wet, als deze wordt aangenomen.

Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 184

In behandeling. De motie wordt geïmplementeerd in de Omgevingswet, als deze inwerking treedt.

De motie van de leden Boulakjar en Bromet; Verzoekt de Minister om biobased isolatiemaatregelen zo veel mogelijk te bevorderen en een volwaardig onderdeel van het Nationaal Isolatieprogramma te laten zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1023

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, om in samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting en overige betrokken partijen tot een plan te komen om het kennisniveau van bewoners omtrent koolmonoxidevergiftiging te verhogen, en de Tweede Kamer hierover voor de inwerkingtreding van de wet te informeren.

Kamerstukken II 2018/19, 35022, nr. 10

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het eerste kwartaal 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Boucke en Boulakjar: Verzoekt de regering zich in Europees verband ten uiterste in te spannen om regelgeving en financieringsmogelijkheden omtrent de verduurzaming van de gebouwde omgeving te versnellen en het ambitieniveau te beschermen.

Kamerstukken II 2021/22, 21501, nr. 33, nr. 889

In behandeling. De Tweede Kamer zal in het 3e kwartaal 2022 worden geïnformeerd.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, om in overleg met het Nibud te onderzoeken of de investeringslast bij verduurzaming van woonruimte samen met de verlaging van de energierekening onderdeel kan worden van de financieringslasttabellen van het Nibud.

Kamerstukken II 2019/20, 32813, nr. 475

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering, om de uitkomsten van de pilot gebouwgebonden verduurzamingsdienst in Amersfoort voor het einde van het jaar met de Tweede Kamer te delen en daarbij ook opties in kaart te brengen voor mogelijke grootschalige toepassing van de uitkomsten.

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 701

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het tweede helft 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, de positie van de vve te versterken door mogelijke opties van versterking in kaart te brengen, en de Tweede Kamer te informeren voor het commissiedebat Leefbaarheid en veiligheid.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 788

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dik-Faber en Moorlag; Verzoekt de regering, om in de plannen voor

Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 647

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

besteding van de middelen uit de Recovery and Resilience Facility nadrukkelijk de noodzaak tot een ambitieus isolatieprogramma voor woningen mee te wegen en de Tweede Kamer hierover voorafgaand aan de indiening van het herstelplan te informeren.

De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 229    In behandeling. De Tweede Kamer wordt 2e helft om te onderzoeken of in het Bouwbesluit    2022 geïnformeerd.

verblijfsruimten voor gebouwafhankelijke dieren een verplichting kan worden gesteld voor nieuwbouwwoningen.

De motie van het lid Valstar c.s.; Verzoekt het    Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 5    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar kabinet, mogelijkheden en reeds bestaande    2022 geïnformeerd.

voorbeelden ter bevordering van natuur en biodiversiteit rondom nieuw te bouwen en te renoveren woonhuizen in kaart te brengen;

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken op welke wijze natuur en biodiversiteit geïncorporeerd kunnen worden in de bouw en renovatie van woningen, en de Tweede Kamer hier voor de zomer van 2022 over te informeren.

De motie van het lid Peter de Groot c.s.; Verzoekt Kamerstukken II 2021/22,  32813, nr. 1020   In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het de regering in gesprek te gaan met de sector over    derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

hoe verlaging van energiegebruik en kosten in de uitvoering geborgd kunnen worden; Verzoekt de regering globaal de verlaging van het energiegebruik en kosten in de praktijk te monitoren.

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de    Kamerstukken II 2019/20,  33118, nr. 155   In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde regering, een nulmeting en een jaarlijkse    kwartaal 2022 geïnformeerd.

monitoring van de effecten van de verplichte installatie van rookmelders uit te voeren, en de

Tweede Kamer hierover jaarlijks te informeren.

De motie van het lid Van Haga c.s.; Verzoekt de Kamerstukken II 2021/22,  35925 VII, nr. 46   In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor in regering om te onderzoeken hoe obstakels voor    najaar 2022 geïnformeerd het isoleren van monumenten kunnen worden weggenomen; verzoekt de regering tevens te onderzoeken in hoeverre hiervoor een landelijke richtlijn kan worden opgesteld.

De motie van de leden Bontenbal en Grinwis; Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1013

Verzoekt de regering om in het beleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving ook een subdoelstelling voor aardgasreductie op te nemen.

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt    Kamerstukken II 2021/22,  32813, nr. 1018   In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het de regering om de subsidieregeling van 30% per    derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

direct ook voor één energiebesparende maatregel in te voeren en niet te wachten tot volgend jaar.

De motie van de leden Van Weyenberg en    Kamerstukken II 2021/22,  35925 XV, nr. 124   In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar

Grinwis; Verzoekt de regering om de    2022 geïnformeerd.

subsidievoorwaarden op korte termijn te verruimen, bijvoorbeeld door bewoners de mogelijkheid te geven om ook voor subsidie in aanmerking te komen indien ze in een periode van twee jaar twee duurzaamheidsmaatregelen nemen of door subsidiemogelijkheden te bieden voor het uitvoeren van één

duurzaamheidsmaatregel.

De motie van het lid Koffeman c.s.; Verzoekt de Kamerstukken I 2021/22, 35925, XIV, nr. K    In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar regering haar publiekrechtelijke bevoegdheden    2022 geïnformeerd.

te gebruiken op zodanige wijze dat uitvoering van het bestemmingsplan dat in de vestiging van het Meta-datacenter voorziet, juridisch niet mogelijk zal zijn totdat mede in het kader van de

Nationale omgevingsvisie, is vastgesteld dat die vestiging niet strijdig is met het rijksbeleid.

De motie van de leden Regterschot en Terpstra; Kamerstukken II 2020/21, 34682, nr. 58   In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind

Verzoekt de regering, in de eerste    2022 geïnformeerd.

voortgangsbrief over de NOVI in 2021 met verschillende scenario's te laten zien wat de ruimtelijke gevolgen zijn van enkele alternatieve

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

invullingen binnen de energietransitie, waaronder een energiemix met meer kernenergie in de opgave richting 2050.

   

De motie van de leden Bouchallikh en Geurts; Verzoekt de regering, om in gesprekken van het Rijk met provincies en gemeenten, waaronder de jaarlijkse MIRT-gesprekken, over verstedelijking ook groen mee te nemen; Verzoekt de regering, tevens om een gezamenlijk onderzoek te starten naar het opnemen van een norm omtrent groen rondom de steden in verhouding tot de verstedelijkingsopgave.

Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 7

In behandeling. De Tweede Kamer wordt tweede helft 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet met een visie te komen op de ruimtelijke ordening in Nederland en daarover de Tweede Kamer te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 131

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Gerven; Verzoekt de Minister, te onderzoeken op welke wijze publieke en collectieve lokale initiatieven rond energietransitie een grotere kans kunnen krijgen.

Kamerstukken II 2020/21,34682, nr. 60

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Kofferman c.s.; Verzoekt de regering het Rijksvastgoedbedrijf opdracht te geven verkoop van agrarische gronden ten behoeve van hyperscale datacenters op te schorten tot het moment dat een nieuwe kabinetsvisie voor ruimtelijke inrichting en datacenters gereed is.

Kamerstukken I 2021/22, 35925 XIV, nr. H

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Geurts en Bouchallikh; Verzoekt de regering, om samen met het Rijksvastgoedbedrijf in kaart te brengen bij welke gebouwen het mogelijk is om (een gedeelte van) het dak te vergroenen, waar het nuttig is om zonnepanelen te plaatsen en op welke termijn dit gerealiseerd kan worden, en de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2022 hierover te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 16

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, de bevoegdheden van de TIB bij de toetsing vooraf van verzoeken op geen enkele manier in te perken.

Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 220

In behandeling. De Tweede Kamer wordt oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Leijten; verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat de toezichthouders in de ambtelijke voorbereiding van de aangekondigde wetswijziging voldoende betrokken worden.

Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 215

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om deze aanbeveling niet onverkort in wetgeving vast te leggen, maar hier eerst consultatie over te plegen met toezichthouders, mensenrechtenorganisaties, wetenschappers, de Autoriteit Persoonsgegevens en juristen, en de Tweede Kamer van de uitkomsten hiervan op de hoogte te stellen.

Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 217

In behandeling. De Tweede Kamer wordt oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om bij de eventuele uitwerking en opvolging van deze conclusie uit het rapport van de evaluatiecommissie Wiv waarborgen in te bouwen zodat dit in de praktijk geen afschaling van toezicht op de verwerkingsfase inhoudt.

Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 218

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering, om te inventariseren bij de veiligheidsdiensten en toezichthouders welke voor- en nadelen er zijn om de twee toezichthouders tot een krachtige toezichthouder te maken en mogelijke knelpunten aan de Tweede Kamer voor te leggen.

Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 219

In behandeling. De Tweede Kamer wordt oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Hermans c.s.; Verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk met concrete

Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 120

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

voorstellen te komen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Nijboer en Bromet; Verzoekt het kabinet te onderzoeken op welke wijze het puntenstelsel verder kan worden aangescherpt, zodat voor woningen met de labels E, F en G een lagere huur dan nu mag worden gevraagd.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 71

In behandeling. De Tweede Kamer is met het Programma Versnelling Verduurzaming

Gebouwde Omgeving (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 911) geïnformeerd over de acties gericht op normering. Daarin is onder meer opgenomen: De komende maanden zal worden onderzocht op welke manier veel van bovengenoemde voorstellen voor normering het beste vorm kunnen krijgen. Dit kan leiden tot aanpassing van bijvoorbeeld de Woningwet, het Burgerlijk Wetboek of andere regelgeving.

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het recht van initiatief van huurders vereenvoudigd kan worden, collectief mogelijk gemaakt kan worden en uit te breiden met minimaal professionele kierdichting, hybride warmtepompen, verbeterde ventilatie, zonnecollectoren en zonnepanelen en de resultaten zo spoedig mogelijk met de Tweede Kamer te delen.

Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1041

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Boswijk c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze de aanleg van een register van alle huurwoningen van niet-woningbouwcorporaties met daarin vastgelegd een aantal karakteristieken van die woningen, zoals oppervlakte, aanvangshuur en eigenaar, kan bijdragen aan het inzichtelijk maken van de omvang van de bestaande voorraad sociale en andere huurwoningen van niet-woningbouwcorporaties.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 870

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Den Haan en Van Baarle; Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat gemeenten bij de planvorming van ouderenhuisvesting specifieke aandacht geven aan mensen met dementie.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 86

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Koerhuis en Van Baarle; Verzoekt de regering om binnen de Expertteams Woningbouw specifieke kennis en expertise in te zetten op het gebied van standplaatsenbeleid om gemeenten te ondersteunen.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 829

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Bromet en Koerhuis; Verzoekt de regering bestaande obstakels voor tijdelijke mantelzorgwoningen te elimineren en te regelen dat onder de nieuwe Omgevingswet tijdelijke mantelzorgwoningen ook zijn toegestaan.

Kamerstukken II 2011/22, 35503, nr. 5

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering na te streven dat zoveel als nodig nieuwbouwwoningen levensloopbestendig zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 135

23-06-2022 De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Werner c.s.; Verzoekt de regering, de subsidieregeling voor de bouw van gemeenschappelijke ruimten ook open te stellen voor het opzetten van zorgcoöperaties.

Kamerstukken II 2020/21,31765, nr. 581

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken of het aandeel van de 1 miljoen te bouwen woningen dat wordt bestemd als geclusterde woonvormen voor ouderen voldoende is, en de Tweede Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 771

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de regering, om beleidsopties om de bestaande voorraad optimaal te benutten actief onder de aandacht te brengen van corporaties en marktpartijen en vastgestelde belemmeringen weg te nemen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 775

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering, te komen met een nationaal

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 56

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

programma wonen voor ouderen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Van Haga; Verzoekt de regering om in overleg met verhuurders te voorkomen dat (tijdelijke) huurcontracten van woningen worden opgezegd vanwege de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2862

21-06-2022 De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, er samen met gemeenten op toe te zien dat woningcorporaties de oprichting van wooncoöperaties niet mogen tegenwerken, en moeten stimuleren in lijn met wetgeving en de bestaande stimuleringsmaatregelen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 732

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in ruil voor concrete prestatieafspraken, de wet verhuurderheffing in te trekken.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 132

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre de inkomensafhankelijke huurverhoging wordt benut in de particuliere sociale sector.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 895

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Geurts: Verzoekt de regering proactief met gemeenten aan de slag te gaan om het huidige juridische instrumentarium, zoals Crisis- en herstelwet, te benutten en nieuw juridisch instrumentarium te verkennen ter versnelling van procedures om tijdelijke woningen te plaatsen.

Kamerstukken II 2021/22, 35914, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Koerhuis en Grinwis; Verzoekt de regering om een pilot te starten waarin zorg- en veiligheidshuizen gegevens kunnen delen met corporaties en corporaties die gegevens mogen registreren om woonoverlast aan te pakken.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 847

In behandeling. Deze motie wordt betrokken bij het wetsvoorstel in het kader van de gegevensverwerking en -deling door woningcorporaties. De beoogde inwerkingtreding is per 1 januari 2024.

De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering om binnen afzienbare tijd te onderzoeken welke voorraad nodig is voor het huisvesten van statushouders; Verzoekt de regering deze tijdelijke huisvesting zo snel als mogelijk te realiseren.

Kamerstukken II 2021/22, 35914, nr. 15

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, een nieuwe, onafhankelijke controle te laten uitvoeren om vast te stellen of het risicokapitaal van het WSW nu wel toereikend is.

Kamerstukken II 2020/21, 29453, nr. 534

In behandeling . De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering, te monitoren of de recent vastgestelde DAEB-grenzen problemen opleveren voor de betaalbare huisvesting van grotere gezinnen met een relatief laag besteedbaar inkomen.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 751

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, de mogelijkheden van sociale huurkoop expliciet mee te nemen als de te onderzoeken woonvorm.

Kamerstukken II 2020/21,35517, nr. 67

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering te onderzoeken of deze extra leningen en vormen oplossingen bieden of een nieuw probleem zijn waarbij ze zorgen voor extra kosten waarvoor landelijk toezicht nodig is.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 873

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering om bij het uitwerken van de aangekondigde programma's alles uit te kast te halen om starters aan betaalbare huisvesting te helpen, en daarbij onder meer de genoemde mogelijkheden te betrekken, zodanig dat er geen verdere prijsopdrijving plaatsvindt.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Dik-Faber en Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken of en hoe

Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 570

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

verhuurders van vrijesectorwoningen verplicht kunnen worden bij een nieuw contract en bij huurverhoging inzicht te geven hoe de huurprijs zich verhoudt tot de woningwaarderingssystematiek.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met de NHG en banken om te kijken of en hoe banken langer uitstel van hypotheekaflossingen kunnen geven.

Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 793

In behandeling. De Tweede Kamer wordt einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering om de effecten van het opbieden op de huurmarkt in kaart te brengen; Verzoekt de regering bij een vastgesteld prijsopdrijvend effect het gebruik van opbiedsystemen te belemmeren, bijvoorbeeld door dit mee te nemen in de uitwerking van de Wet goed verhuurderschap.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 68

20-04-2022 De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie het lid Pouw-Verweij; Verzoekt de regering de Tweede Kamer te rapporteren over de gevolgen van verschillende typen migratie (waaronder ten minste arbeids-, asiel-, studie- en gezinsmigratie) op de woningmarkt en daarbij expliciet aan te geven hoeveel en welke typen woningen daarmee jaarlijks gemoeid zijn.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 127

In behandeling. De Tweede Kamer wordt september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Boulakjar en Koerhuis; Verzoekt de regering om in de geactualiseerde versie van de actieagenda studentenhuisvesting expliciet de mogelijkheden voor studentenhuisvesting door middel van transformatie en tijdelijke woningen mee te nemen; Verzoekt de regering om best practices uit gemeenten op te halen ten aanzien van het huisvesten van studenten en deze breed onder gemeenten te delen.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 836

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Geurts c.s.; Verzoekt de regering met een nieuw Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting te komen.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 837

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Boulakjar c.s.; Verzoekt de regering om ook voldoende studentenwoningen op te nemen in de nationale en regionale prestatieafspraken en ook studentenhuisvesters en studentenbelangenverenigingen hierbij te betrekken.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 900

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering om zich, mede op basis van het onderzoek van de ACM, maximaal in te spannen om het grondbeleid te verbeteren, zodat het gaat bijdragen aan het daadwerkelijk realiseren van de doelstelling dat twee derde van het aantal te bouwen woningen betaalbaar is, en daarbij te bezien hoe het Rijk gemeenten hierbij kan bijstaan.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 892

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Peter de Groot en Geurts; Verzoekt de regering deze locaties mee te nemen in herijking van de plancapaciteit in het programma woningbouw voor 31 december 2022 met daaraan toegevoegd de criteria waarlangs het bouwen op deze buitenstedelijke locaties wel of niet plaatsvindt.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 909

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering in voortgangsrapportages volgend uit de Bouw- en Woonagenda inzicht te geven in de betaalbaarheid binnen het betaalbare segment, bijvoorbeeld door de extra bouw van koopwoningen tot € 250.000 en huurwoningen met een huur tot € 850 euro inzichtelijk te maken.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 903

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering bij de uitwerking van de Nationale

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 904

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Bouw- en Woonagenda voluit rekening te houden met de eigen positie van medeoverheden, zoals gemeenten en provincies, en zeer terughoudend te zijn met het opleggen van bouweisen en -verplichtingen.

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Van Hage en Smolders; Verzoekt de regering in overleg met gemeenten de transformatie van gebouwen tot woningen te bevorderen en belemmeringen weg te nemen.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 888

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de regering om knelpunten voor het Rijksvastgoedbedrijf om zijn bezit en gronden in te zetten ten behoeve van snelle woningbouw weg te nemen, en de Tweede Kamer hierover voor de zomer te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 67

In behandeling. De Tweede Kamer in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Geurts c.s.; Verzoekt de regering Foodvalley aan te wijzen als grootschalige woningbouwlocatie; Verzoekt tevens de inzet van infrastructuurinvesteringen en de vierde en/of vijfde tranche Woningbouwimpuls met de regio Foodvalley te bespreken.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 890

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Grinwis en Peter de Groot; Verzoekt de regering om de obstakels voor de versnelling van de woningbouw langs de Oude Lijn, waar mogelijk vooruitlopend op de MIRT-verkenning, weg te nemen.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 891

21-06-2022 De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering zich bij de uitwerking van het Programma Woningbouw nadrukkelijk te richten op het bouwen van woningen in heel Nederland, en daarbij recht te doen aan de sturende rol van water en bodem.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 893

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering bij de VNG te inventariseren welke juridische belemmeringen gemeenten tegenkomen die de snelle bouw van dergelijke flexibele woningen in de weg staan en hoe ze kunnen worden opgeheven.

Kamerstukken II 2021/22, 19673, nr. 2878

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering, te komen tot een handelingskader voor gemeenten bij erfpacht waarbij de rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en transparantie voor erfpachters beter geborgd worden.

Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 7

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de Minister deze gedetailleerde planning met woningaantallen daadwerkelijk aan te leveren voor 31 december 2022.

Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 908)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Grinwis c.s.: Verzoekt de regering, zich tot het uiterste in te spannen om aan de woningbouwprojecten waar het Rijksvastgoedbedrijf als grondeigenaar bij betrokken is, evenals aan de Woningbouwimpuls, de eis te verbinden dat minimaal 50% van de te ontwikkelen woningen uit betaalbare huur- en koopwoningen bestaat.

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 94

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2022 geïnformeerd.

De motie van de leden Sneller en Van der Werf; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze het ongewenst en onaangekondigd thuis bezoeken van politici vanwege hun politieke overtuigingen strenger kan worden aangepakt of verboden, bijvoorbeeld bij wet of met behulp van (andere) juridische en bestuurlijke instrumenten en de Tweede Kamer hier voor het einde van 2022 over te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 36062, nr. 15

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Ellian c.s.; Verzoekt de regering om een uniforme werkwijze te realiseren voor bewindspersonen ter zake van het archiveren van communicatie, zoals sms- en appberichten, en meer controle en waarborgen in die werkwijze te realiseren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 24

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De motie van het lid Van der Graaf c.s.; Verzoekt de regering de regeringscommissaris

Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 26

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Informatiehuishouding advies uit te laten

 

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

brengen over het gebruik van communicatiekanalen in relatie tot archief- en openbaarheidswetgeving en op basis hiervan de richtlijnen en werkwijze aan te scherpen.

   

De motie van de leden Van der Graaf en Dassen; Spreekt uit dat de handreiking zo dient te worden geïnterpreteerd dat een te bewaren chatbericht ook daadwerkelijk integraal gearchiveerd dient te worden.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 27

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd. (Het betreft een Spreekt-uit motie.)

Tabel 95 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (stand per 30 juni 2022)

Omschrijving van de toezegging    Vindplaats    Stand van zaken

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer Algemeen overleg Rijksdienst d.d. 18 november Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 augustus 2021 (voor einde 2020) een reactie op het Huis voor 2020 (Kamerstukken II 2020/21,31490, nr. 290) per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2021/22, de Klokkenluiders te sturen met daarin de    33258, nr. 52).

regeling voor de vertrouwenspersonen.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe (begin oktober 2021) een brief over de uitvoering van de motie Omtzigt/Bruins en de stand van zaken (motie betreffende een motie waarin zij verzoeken een code of standaard te ontwikkelen voor onderzoek door de overheid naar de overheid).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe (voor einde jaar 2021) het eindrapport brede evaluatie van de organisatiekaders voor rijksorganisaties op afstand.

De minister zegt de Tweede Kamer toe het    Notaoverleg Advies Raad van State over    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december

Onderzoek Brede Evaluatie (functioneren    ministeriële verantwoordelijkheid d.d. 5 juli 2021 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

organisaties op afstand) december 2021 naar de (Kamerstukken II 2020/21,35570, nr. 65)    2021/22, 31490, nr. 309).

Kamer toe te sturen.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 306).

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 309).

De minister van Rechtsbescherming zegt Tweede Plenair debat Begrotingsbehandeling J&V d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december Kamer toe de staatssecretaris van BZK te vragen 25 november 2021 (Handelingen II, 2021/22, nr. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II lid Omtzigt te informeren hoe het staat met 27, item 10)    2021/22, 31490, nr. 309).

uitvoering Wet op het Toezicht.

De staatssecretaris zegt Tweede Kamer toe een brief om inzicht te krijgen in de werking en resultaten van het bestaande netwerk van meldpunten voor discriminerend gedrag, naar aanleiding van motie nr. 37 van Van Baarle (DENK).

De minister zegt toe de Eerste Kamer te    Kamerbrief Nota naar aanleiding van het verslag Afgedaan. Deze toezegging is niet door de EK als informeren (medio 2020) over de resultaten van bij het voorstel voor de Invoeringswet    toezegging geregistreerd, en de strekking van deze de meting ten aanzien van het voldoen aan de Omgevingswet en het ontwerp    en andere niet-geregistreerde toezeggingen is al in

WCAG-standaard.    Invoeringsbesluit Omgevingswet d.d. 10 januari andere toezeggingen meegenomen.

2020 (Kamerstukken I 2019/20, 34986, nr. W)

De minister zegt toe dat in de voortgangsbrief Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. Deze toezegging is niet door de EK als voor het inwerkingtredings-KB de Eerste Kamer 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, toezegging geregistreerd, en de strekking van deze geïnformeerd wordt over de stand van zaken met item 16)    en andere niet-geregistreerde toezeggingen is al in betrekking tot het aansluiten op het DSO van    andere toezeggingen meegenomen.

decentrale overheden.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)    2021/22, 30950, nr. 280).

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Afgedaan. De toezegging is overgedragen aan naar aanleiding van een vraag van het lid Crone Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp het ministerie van I&W.

(PvdA), toe het punt van handhaving van    Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

geluidproductie van brommers en andere lawaai 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. makende mobiliteit in gesprekken met VNG 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit onder de aandacht te brengen (T02898).    geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020

(Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17)

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet zal er Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. Deze toezegging is niet door de EK als een onafhankelijke evaluatie van de wetgeving 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, toezegging geregistreerd, en de strekking van deze worden uitgevoerd over de doeltreffendheid en item 16)    en andere niet-geregistreerde toezeggingen is al in de effecten van de Omgevingswet in de praktijk.    andere toezeggingen meegenomen.

Een commissie van deskundigen zal worden aangesteld om die onafhankelijkheid te borgen.

De minister zal in de brief die voor de zomer aan de Eerste Kamer wordt gestuurd beschrijven hoe die commissie wordt ingericht.

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe de effecten van piekgeluiden overdag op de gezondheid te betrekken bij de brief over het rapport over de WHO-normen die wordt gestuurd ter uitvoering van de motie-Schonis (T02892).

Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp overgedragen aan het ministerie van I&W. Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17)

De minister zegt de Tweede Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bromet (GroenLinks), toe zo spoedig mogelijk met een antwoord te komen op de vraag of alle interne stukken (verslagen van gesprekken, brieven, memo's etc.) waarin de stand van zaken

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over NRC-bericht 'Nieuwe bouwcrisis dreigt door «onwerkbare» megawet' d.d. 9 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3124)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 199).

betreffende de invoering van de Omgevingswet en het DSO besproken zijn gedeeld kunnen worden met de Kamer.

In de maand september vindt de volgende monitor plaats. De minister verwacht daarover in het najaar de Eerste Kamer te kunnen berichten.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe dat zij in het kader van het monitoringsprogramma een nulmeting zal uitvoeren en daarover de Kamer zal informeren (T02442).

Kamerbrief Beantwoording vragen Inwerkingtreding Omgevingswet d.d.

10 september 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 33118, nr. CK)

Plenair debat Behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet d.d. 30 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 29, item 7)

Afgedaan. Er zijn al reeds andere toezeggingen die betrekking hierop hebben.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 28 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 35925 VII, nr. G).

Kamerbrief Uitkomsten Bestuurlijk Overleg Omgevingswet 26 mei jl. d.d. 27 mei 2021 (Kamerstukken II 2020/21,33118, nr. 190)

Daarnaast is de ontwikkeling van de DSO-LV complexer dan voorzien (met name de zogenoemde planketen). De precieze financiële impact van een besluit tot uitstel en de ontwikkeling van het DSO-LV wordt nu in kaart gebracht. Het vergt nog nader overleg, zowel binnen het kabinet als interbestuurlijk over de wijze waarop dat wordt opgevangen. De minister van BZK zal de Eerste en Tweede Kamer daarover nader informeren wanneer hier duidelijkheid over is.

Afgedaan. De Tweede Kamer is middels de voortgangsbrief van 30 september 2021 geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,33118, nr. 201).

Kamerbrief over voortgang Omgevingswet april Afgedaan. De Tweede Kamer is middels de 2021 d.d. 23 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21, voortgangsbrief van 30 september 2021 33118, nr. 188)    (Kamerstukken II 2020/21,33118, nr. 201)

geïnformeerd.

De resterende middelen zijn naar verwachting niet voldoende om het volledige DSO op het bestuurlijk afgesproken Basisniveau op te leveren. Op dit moment vinden (her-)calculaties plaats om de exacte omvang van de meerkosten te kunnen duiden. Daarnaast worden aanvullende kostenbeheersende maatregelen genomen. Het hiermee samenhangende proces van herplannen en -prioriteren van de resterende werklast loopt nog. De minister van BZK zegt de Eerste en Tweede Kamer toe voor de zomer de Kamers hierover nader te informeren.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. De Eerste Kamer is op 28 april 2022 per Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid    28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20,    nr.    18,    brief geïnformeerd (Kamerstukken    I    2021/22,

Kluit (GroenLinks), toe voor de toezending van    item 16).    35925 VII, nr. G).

het inwerkingtredings-KB een nadere kosteninschatting te geven voor decentrale overheden. (T02853)

De minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Stemmingen inzake: Brief van de Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 november 2021

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    minister van BZK over de voorhang van het    per brief geïnformeerd (Kamerstukken    I    2021/22,

aanleiding van een vraag van het lid Kluit    Koninklijk Besluit Inwerkingtreding    33118, nr. CP).

(GroenLinks), toe dat zij in september 2021 de Omgevingswet (EK 33.118 / 34.986, BN)

Kamer een brief toezendt waarin onderbouwd Ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip wordt of de invoering van de Omgevingswet wel van inwerkingtreding van de Omgevingswet d.d. of niet gereed is en wat de aspecten daarbij 13 januari 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 19, waren (T03131).    item 3)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, overgedragen aan het ministerie van I&W.

Janssen (SP), toe bij de doorlichting van het item 16).

milieurecht te bezien waar de bewijslast betreffende best beschikbare technieken (BBT)

ligt bij het aanpassen van vergunningen

(T02873).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem    Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is

Kamer, naar aanleiding van een vraag van de Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp    overgedragen aan het ministerie van I&W.

leden Klip-Martin (VVD), Rietkerk (CDA) en    Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

Janssen (SP), toe de Kamer te informeren over 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. de resultaten van de gesprekken met de koepels 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit inzake het Uitvoeringsprogramma Convenant geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 Bodem en Ondergrond betreffende de periode (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). vanaf 2021, in het kader van het nemen van maatregelen om locaties aan te pakken met zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS (T02884).

De minister zegt toe de Tweede Kamer binnenkort Kamerbrief Beantwoording vragen inzake de nader te informeren over de financiële    uitkomsten Bestuurlijk Overleg Omgevingswet

Afgedaan. De Tweede Kamer is middels de voortgangsbrief van 30 september 2021 (Kamerstukken II 2020/21,33118, nr. 201) geïnformeerd.

consequenties van het uitstel en de ontwikkeling 26 mei 2021 (Kamerstuk 33118-190) d.d. van het DSO.    3 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

33118, nr. 196)

De minister zegt toe - uiterlijk februari 2022 - de    Kamerbrief Reactie op rapport AC ICT    Afgedaan. De Eerste- en Tweede    Kamer zijn op beleidsreactie op het AC-ICT advies toe te sturen    programma DSO d.d. 15 februari 2022    24 februari 2022 per brief geïnformeerd aan de Tweede Kamer en daarbij de nieuwe    (Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 219)    (Kamerstukken II 2021/22, 33118,    nr. 220).

datum voor inwerkintreding van de Omgevingswet.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. De Eerste Kamer is op 2 februari 2022 Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, per brief geïnformeerd. (Kamerstukken I 2021/22, Nooren (PvdA), toe bij de Inspectie    item 16)    34986, nr. AJ).

Leefomgeving en Transport (ILT) navraag te doen naar de reden waarom de ILT niet heeft besloten tot het openbaar maken van het onderzoeksrapport «Borging van de nationale ruimtelijke belangen" (T02874).

Wanneer kan de Omgevingswet verantwoord worden ingevoerd? Dat is een vraag die de minister op korte termijn zal beantwoorden (CD Omgevingswet 10 februari a.s.) aan de Tweede Kamer.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 220)

De minister zegt de Eerste Kamer een brief toe    Mondeling overleg met de commissie IWO over    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 juni 2022    per met kritische tijdlijnen (met uitleg waarom er wat    Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen    I    brief geïnformeerd (Kamerstukken    I 2021/22,

en wanneer iets moet gebeuren).    2021/22, nr. 35, item 8)    33118, nr. EA).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de    Notaoverleg Advies Raad van State over    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    9 december voortgang van de aanbevelingen uit het rapport ministeriële verantwoordelijkheid d.d. 5 juli 2021 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II naar aanleiding van de motie Lodders    (Kamerstukken II 2020/21,35570, nr. 65)    2021/22, 31490, nr. 310).

(functioneren ABD) december 2021 naar de Kamer toe te sturen.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor het Kamerbrief inzake Algemene Bestuursdienst Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december einde van het jaar 2021 te informeren over de    d.d. 18 mei 2021 (Kamerstukken II 2020/21,    2021 per brief geïnformeerd    (Kamerstukken    II

voortgang van de uitvoering van de    31490, nr. 300)    2021/22, 31490, nr. 310).

aanbevelingen uit het onderzoeksrapport

«Kwaliteit van mobiliteit, De werking van de

Algemene Bestuursdienst (ABD)».

De minister van BZK heeft de Eerste Kamer Plenair debat Verhouding centrale overheid en Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 juli 2021 per toegezegd het dossier op het gebied van de    decentrale overheden d.d. 11 mei 2021    brief geïnformeerd (Kamerstukken    I    2020/21,

bestuurlijke en financiële verhoudingen voor de    (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)    35570 VII, nr. J).

informateurs te delen.

D66 geeft aan dat gemeenten 268 miljoen euro Plenair debat Mondelinge vraag van het lid Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per hebben gekregen om maatwerk te bieden, in WERNER (CDA) aan de minister van    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

plaats van de Wet tegemoetkoming chronisch Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het 29689, nr. 1109).

zieken en gehandicapten. Wat is er van dat geld bericht 'Parkeerkaart voor gehandicapten kost in terecht gekomen? De minister zegt toe om    ene gemeente honderden euro's, ergens anders schriftelijk op deze vraag terug te komen, zij gaat is het gratis' (Eindhovens Dagblad, 16 juni 2021)

ruggespraak plegen met het ministerie van VWS. d.d. 22 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 91,

item 4)

De minister zegt toe de Tweede Kamer in 2021 te Kamerbrief Evaluatie herindelingsproces    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 november informeren over de uitvoering van de in de brief Vijfheerenlanden d.d. 2 november 2020    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

over de aanbieding van het eindrapport evaluatie (Kamerstukken II 2020/21,28750, nr. 78)    2021/22, 28750, nr. 82).

herindelingsproces Vijfheerenlanden (d.d.

2-11-2020) opgenomen acties.

De minister zegt toe dat zij met de gemeenten in Plenair debat over het burgerinitiatief «Stop de Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2021

gesprek gaat over het op termijn afschaffen van hondenbelasting» (35 569, nr. 1) d.d. 10 juni 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

de hondenbelasting. Daarnaast is de minister    (Handelingen II 2020/21, nr. 87, item 18)    35569, nr. 4).

bereid om de financiële gevolgen in kaart te brengen, in gesprek te gaan met de VNG en daarover de Tweede Kamer te berichten.

De minister zegt de Tweede Kamer toe naar Kamerbrief Vervolgstappen evaluatie    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per verwachting in het voorjaar 2020, na afronding verdeelmodellen sociaal domein d.d. 5 juli 2018 brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

van bovengenoemde onderzoeken, te    (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 39)    35570 B, nr. 25).

informeren over de voorgenomen aanpassing van de verdeling van de middelen voor het sociaal domein in het gemeentefonds.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat Verhouding centrale overheid en Afgedaan. De Eerste Kamer    is reeds    op    1 juli    per aanleiding van een vraag van de leden Koole    decentrale overheden d.d. 11 mei 2021    brief geïnformeerd (Kamerstukken    I    2020/21,35

(PvdA) en Verkerk (ChristenUnie), toe om in het    (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)    570 VII, nr. 104).

gesprek te gaan met medeoverheden en daarin mee te nemen om ruimte te laten voor differentiatie c.q. maatwerk en in de bestaande democratische structuren niet nog een (gekozen) laag aan te brengen (T03213).

Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)

Afgedaan. De Eerste Kamer is reeds geïnformeerd met het versturen van de Ontwerpbegroting 2022 van het Gemeentefonds (Kamerstukken I 2021/22, 35 925 B).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe ervoor te zorgen dat de financiële middelen in ieder geval beschikbaar zijn voor gemeenten voor het jaar 2022 (T03210).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om per Plenair debat Samenvoeging van de gemeenten Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 november brief nog eens te reflecteren op de rol van    Landerd en Uden (35 619), Samenvoeging van 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

provincies in herindelingsprocessen.    de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint 2021/22, 28750, nr. 82).

Hubert en Sint Anthonis (35 620), Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk (35 621), Herindeling van de gemeenten Beemster en Purmerend (35 622) en Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp (35 623) d.d. 11 februari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 56, item 5)

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat Verhouding centrale overheid en Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 juli 2021 per aanleiding van een vraag van het lid Van der decentrale overheden d.d. 11 mei 2021    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21,

Linden (Fractie-Nanninga), toe om op het    (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)    35570 VII, nr. 104).

geëigende moment haar inbreng over de verhouding centrale en decentrale overheden bij de (in)formateur met de Kamer te delen (T03211).

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor zover Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2022 dat mogelijk is mee te nemen in een meer    925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

kwantitatieve duiding van uitgestelde    (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)    35925 B, nr. 20).

investeringen i.v.m. financiële problematiek bij gemeenten.

De minister zegt toe een reactie op het eindadvies Kamerbrief Antwoorden vragen herijking    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december van de ROB de Tweede Kamer te doen toekomen gemeentefonds d.d. 26 oktober 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

na ontvangst van het advies van de VNG, dat eind (Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 9)    2021/22, 35925-B. nr. 16).

november wordt verwacht. Deze reactie ontvangt de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2022.

De minister-president zegt namens de minister Plenair debat over de regeringsverklaring d.d.

van BZK toe, als reactie op het lid Van der Staaij, 19 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 39,

dat bij de uitwerking van financiële verhoudingen item 3)

met gemeenten ook het aspect van langjarige stabiliteit wordt betrokken (indachtig brief RvS

over begrotingstoezicht dat financieringssystematiek complex is, en dit potentieel reden geeft voor geschillen).

Afgedaan. In commissiedebat Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur d.d. 7 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 149) heeft minBZK aan de TK het volgende toegezegd: «We zijn met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het IPO en de Unie van Waterschappen in gesprek om een proces in te richten rond het in kaart brengen van de bouwstenen voor die stabiele financieringssystematiek voor 2026 en verder, en dat moet uiteindelijk landen in de contourennota.» De minister zegt toe de brief van de VFG en VGG Kamerbrief Uw verzoek betreffende afschrift Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2022 per - net als de reacties van andere (groepen van) brief VFG en VGG over herijking gemeentefonds brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, gemeenten - te betrekken bij de verdere    d.d. 25 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22,    35925 B, nr. 21)

besluitvorming over de herijking van de    35925 B, nr. 18)

verdeling van het gemeentefonds, en de Tweede Kamer naar verwachting in het voorjaar te informeren over de vervolgstappen naar aanleiding van het ROB-advies en het VNG-advies en de reacties van gemeenten.

Afgedaan. Toezegging is uitgevoerd. Het Parlement wordt middels de contourennota geïnformeerd over het rapport van de onafhankelijk begeleider.

De minister zegt de Tweede Kamer toe te kijken Commissiedebat Financiën decentrale naar de aanstelling van een onafhankelijk    overheden en versterking lokaal bestuur d.d.

procesbegeleiding ten behoeve van het opstellen 7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr van de contourennota, en komt met de eerste 149) resultaten in juni 2022.

De staatssecretaris zegt toe (in overeenstemming Kamerbrief Derde voortgangsrapportage Wind Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2022 per met de afspraak die hij heeft met Kamer en    in de zeilen d.d. 7 december 2021 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

Zeeuwse partners) de Tweede Kamer over een    II 2021/22, 33358, nr. 37)    33358, nr. 38).

half jaar wederom zal informeren over de voortgang mbt Wind in de zeilen.

De minister stuurt voor de zomer van 2022 een    Parlementair agenda punt [07-04-2022] -    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 mei 2022 per brief over grensoverschrijdende samenwerking    Commissiedebat Financiën decentrale    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

naar de Tweede Kamer.    overheden en versterking lokaal bestuur d.d.    32851, nr. 75).

7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr.

149)

De minister zegt toe de Tweede Kamer te    Kamerbrief VNG inzake toepassing groene    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 mei 2022 per informeren over de uitkomsten van de    heffingskorting en toepassing artikel 220f    brief geïnformeerd    (Kamerstukken II 2021/22,

gesprekken met de VNG over de ondersteuning Gemeentewet d.d. 19 maart 2021 (Kamerstukken 32140, nr. 108). op lokaal niveau van onder andere    II 2020/21, 32140, nr. 85)

sportverenigingen

De minister informeert de Tweede Kamer    Kamerbrief Uitwerking van de motie Amhaouch Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 mei 2022 per binnenkort per brief over de inzet van het kabinet en Palland d.d. 8 april 2022 (Kamerstukken II    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

voor regio's aan de grens.    2021/22, 25295, nr. 828)    32851, nr. 75).

De minister werkt samen met medeoverheden Kamerbrief Schriftelijke vragen (vraag 3) 35000- Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2022 per aan onderzoeken om te komen tot herziening van    B d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, brief geïnformeerd    (Kamerstukken II 2021/22,

de verdeling van de algemene uitkering van het    35000 B, nr. 5)    35925 B, nr. 21).

Gemeentefonds. Het streven is dit in te kunnen laten gaan per 1 januari 2021, wat inhoudt dat ik de uitkomsten van de onderzoeken uiterlijk in de meicirculaire 2020 bekend wil maken. De minister zegt de Tweede Kamer toe tussentijds de Tweede Kamer te informeren over de stand van zaken.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 779).

De staatssecretaris zegt de Kamer toe dat het Kamerbrief Voortgang Strategische I-agenda steven is de nieuwe I-strategie voor de zomer van voor de Rijksdienst 2019-2021 en aanpak 2021 aan de Tweede Kamer te sturen.    onvolkomenheden d.d. 7 oktober 2020

(Kamerstukken II 2020/21,26643;31490, nr. 713)

De minister zegt toe over de verdere bredere Kamerbrief Doorontwikkeling Rijks ICT-    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022

doorontwikkeling van het Rijks ICT-dashboard en dashboard d.d. 4 maart 2020 (Kamerstukken II per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, de hierbij behorende planning - na afronding van 2019/20, 26643, nr. 671)    26643, nr. 813).

de inventarisatie - de Tweede Kamer te informeren.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te Kamerbrief Aanbieding Generiek actieplan    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 september informeren (voor Prinsjesdag 2021) met een informatiehuishouding d.d. 6 april 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(volgende) voortgangsbrief POK over het    (Kamerstukken II 2020/21,29362, nr. 291)    2021/22, 29362, nr. 298).

generieke actieplan, inclusief een overzicht van de actieplannen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Plenair debat Algemene Politieke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 oktober 2021

stuurt voor de begrotingsbehandeling BZK een Beschouwingen d.d. 23 september 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

brief met de stand van zaken en de planning over (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)    29362, nr. 299).

de regeringscommissaris (ikv Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag,

'Ongekend onrecht', voor het op orde brengen van de informatiehuishouding bij het Rijk). Graag daarbij ook informeren over de benoemingsdatum.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe Plenair debat Algemene Politieke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2021

(uiterlijk 14 oktober a.s.) een    Beschouwingen d.d. 23 september 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

voortgangsrapportage over het proces rondom (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)    26643, nr. 790).

de zwarte lijsten (motie Marijnissen).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een voortgangsbrief toe. Een eerste rapportage voortgang onderzoek naar en opruimen van vervuilde persoonsgegevens.

De staatssecretaris zegt toe dat het streven is de Tweede Kamer (voor einde jaar 2021) te berichten over de benoeming van de regeringscommissaris Informatiehuishouding.

Kamerbrief Reactie op het verslag van het Schriftelijk Overleg over de brief over de uitvoering van de motie-Marijnissen (TK 26643, nr 751/TK 35510 nr 21) d.d. 13 juli 2021 (Kamerstukken II /, 26643, nr. 773)

Kamerbrief Uitwerking Regeringscommissaris Informatiehuishouding d.d. 22 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 29362, nr. 299)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 790).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29362, nr. 302).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 813).

De staatssecretaris zal maandelijks contact Plenair debat Verantwoordingsdebat over het hebben met BZ over de maatregelen van BZ nav jaar 2019 d.d. 26 mei 2020 (Handelingen II

de ICT-onvolkomenheid. De staatssecretaris zal 2019/20, nr. 74, item 23).

de Tweede Kamer informeren over de voortgang rond o.a. informatie-beveiliging, life cycle management en IT-beheer gaat op drie momenten in het jaar gebeuren (bij de begroting,

voor de zomer en in de aanloop naar

Verantwoordingsdag). Bij meer duidelijkheid over de BZ-casus, kan dat ook worden meegenomen.

Kamerbrief Voorstel voor onderzoek naar en Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 opruimen van vervuilde persoonsgegevens d.d. per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 8 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 26643, nr. 812).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe namens het kabinet de Kamer periodiek te informeren over de planning, voortgang en bevindingen van de verschillende departementen met betrekking tot het onderzoek naar vervuilde persoonsgegevens. Eind 2021 zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de plannen van aanpak van de departementen en hun planningen.

751)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29362, nr. 299).

Gelet op de complexiteit van het bestuurlijke speelveld, de komst van nieuwe actoren zoals het adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding en de versterking van bestaande actoren als de inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed, is meer tijd nodig voor de verkenning van een werkzame taakafbakening. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de uitkomsten van deze verkenning voor het einde van jaar 2021 naar de Tweede Kamer sturen.

Kamerbrief Antwoorden aan op de vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de ministerpresident over radicale ideeën voor een nieuwe bestuurscultuur d.d. 21 september 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 12)

De staatssecretaris zegt toe het wetsvoorstel BIT Algemeen overleg Digitalisering d.d. 1 juli 2020 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 oktober 2021 voor zomer 2021 naar de Tweede Kamer te (Kamerstukken II 2019/20, 36643, nr. 707)    per brief geïnformeerd (Handelingen II 2020/21, nr.

sturen.    15, item 11).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 813).

De staatssecretaris zegt toe m.b.t. sideloading op Commissiedebat Online veiligheid en telefoons van de Rijksdienst, maar ook in breder cybersecurity d.d. 1 december 2021 perspectief (verzoek voorzitter van debat om (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 807) integraal in te gaan op inbreng PVV op dit aspect, aan verschillende bewindspersonen werden vragen gesteld over sideloading); toegezegd in januari 2022 een brief te sturen aan de Tweede Kamer.

De ministeries zullen gezamenlijk de komende Kamerbrief Plannen van aanpak en planningen Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2022 per periode hun onderzoeken die zij dit jaar zijn    Uitvoering Moties Marijnissen c.s. en Klaver c.s. brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

gestart onverminderd voortzetten, met als doel d.d. 6 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22,    26643, nr. 855).

de Kamer in 2022 te informeren over de    26643, nr. 812)

resultaten. De staatssecretaris zegt toe voor BZK de Tweede Kamer in het tweede kwartaal van 2022 te informeren over de onderzoeksresultaten.

Kamerbrief Rapportage «Grote ICT-projecten»    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 mei 2022 per

2021 d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 840)    26643, nr. 850).

De staatssecretaris zegt toe dat dit jaar de rapportage 'Grote ICT-projecten' los van de JBR wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. De aanbieding gebeurt tevens in het tweede kwartaal van 2022, voorafgaand aan het Verantwoordingsdebat.

Red-teamingoefeningen worden al bij    Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 april 2022 per onderdelen van de Rijksoverheid uitgevoerd, met tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d.    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

goede resultaten, en het TIBER-programma kan 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, 26643, nr. 836). kennisuitwisseling hierover verbeteren. In de I- item 11)

Strategie Rijk heeft de staatssecretaris aangegeven dat onderdelen van een red-teaming programma zoals het TIBER-programma interessante inzichten in kwetsbaarheden kunnen geven en daarom zullen worden onderzocht voor toepassing binnen de Rijksoverheid. Het gaat hierbij dan ook om het versterken van de onderlinge uitwisseling van good practices en oefenen binnen organisaties.

Over de voortgang hiervan zal de staatssecretaris de Tweede Kamer in het voorjaar van 2022 informeren.

De staatssecretaris zegt toe dat de beleidsreactie op de hoofdadviezen n.a.v. Jaarrapportage BIT wordt door de Kamer ontvangen voor de komst van het wetsvoorstel.

De speciaal rapporteur stelt nu haar rapport met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden op, dat zal worden besproken tijdens de 44e zitting van de VN-Mensenrechtenraad, die van 15 juni tot en met 3 juli 2020 te Genève plaatsvindt. De

Commissiedebat Informatiehuishouding op orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 851)

Kamerbrief Verzoek om een kabinetsreactie op de eerste rapportage van de VN speciaal rapporteur racisme d.d. 27 januari 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 26150, nr. 185)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 863).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2020 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2020/21,30950, nr. 215)

minister zegt toe dat het kabinet de Tweede Kamer vervolgens zijn reactie op het rapport zal doen toekomen.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)

De minister zegt toe dat de concept opdracht voor de staatscommissie rechtsstaat snel wordt voorgelegd aan het parlement, nadat het advies van de Venetië commissie is ontvangen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29279, nr. 691).

Afgedaan. De Tweede Kamer is 14 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 281).

Het College voor de rechten van de Mens is momenteel bezig met het opstellen van een juridisch toetsingskader voor het gebruik van etniciteit in risicoprofielen. Dit kader wordt begin december verwacht. De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over dit kader en dit vergezellen van een standpunt van het kabinet met betrekking tot etnisch profileren. Hierin zal ook de gedane toezegging van de minister van JenV uit het 30-ledendebat over etnisch profileren van 9 september 2021, de brief van de rapporteur van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa inzake de bestrijding van racisme en intolerantie en nog openstaande moties op dit onderwerp worden meegenomen.

Kamerbrief Planning kabinetsreactie over etnisch profileren door de overheid d.d.

8 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 277)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34 588, nr. 91).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat Wijziging van de Wet op de aanleiding van vragen van de leden Dittrich (D66) inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (35 en Nicolaï (PvdD), toe de analyse door het    242) d.d. 8 juni 2021 (Handelingen I 2020/21, nr.

ministerie van BZK van de uitspraken van (de 40, item 8)

Grote Kamer van) het Europese Hof voor de rechten van de Mens over bulkinterceptie / bulkdata en de Conventie 108+ na de zomer met de Kamer te delen. (T03246).

Plenair debat Wet elektronische publicaties (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 33, item 9)

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe de inwerkingtreding van artikel 4.22 van de Wet elektronische publicaties op te schorten tot het moment dat ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de Omgevingswet in werking treden. Hij zal dit bevestigen in een brief (T02946).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 29 juni 2020 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I, 2019/20, 35218 nr. G)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 103).

Het kabinet zal de technische voorbereidingen Plenair debat Algemene Politieke starten/continueren voor een evt. besluit in een Beschouwingen d.d. 23 september 2021 volgend kabinet over het schrappen van Art. 120 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5) van de Grondwet (conform Motie Kuik c.s. 28 362, nr. 47).

De minister voor Rechtsbescherming zegt de Tweede Kamer toe binnenkort namens het kabinet samen met de minister van BZK terug te komen op hoe de constitutionele toetsing op een goede manier vormgegeven gaat worden.

Plenair debat Begrotingsbehandeling J&V d.d. 25 november 2021 (Handelingen II, 2021/22, nr. 27, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 103).

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925 VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)

De minister zegt de Tweede Kamer toe een korte brief te sturen over de termijn waarop de minister van JenV een toegezegde brief over etnisch profileren zal sturen, dit naar aanleiding van motie nr. 44 van Simons (BIJ1). De motie is aangehouden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 277).

De minister zegt de Tweede Kamer toe contact op te nemen met de collega's van JenV voor een appreciatie op motie nr. 34 van Van Baarle (DENK) en er als kabinet op terug te komen. De motie is aangehouden.

De minister geeft aan dat zij bezig is met een overzicht van de verschillende mogelijkheden tot toetsing, om zo de politieke besluitvorming over de mogelijke invoering van een vorm van grondwettelijke toetsing te faciliteren. De minister zal het overzicht met de Tweede Kamer delen zodra dit gereed is.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 282).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 103).

De minister zegt toe dat de Handreiking    Commissiedebat Discriminatie    en    racisme d.d.    Afgedaan. De Tweede    Kamer    is    op    15    maart 2022

constitutionele toetsing, waaronder ook de    24 februari 2022    (Kamerstukken II    2021/22, 3950,    per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II    2021/22,

antidiscriminatietoets zit, voorafgaand aan het nr. 286)    35925 VII, nr. 142).

tweeminutendebat wordt verstuurd.

De minister verwacht de Tweede Kamer binnen enkele weken te informeren over de afronding van het instellingsbesluit met betrekking tot het oprichten van een Staatscommissie discriminatie en racisme.

De minister zegt de Tweede Kamer toe m.b.t. de vragen van het lid Omtzigt nav de beantwoording van vragen over WOB-verzoeken uit juli 2019 zich in te spannen om te kijken of betere antwoorden gegeven kunnen worden.

De minister zegt een brief toe aan de Eerste Kamer over de maatregelen om wetgevingskwaliteit te verbeteren, met daarin bevestiging van hetgeen mondeling al is toegelicht door mBZK. De toezegging vorm een reactie op inbreng van 50Plus over de noodzaak om kennis, inzicht en ICT bij departementen te verbeteren.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke vragen ter voorbereiding op Commissiedebat 24-2-2022 over discriminatie en mensenrechten d.d.

23 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 285)

Mondelinge vraag van het lid LEIJTEN (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht 'Ministeries doen gemiddeld drie keer langer dan toegestaan over WOB-verzoek' (Nos.nl, 28 januari 2022) d.d. 1 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 44, item 3)

Plenair debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU d.d.

8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 301).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32802, nr. 52).

Afgedaan. De toezegging is niet (meer) door de Eerste Kamer geregistreerd. Daarnaast is de toezegging overbodig geworden door een debat in de EK over de motie Van Rooijen (Kamerstukken I 2021/2022, 35.295, nr. W).

De kabinetsreactie op rapport Venetiëcommissie Plenair debat over rechtsstatelijkheid,    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 april 2022    per wordt ook verstuurd aan de Eerste Kamer.    grondrechten en democratie in de EU d.d.    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16,    35925 VI, nr. H).

item 11)

De minister zegt toe dat er een gesprek komt met Plenair debat over rechtsstatelijkheid,    Afgedaan. Het gesprek tussen de voorzitter van de voorzitter van Eerste Kamer over de positie grondrechten en democratie in de EU d.d.    de Eerste Kamer en de minister van BZK heeft    op

(qua ondersteuning e.d.) van de Eerste Kamer. 8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16,    17 februari 2022 plaatsgevonden.

item 11)

Plenair debat Wet elektronische publicaties Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 april 2022 per (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, nr. 33, item 9)    35218, L).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe, voor zover dit nog niet gebeurd is, de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur te vragen in hun evaluatie van de publieke waarden en de democratische functie van media en de nieuwsvoorziening op lokaal niveau ook de relatie te betrekken tussen verminderde advertentie-inkomsten en de kwaliteit van de mediafuncties die de Staatscommissie parlementair stelsel eerder heeft omschreven. De evaluatie wordt naar beide Kamers gestuurd (T02945).

De Minister van Minister van Binnenlandse    Plenair debat Behandeling Tijdelijke wet    Afgedaan. De Eerste Kamer heeft deze toezegging

Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste    verkiezingen covid-19 (35.590) d.d. 3 november    in commissieverband op 5 oktober 2021 afgevoerd

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 8, item 8)    en daarmee is afgedaan.

Van der Linden (FvD), toe dat zij in het wetsvoorstel over de Tweede Kamerverkiezingen expliciet zal toelichten hoe de elektronische veiligheid is gewaarborgd (T03026).

De minister zegt toe de bevindingen van het    Kamerbrief Motie Nicolaï c.s. 2019-2020, 35 300    Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 1 juli adviescollege die de komende maanden vorm en VI,Y d.d. 30 juni 2020 (Kamerstukken I 2019/20,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I en II

uitvoering gaat geven aan de dialoog over het 35300 VI, nr. AO)    2020/21,35300 VI, nr. BM en 35570 VII, nr. 106).

slavernijverleden aan de Kamers te doen toekomen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 30696, nr. 52).

De staatssecretaris zegt toe de uitkomsten van Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld het onderzoek naar de digitale nalatenschap naar tijdens de begrotingsbehandeling d.d. de Tweede Kamer te sturen. Naar verwachting is 30 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 18, het onderzoek juni 2020 afgerond.    item 4)

Kamerbrief Voortgang modernisering Wlb d.d. 18 november 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 30696, nr. 46)

In september 2020 volgt het advies van de Gezondheidsraad met kabinetsreactie, het onderzoek over digitale nalatenschap en de precieze inhoud en nadere planning van het wetstraject voor de vernieuwing van de Wlb. De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 30696, nr. 52).

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats    Stand van zaken

Het kabinet is bezig met de uitwerking van de aanbevelingen van de GRECO. De minister van BZK zegt toe dat het kabinet het compliance rapport van de GRECO op korte termijn aan de

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per NRC artikel «De ceo kan altijd een minister    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

bellen» d.d. 28 mei 2021 (Aanhangsel    35570 VII, nr. 107).

Handelingen II, 2020/21, nr. 2979)

Tweede Kamer zal sturen en de Kamer te informeren over de voortgang en het voornemen om in elk geval de omgang met lobbyisten te vatten in gedragsregels.

 

De minister zegt de Tweede Kamer toe in 2020 de evaluatie toepassing Wbmgp (betreft de 5-jaarsevaluatie) toe te zenden.

Wetgevingsoverleg Uitbreiding wet bijzondere Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 augustus maatregelen grootstedelijke problematiek,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

Woningwet, Huisvestingswet d.d. 3 maart 2014 2020/21,33340, nr. 24).

(Kamerstukken II, 2013/14, 32271, nr. 30)

De minister zegt de Tweede Kamer toe het

Plenair debat Instelling van een adviescollege op Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2021 per

antwoord op de brief die zij heeft ontvangen van het terrein van de rechtspositie van politieke brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II

raadsleden met een pleidooi om de    ambtsdragers (Wet adviescollege rechtspositie 2020/21, nr. 3489).

verlofregeling bij ziekte en zwangerschap te politieke ambtsdragers (35530) d.d. 1 juni 2021

verruimen ook met de Tweede Kamer te zullen (Handelingen II 2020/21, nr. 82, item 24)

delen.

opgenomen in de permanente registratie en aan Nederlanders in het buitenland d.d. 21 mei 2021 35165, nr. 42).

De minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe Kamerbrief Voortgangsbrief verkenning    Afgedaan. De Kamers zijn op 27 september 2021

de Kamer te berichten over de voortgang van permanente regeling digitale beraadslaging en per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

 

het wetsvoorstel gericht op een permanente regeling voor digitaal beraadslagen en besluitvormen.

besluitvorming d.d. 15 april 2021 (Kamerstukken 35424, nr. S).

II 2020/21, 35424, nr. 14)

De minister zegt de Tweede Kamer toe een enquête te houden onder alle kiezers die zijn

Kamerbrief Antwoord op vragen van de leden Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2021 Brekelmans en Ellian over stemmen door    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

hen te vragen of zij hebben gestemd bij de (Aanhangsel Handelingen II 2020/21 nr. 2873)

afgelopen Tweede Kamerverkiezing en zo nee,

waarom niet. Ook is de minister bereid te proberen hierbij te achterhalen of sprake is van geografische verschillen. De uitkomsten van de enquête zullen voor het einde van het zomerreces naar de Tweede Kamer worden verstuurd.

De minister van Binnenlandse Zaken stuurt voor Plenair debat Algemene Politieke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 oktober 2021

 

de begrotingsbehandeling BZK een brief met daarin een update over de implementatie van de 12 aanbevelingen van GRECO.

Beschouwingen d.d. 23 september 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2021/22,

(Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)    35925 VII, nr. 15).

De minister zegt toe de Tweede Kamer voorafgaand aan de stemming over het wetsvoorstel nog te informeren over de stembiljetten die in andere landen worden gebruikt.

Wijziging van de Kieswet in verband met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2021

definitieve invoering van het nieuwe stembiljet per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, voor kiezers buiten Nederland (35 670) +    35455, nr. 17).

Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35 455) d.d. 6 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 8, item 8)

De minister zegt toe in november de Tweede Kamer te informeren hoe er invulling wordt gegeven aan de Greco-aanbevelingen, waaronder afkoelperiode bewindspersonen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 november 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)    2021/22, 28844, nr. 231).

De minister zegt toe (eind 2021) de Tweede

Kamerbrief Weerbaar bestuur en Monitor    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 maart 2022

Kamer te informeren over de behaalde resultaten Integriteit en Veiligheid 2020 d.d. 2 juli 2020    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

van de projecten (financiële impuls voor    (Kamerstukken II 2019/20, 28844, nr. 218)    28844, nr. 236).

innovatie en intensivering van de aanpak van weerbaar bestuur).

 

De minister werkt aan acties en maatregelen samen met de beroeps- en belangenverenigingen in het lokaal bestuur verder uit in een agenda versterking positie gemeenteraden. De minister zal de Tweede Kamer voor einde jaar 2020 daarover informeren.

Kamerbrief reactie op motie over brede evaluatie Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 oktober 2021 van de dualisering van het gemeente- en    per brief geïnformeerd (35925 VII, nr. 14).

provinciebestuur d.d. 30 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII, nr. 131)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe de lacune van kandidaten die zich hebben afgesplitst, zich niet als vereniging organiseren en daardoor niet (direct) onder de wet vallen, bij een volgende gelegenheid te dichten, wanneer dit in de praktijk voorkomt (T01687).

Plenair debat 32752 Regels inzake de    Afgedaan. Sinds de inwerkingtreding van de Wet subsidiëring en het toezicht op de financiën van financiering politieke partijen (Wfpp) heeft deze politieke partijen (Wet financiering politieke    situatie    zich nog nooit voorgedaan. Bovendien is partijen) d.d. 26 februari 2013 (Handelingen I,    er zelfs als dit in de praktijk zou gebeuren geen

2012/13, nr. 18, item 5)    hiaat in de transparantie van giften, want deze afgesplitste Kamerleden vallen dan onder diverse reglementen van de Tweede Kamer. Om deze redenen wordt de toezegging als afgedaan beschouwd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer eind maart Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 maart 2022 2022 te informeren over wat het ministerie op democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, het gebied van weerbaar bestuur gaat oppakken. II 2021/22, 28479, nr. 87)    28844, nr. 236).

De minister zegt toe de Tweede Kamer ieder jaar Kamerbrief Beantwoording VSO Friese taal en Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2022 per ten minste eenmaal te informeren over de    cultuur (BFTK) (TK 35 300 VII nr. 94) d.d. 7 april brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII, nr. 114) 35925 VII, nr. 146). en cultuur. Met de brief voor 2021 zal tevens de tussenevaluatie van de implementatie van de BFTK 2019-2023 toegezonden worden. Hieraan voorafgaand wordt de Kamer door de provincie uitgenodigd om een werkbezoek te brengen aan de provincie Fryslan.

Plenair debat Tijdelijke experimentenwet    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 30 mei 2022 per nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers 35455, nr. I). buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10)

Omschrijving van de toezegging De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid de Boer (GroenLinks), toe de evaluatie van de Rotterdamwet aan het eind van de zomer (2021) aan de Kamer te sturen (T03244).

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 loopt af op 1 januari 2022. In het najaar zal moeten worden besloten of de wet moet worden verlengd met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. De minister zegt toe dat de Tweede Kamer hierover zal worden bericht.

De minister is voornemens om bij de aankomende herindelingsverkiezingen van 24 november 2021 een enquête af te nemen onder kiezers die vervroegd stemmen op 22 of 23 november en zal over de uitkomsten daarvan de Tweede Kamer berichten.

Plenair debat 35517 Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen (Handelingen I 2020/21, nr. 44, item 9)

Kamerbrief Beantwoording vragen over evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021; aanbieden diverse stukken d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 42)

Kamerbrief Beantwoording vragen over evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021; aanbieden diverse stukken d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 42)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 augustus 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21, 33 340, A).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 oktober 2021 en 23 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35590, nr. 29).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 46).

De minister is bereid mogelijk te maken dat een keuze voor uitsluitend een partij wordt toegerekend aan de eerste kandidaat op die lijst en daarmee een geldige stem is (het in de Tweede Kamer verworpen amendement-Leijten) en vóór de stemming op 31 mei de Kamer via een korte brief te informeren over hoe dat mogelijk is.

De minister zegt toe agendapunten uit te werken Kamerbrief Reflectie taken burgemeester en Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2022 per tot concrete acties die erop gericht zullen zijn de uitwerking Agenda Burgemeester d.d. 10 maart brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

rol en positie van de burgemeester te    2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII, nr. 108) 35925 VII, nr. 164).

bestendigen. De Tweede Kamer zal eind 2020

over de uitwerking van de agenda geïnformeerd worden.

Kamerbrief Wet uitbreiding Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek d.d. 12 juli 2021 (Kamerstukken I 2020/21,33797, nr. AA)

Commissiedebat Leefbaarheid en Veiligheid d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022 per 7 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, nr. 824)    32847, nr. 880).

Kamerbrief Introductie nieuw model    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 augustus 2021

identiteitskaart en nieuw model paspoort d.d. per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 6 mei 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 25764, nr. 25764, nr. 134).

132)

Kamerbrief Aanpak uitvoering publiek middel in Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2021 het bedrijvendomein (motie Van der Molen) d.d. per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 14 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/21,34972, nr. 26643, nr. 788).

53)

De minister zegt de Eerste Kamer toe dat in de rapportage over de herijking van het Leefbaarometermodel op hoofdlijnen op het onderzoek naar de relatie tussen omgevingskenmerken en leefbaarheid wordt ingegaan. Ook zal daarin aandacht worden besteed aan het mogelijke gebruik van gegevens om bepaalde groepen wel en andere niet toe te laten tot een wijk.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de nieuwe Leefbaarometer (analyse op wijkniveau van de staat van de wijk), waarmee in november 2021 een nieuwe meting wordt uitgevoerd.

De staatssecretaris verwacht in augustus 2021 ingeschat kan worden wanneer het kostenefficiënt is het nieuwe model paspoort in te voeren. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in september 2021 daarover informeren. Er wordt onderzocht of het publieke middel vanaf de tweede helft van 2022 voor het inloggen bij de Belastingdienst beschikbaar gesteld kan worden en vanaf dan de compensatieregeling kunnen vervangen. De staatssecretaris zegt toe

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33797, nr. AF).

tussentijds de Tweede Kamer te informeren over de voortgang in de voortgangsrapportages Toegang, alsmede over de gevolgen voor het huidige stelsel in het bedrijvendomein en de compensatieregeling. Aanpalend aan de ontwikkeling van dit publieke middel zal ook een bron worden ontwikkeld voor registratie van bedrijven en organisaties die niet in het Handelsregister staan en daarin ook niet kunnen worden opgenomen, zodat ook deze organisaties over dit middel kunnen beschikken en de huidige problematiek als gevolg van het op onderdelen ontbreken van betrouwbare brongegevens in het bedrijvendomein integraal wordt aangepakt.

Ook over de vervolgstappen, waaronder de resultaten van de toetsing op haalbaarheid, wordt de Tweede Kamer geïnformeerd middels de voortgangsrapportages Toegang.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)    2021/22, 26643, nr. 809).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe (november 2021) een overzicht te sturen van activiteiten in het land als het gaat om de informatiepunten digitale overheid en daarbij te laten zien wat er de afgelopen twee jaar concreet gerealiseerd is. Daarbij geeft de staatssecretaris aan een overzicht te geven wat we allemaal doen om de groep van 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven te helpen, in samenwerking met OCW. Tevens zegt hij toe de vraag over hoeveel bibliotheken er zijn verdwenen de afgelopen twee jaar door te geleiden naar OCW.

Kamerbrief Zelfevaluaties BRP en    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december reisdocumenten 2019 d.d. 21 december 2020    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(Kamerstukken II 2020/21,27859, nr. 151)    2021/22, 27859, nr. 156).

Sinds de invoering van de COVID19 maatregelen op 15 maart 2020 kon het onderzoek naar de mogelijke versterking van de gegevensgerichte controles voor BRP en reisdocumenten nog niet verder worden doorgezet, omdat hiervoor bezoek door de RvIG nodig is. Over de voortgang hiervan informeer de staatssecretaris de Tweede Kamer in najaar 2021, tegelijk met de rapportage over de uitkomsten van de zelfevaluaties in 2020.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Plenair debat Wet elektronische publicaties Afgedaan. De toezegging is op 7 december 2020 Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, afgedaan (Kamerstukken I 2020/21,35218, nr. I). aanleiding van een vraag van het lid Gerkens nr. 33, item 9)

(SP), toe haar na 23 september 2020 te informeren over de mate waarin overheidswebsites voldoen aan de eisen van het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid (T02943).

Kamerbrief Voortgangsrapportage domein Toegang d.d. 12 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 788)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 791).

Een manier om gegevensbescherming beter te waarborgen is het inzetten van Self Sovereign Identity. Self-sovereign Identity (SSI) is een nieuwe manier van denken over digitale identiteit, gestoeld op het principe dat individuen controle zouden moeten hebben over hun digitale identiteit en de gerelateerde gegevens.

De burger krijgt als het ware zelfbeschikking over de gegevens. Om dit te bewerkstelligen is de staatssecretaris met een analyse van het SSI-ecosysteem gestart. Dit zorgt ervoor dat ik in de toekomst een duidelijke positie kan innemen en richting kan geven aan toekomstige beleidskeuzes. Op dit moment wordt deze analyse uitgevoerd door Innopay en TNO. Dit onderzoek zal de staatssecretaris (2021) nog delen met de Tweede Kamer.

Kamerbrief Nota nav Verslag wijziging wetsvoorstel Digitale overheid (TK 35 868) d.d. 29 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 70).

De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer voor einde jaar 2021 geactualiseerde concepten ontvangt van de, nu bij uw Kamer in voorhang zijnde, algemene maatregelen van bestuur over inlogmiddelen die uitwerking geven aan de novelle (voor de verdere behandeling en uitvoering van de Wet Digitale Overheid).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in overleg    Mondelinge vraag van het lid VAN BAARLE    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 april 2022 per te gaan met VNG, gemeenten en    (DENK) aan de minister van Binnenlandse Zaken brief geïnformeerd (Kamerstukken    II    2021//2,

interdepartementaal om duidelijkheid te krijgen,    en Koninkrijksrelaties over het bericht    32761, nr. 224).

zodat iedereen goed doordrongen is hoe het in 'Gemeenten kijken in het geheim mee met elkaar zit. De minister zal ook het punt social burgers op sociale media' (Nos.nl, 18 mei 2021) media (2 benen in de samenleving) meenemen in d.d. 18 mei 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 76, de gesprekken. De minister zal het aspect tools/ item 2) veiligheid (JenV) ook meenemen. Minister zal voor zomerreces 2021 stand van zaken-brief (tussenstand) sturen aan de Kamer.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 januari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35552, nr. 10).

Het is van belang dat, in kader van inclusieve Plenair debat Wet uitvoering verordening dienstverlening, mensen die zijn aangewezen op identiteitskaarten (35 552-(R2148)) d.d. 26 mei een mobiele voorziening (MVA) om een aanvraag 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 80, item 4) voor een ID-kaart te doen, daar ook gebruik van kunnen maken. De staatssecretaris zegt toe daarover in gesprek te gaan met de NVVB, waarbij zal worden meegenomen dat over de mogelijkheid van de inzet van de MVA duidelijk wordt gecommuniceerd naar de burger toe. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd voor einde jaar 2021.

De minister zegt toe de kabinetsreactie op    Kamerbrief Uitstelbrief kabinetsreactie op het    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december adviesrapport 'Sturen of gestuurd worden? Over ROB-rapport 'Sturen of gestuurd worden' d.d.    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

de legitimiteit van sturen met data' naar    12 augustus 2021 (Kamerstukken II 2020/21,    2021/22, 26643, nr. 806).

verwachting in najaar 2021 aan de Tweede Kamer 35570 VII, nr. 108) te sturen.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32761, nr. 221).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om uit te Kamerbrief inzake reactie op artikel «Duitse zoeken op welke manier de Rijksoverheid gebruik privacy-waakhond regering moet maakt van Facebookpagina's, welke AVG-rol Facebookpagina's sluiten» d.d. 15 september daarin wordt aangenomen en welke afspraken 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32761, nr. 194) met Facebook hierover mogelijk al bestaan. De Tweede Kamer wordt voor het einde van het jaar 2021 geïnformeerd.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 136).

De nieuwe begroting van het programma VRS Kamerbrief Voortgangsbrief programma VRS komt daarmee op 57,5 miljoen euro. Ten opzichte d.d. 10 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, van de oorspronkelijke begroting betekent dit 25764, nr. 133) een toename van ruim 11 miljoen euro. In de komende maanden worden de plannen voor de RAAS-DOBbox verder uitgewerkt; zoals aangegeven, verwacht de staatssecretaris (najaar

2021)    een besluit over de realisatie te nemen.

De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportage VRS de Tweede Kamer hierover te informeren.

De minister zegt toe uiterlijk 8 april een brief te Plenaire debat Voortgang wetsvoorstel Wet Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2022 per sturen met beoordeling van het amendement modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, Leijten over verlenging termijn igv storing. in de Tweede Kamer d.d. 6 april 2022    35261, nr. 17).

(Handelingen II 2021/22, nr. 69, item 6)

Voor de tweede termijn stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer één brief met: -Toelichting hoe opvolging is gegeven aan het advies van de AP; -Appreciatie van de amendementen; -Hoofdlijnen hoe een onderzoek naar de in het verleden gebruikte profielen binnen LAA eruit komt te zien en wanneer dat plaatsvindt

Plenair debat Wijziging van de Wet    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 maart 2022

basisregistratie personen in verband met de per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, invoering van een centrale voorziening ter 35772, nr. 20). ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46)

De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer Plenair debat Wijziging van de Wet    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 maart 2022

een brief ontvangt over stand van zaken    basisregistratie personen in verband met de    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

verplichte brief inschrijving (nieuw per 1 jan invoering van een centrale voorziening ter    35648, nr. 17).

2022) .    ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46)

De minister zegt toe de Tweede Kamer informatie    Wetgevingsoverleg Mijnbouw/Groningen d.d.    Afgedaan.    De toezegging    is    met    ingang    van    het toe te sturen over afspraken met de regio    over    12 november 2020    (Kamerstukken    II    2020/21,    nieuwe kabinet overgedragen    aan    het ministerie de optie van een troikaconstructie.    35570 XIII, nr. 72)    van EZK.

De minister zegt toe een brief aan de Tweede    Plenair debat Wijziging van de Tijdelijke wet    Afgedaan. De toezegging is met ingang van het

Kamer te sturen die ingaat op het loket opname Groningen in verband met de versterking van    nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie op verzoek om na te gaan of de (meest) risicovolle gebouwen in de provincie Groningen (35 603) van EZK. woningen in de versterkingsopgave zitten.    d.d. 10 februari 2021 (Handelingen II, 2020/21, nr.

55, item 5)

Plenair debat Verantwoordingsdebat met MP en Afgedaan. De toezegging is met ingang van het minister van Financiën d.d. 9 juni 2021    nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie

(Handelingen II 2020/21, nr. 86, item 8)    van EZK.

Het lid Tony van Dijck (PVV) stelt een vraag over de verhouding uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de schadeafhandeling Groningen. Hij vraagt de staatssecretaris van BZK om 'in te zoomen' op de kosten die gemaakt worden door de overheid, die door de belastingbetaler betaald moeten worden, ten opzichte van de compensatieregelingen die de overheid uitdeelt vanwege fouten die gemaakt zijn) op de goede plek te krijgen. De staatssecretaris zegt toe (namens minister BZK) om op dit punt een brede reflectie te doen, mede namens de minister van EZK, omdat dit ook de eerste verantwoordelijkheid betreft van de minister van EZK.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over tot waar de juridische ondersteuning door Stut-en-Steun reikt.

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Wetgevingsoverleg Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (35 603) d.d. 4 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35603, nr. 79)

 

De minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de Kamer te informeren over hoe de 10 mln. uit de bestuurlijke afspraken voor sociaal-emotionele ondersteuning wordt uitgewerkt.

Plenair debat Het ontwerp-instemmingsbesluit gaswinning Groningenveld d.d. 14 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21, nr. 68, item 12)

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat bij de AMvB en de ministeriële regeling uitvoeringstoetsen komen en zal de Tweede Kamer daarover informeren.

Plenair debat Het ontwerp-instemmingsbesluit gaswinning Groningenveld d.d. 14 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21, nr. 68, item 12)

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

De minister zegt toe de Tweede Kamer na het zomerreces van 2021 te informeren over de regeling juridische bijstand en het overleg daarover met Stut en Steun.

Commissiedebat Mijnbouw / Groningen d.d.

1 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/21,33529, nr. 879)

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Plenair debat Tweeminutendebat Mijnbouw/ Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 november Groningen (CD 1/7 & CD 15/9) d.d. 29 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 5, item 7)    2021/22, 32156, nr. 112).

De minister van BZK zal in samenspraak met de minister van OCW voorafgaand de begrotingsbehandeling de stand van zaken omtrent de bijdrages voor het erfgoedprogramma in 2022 en 2023 op schrift zetten en aan de Kamer doen toekomen. De toezegging is gedaan naar aanleiding van vragen van het lid De Vries (VVD).

De minister zegt aan de Tweede Kamer toe de eerste rapportage m.b.t. de monitor, waarbij tweemaal per jaar de tevredenheid van de bewoners in de versterkingsopgave wordt gevolgd, na de zomer naar de Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over Afgedaan. De toezegging is met ingang van het «de belofte van het kabinet dat de versterking nu nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie echt op stoom komt en de uitvoering van het van EZK. bestuursakkoord» (2021Z07336) d.d. 3 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3065)

De minister van BZK zal in samenspraak met de minister van OCW voorafgaand de begrotingsbehandeling de stand van zaken omtrent de bijdrages voor het erfgoedprogramma in 2022 en 2023 op schrift zetten en aan de Kamer doen toekomen. De toezegging is gedaan naar aanleiding van vragen van het lid De Vries (VVD).

Parlementair agenda punt [29-09-2021] - Plenair Afgedaan. De toezegging is met ingang van het debat Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie (CD 1/7 & CD 15/9) d.d. 29 september 2021 van EZK.

(Handelingen II 2021/22, nr. 5, item 7)

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor het Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen schriftelijk te informeren over de uitvoering van de subsidieregeling voor verduurzaming, onderhoud en woningverbetering gebouwen aardbevingsgebied.

Commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d.

15 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 901)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 767).

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Wetgevingsoverleg Groningen d.d. 29 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 XIII, nr. 84)

Het MJVP wordt met de planning van alle projecten van de versterkingsoperatie na de zomer vastgesteld. De minister zegt toe de Tweede Kamer hier aansluitend over te informeren, inclusief een overzicht van de gemeentelijke doelstellingen en projecten die in 2022 starten.

De minister zegt de Tweede Kamer toe na afloop van de Bouwtop (d.d. 3 november 2021) een Kamerbrief met de resultaten van deze bijeenkomst naar de Kamer te sturen.

De minister van BZK zal, in samenspraak met de minister van OCW, de overbruggingsfinanciering (2023 en 2024) voor erfgoed en rijksmonumenten in Groningen regelen en zal met de minister van OCW de Tweede Kamer daarover voor of tijdens het volgende debat (9 dec a.s.) over informeren. De minister zegt de Tweede Kamer toe jaarlijks, na het afronden van deze cyclus, de Kamer te informeren over de voortgang en planning van de versterkingsopgave en daarmee het herijkte MJVP.

Kamerbrief over meerjaren versterkingsplan, voortgang versterken en bestuurlijke afspraken d.d. 25 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 872)

Commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d.

15 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 901)

Kamerbrief over meerjaren versterkingsplan, voortgang versterken en bestuurlijke afspraken d.d. 25 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 872)

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Afgedaan. De minister heeft de Tweede Kamer tijdens commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d. 9 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 33529, nr. 942) geïnformeerd.

Afgedaan. De toezegging is met ingang van het nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie van EZK.

Het Interventieteam is in gezamenlijkheid gestart Kamerbrief over meerjaren versterkingsplan, met de voorbereiding van het afhandelen van voortgang versterken en bestuurlijke afspraken vastgelopen dossiers. De minister zegt toe de d.d. 25 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, Tweede Kamer eind 2021 te informeren over de 33529, nr. 872) voortgang.

De minister zegt toe de Tweede Kamer in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november najaar te informeren over de vergoeding zelf 15 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

aangebrachte voorzieningen en daarbij de positie 33529, nr. 901)    2021/22, 33529, nr. 915).

van huurders van een particuliere verhuurder betrekken.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de    Commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d.    Afgedaan. De toezegging is met ingang van het mogelijkheden te onderzoeken om ook huurders 15 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie die binnen het sociale stelsel huren van een 33529, nr. 901)    van EZK.

particuliere verhuurder de tegemoetkoming van

750 euro te bieden en hierover de Kamer te informeren.

De minister zal in samenwerking met de minister Commissiedebat Mijnbouw/Groningen d.d.    Afgedaan. De toezegging is met ingang van het van EZK een reactie aan de Tweede Kamer doen 9 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie toekomen op het jaarverslag (2020 - 2021) en 33529, nr. 942)    van EZK.

het eindrapport van de Onafhankelijke

Raadsman circa januari 2022 of in ieder geval kort na de publicatie van het eindrapport.

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat de Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over    Afgedaan. De toezegging is met ingang van het

Kamer eind 2021 geïnformeerd zal worden over 'dat er negen jaar na de aardbeving bij Huizinge    nieuwe kabinet overgedragen aan het ministerie de voortgang van het interventieteam    een chronische ramp gaande is in Groningen d.d. van EZK.

vastgelopen dossiers.    9 september 2021 (Aanhangsel Handelingen II

2021/22, nr. 3967)

De staatssecretaris zegt toe (voorjaar 2021) de Kamerbrief Vervolg GCMK d.d. 12 juni 2020 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 augustus 2021 Tweede Kamer van de voortgang van het project (Kamerstukken II 2019/20, 26643;29517, nr. 692) per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, GCMK op de hoogte te stellen.    26643, nr. 777).

De minister zegt toe (Kerst 2020) de Tweede Kamerbrief Stand van zaken Klimaatakkoord Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per

Kamer een uitgebreidere brief te sturen over de Gebouwde Omgeving d.d. 28 september 2020 brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

betaalbaarheid van de transitie in de gebouwde (Kamerstukken II 2020/21,32813;32847, nr. 570) 32813, nr. 780).

omgeving waarbij ook het door PBL en TNO uit te voeren onderzoek naar eindgebruikerskosten aangeboden zal worden.

De minister zegt toe (medio Kerst 2020) de Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per Tweede Kamer naar aanleiding van een vraag omgeving d.d. 12 oktober 2020 (Kamerstukken II brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, van de heer Van der Lee te informeren over de 2020/21,32813, nr. 608)    32813, nr. 780).

invloed van verduurzamingsmaatregelen op de woningwaarde.

De minister zegt de Tweede Kamer toe - na zomer Plenair debat Klimaatakkoord Gebouwde    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per

2020 - onderzoek naar type oplossing voor Omgeving d.d. 11 maart 2020 (Handelingen II brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, verduurzaming (warmte, all-electric, hybride), 2019/20, nr. 62, item 6)    32813, nr. 780).

type woning en type huishoudenssamenstelling.

De minister zal (voor zomer 2021) de Tweede Algemeen overleg Klimaatakkoord    gebouwde    Afgedaan. De Tweede    Kamer is op    6    juli    2021 per

Kamer informeren over de    omgeving d.d. 22 april 2021    (Kamerstukken II    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II    2020/21,

eindgebruikerskosten. Hierin wordt ook    2020/21,32813, nr. 688)    32813, nr. 780).

ingegaan op de motie van Beckerman over woonlastenneutraliteit.

Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2021 (H IIA, IIB, VII en Gemeentefonds) d.d. 5 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21,35570 VII, nr. 7)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 780).

De minister zegt toe (1e kwartaal 2021) een overzicht naar de Tweede Kamer te sturen van labelsprongen die nodig zijn om een typische jaren '30, '70 /'90/ na 2000 -woning te verduurzamen? Welke kosten gaan daar mee gemoeid? Welke subsidieregelingen kunnen hier hoeveel aan bijdragen? Welke en hoeveel huishoudens uit deze groep van deze regelingen gebruik hebben gemaakt de afgelopen vijf jaar?

Kunnen deze vragen worden beantwoord voor verschillende typen corporatiewoningen (en daarnaast de vragen over huurwoningen en huishoudens welke stappen daar gezet zijn m.b.t. energielabel).

De minister gaat - naar aanleiding een vraag van Plenair debat Algemeen overleg Klimaatakkoord Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september D66 - na hoe gemeenten die nog niet ver genoeg gebouwde omgeving d.d. 22 april 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

zijn met de transitievisie warmte gestimuleerd (Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 688)    2021/22, 32847, nr. 817).

kunnen worden en zal de Tweede Kamer informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 820).

De minister van BZK laat in 2019 de    Kamerbrief Duurzaam bouwen en wonen in de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, in overzeese Koninkrijksdelen d.d. 21 december samenwerking met lokale organisaties, de    2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 36)

kansen omtrent praktische verduurzamingsmaatregelen in woningen voor Caribisch Nederland in beeld te brengen. Milieu Centraal zal vervolgens via haar kanalen ook informatie geven over de mogelijkheden van energiebesparing voor de inwoners in Caribisch Nederland. De minister zal de Tweede Kamer van de bevindingen en voorlichtingsacties van Milieu Centraal op de hoogte brengen

Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 september omgeving d.d. 22 april 2021 (Kamerstukken II 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 688)    2020/21,33576, nr. 250).

De minister zal in overleg met de minister van LNV reageren op de uitspraak van de Raad van State over de gedragscode natuurinclusief renoveren en de Tweede Kamer informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,33576, nr. 250).

Momenteel onderzoeken LNV en BZK, samen met decentrale overheden en sectorpartijen, de knelpunten voor natuurinclusief bouwen en wordt geanalyseerd of en in welk instrumentarium er gezocht moet worden voor het wegnemen van deze knelpunten. Daarbij wordt ook naar het Bouwbesluit gekeken. De minister van LNV zal, mede namens BZK, de Tweede Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2021 informeren.

Kamerbrief Reactie op NRC artikel «Natuurvoorzieningen horen standaard in bouwbesluiten» d.d. 27 oktober 2020 d.d. 14 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21,32757, nr. 177)

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 oktober 2021 begrotingsbehandeling schriftelijk te informeren omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, over de proeftuinen in Hoogeveen (waterstof) en 2021/22, 32813, nr. 873)    32847, nr. 822).

Zoetermeer.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (na zomer Kamerbrief Energielabel, o.a. projectgerichte    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november

2021) te informeren over de voortgang van de in controle, marktconsultatie en maximum prijs    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

gang gezette acties die worden ondernomen naar d.d. 28 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,30196, 2021/22, 30196, nr. 771). aanleiding van de marktconsultatie.    nr. 759)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 771).

Daarnaast richt de minister zich op een toets voor Kamerbrief Verslag SO Toezeggingen gedaan het energielabel bij de huurcommissie via de tijdens debatten inzake energielabel d.d. 28 juni reeds bestaande huurcommissieprocedures. 2021 (Kamerstukken II 2020/21,30196, nr. 761)

Het voordeel daarvan is dat in dat geval geen wijziging nodig is van de regelgeving voor de huurcommissie. In het derde kwartaal is meer zicht op de diverse aspecten en de minister zegt toe een planning met de Tweede Kamer te delen.

Kamerbrief Rapport verlagen temperatuur warm Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 november tapwater nav motie Van der Lee (34 902, nr. 6)    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

d.d. 18 december 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 2021/22, 26442, nr. 60).

30196, nr. 691)

Inmiddels is gebleken dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat niet uitsluit dat nieuwe wetenschappelijke inzichten aanleiding kunnen vormen om de Regeling legionellapreventie te evalueren en in de toekomst mogelijk te herzien. Dat kan gevolgen hebben voor de conclusies uit het rapport. De

minister zegt toe hierover de Tweede Kamer nader te informeren.

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer (eind Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december

2021) een brief ontvangt over de inventarisatie 11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

die gemeenten uitvoeren over brandgevaarlijke 28325, nr. 233)    2021/22, 28325, nr. 234).

gevels.

De minister verwacht eind van het jaar de Tweede Kamerbrief Stand van zaken Klimaatakkoord Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november Kamer een overzicht te kunnen presenteren van Gebouwde Omgeving d.d. 28 september 2020    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

het landelijk informatieplatform en    (Kamerstukken II 2020/21,32813;32847, nr. 570) 2021/22, 30196, nr. 770).

ontzorgingsdiensten en de wijze waarop deze diensten in de markt gepositioneerd zijn.

In de tweede helft van 2021, wanneer het PAW Kamerbrief Voortgang Programma Aardgasvrije Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december drie jaar loopt, volgt een brede evaluatie om te Wijken d.d. 22 januari 2020 (Kamerstukken II 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

bezien in hoeverre het programma erin slaagt om 2019/20, 32847, nr. 587)    2021/22, 32847, nr. 854).

te leren op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald en of het nodig is aanpassingen te doen. Op basis van deze evaluatie zal ook bepaald worden op welke wijze de resterende middelen worden ingezet. De

minister zegt toe over de opzet van deze evaluatie in 2021 de Tweede Kamer te informeren.

Indien uit het nadere onderzoek blijkt dat voor bepaalde gebouwen de brandklasse eis ook in Nederland aanpassing behoeft dan moet bekeken worden wat de consequenties precies zullen zijn en hoe hiermee in de praktijk kan worden omgegaan. De minister verwacht dit onderzoek begin 2021 klaar te hebben. De resultaten van het onderzoek zal vervolgens worden voorgelegd aan de ATGB voor advies. Nadat er advies van het ATGB is, ontvangt de Tweede Kamer vervolgens een beleidsreactie. De monitoringsstudie naar de prijs van het energielabel is in tweede helft van het jaar 2021 afgerond en dan de Tweede Kamer zal hierover worden geïnformeerd.

Kamerbrief Antwoorden SO brandveiligheid Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 oktober 2021

10    juli 2020 d.d. 22 oktober 2020 (Kamerstukken per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

11    2020/21, 28325, nr. 215)    28325, nr. 224).

Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32813, nr. 688)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 777).

De minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december te informeren over het onderzoek naar    bouwen (34 453) d.d. 16 februari 2017    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken    II

aansprakelijkheid van de bouwconsumenten.    (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)    2021/22, 34453, nr. 32).

De minister zegt toe (tweede helft 2021) de    Kamerbrief Toezeggingen energielabel d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 december

Tweede Kamer te informeren over de    20 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21,30196, nr. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken    II

eindconclusies met betrekking tot de    753)    2021/22, 30196, nr. 777).

monitoringsstudie (het monitoren van de prijsontwikkelingen en een internationale vergelijking energielabel).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AB).

De minister zegt toe de Eerste Kamer te    Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het informeren, na overleg met alle betrokken    bouwen (34 453) d.d. 26 maart 2019

partijen, uiterlijk een half jaar voor    (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. M)

inwerkingtreding van het beoogde stelsel bekend maken in hoeverre het stelsel op een verantwoorde wijze kan worden ingevoerd.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe de monitoringsrapportage nog voor Kerst 2021 aan de Kamer te zenden (T03369).

Mondeling overleg met de commissie BiZa/AZ over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen d.d. 9 november 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. Z)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AB).

Kamerbrief Antwoorden op nadere vragen over het Ontwerpbesluit kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 juni 2021 (Kamerstukken I 2020/21,34453, nr. T)

Mede naar aanleiding van in de brief geuite zorgen wordt samen met de VNG mogelijkheid verkend om gevolgklasse 1 gefaseerd in te voeren en tijdelijk te beperken tot nieuwbouw. Mocht bij invoering van Wkb het aantal kwaliteitsborgers onverhoopt nog onvoldoende zijn dan biedt dit een mogelijkheid de benodigde capaciteit te beperken. De minister zal het ontwerpbesluit dan ook zodanig aanpassen dat een gefaseerde inwerkingtreding van gevolgklasse 1 technisch mogelijk wordt. Met betrokken partijen wordt in najaar 2021 een

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AB).

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

definitieve afweging gemaakt en uiterlijk een half jaar voor inwerkingtreding van de wet hier wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe een brief over het nationaal isolatieprogramma, waarin het manifest nationaal isolatieprogramma (conform motie Segers c.s.) en een isolatiebon voor doe-het-zelvers (conform motie van der Plas) worden meegenomen.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770).

De minister zegt toe in brief aan Tweede Kamer over de uitwerking van het nationaal isolatieprogramma specifiek aandacht te besteden aan het bereiken van lage inkomens (waarschijnlijk via slechte labels), huurders en woningen met lage energielabels. Tevens worden hierin ook de mogelijkheden voor (landelijke) vouchers betrokken en het vereenvoudiging van het huidige subsidie instrumentarium en zal daarin ook aandacht zijn voor de verdeling van de middelen en in het bijzonder de hoeveelheid middelen die voor gemeenten zijn gereserveerd.

Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 873)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 770).

De minister zegt de Tweede Kamer toe (eind 2021) nadere informatie over het beleid ten aanzien van loden leidingen.

Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.

11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27625, nr. 561).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer eind 2021) een ontwerpbesluit in het kader van de voorhangprocedure ontvangt. Hierin worden de eisen rondom de brandveiligheid van parkeergarages aangescherpt.

Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.

11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 218).

Door het adviesbureau Nieman wordt in samenspraak met gemeenten en bouwwereld een borgingsprotocol opgesteld voor de brandveiligheid van gevels bij nieuwbouwprojecten. Het normalisatie-instituut NEN werkt daarnaast aan twee normdocumenten. Over de voortgang en resultaten van deze onderzoeken en acties zal de minister de Tweede Kamer (begin 2022) informeren.

Kamerbrief Aanscherpen brandklasse gevels d.d. 29 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 224)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 237).

Momenteel wordt mogelijkheid onderzocht in het ROZ-model woonruimte bij huurcontracten van woningen gebouwd voor 1960 een bepaling op te nemen waarin verhuurder verklaart wel of niet bekend te zijn of er loden leidingen aanwezig zijn en zo ja, welke maatregelen en op welke termijn de verhuurder heeft gepland om die te vervangen. Hiermee wordt gewaarborgd dat huurders bij aangaan van het contract worden geïnformeerd over de mogelijke aanwezigheid van lood. De minister zegt de Tweede Kamer toe hierop terug te komen in de jaarlijkse voortgangsrapportage.

Kamerbrief Vragen van het lid Nijboer (PvdA) over aanhoudende problemen met loden leidingen d.d. 21 mei 2021 (Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 2876)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27625, nr. 561).

Onlangs heeft het Transitieteam Circulaire Bouweconomie advies over een wettelijke verplichting van een materialenpaspoort aan uitgebracht mede obv onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het advies is om hier meer onderzoek naar te doen en om praktijkproeven uit te voeren alvorens hierover een besluit te nemen. De minister zal dit advies opvolgen en verwacht dat zij uiterlijk begin 2022 of zoveel eerder als mogelijk een beleidsvoorstel hierover aan de Tweede Kamer kan voorleggen.

Kamerbrief Voortgang circulair bouwen, beantwoording vragen, uitvoering moties d.d. 29 september 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 32852;32847, nr. 131)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32852, nr. 171).

De minister zegt de Eerste Kamer toe de vraag van het lid Crone schriftelijk te beantwoorden (Kunnen gemeenten de bouwmelding (waarvan de risicobeoordeling en het borgingsplan een

Mondeling overleg met de commissie BiZa/AZ over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen d.d. 9 november 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. Z)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. Y).

onderdeel zijn) preventief en inhoudelijk beoordelen, of vindt hierop enkel een procedurele toets plaats?)

De minister zegt toe dat zij de Tweede Kamer op Kamerbrief Beantwoording vragen van de leden Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2022 per de hoogte zal stellen van de uitkomsten van het Michon-Derkzen en Koerhuis (beiden VVD) over brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, onderzoek van het Team Brandonderzoek naar de brandveiligheid van zonnepanelen d.d.    28325, nr. 237).

de brand in Hoofddorp (kortsluiting en brandend 18 november 2021 (Aanhangsel Handelingen II dak) en haar reactie op deze uitkomsten.    2021/22, nr. 768)

De Eerste Kamer spreekt uit dat zij door de Kamerbrief Antwoorden op nadere vragen over Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 februari 2022

minister van BZK middels de    het Ontwerpbesluit kwaliteitsborging voor het per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

monitoringsrapportage geïnformeerd wenst te bouwen (34453) d.d. 22 november 2021    34453, nr. AC).

worden over het advies van de Raad van State en (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AA)

over de mate waarin de inbreng vanuit de commissie in het uiteindelijke Besluit is verwerkt

(Wet Kwaliteitsborging).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer de Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2022

kabinetsreactie op het rapport van de OvV over 11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, de flatbrand in Arnhem ontvangt. In de reactie    28325, nr. 233)    28325, nr. 236).

wordt ook informatie opgenomen over de vluchtveiligheid van woongebouwen.

De minister zegt toe (najaar 2020) na afronding    Kamerbrief Beantwoording vragen van het    CDA Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2022 per

TNO-onderzoek de Tweede Kamer te informeren    en de VVD over het bollenvloerdossier d.d.    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

(en daarbij ook het TNO-rapport delen) over    24 april 2020 (Aanhangsel Handelingen II    28325, nr. 237).

besluit over de aanvullende onderzoeksplicht 2019/20, 2584) voor gebouwen in de lagere gevolgklassen.

De minister zegt de Tweede Kamer toe (eerste    Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2022 per kwartaal 2022) het TNO onderzoek naar    11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

breedplaatvloeren. Daarbij wordt informatie    28325, nr. 233)    28325, nr. 237).

gevoegd over de invulling van de onderzoeksplicht.

Vanaf 2 juli 2021 (t/m 1 november 2021) zal ik de Kamerbrief Bewonerstevredenheidsonderzoek Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 maart 2022

derde ronde proeftuinen openstellen. De selectie en derde ronde proeftuinen d.d. 29 juni 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

van de proeftuinen zal begin 2022 kunnen    (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 760)    32847, nr. 877).

plaatsvinden. De minister zegt toe de Tweede

Kamer hierover te informeren. (Ook zal de minister de geselecteerde aanvragen, inclusief documenten zoals de businesscases en de motiveringen van de selectie van deze proeftuinen, zoals opgesteld door de

Adviescommissie aardgasvrije wijken, aan de

Kamer doen toekomen).

De minister zegt toe zodra het besluit    Kamerbrief Advies Raad van State Besluit    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 21 april 2022    per

Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt    kwaliteitsborging voor het bouwen d.d. 28 maart    brief geïnformeerd (Kamerstukken    I 2021/22,

gepubliceerd deze stukken naar de Eerste Kamer 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AD)    34453, nr. AG).

zal worden gezonden.

De minister zegt de Tweede Kamer toe met    Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2022

voorstellen te komen om een vervolg te geven omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, aan het Lente-akkoord/programma    2021/22, 32813, nr. 873)    32847, nr. 878).

klimaatadaptief bouwen.

De minister bekijkt, naar aanleiding van de een    Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    1 juni 2022    per vraag van de SP, of de vernieuwde    omgeving d.d. 22 april 2021 (Kamerstukken II    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

Renovatieversneller ook kan voorzien in    2020/21,32813, nr. 688)    32847, nr. 911).

aanbodbundeling en de Tweede Kamer hierover informeren.

In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar,    Kamerbrief Doorlichting BZK begrotingsartikel    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2022    per vooruitkijken naar de toekomst» is opgenomen    4.2 begroting VII d.d. 27 januari 2022    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

dat het Bouwbesluit (en vanaf inwerkingtreding    (Kamerstukken II 2021/22, 30985, nr. 53)    32757, nr. 186).

van de Omgevingswet, het Bbl) zal worden verbeterd. Over de inhoud van deze verbetering zal de minister de Tweede Kamer nog nader informeren. De aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting zullen hierbij worden betrokken.

De minister zal de Tweede Kamer informeren bij    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    1 juni 2022    per de uitwerking van het beleidsprogramma    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

verduurzamen gebouwde omgeving informeren    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in    30196, nr. 791).

over de inzet op isolatie en de accenten die in dat het coalitieakkoord op het terrein van isolatieprogramma worden gelegd.    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

CE Delft voert momenteel de beleidsdoorlichting    Kamerbrief Evaluaties Nationaal    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    28 juni 2022 per van artikel 4.1 op de begroting van BZK uit.    Deze    Energiebespaarfonds en Subsidie    brief geïnformeerd    (Kamerstukken II 2021/22,

doorlichting is een analyse van de    energiebesparing eigen huis d.d.    15 oktober 30985, nr. 57).

doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 820)

op de begroting in samenhang, inclusief een reconstructie van de totstandkoming van het beleid (overwegingen, uitgangspunten,

bijsturen). In deze evaluatie zal in worden gegaan op het gevoerde energiebesparingsbeleid en de daarbij ingezette subsidieregelingen. De minister verwacht de beleidsdoorlichting eind 2021 aan de Tweede Kamer te kunnen toesturen.

De minister zal de verdeling van de middelen van Commissiedebat Klimaatakkoord /    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juni 2022 per het nationaal isolatie-programma over de    verduurzaming gebouwde omgeving    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

verschillende actielijnen meenemen in het    (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 30196, nr. 791).

uitwerking van het Programma Versnelling    2021/22, 32847, nr. 885)

Verduurzaming Gebouwde Omgeving dat in juni 2022 naar de Tweede Kamer wordt verzonden.

De minister zegt de Tweede Kamer toe te    Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2022 per reflecteren op de afruil van duurzaamheid, omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, kosteneffectiviteit en keuzevrijheid bij de    2021/22, 32813, nr. 873)    32813, nr. 1050).

wijkgerichte aanpak en de doorzettingsmacht van gemeenten.

De minister zegt toe (begin 2022) de Tweede Kamerbrief Verzamelbrief energielabel Q3 d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2022 per

Kamer te informeren over de eerste resultaten en 12 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

andere relevante ontwikkelingen. De vergroting 30196, nr. 771)    30196, nr. 792).

inzicht van huurder in energielabel, het besluit hierover te kunnen nemen en in beeld te hebben hoeveel tijd de implementatie in beslag. Over de pilot van de huurcommissie, waarbij de drempel verlaagd wordt om binnen de bestaande huurcommissieprocedures de correctheid van het energielabel aan te kaarten. En over het onderzoek naar opzet en mogelijkheden om nieuwbouwwoningen meer op afstand van een label te voorzien.

De minister zegt toe dat het streven is de    Kamerbrief Opzet beleidsdoorlichting artikel Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2022 per beleidsdoorlichting artikel 4.1 (4e kwartaal 2021) 4 BZK d.d. 4 november 2020 (Kamerstukken II brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, naar de Tweede Kamer te sturen vergezeld van 2020/21,30985, nr. 44)    30985, nr. 57).

het advies van de onafhankelijke adviseurs en een kabinetsreactie.

De minister zegt toe te onderzoeken of er voor Kamerbrief Subsidie Energiebesparing Eigen    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    1 juni 2022 per de kwetsbare groep woningeigenaren een    Huis, moties Nationaal Isolatieprogramma en    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

vergelijkbare waarborg mogelijk is buiten    Warmtefonds d.d. 1 maart 2021 (Kamerstukken    32847, nr. 911).

wijkaanpakken. Daarbij wil de minister de eerste 2020/21,32813, nr. 667)

ervaringen met de doelgroep zonder leenruimte binnen de wijkaanpak en het gespikkeld bezit betrekken om tot een goed afgewogen oordeel te komen. De minister verwacht de Tweede Kamer

vóór zomer 2022 een beeld te kunnen geven van de mogelijkheden.

De minister zegt toe over de analyse van    Commissiedebat Klimaatakkoord /    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    7 juni 2022 per doorzettingsmacht voor zomer 2022 uit te werken verduurzaming gebouwde omgeving    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

en naar de Tweede Kamer te versturen.    (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 32813, nr. 1050).

2021/22, 32847, nr. 885)

De minister heeft de Tweede Kamer een overzicht Plenair debat Tweeminutendebat    Afgedaan. De Tweede Kamer is op    7 juni 2022 per toegezegd over hoe andere landen de EU-richtlijn Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d.    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II 2021/22,

implementeren die verplicht tot het nemen van 23 november 2021 (Handelingen II /, nr. 25, item 32813, nr. 1051). hernieuwbare energiemaatregelen bij een    15)

ingrijpende renovatie.

De minister zegt toe, naar aanleiding van een    Plenair debat Algemene Politieke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2021

vraag van het lid Eerdmans, de Tweede Kamer    Beschouwingen d.d. 23 september 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

binnen twee a drie weken te informeren over de    (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)    34682, nr. 87).

vraag 'wat kunnen we niet bouwen omdat er windturbines staan/komen?'

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Mondeling overleg NOVI d.d. 1 december 2020 Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 januari 2022 per

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    (Kamerstukken I 2020/21,34682, nr. G)    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

aanleiding van een vraag van de leden Kluit    34682, nr. J).

(GroenLinks) en Crone (PvdA), toe nog eens na te zullen denken over een cumulatief effectonderzoek met betrekking tot de milieueffectrapportages (MER's) van gemeenten en provincies (T03063).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. Afgedaan. De Eerste Kamer is op 3 mei 2022 per

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid    28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20,    nr.    18,    brief geïnformeerd    (Kamerstukken    I    2021/22,

Verkerk (ChristenUnie), toe dat zij met alle    item 16).    34986, nr. AK).

overheden het onderwerp 'politiek- democratische cultuur' zal bespreken naar aanleiding van het rapport «Borging van de nationale ruimtelijke belangen» van de Inspectie

Leefomgeving en Transport ILT) (T02880).

De minister zegt toe de Kamers de uitkomsten en Kamerbrief Voortgangsbrief Omgevingswet juli Afgedaan. De Kamers zijn op 2 februari 2022 per de afronding van de pilots naar werelderfgoed-    2021 d.d. 7 juli    2021    (Kamerstukken I 2020/21,    brief geïnformeerd    (Kamerstukken    II    2021/22,

en defensiebelangen in ruimtelijke plannen    33118, nr. CJ)    33118, nr. 211).

vergezeld van een beleidsreactie zo spoedig mogelijk na afronding van de onderzoeken aan de Kamers sturen.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in 34682, nr. 92). het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Een uitvoeringsprogramma onder de NOVI, waarbij de minister de keuzes die in de NOVI zijn gemaakt, daadwerkelijk kunnen executeren. Daar zijn allerlei instrumenten voor in het ruimtelijk domein die nu al benut kunnen worden maar onvoldoende benut worden. Daarnaast zullen er meer instrumenten moeten komen om te zorgen dat we überhaupt keuzes in het ruimtelijk domein kunnen afdwingen. In de brief (mei 2022), zal de minister laten weten op welke manier.

De minister zegt Tweede Kamer toe (mei 2022) een overkoepelende beleidsbrief op ruimtelijke ontwikkeling met daarin de uitwerking regie op ruimtelijke ontwikkeling in samenspraak met andere opgaven binnen fysiek domein, interdepartementaal en interbestuurlijk.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 92).

De minister komt in concreto terug op hoe hij met distributiecentra om wil gaan (samen met collega van Economische Zaken) en zal de Tweede Kamer daarover informeren.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in 34682, nr. 92).; het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Een petitie van marktpartijen m.b.t. groen in de Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juni 2022 per stad. Daar komt de minister op een later moment nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

uiteraard wat uitvoeriger op terug.    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in    32847, nr. 911).

het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Kamerbrief Beantwoording verzoek Commissie Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per Binnenlandse Zaken (2020Z18309) d.d.    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

13 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21,34293, 34293, nr. 122). nr. 97)

Aanvullende wensen van de gebruiker Tweede Kamer (Verzoek tot Wijzigingen, VtW) zijn of worden waar mogelijk al verwerkt voor de geplande oplevering. Een aantal aanvullende wensen wordt daarna nog verwerkt, sommige aanvullende wensen vragen nog om formele besluitvorming binnen de Tweede Kamer, waarna het reguliere VtW proces wordt doorlopen. De staatsecretaris zal de Tweede Kamer hierover meer gedetailleerd informeren in de volgende voortgangsrapportage.

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof/    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per tijdelijke huisvesting Tweede Kamer (B67) d.d. brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

14 januari 2021 (Kamerstukken II 2020/21,34293, 34293, nr. 122). nr. 116)

De staatssecretaris zegt toe om te reflecteren op het proces tot nu toe over de rol van de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf. Ieders rol wordt daarbij bekeken. Over deze reflectie en de acties wordt de Tweede Kamer vóór zomer 2021 schriftelijk geïnformeerd.

Een paragraaf over de financiën wordt altijd meegenomen in de voortgangsrapportage. De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer een gedetailleerder overzicht ontvangt bij de eerstvolgende voorgangsrapportage op het gebied van de kosten van 2015 tot nu van de

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof/ tijdelijke huisvesting Tweede Kamer (B67) d.d. 14 januari 2021 (Kamerstukken II 2020/21,34293, nr. 116)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 34293, nr. 122).

tijdelijke huisvesting. Dit overzicht is exclusief commercieel vertrouwelijke informatie. Tevens doet de staatssecretaris het aanbod voor een technische briefing na het verschijnen van een voortgangsrapportage.

De staatssecretaris maakt de Kamer er    Kamerbrief Beleidsdoorlichting artikel    Afgedaan. De Tweede Kamer    is    op 15 november volledigheidshalve op attent dat in 2021 ook een 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid d.d.    2021 per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II

doorlichting van het baten-lastenagentschap    7 september 2020 (Kamerstukken II 2019/20,    2021/22, 30985, nr. 50).

Rijksvastgoedbedrijf zal worden uitgevoerd op 30985, nr. 42) grond van de Regeling Agentschappen. Over de wijze waarop deze doorlichting zal plaatsvinden wordt de Tweede Kamer separaat geïnformeerd.

Door de minister van Financiën is toegezegd dat Plenaire debat Algemene Financiële    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2021

de minister van BZK uiterlijk voor de stemmingen    Beschouwingen d.d. 7 oktober 2021    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

op dinsdag 12 oktober a.s. een appreciatie aan    (Handelingen II 2021/22, nr. 9, item 14)    32847, nr. 819).

de Tweede Kamer stuurt op de motie Grinwis over de betaalbaarheid van woningbouwprojecten waar het

Rijksvastgoedbedrijf als grondeigenaar bij betrokken is.

De staatssecretaris van BZK zegt toe zodra er    Kamerbrief Onderzoek breedplaatvloeren d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 maart 2022

voldoende inzicht is in de omvang, kosten en    8 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19,  28325, nr.   per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

planning van de herstelplannen, de Tweede    200)    33925 VII, nr. 139).

Kamer hierover te informeren.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december brief toe in december 2021 met een eerste reactie 10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

op de inschatting hoe de Kamer verder    34293, nr. 124)    2021/22, 34293, nr. 125).

geïnformeerd zal worden.

Over het besluit van de staatssecretaris tot    Kamerbrief Verkoop Noordeinde 64/64A te Den    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 maart 2022

aanpassing van de reallocatieprocedure vindt    Haag d.d. 18 december 2020 (Kamerstukken II    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

nog nader overleg plaats, onder meer met de    2020/21,35570 VII, nr. 85)    33925 VII, nr, 139).

Algemene Rekenkamer. Over de uitkomsten hiervan zal de Tweede Kamer actief worden geïnformeerd. De staatssecretaris verwacht dat de wijziging in 2021 in werking kan treden.

De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december

(nog dit jaar) een brief ontvangt over de    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

nadeelcompensatieregeling voor ondernemers    34293, nr. 124)    2021/22, 34293, nr. 125).

nog dit jaar, naar aanleiding van de vraag van het lid Kathmann.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer    te    Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022    per informeren over benodigde    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

restauratiewerkzaamheden aan het Binnenhof en 34293, nr. 124)    34293, nr. 126).

daarbij een kostenindexatie voegen, naar aanleiding van de vraag van het lid Bisschop.

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer naast    Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december de reguliere voortgangsrapportage ook    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

tussentijdse rapportages sturen, naar aanleiding 34293, nr. 124)    2021/22, 34293, nr. 125).

van actuele ontwikkelingen zoals rond het

Catshuis, of relevante uitkomsten van bestuurlijk overleggen.

De staatssecretaris zegt toe dat in de zevende Kamerbrief Stand van zaken Binnenhof    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022 per voortgangsrapportage die de Tweede Kamer zal renovatie d.d. 16 december 2021 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

ontvangen wordt een concretere risico-    II 2021/22, 34293, nr. 125)    34293, nr. 126).

inschatting toegevoegd, wordt toegelicht hoe om wordt gegaan met nieuwe wensen van gebruikers en zal worden ingegaan op de aan u

toegezegde milestones en planning.

De komende maanden worden de    Kamerbrief Stand van zaken Binnenhof    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022 per onderzoeksplannen, samen met de afdeling renovatie d.d. 16 december 2021 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

archeologie van de gemeente Den Haag verder II 2021/22, 34293, nr. 125)    34293, nr. 126).

uitgewerkt. De staatssecretaris zegt toe dat de

Tweede Kamer in de zevende voortgangsrapportage hierover wordt geïnformeerd evenals over de wijze waarop publieksparticipatie invulling krijgt.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022 per de volgende voortgangsrapportage wordt    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

opgenomen hoe de staatssecretaris in het    34293, nr. 124)    34293, nr. 126).

vervolg zal omgaan met de nieuwe wensen van gebruikers, ook ten aanzien van andere gebruikers dan de Tweede Kamer, naar aanleiding van de vraag van het lid Leijten.

In de vorige voortgangsrapportage is    Kamerbrief Zesde rapportage project    Renovatie Afgedaan. De Tweede Kamer is op    16 december aangegeven dat alle inspanningen erop gericht    Binnenhof d.d. 9 juli 2021    (Kamerstukken    II    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken    II

zijn om eind 2021 de tijdelijke huisvesting van    2020/21,34293, nr. 122)    2021/22, 34293, nr. 125).

Algemene Zaken bouwkundig gereed te hebben.

Tegelijk heb ik gewezen op het feit dat het terrein van het Catshuis verder geschikt gemaakt moet worden voor de toekomstige functie tijdens de tijdelijke huisvesting, zoals het daar laten plaatsvinden van de Ministerraad. Dit brengt een aantal nog te analyseren aandachtspunten rond de beveiliging met zich mee die op zich oplosbaar lijken, maar gecompliceerd zijn en op consequenties worden bezien en gewogen. In de zomerperiode vinden nadere analyses naar verschillende alternatieven plaats, waarover de staatssecretaris de Kamers na het zomerreces nader zal informeren. De staatssecretaris zal dan ook ingaan op de consequenties van de op 15 juli jl. in de Haagse gemeenteraad aangenomen motie tegen de tijdelijke huisvesting op het Catshuis.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 125).

De staatssecretaris zeg toe dat de Tweede Kamer Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d. voortaan in maart en september de    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

voortgangsrapportages ontvangt en vanaf dat 34293, nr. 124) moment wordt er ook een routeplan van de milestones opgenomen met een gedetailleerde planning, ten aanzien van de vraag van het lid Strolenberg.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 126).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d. de volgende voortgangsrapportage wordt    10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

aangevangen met het opnemen van een meer 34293, nr. 124) concrete risico-inschatting, naar aanleiding van de vraag van het lid Strolenberg.

De minister van JenV zegt de Tweede Kamer toe Mondelinge vraag van het lid RAJKOWSKI (VVD) Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2022 per het verzoek van de Kamer over te brengen aan aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, de minister van BZK de Tweede Kamer schriftelijk afwezigheid van de minister van Binnenlandse 30977, nr. 163) te informeren wat is er buit gemaakt en of er ook Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht informatie van de overheid buit is gemaakt. 'Russische en Chinese diensten gebruiken

LinkedIn voor spionage bij Nederlandse bedrijven' (Fd.nl, 7 februari 2022) d.d. 8 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 47, item 3)

De minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk Algemeen overleg Woonfraude d.d. 27 juni 2019 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per te informeren over de uitkomsten van de    (Kamerstukken II, 32847, nr. 549)    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

overleggen met de gemeenten over    2796, nr. 365).

gegevensuitwisseling en de eventuele vervolgstappen met een tijdspad.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Boer (GroenLinks) toe beide Kamers te informeren over het onderzoek naar de mogelijke vormen van huurprijsregeling in de vrije sector naar aanleiding van de motie-Van Eijs, dat voor de zomer zou moeten zijn afgerond (T03198).

Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 3 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 35488, nr. F).

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    maatregelen woningmarkt 2014 II en de    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21,

aanleiding van een vraag van het lid De Boer Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders 34373, nr. N).

(GroenLinks), toe onderzoek te zullen doen naar met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 de gevolgen en haalbaarheid van een permanent (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9) recht op huurverlaging na 2021 voor dure

Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per maatregelen woningmarkt 2014 II en de    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21,

Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders 34373, nr. N). met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9)

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21,

  • 3) 
    34373, nr. N).

Wetgevings- /notaoverleg begrotingsonderdeel Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per Wonen en Ruimte (2e termijn) d.d. 13 november brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII, nr. 93). 27926, nr. 343).

Plenair debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel Afgedaan. De Eerste- en Tweede Kamer zijn op van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek 5 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I

7 van het Burgerlijk Wetboek en, de    en II 2020/21,35578, nr. J en 27926, nr. 343).

Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,

de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,

van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d. 16 maart

2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

Kamerbrief Staat van de Woningmarkt 2020 d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per 15 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757) brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

27926, nr. 343).

Kamerbrief Duurzame Oplossing Vestia d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2021 per 18 januari 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29453, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, nr. 527)    29453, nr. 539).

Algemeen overleg Bouwen d.d. 9 december 2020 Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 708)    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

27926, nr. 343).

Omschrijving van de toezegging scheefwoners in het gereguleerde segment van woningcorporaties. Ze stuurt in de zomer van 2021 een tussenstand naar de Kamer (T03042).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Crone (PvdA) en Pijlman (D66), toe de juridische mogelijkheden te zullen onderzoeken om dure scheefwoners in de geliberaliseerde sector en mensen die bij particuliere verhuurders in de gereguleerde sector huren te helpen (T03043).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om met Aedes te overleggen over de regeling voor het opzeggen van de huur in geval van huizen voor grote gezinnen, waarbij hij specifiek zal ingaan op de situatie van een gezin met minderjarige, schoolgaande kinderen. Hij komt tevens op het onderwerp terug in de evaluatie (T02277).

De minister zegt toe (begin 2020) te gaan kijken of er voldoende gegevens beschikbaar zijn om de feiten op tafel te krijgen om de evaluatie van de wet (flexibele huurcontracten van 2 jaar) naar voren te halen.

De minister zal beide Kamers rond de zomer informeren over de uitkomst van het onderzoek naar de financiële positie van huurders, naar aanleiding van de motie Beckerman.

De minister zegt toe (september 2020) de resultaten van de Huurenquête naar de huurstijging per 1 juli 2020 en de CBS-monitor over het gebruik van tijdelijke huurcontracten de Tweede Kamer te doen toekomen.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (voor zomer 2021) te informeren over of er herhaling komt van enquête of maatwerk voor huurders in de knel.

De betrokken partijen zijn gemotiveerd om de financiële problemen bij Vestia en de volkshuisvestelijke knelpunten die daarmee samenhangen op te lossen. De minister zegt toe over de details van deze oplossing en het vervolgtraject naar verwachting de Tweede Kamer (tweede kwartaal 2021) verder te informeren.

De minister geeft aan dat, bij de reeds aangekondigde evaluatie van de tijdelijke verhuur, naast de particuliere verhuurders ook gekeken zal worden naar de institutionele beleggers en corporaties. De minister zal de Tweede Kamer hierover informeren (voorjaar 2021).

De minister zegt toe opnieuw enquêtes onder verhuurders uit te zetten over onder meer betaalproblemen en huisuitzettingen (betaalachterstanden door de coronacrisis). Hierover zal de minister de Tweede Kamer voor zomer 2021 informeren.

Kamerbrief Beantwoording vragen verslag schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit inzake de differentiatie van de DAEB-inkomensgrens naar huishoudsamenstelling d.d. 26 april 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 745)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 343).

Indien een oudere bewoner verhuist is het effect Kamerbrief Wijziging van Boek 7 van het    Afgedaan. De Tweede    Kamer is op    5    juli 2021 per dat de oudere geschikter woont en de    Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet    brief geïnformeerd (Kamerstukken    II    2020/21,

vrijgekomen woning, vaak een    huurprijzen woonruimte en van de Woningwet 27926, nr. 343).

eengezinswoning, (wederom) door een gezin kan (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en worden betrokken. Om deze reden zetten    inkomensgrenzen Woningwet) (35518) d.d.

gemeenten en woningcorporaties verschillende 26 februari 2021 (Kamerstukken I 2020/21,35518,

instrumenten in om de doorstroming van    nr. B)

ouderen te bevorderen. Platform31 voert op dit moment een onderzoek uit naar de verschillende vormen van doorstromingsinstrumenten. De

uitkomsten van dit onderzoek zal de minister

(voor zomer 2021) naar de Tweede Kamer sturen.

De minister zegt de Tweede Kamer toe inzichtelijk Wetgevingsoverleg Wijziging van de Woningwet Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2021 per te maken hoeveel woningen onder de € 432    d.d. 8 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,

gebouwd gaan worden en zal in de volgende    35517, nr. 72)    27926, nr. 343).

Kamerbrief over dit onderwerp preciezer ingaan op de hoeveelheden (CU).

De minister informeert de Eerste Kamer over Plenair debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per haar gesprekken met Aedes om te kijken wat de van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21, consequenties zijn van de initiatiefwet Nijboer en 7 van het Burgerlijk Wetboek en, de    34373, nr. N).

de wetsvoorstel Huur en inkomensgrenzen en wetsvoorstel Tijdelijke huurkorting op de afspraken van het Klimaatakkoord (verduurzaming/aardgasvrij).

Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d.16 maart 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

De minister zal de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 (tijdelijke huurcontracten) ook naar de Eerste Kamer zenden.

Plenair debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21,

7 van het Burgerlijk Wetboek en, de    34373, nr. N).

Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d. 16 maart 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

Het lid Koerhuis stelde een vraag over de balans Plenair Verslag Schriftelijk Overleg Toezicht    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 november tussen de sanerings- en borgingsheffing. De    WSW 2019, strategisch programma WSW en    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

minister zegt toe om daar in toekomstige    governance corporatiesector 29 453, nr. 528) d.d. 2021/22, 29453, nr. 542).

communicatie met de Tweede Kamer op terug te 20 mei 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 78, item komen.    21)

De minister zegt toe op hoofdlijnen De Tweede Kamerbrief Beantwoording schriftelijke vragen Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november Kamer te informeren over de uitkomsten van over onderzoek naar fraude bij Vestia d.d.    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

het 'Onderzoek naar fraude door medewerkers 11 januari 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, 29453, nr. 544).

Vestia'    2018/19, nr. 1142)

De minister zegt de Tweede Kamer toe te    Wetgevingsoverleg Wijziging van de Woningwet Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 november onderzoeken of datadeling van    d.d. 8 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

bewonersgegevens een reëel knelpunt is voor    35517, nr. 72)    2021/22, 29453, nr. 543).

corporaties in het kader van zorg- en veiligheid en te bekijken hoe corporaties grip kunnen houden in een wijk en op het tegengaan van overlast. Over beide onderwerpen wordt de Kamer geïnformeerd.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 818).

De minister van Binnenlandse Zaken stuurt, voor Plenair debat Algemene Politieke de AFB, een brief waarin alle ideeën,    Beschouwingen d.d. 23 september 2021

maatregelen, en initiatieven van het huidige (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5) kabinet m.b.t. volkshuisvesting worden geschetst, ook in relatie tot vraagstukken als ruimtelijke ordening en infrastructuur.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De minister zegt toe (na zomer 2021) de Tweede Kamer te informeren over uitvoering Van Eijs reguleren huren in vrije sector (mede antwoorden op vragen lid Heerma).

Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 347).

De minister is bereid te onderzoeken of een verbod op het verplicht mee moeten huren van een parkeerplaats in sommige gevallen, bijvoorbeeld voor gevallen als dat de kandidaat-huurder geen auto heeft, opportuun is en wat de eventuele gevolgen van een dergelijk verbod voor onder meer verhuurders en bouwprojecten zouden kunnen zijn. De minister zegt toe (voorjaar 2021) de Tweede Kamer van de uitkomst van het onderzoek te informeren.

Kamerbrief Beantwoording vragen over verhuurders die huurders dwingen een dure parkeerplaats te huren d.d. 28 september 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 191)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De minister zegt toe te bezien of de voorlichting over de waarborgsom verbeterd kan worden.

De Tweede Kamer wordt (na zomer 2021) geïnformeerd.

Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De minister zegt toe in de volgende 'Actualiteit in het huurbeleid' de Kamers nader te informeren over de voortgang van het plan van aanpak van de huurcommissie, het onderzoek naar een correctiemechanisme, het convenant transparantie aanvangshuurprijzen en de toezegging om het verplicht mee huren van parkeerplaatsen verder te onderzoeken.

Kamerbrief Actualiteit in huurbeleid en benutting woningvoorraad d.d. 5 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/, 27926, nr. 343)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De minister zegt toe dat zij gaat kijken of preferente schuldenpositie kan komen voor huurders bij faillissementen van verhuurders ( in samenspraak met min SZW). Met een kanttekening erbij, of het mogelijk is wordt de Tweede Kamer geïnformeerd.

Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

In oktober 2021 komen de cijfers van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting beschikbaar. De minister zegt toe deze aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Voortgang actieplan studentenhuisvesting d.d. 7 september 2021 (Kamerstukken II 2020/21,33104, nr. 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33104, nr. 29).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Vlietstra (PvdA) en Pijlman (D66), toe over een jaar met de partijen in de geliberaliseerde sector te bekijken of en hoe de toegang tot de Huurcommissie in de huurcontracten geregeld is. In de evaluatie van de wet wordt meegenomen welke verschillende groepen gebruikmaken van deze mogelijkheid (T02575).

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 28 april 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

35925 VII, nr. G).

De minister zegt toe (najaar 2021) de Tweede Kamer te informeren over welke stappen de minister en de sector gaan zetten om misstanden bij makelaars tegen te gaan.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen leden Heerma en Kops over door Vereniging Eigen Huis (VEH) ontvangen klachten over makelaars (2021Z12232 en 2021Z1222) d.d. 15 september 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 4056)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2847, nr. 826).

Met de afspraken die de minister met Aedes wil Kamerbrief Stand van zaken uitvoering motie Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december maken worden op landelijk niveau prestaties    Hermans c.s. (VVD) - verlaging    2021 per brief geïnformeerd (Aanhangsel vastgelegd tussen het Rijk en de    verhuurderheffing in combinatie met    Handelingen II 2021/22, nr. 1140).

woningcorporatiesector. De afspraken en doelen prestatieafspraken d.d. 12 november 2021

die hierin worden verwerkt moeten zoals gezegd (Kamerstukken II 2021/22, 29453, nr. 545)

door hun vorm de ruimte bieden om ze te vertalen naar lokale en/of regionale

(prestatie)afspraken. Het is aan het volgende kabinet om, naast keuzes over het in balans brengen van de opgaven en middelen van corporaties, keuzes te maken over de wijze waarop zij regie wil voeren op de woningmarkt en de maatschappelijke opgaven van corporaties. De afspraken zoals de minister deze wil maken moeten in dat geval kunnen worden ingepast in een dergelijk systeem voor de langere termijn. De minister zal de Tweede Kamer voor het einde van jaar informeren over de met de sector gemaakte afspraken.

De minister zegt toe in gesprek te gaan met    Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per partijen inzake statement over voorkomen    2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757)    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

huisuitzettingen na corona (boeggolf). Actieplan    32847, nr. 883).

koop ook bij betrekken. De Tweede Kamer wordt na zomer 2021 geïnformeerd.

De minister verwacht (voor einde 2021) de    Kamerbrief Antwoorden schriftelijke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november

Tweede Kamer uitgebreider te kunnen    Kamervragen ontwerpbegrotingen 2022    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

informeren over de afronding van het    (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en    2021/22, 29453, nr. 546).

saneringstraject van Vestia en de stand van zaken Gemeentefonds) en derde incidentele van de structurele oplossing voor Vestia.    suppletoire begroting BZK H VII d.d. 13 oktober

2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10)

De minister zegt toe te monitoren hoe de tijdelijke Wetgevingsoverleg Maatregelen huursector d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november huurkorting wordt toegepast, inclusief redenen    3 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21,    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

(kwalitatief/kwantitatief) (SGP) en de Tweede    35518, nr. 23)    2021/22, 27926, nr. 358).

Kamer daarover te informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358).

De minister verwacht de Tweede Kamer    Kamerbrief Uitkomst aanpak goed binnenkort te informeren over de eerste    verhuurderschap d.d. 22 februari 2021

uitkomsten van het onderzoek met mysterycalls (Kamerstukken II 2020/21 27926, nr. 337) en praktijktesten naar discriminatie op de woningmarkt. De minister verwacht ook een aantal uitkomsten uit de verschillende pilots te kunnen delen waarbij onder andere is gekeken naar sanctioneringsmogelijkheden zoals een meldplicht.

3 juni Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december . 757)    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

2021/22, 27926, nr. 361).

De minister zegt toe met Aedes in overleg te gaan Commissiedebat Wonen en Corona d.d. over wezen in een huurhuis. De minister zet toe 2021 (Kamerstukken II 2020/21,  32847, nrte komen met (eventueel) met een gedragscode de Tweede Kamer daarover te informeren (voor zomer 2021).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 361).

Afgedaan. De wet ligt in de Tweede Kamer. Op 25 oktober 2021 is de Reparatiewet tijdelijke huurcontracten bij de Tweede Kamer ingediend om zoals toegezegd aan de Eerste Kamer de verruiming van generieke tijdelijke huurcontracten van twee naar drie jaar niet in werking te laten treden.

Met verhuurders en experts werkt de minister een gedragscode uit om te zorgen dat meerderjarige nabestaande kinderen een passende oplossing geboden kan worden en het voor verhuurders duidelijk is wat zij hierin kunnen en moeten. Deze gedragscode wil de minister voor het einde van het jaar vaststellen. Tot slot beziet de minister de komende periode of er andere wettelijke mogelijkheden zijn om de positie van deze kinderen te verbeteren zodat zij meer rust ervaren voor rouwverwerking en om beslissingen voor de toekomst te nemen. Ook hiervoor is het streven de Tweede Kamer voor het einde jaar 2021 nader te informeren.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Kox (SP), toe een reparatiewet in te dienen waarin wordt voorgesteld om de verlenging van tijdelijke huurcontracten van twee naar drie jaar (amendement-Koerhuis) niet in werking te laten treden (T03245).

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het op straat zetten van meerderjarige weeskinderen (en- of andere medebewoners van overleden familieleden of partners) d.d.

17 september 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 4071

Plenair debat 35517 Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen d.d. 6 juli 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 44, item 9)

De minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 november

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I

aanleiding van een vraag van het lid Van der    7 van het Burgerlijk Wetboek en, de    2021/22, 35925 VII, nr. A).

Linden (Fractie-Nanninga), toe in een overleg met Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet de VNG te polsen of gemeenten behoefte hebben maximering huurprijsverhogingen aan een handleiding om in de praktijk met    geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516

woningcorporaties maatwerk te kunnen bieden Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, in de woningmarkt (T03194).    de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d. 16 maart 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone

Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21, 35578, nr. J).

(PvdA), toe een overzicht te zullen maken van de verschillende variabelen die spelen in de huursector.

Het Kabinet zegt toe een brief naar de Tweede    Plenair debat Algemene Politieke    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2021

Kamer te sturen met een aantal noties over het    Beschouwingen d.d. 23 september 2021    per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II    2021/22,

volkshuisvestelijk beleid.    (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)    32847, nr. 818).

Er wordt gesproken over alle volkshuisvestelijke Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2022 thema's per 17 februari. De minister denkt de    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II    2021/22,

Kamer voor die tijd te informeren over    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in 27926, nr. 363).

voornemen voor de huurverhoging per 1 juli. het coalitieakkoord op het terrein van

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Er is een aantal wetgevingstrajecten, of een Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2022

aantal andere keuzes die is gemaakt in het    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II    2021/22,

coalitieakkoord, dat eigenlijk raakt aan heel veel    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen    in    35925 VII, nr. 137).

programma's tegelijkertijd, afschaffing van de    het coalitieakkoord op het terrein van verhuurderheffing bijvoorbeeld. Dat gaat over Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

de betaalbaarheid, maar dat gaat ook    27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925

verduurzaming en over aantallen woningen. Het VII, nr. 141)

raakt meerdere programma's. De minister zegt de Tweede Kamer toe een brief voor 17 februari

a.s. met daarin in welk tempo we dat zullen doen.

In de overige drie maatwerkgemeenten (Bergeijk, Kamerbrief Leningruil, splitsing en    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2022

Brielle en Zuidplas) volgt mogelijk op een later    saneringsbesluit Vestia d.d. 30 november 2021    per brief geïnformeerd    (Kamerstukken II    2021/22,

moment ook een overdracht van de woningen    (Kamerstukken II 2021/22, 29453, nr. 546)    36055, nr. 5).

door Vestia aan een lokale corporatie. De minister zegt toe de Tweede Kamer (begin volgend jaar

2022) te informeren over de stand van zaken in de overgebleven maatwerkgemeenten en waar

 

nodig over het verdere proces.

Begin 2022 zal de minister de Tweede Kamer informeren over de toegekende beschikkingen (gemeenten konden aanvragen indienen op grond van de «Regeling specifieke uitkering tweede tranche voor huisvesting aandachtsgroepen» ) voor een subsidie voor projecten die huisvesting van aandachtsgroepen.

Kamerbrief Voortgangsbrief betaalbare woningbouw d.d. 15 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 363).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 363).

Augustus jl. heeft de minister mede namens de Kamerbrief Beantwoording schriftelijke vragen stasJenV per brief aan alle CvdK, colleges van GS van het lid Koerhuis (VVD) over het bericht dat en colleges van B&W benadrukt dat het van groot provincie Noord-Holland een ultimatum stelt aan belang is dat we deze opgave schouder aan gemeente Castricum om huisvesting voor schouder (Rijk, provincie, gemeente en het COA) statushouders te regelen d.d. 3 november 2021 aanpakken. In het proces wat naar aanleiding van (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 679)

deze brief op gang is gekomen zetten zowel de gemeenten en provincies zelf, als BZK, het RVB en het COA zich ten volste in om locaties in kaart te brengen die op korte termijn beschikbaar zouden kunnen zijn voor (tijdelijke) huisvesting van statushouders. BZK ondersteunt dit proces ook financieel; er is 15 miljoen euro beschikbaar gemaakt om een aantal kansrijke projecten dit jaar nog van de grond te krijgen. De minister zegt toe dat de Tweede Kamer per brief wordt geïnformeerd over de voortgang van deze samenwerking.

De minister zegt toe dat de kabinetsappreciatie Commissiedebat Staat van de woningmarkt d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 februari 2022

op het Initiatiefwetsvoorstel van Kamerleden 16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

Nijboer, Beckerman, Bromet over het voorkomen nr. 863)    34974, nr. 10).

daling van sociale huurwoningen vrijdag

25 februari a.s. naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Adviezen van de Raad van State over algemene Kamerbrief Beantwoording Kamervragen van    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2022 per maatregelen van bestuur worden altijd openbaar het lid Koerhuis (VVD) over het bericht dat    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

gemaakt gelijktijdig met de bekendmaking van woningverhuurders met een miljardenclaim    32847, nr. 881).

de algemene maatregel van bestuur. De minister dreigen richting de staat d.d. 7 december 2021

zegt toe de Tweede Kamer erop te wijzen als het (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1003)

advies van de Raad van State over het eigendomsrecht gepubliceerd is (mbt de voorgenomen invoering om het aantal WOZ-punten in het woningwaarderingsstelsel te maximeren op 33%).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer zo Plenair debat Huisvesting van statushouders Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november spoedig mogelijk (naar verwachting in de week d.d. 8 december 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II van 13 december) in een brief geïnformeerd 32, item 8)    2021/22, 29453, nr. 45).

wordt over de 500 miljoen.

De minister zegt toe dat er een veegbrief naar Plenair debat Huisvesting van statushouders Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2022 de Tweede Kamer komt over financiële    d.d. 8 december 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

ondersteuning vanuit BZK voor 1300 tijdelijke 32, item 8)    19637, nr. 2820).

woningen, waarvan 800 naar vergunninghouders zullen gaan.

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer    Kamerbrief Voortgangsbrief betaalbare    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 december separaat de jaarrapportage ontvangt over    woningbouw d.d. 15 december 2021    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

rapportage arbeidsmigranten. (Daarin wordt u (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853)    2021/22, 29861, nr. 77).

geïnformeerd over de stand van zaken op de huisvesting van arbeidsmigranten.)

De minister zegt toe in gesprek te gaan met VNG Commissiedebat Wonen en Corona d.d. 3 juni Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei 2022 per over voorrang voor alleenstaanden (gescheiden) 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 757) brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, met kleine kinderen. De Tweede Kamer wordt (na    32847, nr. 883).

zomer 2021) hierover geïnformeerd.

De Minister-President zegt de Tweede Kamer toe Plenair debat over de regeringsverklaring d.d. Afgedaan. De toezegging is uitgevoerd, maar heeft dat bij de uitwerking van de verhuurvergunning 19 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 39, niet tot een aanpassing van het wetsvoorstel door minVRO een bewoningsplicht wordt bezien, item 3)    geleid.

en de kwestie van speculatie en buitenlandse investeerders wordt betrokken (aan het lid

Simons).

In zogenaamde botsproeven wordt nu gekeken welk effect welke keuzes exact zouden hebben. Ook hierop komt de minister terug bij de uitwerking van het programma betaalbaar wonen in het tweede kwartaal 2022.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 906).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 365).

Daarnaast wordt sterk ingezet op het vergroten van de kwaliteit en duidelijkheid van de uitspraken, verzetszaken en versoepelingen van het gehele behandelingsproces (Huurcommissie). De minister zegt toe de Tweede Kamer (voorjaar 2022) te informeren over de resultaten die in 2021 zijn behaald en het verloop van het verbetertraject.

Dan de tijdelijke huurcontracten. De evaluatie is gedaan en er is een aantal conclusies, zoals dat een aanpassing van de tijdelijke huurcontracten nodig is. De komende periode zal de minister zich verder verdiepen om daar vervolgens in de richting van de Tweede Kamer terug te komen.

Kamerbrief Actualiteit in huurbeleid d.d.

8 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358)

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29325, nr. 134).

Samen met collega van Ooijen gaat de minister Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de een aanpak maken op dakloosheid en zal de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Tweede Kamer informeren.    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 922).

Dan 30% van de woningvoorraad sociale woningen maken. De minister gaat zich op het exacte percentage nog even niet vastleggen, maar dit zou best eens onderdeel kunnen zijn van de hele regie en sturing. Hij wil nog even vrijheid houden in hoe hij dat exact wil doen, met welke parameter en met welk percentage. Daar komt de minister bij de Tweede Kamer op terug.

De minister zegt toe wat extra te doen m.b.t. dossier Woningmarktdiscriminatie (ook i.r.t. makelaars). Minister informeert de Tweede Kamer op een goed moment en een goede plek te vinden om bij aan te haken.

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

De minister zegt toe (2e kwartaal 2022) de Tweede Parlementair agenda punt [27-01-2022] -    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2022 per

Kamer te informeren hoe Verhuurderheffing eraf Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

wordt gehaald.    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    29453, nr. 551).

Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rietkerk (CDA) en Crone (PvdA), toe na te zullen denken over een Nationaal woningbouwberaad onder haar leiding (T03044).

Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 2 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2020/21, 35578, nr. I).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe de evaluatie van de Woningbouwimpuls aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T03195).

De minister(s) zeggen de Tweede Kamer toe een brief met een onderbouwing van de cijfers uit de bestuurlijke afspraken met betrekking tot 40.000 nultredenwoningen en 50.000 geclusterde woonvorm.

Plenaire debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d. 16 maart 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4) Plenair debat Toekomst van de ouderenhuisvesting d.d. 30 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, nr. 95, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 35488, nr. E).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 oktober 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 607).

De minister zegt toe - na zomerreces 2021 - met Commissiedebat Woningbouwopgave d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november regio Noord-Holland Noord een bestuurlijk 24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II overleg te voeren over een woondeal en de 812)    2021/22, 32847, nr. 828).

Tweede Kamer daarover te informeren.

De minister zal voor zomer 2021 in gesprek gaan Commissiedebat Woningbouwopgave d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november over Gnephoek en de Tweede Kamer daar    24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

spoedig over informeren.    812)    2021/22, 32847, nr. 828).

De verwachting is, dat, vaker dan nu, gemeenten Kamerbrief Voortgang versnelling woningbouw Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2021

naast facilitair grondbeleid het instrumentarium d.d. 9 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21,34682, nr.

voor actief grondbeleid ter hand zullen nemen nr. 754)    85).

om een ruimtelijk plan te realiseren. Hierbij wil de minister gemeenten zoveel mogelijk ondersteunen. Momenteel wordt de verkenning actief grondbeleid afgerond die de vragen met betrekking tot actief grondbeleid zal beantwoorden en beter in staat stelt om medeoverheden te ondersteunen. De minister verwacht rond zomerreces 2021 de Tweede

Kamer hierover te informeren.

Kamerbrief Stand van zaken duurzame oplossing voor Vestia d.d. 8 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/21,29453, nr. 539)

Kamerbrief Noties over het woonbeleid d.d.

5 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 818)

De minister zegt toe over de uitkomsten van het huidige Volkshuisvestingsfonds (VHF) en eventuele conclusies die daaruit getrokken kunnen worden de Tweede Kamer separaat te informeren.

De realisatie van deze woningen (complexe, grootschalige gebiedsontwikkelingen, veelal binnenstedelijk en een aantal buitenstedelijk) en de ontwikkeling van deze gebieden vraagt om forse financiële investeringen, ook van de overheid, en zal een veelvoud van private investeringen betreffen. Het rapport hierover is op 21 juni jl. met uw Kamer gedeeld. Op dit moment wordt onderzocht welke invloed keuzes met betrekking tot bereikbaarheid,

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 810).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853).

betaalbaarheid en leefbaarheid hebben op de benodigde middelen. De minister zegt toe dit uitkomsten van dit onderzoek op korte termijn naar de Tweede Kamer te sturen.

De minister zegt toe de Tweede Kamer rond de Wetgevingsoverleg inzake het Kerst 2021 te informeren over de voortgang van begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. de invoering van het Besluit Omgevingsrecht. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

35925 VII, nr. 94)

De ontwikkeling van deze gebieden vraagt - Kamerbrief Invulling 10*€100mln voor    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november naast een veelvoud van private investeringen - additionele woningbouw d.d. 5 november 2021 2021 per brief geïnformeerd (Voortgangsbrief om publieke investeringen. Op dit moment wordt (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 827)    betaalbare woningbouw).

een gevoeligheidsanalyse gedaan welke invloed keuzes met betrekking tot bereikbaarheid en betaalbaarheid hebben op de benodigde middelen. De minister zegt toe - op korte termijn

  • deze gevoeligheidsanalyse naar uw Tweede

Kamer te sturen.

De minister zegt de Tweede Kamer toe (najaar Commissiedebat Volkshuisvestelijke en    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november

2021) een voortgangsbrief met stand van zaken ruimtelijk ordeningsaspecten d.d. 16 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II actie-agenda vakantieparken.    2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 816)    2021/22, 32847, nr. 853).

In de antwoorden op de schriftelijke Kamervragen bij de Miljoenennota 20227 die op vrijdag 1 oktober 2021 naar de Tweede Kamer zijn verzonden is abusievelijk een fout geslopen. In het antwoord op de vragen 26 en 143 is toegezegd dat de minister van BZK vóór de begrotingsbehandeling van BZK een brief over de invulling van de 1 miljard euro voor woningbouw zal sturen. Gelet op het feit dat de begrotingsbehandeling al eind oktober is, gaat dat niet lukken. De minister zal de brief later dit najaar (2021) versturen.

De minister zal bij de collega's van EZK onder de aandacht brengen dat de Kamer (lid Beckerman) een vraag over vakantieparken en beleggers heeft gesteld, en vragen of EZK daar meer over weet en/of er al zaken lopen en de Tweede Kamer daarover informeren.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 853).

Kamerbrief Budgettaire uitkomsten APB d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 november 5 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925, 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II nr. 121)    2021/22, 32847, nr. 827).

Commissiedebat Volkshuisvestelijke en    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november ruimtelijk ordeningsaspecten d.d. 16 september 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 816)    2021/22, 32847, nr. 853).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te    Commissiedebat Leefbaarheid en Veiligheid d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november informeren over de werkzaamheden van de 7 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II taskforce Nieuwbouw woningcorporaties.    nr. 824)    2021/22, 32847, nr. 828).

De minister zegt toe knelpunten te checken met Commissiedebat Woningbouwopgave d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per betrekking tot locatie Valkenburg die bij    24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

technische briefing door provincie Zuid-Holland 812)    32847, nr. 921).

zijn genoemd. De rapportage aan de Tweede Kamer komt begin 2022.

De minister zet de Tweede Kamer toe het delen Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de van de Nationale Woon- en bouwagenda (eerste nieuwe minister voor Volkshuisvesting en helft van maart).    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Wetgevingsoverleg inzake het    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 december begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,    2021/22, 32847, nr. 848).

35925 VII, nr. 94)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 878).

De minister zegt de Tweede Kamer toe voor het commissiedebat over de woningbouwopgave een Kamerbrief te versturen over de stand van zaken van het programma versnellen van processen en procedures.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de ervaringen uit de derde tranche van de Woningbouwimpuls te betrekken bij de voorbereiding op de vierde tranche van de Woningbouwimpuls, zodat ook betaalbare woningbouw in kleine kernen gestimuleerd en versneld kan worden.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 94)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 910).

Kamerbrief Voortgangsbrief betaalbare woningbouw d.d. 15 december 2021 (Kamerstukken II 2021/2, 32847, nr. 853)

De minister zegt toe de Tweede Kamer zo snel mogelijk verder te informeren over de vierde tranche Woningbouwimpuls (en zal daarna ook zo snel mogelijk gemeenten op de hoogte te stellen van aanpassingen).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 910).

De minister wil nog voorjaar 2022 met collega    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer    is op    24 juni 2022 per van IenW komen tot een eerste tranche van    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd    (Kamerstukken II 2021/22,

beschikbaarstelling van die 7,5 miljard en de    Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in 32847, nr. 921).

Tweede Kamer informeren.    het coalitieakkoord op het terrein van

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

De minister zegt toe (eerste kwartaal 2022) de reactie op het advies van de Deltacommissaris over klimaatadaptatie en woningbouw op de lange termijn aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Antwoorden op vragen over het Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 mei 2022 per bericht «Deltacommissaris: woningbouw houdt brief geïnformeerd (Reactie op advies veel te weinig rekening met klimaatverandering» Deltacommissaris klimaatadaptatie en d.d. 28 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. woningbouw).

1494)

De minister zegt toe de Kamers - naar verwachting voorjaar 2022 - te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de neveneffecten van de wijzingen van het Besluit omgevingsrecht en mogelijke oplossingsrichtingen.

Kamerbrief Afdoening motie Bisschop mbt wijziging van het Besluit omgevingsrecht d.d. 15 december 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 33118, nr. CW)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33118, nr. DQ).

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe Commissiedebat Staat van de woningmarkt d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per (tweede kwartaal 2022) over de gevolgen van    16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

het Didam-arrest nadat studie hiernaar is    nr. 863)    32847, nr. 921).

voltooid.

Verder is er gesproken over het versnellen van    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022    per de procedures voor gebiedsontwikkeling. De    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

minister informeert de Tweede Kamer hoe hij dat Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in    32847, nr. 921).

exact gaat doen.    het coalitieakkoord op het terrein van

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Een poosje geleden heeft deze coalitie het weer    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022    per geprobeerd, maar nog blijft in alle uitingen    nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

gesproken worden over veertien grootschalige Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in    32847, nr. 921).

woningbouwgebieden. De oproep van de    het coalitieakkoord op het terrein van

Tweede Kamer: De veertien grootschalige    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

woningbouwgebieden als dat op een of andere 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925

manier zo uit de printer komt, maar koppel daar VII, nr. 141)

Amersfoort in ieder geval aan vast. Minister: ja, dat zal ik doen.

De minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Initiatiefvoorstellen 35488 Voorstel Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 juni 2022 per

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar van wet van het lid Nijboer tot wijziging van Boek brief geïnformeerd (Kamerstukken I, 2021/22,

aanleiding van een vraag van het lid Raven (OSF), 7 van het Burgerlijk Wetboek en, de    35578, nr. M).

toe in de gesprekken die de minister voert met Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet de regio's over de plancapaciteit de mogelijkheid maximering huurprijsverhogingen om in en om dorpen en kernen uit te breiden te geliberaliseerde huurovereenkomsten), 35516

betrekken (T03199).    Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,

de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting) en 35518 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Woningwet (wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet) d.d. 16 maart 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 29, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919).

Met transformaties worden jaarlijks gemiddeld Kamerbrief Noties over het woonbeleid d.d.

10.000 woningen aan de woningvoorraad    5 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847,

toegevoegd. De minister zegt de Tweede Kamer nr. 818) toe (najaar 2021) het nationaal transformatieplan gericht op versterking van het bestaande kabinetsbeleid om woningbouw via transformatie te bevorderen toe te sturen.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I, 2021/22, 35578, nr. M).

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar maatregelen woningmarkt 2014 II en de aanleiding van een opmerking van het lid    Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders

Rietkerk (CDA), toe de halfjaarlijkse rapportages met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 over de plancapaciteit en de realisaties met (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9) betrekking tot de woningbouw ook naar de Eerste Kamer te versturen (T03047).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 juni 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2847, nr. 921).

De minister zegt de Tweede Kamer toe (voorjaar Kamerbrief ABF-rapportage Inventarisatie 2022) wederom een actuele versie plancapaciteit plancapaciteit oktober 2021 d.d. 1 december toe te sturen.    2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 848)

De minister gaat zo spoedig mogelijk in gesprek Commissiedebat Woningbouwopgave d.d. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2022 per met Leger des Heils over maatschappelijk    24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/2022,

vastgoed en zal de Tweede Kamer daarover 812)    32847, nr. 883).

informeren.

De minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer Kamerbrief Gezamenlijke huisvesting AIVD- Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december (najaar 2021) te informeren over alternatieve MIVD d.d. 4 juni 2021 (Kamerstukken II    2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II

opties voor de gezamenlijke huisvesting van de 2020/2021,30977, nr. 160)    2021/22, 30977, nr. 161).

AIVD en MIVD en de concrete vervolgstappen in dezen.

Voor de zomer van 2022 zal de minister een Commissiedebat Wijziging van de Wet Huis voor Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022 per tweede nota van wijziging voor de Wet Hvk aan klokkenluiders d.d. 21 april 2022 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, de Tweede Kamer aanbieden.    II 2021/22, 33258, nr. 53)    35851, nr. 11).

Voor de zomer van 2022 zal de minister de    Commissiedebat Wijziging van de Wet Huis voor Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022 per

Tweede Kamer informeren over de stand van klokkenluiders d.d. 21 april 2022 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, zaken over de twee pilots met betrekking tot II 2021/22, 33258, nr. 53)    35851, nr. 11).

juridische en psychosociale ondersteuning van klokkenluiders.

Voor de zomer van 2022 ontvangt de Tweede Commissiedebat Wijziging van de Wet Huis voor Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022 per Kamer van de minister een overzicht met de voor- klokkenluiders d.d. 21 april 2022 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, en nadelen van anoniem melden. De minister II 2021/22, 33258, nr. 53)    35851, nr. 11).

doet dit in reactie op de initiatiefnota van Omtzigt en de nota van wijziging in één pakket.

Voor de zomer van 2022 wordt bij de tweede nota Commissiedebat Wijziging van de Wet Huis voor Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022 per van wijziging of de bijgaande brief ingegaan op: klokkenluiders d.d. 21 april 2022 (Kamerstukken brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

het vervolgproces, wettelijk verankeren van de II 2021/22, 33258, nr. 53)    35851, nr. 11).

preventietaak van het Huis (kanttekening: als het Huis daarvoor openstaat), artikel 17,

beschrijving van benadeling, een open norm of limitatief wordt nader naar gekeken,

verduidelijking van de definitie van misstand en komen tot één definitie van misstand, criterium van maatschappelijk belang benadrukken.

De minister is voornemens de Tweede Kamer    Kamerbrief Stand van zaken ondersteuning    Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2022    per twee keer per jaar te informeren over de    klokkenluiders d.d. 9 augustus 2021    brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

voortgang van het preventiebeleid en het    (Kamerstukken II 2020/21,33258, nr. 52)    35851, nr. 11).

bevorderen van een veilig werk- en meldklimaat door middel van een voortgangsbrief (extra ondersteuning klokkenluiders).

De minister zegt toe dat de kabinetsreactie op Kamerbrief Beantwoording van vragen van het Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 februari 2022

het advies van de Adviesgroep Vinkenburg met lid Eerdmans (JA21) aan de minister van    per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22,

betrekking tot wat het kabinet kan doen om een Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over 30420, nr. 368).

evenredige deelneming van vrouwen in    de aanbevelingen uit het rapport 'Gender adviescolleges te bevorderen in het voorjaar van Election d.d. 24 februari 2022 (Aanhangsel

2022 verstuurd zal worden.    Handelingen II 2021/22, nr. 1863)

De staatssecretaris van Financiën zegt toe,    Plenair debat Pakket Belastingplan 2022 d.d.    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 28 juni 2022    per namens de minister van BZK, dat er gekeken zal    14 december 2021 (Handelingen I 2021/22, nr.    11,    brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22,

worden naar een wijziging van de systematiek in    item 4)    35927, nr. P).

de Gemeentewet met betrekking tot de ozb.

Als reactie op de SP en hun wens voor een Plenair debat over de regeringsverklaring d.d. Deze motie is afgedaan. De BZK-planningsbrief is hoofdlijnenbrief, is door de Minister-President    19 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 39,    verzonden op 17 mei 2022 (Kamerstukken II

toegezegd dat iedere bewindspersoon met een    item 3)    2021/22 35925 VII, nr. 150). De planningsbrief planningsbrief komt (binnen drie weken) met    Digitale Zaken is verzonden op 13 mei 2022

proces wanneer beleidsbrief of hoofdlijnenbrief    (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 852).

aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Tabel 96 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (stand per 30 juni 2022)

Omschrijving van de toezegging    Vindplaats    Stand van zaken

Plenair debat Voorstel van wet van de leden Van In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar

Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein 2022 geïnformeerd.

en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (TK 34105) d.d. 9 februari 2016

(Handelingen I 2015/16, nr. 19, item 6)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf (D66), Barth (PvdA) en Bikker (ChristenUnie), toe om het Huis voor klokkenluiders in kaart te laten brengen waar er een reële benadeling van niet-werknemers ontstaat of zou kunnen ontstaan waartegen met een benadelingsverbod wellicht een wapen zou kunnen worden gegenereerd. Vervolgens komt hij ofwel met een wetsvoorstel ofwel met een toelichting waarom het buiten de wet om zou moeten worden opgelost. Binnen een maand komt de minister met een brief over hoe hij de motie-Bikker c.s. over deze materie uit gaat voeren (T02238).

Het gaat ook over structuur en sturingsprincipes: Kamerbrief Hoofdlijnenbrief minister van    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar met de recent uitgevoerde brede evaluatie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 2022 geïnformeerd. de organisatiekaders van Rijksorganisaties op 24 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22,  35925afstand is een basis gelegd voor een visie op de VII, nr. 129) inrichting van de Rijksdienst en wetgeving inzake Rijksinspecties. De minister zegt toe (voor zomer 2022) de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke    In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor

Kamervragen jaarverantwoording 2021 d.d. einde jaar 2022 geïnformeerd.

8 juni 2022 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 VII, nr. 6)

Ministeries zijn zelf verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel. Als minister van BZK is de minister coördinerend bewindspersoon voor de werkgeversrol van het rijk. Vanuit deze coördinerende verantwoordelijkheid geeft de minister in nauwe samenwerking met alle ministeries invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord dat de overheid aan de slag gaat met de mogelijkheden van anoniem solliciteren en 'open hiring' door een breed pakket met maatregelen te treffen om te bevorderen dat iedereen een gelijkwaardige kans heeft om aangenomen te worden bij het Rijk.

Voor einde jaar 2022 zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over het te treffen pakket rijksbrede maatregelen.

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor de 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, inwerkingtreding van de Omgevingswet item 16)    geïnformeerd.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Nooren (PvdA), Kluit (GroenLinks),

Janssen (SP), Klip-Martin (VVD) en Rietkerk (CDA), toe de uitvoeringsagenda VTH aan de Kamer aan te bieden vóór de zomer van 2020, waarbij tevens financiële aspecten aan de orde komen (T02877).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat dialogen met partners over politiek-democratische cultuur gevoerd zullen worden en dat het punt van macht en tegenmacht wordt meegenomen bij de monitoring en evaluatie van jurisprudentie (T02908)

De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de brede financiële consequenties van het DSO voor provincies, gemeenten en waterschappen in december in beeld komen, of in ieder geval voor de voorhang van het inwerkingtredings-KB inzake de Omgevingswet (T03000).

Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp 2022 geïnformeerd.

Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17)

Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor de natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 inwerkingtreding van de Omgevingswet (Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12)    geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in gesprek Kamerbrief Reactie op het RLi advies «Toegang

te gaan met de bestuurlijke partners van de Omgevingswet om samen na te gaan of, en in hoeverre de aanbeveling van een toegankelijkheidstoets bij ruimtelijke plannen opgenomen kan worden in de aanloop naar de

tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen.» d.d. 12 februari 2021 (Kamerstukken II 2020/212, 34682, nr. 79)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

inwerkingtreding van de Omgevingswet, bijvoorbeeld in lopende en op te starten praktijkproeven.

De minister zegt de Eerste Kamer toe de Eerste Kamerbrief Voortgang Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer en Tweede Kamer eind april te informeren over 8 april 2021 (Kamerstukken I 2020/21,33118, nr. worden najaar 2022 geïnformeerd.

de tijdelijke aanvullende maatregelen die nodig CB)

geacht zijn om op onderdelen van het Digitaal

Stelsel Omgevingswet (DSO) een alternatieve route aan te bieden.

De minister verwacht de Eerste Kamer in het    Kamerbrief Beantwoording vragen    In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar najaar te kunnen informeren over de uitkomsten Inwerkingtreding Omgevingswet d.d.    2022 geïnformeerd.

van de gesprekken over het instellen van de 10 september 2021 (Kamerstukken I 2020/21, onafhankelijke evaluatiecommissie.    33118, nr. CK)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling De Eerste Kamer wordt najaar 2022 Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, geïnformeerd.

Kluit (GroenLinks), toe de nulmeting over    item 16)

vergunningverlening, handhaving en toezicht (VTH) vóór de voorhang van het inwerkingtredings-KB de Kamer toe te sturen (T02854).

Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2022 natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 geïnformeerd.

(Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12)

De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe dat bij de monitoring van de Omgevingswet het onderwerp 'natuur' betrokken zal worden (T02999).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 geïnformeerd.

Kluit (GroenLinks), toe de Kamer te informeren item 16). over privacyaspecten inzake de vergunningaanvragen en meldingen met betrekking tot de uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02867).

Stemmingen inzake: Brief van de minister van BZK over de voorhang van het Koninklijk Besluit Inwerkingtreding Omgevingswet (EK 33.118 / 34.986, BN)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat een drietal aspecten rondom de invoering van de Omgevingswet geregeld moeten zijn, te weten: 1. dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkt; 2. dat de financiële afspraken tussen de decentrale overheden en het Rijk ten aanzien van de uitvoering van het stelsel en ten aanzien van het beheer en onderhoud van het DSO zijn gemaakt, en dat deze ook zijn geborgd voor zover het over de Rijksbijdrage gaat in de begrotingen van het Rijk; 3. dat verschillende uitvoeringsorganisaties — zoals de rechtspraak en de VTH-kolom — hebben aangegeven dat zij gereed zijn voor de uitvoering en dat daartoe ook een uitvoeringstoets is gedaan (T03130).

In behandeling. De Eerste Kamer is in april 2021 geïnformeerd over de uitvoering van de toezegging. (Kamerstukken I 2020/21, 33118, CC en Kamerstukken I 2020/21, 33118, CD). De Eerste Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer Kamer toe de uitkomsten van de    28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, worden halfjaarlijks over de implementatiemonitor inzake de voortgang van item 16)    implementatiemonitor geïnformeerd. De meeste de implementatie van de Omgevingswet in de    recente monitor was toegevoegd als bijlage bij uitvoeringspraktijk voorafgaand aan de    de voortgangsbrief van 23 april 2021. In het najaar voorhang van het inwerkingtredings-KB met de    2022 staat een nieuwe implementatiemonitor

Kamer te delen (T02882).    gepland.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar naar aanleiding van een vraag van de leden 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 geïnformeerd.

Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), item 16)

Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA) en Verkerk (ChristenUnie), toe een evaluatiecommissie in te stellen van deskundigen om een onafhankelijke evaluatie van de Omgevingswet te waarborgen.

De Kamer zal geïnformeerd worden bij brief over de wijze van inrichting van de evaluatiecommissie voorafgaand aan de voorhang van het inwerkingtredings-KB en elk jaar zal een evaluatiebrief verzonden worden naar de Eerste Kamer (T02849).

Stemmingen inzake: Brief van de minister van In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar BZK over de voorhang van het Koninklijk Besluit 2022 geïnformeerd.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat zij het inwerkingtredings-KB betreffende de Omgevingswet niet eerder ter bekrachtiging voorlegt aan de Koning dan nadat de beraadslaging in de Eerste Kamer is afgerond en de Eerste Kamer heeft ingestemd (T03129).

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16)

Omschrijving van de toezegging De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de Kamer een integraal inzicht aan te bieden met betrekking tot de systematische aanpak van de monitoring. Jaarlijks komt er een brief over de monitoringsresultaten (T02857).

In behandeling. Er zal jaarlijkse monitoring van de werking van het stelsel plaatsvinden en de Kamer wordt hier jaarlijks over geïnformeerd na inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Inwerkingtreding Omgevingswet (EK 33.118 /

34.986, BN)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van de 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 geïnformeerd.

leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Kluit    item 16)

(GroenLinks), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe een landelijke voorlichtingscampagne te initiëren, opdat mensen weten van de komst van de Omgevingswet en waar ze verdere informatie kunnen halen (T02869).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 2022 nader geïnformeerd.

Crone (PvdA), toe dat in het interbestuurlijk 2019/20, nr. 22, item 8)

programma «Aan de slag met de

Omgevingswet» aandacht zal worden besteed aan welke instrumenten reeds beschikbaar zijn wat betreft kostenverhaal op provinciaal en

Rijksniveau (T02906).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 nader geïnformeerd.

Klip-Martin (VVD), toe jaarlijks in een    item 16)

voortgangsbrief de Kamer te informeren over de lessons learned van de Crisis- en herstelwet.

In de voortgangsbrief over de stelselherziening die medio dit jaar wordt gestuurd, zal ook op deze lessons learned ingegaan worden (T02872).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, worden maandelijks geïnformeerd over de Nooren (PvdA), toe een overzicht te sturen vóór item 16).    aansluitingen. Deze toezegging is in uitvoering tot de voorhang van het inwerkingtredings-KB van    aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

zaken die gereed moeten zijn waar het betreft de aansluitingen van overheden op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02868).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 geïnformeerd.

Rietkerk (CDA), toe de werking van de software item 16) betreffende het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) continu te testen en de resultaten daarvan, die hun beslag krijgen in rapportages van verschillende instanties, de Kamer aan te bieden vóór de toezending van het inwerkingtredings-KB (T02865).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat in de voortgangsbrief uiteengezet wordt hoe de onafhankelijke evaluatie na vijf jaar en de jaarlijkse monitoring vorm worden gegeven (T02887).

Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Plenair debat Omgevingswet d.d. 15 maart 2016 In behandeling. Dit is een doorlopende toezegging.

Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)    De Eerste Kamer wordt geïnformeerd wanneer het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij de effecten op    nodig tot de wet is ingevoerd.

burgers en bedrijven inzake administratieve lasten steeds bij AMvB's, de invoeringswet en andere regelingen ten aanzien van de

Omgevingswet, in beeld zal brengen (T02249).

De minister zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet    In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio aanleiding van een vraag van het lid Kluit    natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 2022 geïnformeerd.

(GroenLinks), toe dat de eerste uitbouw van het (Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12)

DSO het onderwerp 'natuur' betreft (T03001).

De minister zegt toe de eindrapportage van Deloitte te delen met de Eerste Kamer zodra de minister deze heeft ontvangen (waarschijnlijk eind juli).

De minister zal in gesprek gaan met bestuurlijke partners over hoe we meer aandacht kunnen besteden aan de toegankelijkheid van de stad voor burgers. In het najaar wordt er vanuit BZK gestart met gesprekken met bestuurders. De minister zegt toe de Tweede Kamer over de uitkomsten van deze gesprekken te informeren.

De minister zegt toe dat er een voortgangsrapportage opgesteld en verstuurd zal worden aan de Eerste Kamer. Hierin staan onder andere: De resultaten van de enquête, nieuw advies/oordeel van AcICT en de nieuwste ketentestresultaten.

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16).

Omschrijving van de toezegging De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de monitorgegevens op digitale wijze maandelijks ter beschikking worden gesteld aan de Kamer (T02851).

In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden maandelijks geïnformeerd over de monitorgegevens. Deze toezegging is in uitvoering tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Mondeling overleg met de commissie IWO over In behandeling. De Eerste Kamer wordt in Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I september 2022 geïnformeerd.

2021/22, nr. 35, item 8)

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen vcBZK In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar

d.d. 12 februari 2021 inzake de reactie op het 2022 geïnformeerd.

advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) 'Toegang tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen d.d. 19 november

2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 89)

Mondeling overleg met de commissie IWO over In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 20222 geïnformeerd.

2021/22, nr. 35, item 8)

Vanaf 2023 zal de energiebesparingsplicht ook voor datacenters gaan gelden. De juridische uitwerking van de actualisatie van de energiebesparingsplicht is onlangs geconsulteerd en de minister verwacht deze -medio 2022 - aan de Tweede Kamer voor te kunnen leggen.

De staatssecretaris zegt toe (namens minister) bij de evaluatie van de Omgevingswet ook de ervaringen met zelfrealisatie bij onteigening wordt betrokken.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen datacenters d.d. 16 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1730)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2022 geïnformeerd.

Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet (35 133) d.d. 8 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 10, item 22)

In behandeling. Deze evaluatie gaat pas jaar na inwerkingtreding gebeuren. Beantwoording zal in 2022 plaatsvinden.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2023 geïnformeerd.

Kluit (GroenLinks), toe dat in de loop van de item 16). inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarna gemonitord zal worden op de ontwikkeling van het aantal, de kwaliteit en de onafhankelijke toetsing van milieueffectrapportages (m.e.r.). Deze monitoring heeft ook betrekking op m.e.r.-beoordelingen (T02859).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer toe dat zij zal bevorderen dat overheden 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2023 geïnformeerd.

expliciet aandacht besteden aan het betrekken item 16).

van doelgroepen die normaal gesproken ondervertegenwoordigd zijn bij participatie, zal monitoren hoe participatie zich ontwikkelt en vervolgens bij de evaluatie van de

Omgevingswet zal bepalen of andere of nadere eisen alsnog noodzakelijk zouden zijn (T02862).

In behandeling. De Eerste Kamer is geïnformeerd dat dit onderdeel is van de uitbouw van het DSO. De Kamer wordt hierover na inwerkingtreding Omgevingswet nader over geïnformeerd.

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2023 geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Plenair debat over Implementatie herziening

Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van mer-richtlijn d.d. 17 januari 2017 (Handelingen I

het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij bij de verdere 2016/17, nr. 14, item 3)

uitwerking van de Omgevingswet zal bekijken hoe ten gunste van de burger vorm gegeven kan worden aan het valideren van milieu-informatie die door de overheid wordt verstrekt (T02444).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Kluit (GroenLinks), toe dat de m.e.r.-    Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

beoordelingsplicht gemonitord zal worden op 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. het punt van diepe plassen (T02888).    35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem    In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp    1 januari 2023 geïnformeerd.

Verkerk (ChristenUnie), toe dat de ervaringen van Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, ambtenaren inzake de complexiteit van wet- en 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. regelgeving op het gebied van bodem    35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit gemonitord en geëvalueerd worden (T02907). geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020

(Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie inzake bodem gekeken zal worden naar de balans tussen beschermen en benutten en de bescherming van de burger (T02909).

Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp 1 januari 2023 geïnformeerd. Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem    In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp    1 januari 2023 geïnformeerd.

Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

Verkerk (ChristenUnie), toe dat een onafhankelijke commissie de Aanvullingswet geluid Omgevingswet zal evalueren, waarbij zal worden onderzocht hoe ambtenaren de complexiteit van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet ervaren en waarbij de balans tussen beschermen van de burger en het benutten van geluid een relevant onderdeel zal worden (T02893).

.Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp 1 januari 2023 geïnformeerd. Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Arbouw (VVD) en Crone (PvdA), toe een jaarlijkse rapportage naar de Kamer te sturen met daarin de monitoringsresultaten van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, de voortgang van de implementatie, de bevindingen en de acties die daarop worden gezet (T02894).

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem    In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp    1 januari 2023 geïnformeerd.

Moonen (D66), toe dat het RIVM apart zal    Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

monitoren wat de gezondheidseffecten zijn van 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. de geluidsnormen op burgers, naast de jaarlijkse 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit monitoring van de Omgevingswet, waar geluid geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 ook onderdeel uit maakt (T02895).    (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 1 januari 2023 geïnformeerd.

2019/20, nr. 22, item 8).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Meijer (VVD), Verkerk (ChristenUnie), Van Dijk (SGP), Crone (PvdA) en Rietkerk (CDA), toe de werking van de huidige voorstellen inzake kosten verhaal en financiële bijdrage te onderzoeken en daarbij tevens te bezien of er nog lacunes zijn op dit terrein. Wanneer lacunes eventueel gedicht moeten worden, zullen daarbij in ieder geval de aspecten 'rechtszekerheid' en 'snelheid' betrokken worden. Ook zal worden gekeken naar de toepassing van het amendement-Ronnes (TK 2019/20, 35 133, nr. 34) inzake financiële bijdragen voor ontwikkelingen van een gebied op publiekrechtelijke basis, op provinciaal en Rijksniveau. Daarnaast zal onderzoek worden gedaan naar kostenverhaal bij grote infrastructuurprojecten (T02902).

Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 1 januari 2023 geïnformeerd.

2019/20, nr. 22, item 8).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat gemonitord zal worden of in de praktijk vergunningvoorschriften over kostenverhaal minder rechtszekerheid bieden dan kostenverhaalregels (T02903).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Parlementair agenda punt [03-03-2020] - Plenair In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid debat Aanvullingswet grondeigendom    1 januari 2023 geïnformeerd.

Rietkerk (CDA), toe dat bij de monitoring en Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I evaluatie ook aandacht gegeven zal worden aan 2019/20, nr. 22, item 8). het gebruik van privaatrechtelijk contracteren in de praktijk (T02905).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe na de inwerkingtreding van de Omgevingswet de ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en rechtsbescherming te monitoren, waarbij specifiek aandacht zal zijn voor de effectiviteit van de rechtsbescherming en de eventuele noodzaak tot indringendere toetsing (in het kader van artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)) door de rechter. Bij de evaluatie van de Omgevingswet zal ook specifiek op deze punten ingegaan worden (T02864).

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2023 geïnformeerd.

item 16).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2023 geïnformeerd.

Nooren (PvdA), toe dat zij een vergelijkbaar item 16).

onderzoek als «Borging van de nationale ruimtelijke belangen» zal laten uitvoeren en de

Kamer over de resultaten zal informeren

(T02875).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem    In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer, naar aanleiding van een vraag van de Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp    1 januari 2023 geïnformeerd.

leden Rietkerk (CDA) en Kluit (GroenLinks), toe Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet,

dat het aspect 'bodem' ook meegenomen wordt 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

in de monitoring van vergunningverlening, 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit toezicht en handhaving (VTH) (T02886).    geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020

(Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Parlementair agenda punt [28-01-2020] - Plenair In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor

Kamer, naar aanleiding van een vraag van de debat Invoeringswet Omgevingswet d.d.    1 januari 2023 geïnformeerd.

leden Nooren (PvdA) en Van Dijk (SGP), toe na 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,

de inwerkingtreding van de Omgevingswet een item 16).

steekproef te laten doen naar de doorwerking van nationale belangen in de omgevingsplannen

(T02878)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt najaar Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    2022 geïnformeerd.

Nooren (PvdA), toe dat zij de toegankelijkheid item 16). van het gehele Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zal monitoren, inclusief het deel dat onder verantwoordelijkheid van lokale overheden met inhoud wordt gevuld (T02881).

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2027 geïnformeerd.

item 16).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer naar aanleiding van een vraag van de leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de invoeringsondersteuning nog vijf jaar te laten doorlopen vanaf 2021. In dat kader zal minimaal één jaar voldoende ondersteuning met regioteams plaatsvinden, op kosten van de Rijksoverheid. Nadat vijf jaar zijn verstreken zal bezien worden met decentrale overheden welke ondersteuning nog nodig is (T02855).

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2027 geïnformeerd.

item 16).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie de onafhankelijke evaluatiecommissie het risico van regelreflex zal bezien (T02856).

Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,    1 januari 2027 geïnformeerd.

item 16).

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe bij de evaluatie van de Omgevingswet de kwaliteit van het participatieve proces te bezien en eventuele best practices die uit de evaluatie naar voren komen, te delen (T02863).

. In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2027 geïnformeerd.

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18,

Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie item 16). van de Omgevingswet aandacht te geven aan enkele staatsrechtelijke notities als de scheiding

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

van de machten en het beginsel van democratie, met inbegrip van de toepassing van de instrumenten van de Omgevingswet en de werking daarvan binnen het rechtsbestel (T02850).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag opmerking van het lid Koole (PvdA), toe te overwegen of (de vastlegging van de) medeondertekening door de minister van BZK bij wetten die het lokaal en provinciaal openbaar bestuur aangaan, van toegevoegde waarde is (T03209).

Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het najaar 2022 geïnformeerd.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat Drie herindelingswetten / aanleiding van een vraag van het lid Koole    Samenvoeging gemeenten d.d. 6 juli 2021

(PvdA), toe de Kamer te informeren over de opzet (Kamerstukken I 2020/21, nr. 44, item 10) van de evaluatie waarin bekeken moet worden of de nieuwe fusiegemeente Maashorst kan blijven bestaan (T03262).

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe, naar aanleiding van Kamervragen van het lid Koerhuis (VVD), binnen 3 maanden na de ontvangst van het onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur met een reactie te komen, dit op grond van artikel 24 van de Kaderwet adviescolleges. De minister is voornemens om voor het zomerreces de Kamer te informeren.

Kamerbrief Beantwoording Kamervraag van het lid Koerhuis inzake het bericht dat rijksambtenaren maar weinig weten van wat zich in Twente en de Achterhoek afspeelt d.d. 10 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3111)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe te gaan kijken naar een beter functionerend stelsel, dat meer budgettaire stabiliteit en autonomie geeft voor de gemeente (T03207).

Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd

De minister streeft ernaar dat de kabinetsreactie op het rapport «Van beroep in bezwaar; Werkwijze en verdienmodel 'no cure no pay'-bedrijven WOZ en BPM» voor de zomer naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het bericht «Toezichthouder heeft dubbel gevoel bij reclames WOZ-aanslag» d.d. 26 april 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2549)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt na zomer 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (in 2019) inzake de voortgang over het gebruik van open data bij decentrale overheden.

Algemeen overleg Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 25 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 65)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd zodra zich een goede aanleiding voordoet.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe een aanvullende integrale rapportage te maken over de trends van alle uitkeringen aan de decentrale overheden en over de gevolgen van die uitkeringen voor de financiële positie van de gemeenten (T03208).

Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe na de zomer van 2020 de Tweede Kamer te informeren over de eerste opbrengsten en eventuele vervolgstappen in het kader van taakdifferentiatie.

Kamerbrief Uitvoering Kamermotie Van der Molen inzake Taakdifferentiatie d.d. 12 maart 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 109).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe (najaar 2020) De Tweede Kamer te kunnen berichten over de uitkomsten van de gesprekken met de VNG over taakdifferentiatie.

Kamerbrief Antwoorden op vragen schriftelijk overleg over democratie, kiesrecht en desinformatie d.d. 15 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII;30821;30985;35165;35300-B, nr. 124)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

op 11 juli 2022 is de Kamer geïnformeerd over de herziening van het uitkeringsstelsel, in het kader van de contourennota voor de financieringssystematiek van medeoverheden. Het streven is om de herziening van de

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling d.d.

15 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 13). Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio jaar 2022 geïnformeerd.

Financiële-verhoudingswet in 2024 af te ronden. Als bijlage bij de contourennota is een overkoepelende notitie opgenomen over het uitkeringsstelsel, van de ambtelijke Taskforce uitkeringsstelsel. Deze Taskforce zal haar werkzaamheden in het najaar van 2022 voortzetten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio januari 2023 geïnformeerd.

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8)

(PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het Provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken (T02426).

Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 januari 2023 geïnformeerd : (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8)

De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat de minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt; De minister zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het Provinciefonds zal kijken (T02425).

Kamerbrief Resultaten overleg gemeenten over In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor mogelijkheden tariefverlagingen    zomer 2023 geïnformeerd.

onroerendezaakbelasting d.d. 30 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 108)

De minister zegt toe opdracht te geven tot een extern onderzoek om te bezien of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken met betrekking tot het creëren van extra mogelijkheden in het fiscale instrumentarium voor onder andere sportaccommodaties het beste geadresseerd kunnen worden. De minister zal de Tweede Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten van het onderzoek, die in de eerste helft van 2023 worden verwacht.

Na afronding van de evaluatie (medio 2024) wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd

De minister zegt toe om de Tweede Kamer te Plenair debat Samenvoeging van de gemeenten informeren over de totstandkoming/ontwikkeling Landerd en Uden (35 619), Samenvoeging van van het Kernenbeleid van de gemeente Dijk en de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Waard.    Hubert    en Sint Anthonis (35 620), Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk (35 621), Herindeling van de gemeenten Beemster en Purmerend (35 622) en Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp (35 623) d.d. 11 februari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 56, item 5)

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe Parlementair agenda punt [13-04-2022] -    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in een reactie op hoe we de kwalificatie van mensen Commissiedebat Informatiehuishouding op    september 2022 geïnformeerd.

toetsen in het kader van zoveel mogelijk    orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d.

hooggekwalificeerde mensen (terugkoppeling 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. personeelsbeleid IHH/ICT).    851)

Kamerbrief Uitstelbericht toezegging op    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar kamervragen van Weerdenburg en van Haga d.d. 2022 geïnformeerd.

11 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr.

848)

De staatssecretaris deelt mede naar aanleiding van de motie van de leden Van Weerdenburg en Van Haga (verworpen motie 26643, nr. 825) dat het cloudbeleid niet voor het meireces aan de Tweede Kamer kan worden gestuurd, daar de finalisering van de besluitvorming daarover nog loopt. Het streven is ernaar dit zo spoedig mogelijk te sturen.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik In behandeling. De Tweede Kamer wordt in er een onderzoek komt naar inkoopeisen en en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken september 2022 geïnformeerd.

richtlijnen voor cyberveiligheid in het    II 2021/22, 26643, nr. 838)

overheidsapparaat, en dan gaat het voornamelijk over landen met een offensief cyberprogramma

(VVD).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer dat Commissiedebat Informatiehuishouding op In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de wijze van externe audit wordt meegenomen orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d. september 2022 geïnformeerd. bij de nieuwe cyberstrategie van JenV.    13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr.

851)

Omdat een wetstraject tijd kost, heeft de    Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde staatssecretaris vorig jaar besloten om alvast tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d. kwartaal 2022 geïnformeerd. een tijdelijke juridische grondslag voor het 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15,

Adviescollege ICT-toetsing te maken door middel item 11) van een instellingsbesluit. Inmiddels is de internetconsultatie van het wetsvoorstel afgerond en gaat het wetsvoorstel eind dit jaar naar de Raad van State. Afhankelijk van zijn advies verwacht de staatssecretaris het wetsvoorstel in het voorjaar van 2022 bij de Tweede Kamer in te dienen.

De staatssecretaris zegt toe - voor zomer 2022 - Commissiedebat Informatiehuishouding op In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel wettelijke orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d. derde kwartaal 2022 geïnformeerd. verankering AcICT ontvangt.    13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr.

851)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2022 geïnformeerd.

Gezien de urgentie van dit traject blijf ik de Tweede Kamer namens het kabinet periodiek informeren over de planning en voortgang van de verschillende ministeries te inventariseren waar afkomstgerelateerde persoonsgegevens worden gebruikt (vervuilde data).

Het ministerie van BZK zal in samenwerking met andere overheidspartijen onderzoek doen naar mogelijke nationale veiligheidsrisico's bij het gebruik binnen de rijksoverheid van camera's afkomstig van partijen uit landen met een offensief cyberprogramma richting Nederland. Indien dit onderzoek is afgerond zal de Tweede Kamer daarover worden geïnformeerd.

Kamerbrief Plannen van aanpak en planningen Uitvoering Moties Marijnissen c.s. en Klaver c.s. d.d. 6 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 812)

Kamerbrief Antwoord op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Van Ginneken over het gebruik van omstreden Chinese bewakingscamera's door de Nederlandse overheid en politie d.d. 9 juni 2022

In behandeling. De toezegging ziet - blijkens de toezegging zelf - op een reactie van de minister in geval van nieuwe initiatieven vanuit de Tweede Kamer. Daaromtrent zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen bekend.

De minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat 33 989 Verandering in de Grondwet

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar van de bepalingen inzake de onschendbaarheid aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim d.d. en Duthler (VVD), toe om, als er initiatieven 4 juli 2017 (Handelingen I, 2016/17, nr. 34, item 5) vanuit de Tweede Kamer op het punt van horizontale werking van artikel 13 Grondwet komen, deze waar mogelijk te ondersteunen (T02460).

De NCDR heeft de opdracht om een Nationaal    Kamerbrief Verslag Vaststelling van de

Programma op te stellen bestaande uit een    begrotingsstaten van het Ministerie van meerjarig deel met scherpe doelen en een    Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

jaarlijks deel met concrete acties om    voor het jaar 2022 d.d. 13 oktober 2021

discriminatie en racisme tegen te gaan. Zodra er (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10)

In behandeling. De Staatscommissie is per 1 mei ingesteld. (Kamerstukken II, 2021/22, 30950, nr. 301). De Tweede Kamer zal in september 2022 nader worden geïnformeerd.

een Nationaal Programma is zal de Tweede Kamer hierover geïnformeerd worden.

Daarnaast wordt de Tweede Kamer nog dit jaar geïnformeerd over de instelling van een Staatscommissie Discriminatie.

De Minister van BZK zegt de Kamer, naar    Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen In behandeling.De Eerste Kamer wordt in najaar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort, inzake wet open overheid d.d. 28 september 2022 geïnformeerd. toe de belemmeringen voor het Verdrag van 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11)

Tromsp in kaart te brengen en dit in het voorjaar van 2022 gereed te hebben (T03361).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om de Wet Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende de uitvoering van het gedeeltelijk verbod    2022 geïnformeerd.

kleding drie jaar na inwerkingtreding te    gezichtsbedekkende kleding d.d. 16 september evalueren en de Kamers hierover te informeren. 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3)

De minister zegt de Tweede Kamer toe hoe vorm Plenair debat over de handhaving van de Wet In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio te geven in het voorzien in de behoefte van de gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende    2022 geïnformeerd.

Kamer beter te informeren over de wijze van bekleding d.d. 26 september 2021 (Handelingen rapporteren van meldingen (35 meldingen/ II 2019/20, nr. 6, item 3) incidenten - algemene lijn in de incidenten).

De minister zegt de Tweede Kamer toe na te gaan Plenair debat over de handhaving van de Wet In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio of de wet GBK meegenomen worden in de besluit gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende    2022 geïnformeerd.

personenvervoer, zodat dat de basis kan worden bekleding d.d. 26 september 2021 (Handelingen waarop het personeel iemand in het OV kan II 2019/20, nr. 6, item 3) weigeren. De minister wilt dit meenemen bij de evaluatie.

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat Wijziging van de Wet op de aanleiding van vragen van de leden Dittrich (D66) inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (35 en Nicolaï (PvdD), toe Conventie 108+ te    242) d.d. 8 juni 2021 (Handelingen I 2020/21, nr ratificeren en de Rijkswet daartoe na het    40, item 8)

zomerreces in te dienen. (T03247).

De minister van BZK zegt toe samen met de Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in minister van J&V een gezamenlijke reflectie te 24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, september 2022 geïnformeerd. geven op kritiek van de AP, CRM, Amnesty dat nr. 286) het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden niet door de discriminatietoets zou komen.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in een    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in brief terug te komen op vragen met betrekking tot    minister van BZK d.d. 26 januari 2022    september 2022 geïnformeerd.

de hardvochtigheden in wetgeving, ook na consultatie van de Hoge Raad. De minister zal daarnaast hier verder op ingaan in de toegezegde brief over de Algemene wet bestuursrecht.

De minister zegt toe uit te zoeken welke stappen    Plenair debat Voorstel van wet van de leden    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in nodig zijn om de tekst van artikel 1 op de    Hammelburg, Bromet en De Hoop houdende    september 2022 geïnformeerd.

grondwetbank aan te passen, en zal de Tweede verandering in de Grondwet, strekkende tot Kamer in de loop van 2022 hierover informeren. toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond d.d.

9 maart 2022 (35 741) (Handelingen II 2021/22, nr.

58, item 9)

De minister zegt toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Rajkowski, de Tweede Kamer te informeren over de vraag in hoeverre digitaal verzenden van stukken voor burgers dezelfde waarborgen biedt als aangetekende verzending per post. Daarbij gaat het niet alleen om bewijs van verzending/ontvangst, maar ook om bewijs dat iets inderdaad door een specifiek persoon is verzonden.

Plenaire debat Voortgang wetsvoorstel Wet In behandeling. De Tweede Kamer wordt in modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer september 2022 geïnformeerd. in de Tweede Kamer d.d. 6 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 69, item 6)

De minister zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks Mondelinge vraag van het lid LEIJTEN (SP) aan In behandeling. De Tweede Kamer wordt proactief informeren over de stand van zaken van de minister van Binnenlandse Zaken en    september 2022 geïnformeerd.

de afhandeling van de WOB-verzoeken, met Koninkrijksrelaties over het bericht 'Ministeries daarbij ook een stappenplan en toelichting bij doen gemiddeld drie keer langer dan toegestaan de vervolgstappen.    over WOB-verzoek' (Nos.nl, 28 januari 2022) d.d.

1 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 44, item 3)

De minister zegt de Tweede Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Sneller (D66), rond de zomer van 2022 met een brief te komen waarin wordt ingegaan op digitale grondrechten en op de beperkingssystematiek.

Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) en andere grondwetswijzigingen d.d. 30 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 66, item 2)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe spoedig na het zomerreces Notaoverleg Reactie van de Venetië-Commissie In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de Tweede Kamer te informeren over de nieuwe van de Raad voor Europa over een    september 2022 geïnformeerd.

ambtseed voor rijksambtenaren.    adviesaanvraag rechtsbescherming van burgers in Nederland d.d. 30 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29279, nr. 717)

De minister zegt de Tweede Kamer toe, naar aanleiding van vragen van het lid Sneller (D66), om na de zomer met een brief te komen waarin wordt ingegaan op de viering van 175 jaar Grondwet en de grondwetbank.

Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) en andere grondwetswijzigingen d.d. 30 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 66, item 2)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De Nationale ombudsman heeft onderzocht hoe Kamerbrief Juridisch toetsingskader etnisch In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de overheid moet omgaan met klachten over profileren d.d. 14 december 2021 (Kamerstukken september 2022 geïnformeerd.

etnisch profileren. Hij heeft daarover een kader II 2021/22, 30950, nr. 281)

opgesteld, waarin hij handvatten biedt voor klachtbehandeling bij etnisch profileren, op basis van direct contact tussen burger en ambtenaar.

De minister zal samen met de minister van Justitie en Veiligheid en in overleg met de Nationale ombudsman verder uitvoering geven aan aanbevelingen uit dit onderzoek en de Tweede Kamer hierover voor het voorjaar van 2022 berichten.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Op de ministeries van J&V alsook van BZK worden voorbereidingen getroffen om het nieuwe kabinet snel beslissingen te laten nemen over de opvolging van het advies van de Commissie Fokkens met betrekking tot de procedure voor ambtsdelicten. De Tweede Kamer zal hierover vanzelfsprekend nader worden geïnformeerd.

Kamerbrief Stand van zaken implementatie GRECO aanbevelingen d.d. 26 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 15)

De minister zegt toe dit jaar de verkenning    Algemeen overleg Discriminatie (Kamerstukken In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2022

omtrent gelijkebehandelingswetgeving in    II 2018/19, 30950, nr. 162)    geïnformeerd.

Caribisch Nederland naar de Tweede Kamer te sturen.

Het kennisinstituut Movisie is, in opdracht van    Kamerbrief Versterking ketenbrede aanpak    In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2022

het ministerie van BZK, gestart met een    discriminatie en racisme d.d. 23 februari 2022    geïnformeerd.

onderzoek dat in kaart brengt hoe het    (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 284)

meldingsproces bij ADV's optimaal moet worden ingericht, zodat het melden van een discriminatieklacht een duidelijke meerwaarde heeft voor het slachtoffer. De minister verwacht eind 2022 de resultaten van dit onderzoek en zal de Tweede Kamer op de hoogte brengen van de vervolgstappen.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe als de dynamiek van de Plenair debat Begrotingsbehandeling coronacrisis gezakt is met de Tweede Kamer in Binnenlandse Zaken d.d. 15 oktober 2020 gesprek te gaan over een stresstest breed op de (Handelingen II, 2020/21, nr. 15, item 13) rechtsstaat, inclusief lagere overheden en de manier waarop veiligheidsregio's functioneren.

Plenair debat Voorstel van wet van de leden In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor Dijkstra en Schouw tot wijziging van het    1 januari 2023 geïnformeerd.

Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344) d.d. 27 mei 2014 (Handelingen I, 2013/14, nr. 31, item 12)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe om bij de volgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling een voorstel te doen om artikel 5, lid 2, onderdeel d te schrappen (T01970).

Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod    In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor gezichtsbedekkende kleding (34.349) d.d. 12 juni 1 januari 2023, na de afronding van de eerste 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4) evaluatie van de wet, geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Lintmeijer (GroenLinks) en Nooren (PvdA), toe om contact te houden met de betrokken sectoren om de effecten van de wet, inclusief het effect op het aantal personen dat gezichtsbedekkende kleding draagt, in kaart te brengen. Ontwikkelingen in andere Europese landen worden hierbij betrokken. De Kamer wordt over 2-3 jaar geïnformeerd (T02615).

De minister zal over een jaar een evaluatie naar Notaoverleg Reactie van de Venetië-Commissie In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de de Tweede Kamer sturen met daarin opgenomen van de Raad voor Europa over een    zomer van 2023 geïnformeerd.

hoever het kabinet is met de uitvoering van de adviesaanvraag rechtsbescherming van burgers aan het kabinet gerichte aanbevelingen uit het in Nederland d.d. 30 mei 2022

rapport van de Venetiëcommissie.

De minister zegt toe dat de Wet gedeeltelijk Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 verbod gezichtsbedekkende kleding wordt    24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, geïnformeerd.

geëvalueerd en dat de Tweede Kamer hierover nr. 286) zal worden geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de Brief Notaoverleg Advies Raad van State over    In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar stelselverantwoordelijkheid na het zomerreces ministeriële verantwoordelijkheid d.d. 5 juli 2021 2024 geïnformeerd. van 2021 naar de Kamer te sturen.    (Kamerstukken II 2020/21,35570, nr. 65)

Kamerbrief Beantwoording feitelijke vragen In behandeling. De Tweede Kamer wordt in opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen september 2022 geïnformeerd.

2022 d.d. 24 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22,

35165, nr. 49)

De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening (31.570) (T01443). De minister zegt toe de Tweede Kamer in de tweede helft van juni 2022 te informeren over de evaluatie van het verkiezingsproces. Bij deze evaluatiebrief zal de minister tevens de Tweede Kamer informeren over de stand van zaken rond de (lopende) wetsvoorstellen en beleidsvoornemens inzake onderhoud en vernieuwing van het verkiezingsproces.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de tweede helft van juni de Kamer de brief over de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen te sturen.

Plenair debat Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31.570, nr. 20 ) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31.570) d.d.

7 februari 2012 (Handelingen I 2011/12, nr. 18, item 3 en 5)

Kamerbrief Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 48)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd zodra besloten is tot de bedoelde meer integrale grondwetsherziening. Er is vooralsnog nog geen zicht op een dergelijke herziening.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe te onderzoeken welke    Commissiedebat Leefbaarheid en Veiligheid d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in informatie beschikbaar is aangaande de door    7 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, september 2022 geïnformeerd.

RIGO uitgevoerde evaluatie van de Wbmgp en zal nr. 824) de Tweede Kamer nog van nadere informatie voorzien.

De minister zegt de Tweede Kamer toe bij    Kamerbrief In vervolg op parlementaire    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in instemming van het wetsvoorstel na te gaan of behandeling wetsvoorstel 35 455 d.d. 11 oktober september 2022 geïnformeerd. het mogelijk is om bij de    2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35455, nr. 17)

gemeenteraadsverkiezing in verband met gemeentelijke herindeling in november 2022 een eerste experiment te houden met een nieuw stembiljet. Over de uitkomst daarvan zal de Kamer geïnformeerd worden.

Commissiedebat Evaluatie Tweede    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in

Kamerverkiezing d.d. 16 november 2021    september 2022 geïnformeerd.

(Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 44)

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2022 een brief ontvangt over hoe de regering wenst om te gaan met de delictsomschrijving in strafbepalingen voor het ronselen van volmachten in de Kieswet.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister gaat in gesprek met de minister van Commissiedebat Evaluatie Tweede JenV over de beveiliging van de digitale    Kamerverkiezing d.d. 16 november 2021

infrastructuur van politieke partijen en de    (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 44)

ondersteuning daarbij, waarna de Tweede Kamer hierover wordt geïnformeerd.

De minister zegt toe dat er voor de zomer van    Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en    In behandeling. De Tweede Kamer    wordt in    het

2022 een kabinetsreactie komt op het rapport    democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken    najaar van 2022 geïnformeerd.

Atlas van Afgehaakt Nederland.    II 2021/22, 28479, nr. 87)

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de    Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en    In behandeling. De Tweede Kamer    wordt in    najaar zomer van 2022 een overzicht te sturen met    democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken    2022 geïnformeerd.

daarin een stand van zaken van de moties die zijn II 2021/22, 28479, nr. 87) aangenomen bij het debat over de gemeenschappelijke regelingen.

Parlementair agenda punt [24-02-2022] -    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar

Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 2022 geïnformeerd.

24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, nr. 286)

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 een reactie ontvangt op het rapport van de adviesgroep slavernijverleden en over het nationaal onderzoek naar het slavernijverleden.

Plenair debat Wet bevorderen integriteit en In behandeling. De Tweede Kamer wordt in functioneren decentraal bestuur (35 546) d.d. september 2022 geïnformeerd.

14 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 19)

De minister informeert de Tweede Kamer na de zomer van 2022 met een brief over versterking van het decentraal bestuur, waarbij ook wordt ingegaan op de stand van zaken van de uitvoering van de moties die zijn aangenomen bij de wijziging Wgr.

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Tijdelijke wet digitale    In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    beraadslaging en besluitvorming provincies,    2022 geïnformeerd.

aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe gemeenten, waterschappen en de openbare haar zo spoedig mogelijk in te lichten over een lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (35

voornemen de wet bij koninklijk besluit te    424) d.d. 7 april 2020 (Handelingen II 2019/20, nr.

verlengen (T02845).    24, item 10).

Plenair debat Tijdelijke experimentenwet    In behandeling. De Eerste Kamer wordt in nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve september 2022 geïnformeerd. invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10)

De minister zegt toe na het zomerreces de Tweede Kamer te informeren over de onderzoeksresultaten van de evaluatie van de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Er zal geen eerste experiment plaatsvinden bij de herindelingsverkiezing van november 2022. De minister zal nagaan bij welke verkiezing een eerste experiment kan plaatsvinden en dat de Kamers rond de zomer laten weten.

Kamerbrief Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 48)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt naar verwachting in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer na het Kamerbrief Beantwoording feitelijke vragen    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar zomerreces in haar brief over het onderzoek naar opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen    2022 geïnformeerd.

de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen te 2022 d.d. 24 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22,

informeren hoeveel inwoners één raadslid 35165, nr. 49)

vertegenwoordigt op basis van de huidige opkomst.

De minister informeert de Tweede Kamer rond de zomer van 2022 over de procedure rondom het waarnemend burgemeesterschap, naar aanleiding van de motie Scherpenzeel.

Commissiedebat Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur d.d.

7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 149)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling geïnformeerd over de vormgeving en planning van de gevraagde wetswijziging

De minister zegt toe de Tweede Kamer tweemaal Kamerbrief Aanbieding Nationaal Programma In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar per jaar over de voortgang van het programma Leefbaarheid en Veiligheid d.d. 4 juli 2022    2022 geïnformeerd.

Leefbaarheid en Veiligheid en de resultaten die (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100) hierbij worden gerealiseerd te informeren.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris zegt toe m.b.t. kabinetsstandpunt naar aanleiding van nieuwe EU zelfregulering op desinformatie de Tweede Kamer begin 2022 te informeren.

Commissiedebat Online veiligheid en cybersecurity d.d. 1 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 807)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe m.b.t. uitkomst Commissiedebat Online veiligheid en onderzoek inzet wetgeving op desinformatie cybersecurity d.d. 1 december 2021 door Australië en toepasbaarheid in Nederland (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 807)

(waarschuwing VVD dat ook meegenomen moet worden het voorkomen van censuur) de Tweede Kamer begin 2022 te informeren.

De minister zegt een brief toe aan de Eerste    Plenair debat over rechtsstatelijkheid,    In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het

Kamer over de aanpak van desinformatie.    grondrechten en democratie in de EU d.d.    najaar van 2022 geïnformeerd.

8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16, item 11)

De minister zegt toe het voorstel tot wijziging van Kamerbrief Voortgang voorbereiding Wet op de In behandeling.De Tweede Kamer wordt najaar de Wfpp - na ontvangst advies zo spoedig    politieke partijen d.d. 11 juni 2020 (Kamerstukken 2022 geïnformeerd.

mogelijk naar de Tweede Kamer te sturen. Het II 2019/20,35300 VII, nr. 123) streven is het voorstel voor een Wpp uiterlijk eind 2020 in consultatie te brengen.

De minister zegt toe zich te bezinnen over de aanbeveling van de OVSE/ODIHR met betrekking tot rechterlijke toetsing van verkiezingsuitslagen, en de Tweede Kamer in het komende jaar nader te informeren over de bevindingen. Hierbij gaat de minister ook in op het advies van de Kiesraad hierover.

De minister zal de Tweede Kamer voor de Raad informeren over hoe de Nederlandse standpuntbepaling op het EU-voorstel Verordening betreffende transparantie en gerichte politieke reclame COM (2021) 731 i is en ook welke standpunten andere lidstaten innemen.

De minister zegt toe de Tweede Kamer eind 2022 Kamerbrief Een toekomstbestendig te informeren over de vorm, inhoud en    burgemeestersambt d.d. 13 juni 2022

toepassingsmogelijkheden van het    (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 1640

afwegingskader nieuwe burgemeestersbevoegdheden. In de brief zal ook worden ingegaan op de ondersteuning en toerusting van raden en staten en het aantrekkelijk houden van decentrale politieke ambten.

De minister zegt toe voor de zomer van 2022    Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en    In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor een uitwerking van de aangenomen moties over democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken einde jaar 2022 geïnformeerd. het betrekken van jongeren bij de politiek te II 2021/22, 28479, nr. 87) sturen naar de Tweede Kamer.

De minister verwacht het wetsvoorstel    Kamerbrief Initiatiefnota DENK over modernisering van de Wet op de lijkbezorging eeuwigdurende grafrust d.d. 4 februari 2022 eind 2022 aan de Tweede Kamer aan te kunnen (Kamerstukken II 2021/22, 35952, nr. 3) bieden.

De minister zegt toe de monitor diversiteit in de    Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d.    In behandeling. De eerstvolgende Staat van het

2 jaarlijkse staat van het bestuur naar de Tweede    3 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 31490, nr.    Bestuur verschijnt in het voorjaar van 2023. Na

Kamer te sturen.    257)    publicatie wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer in het Commissiedebat Integriteit openbaar bestuur    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het eerste kwartaal van 2023 een brief te zullen sturen d.d. 10 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22,    eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd.

waarin het beleid inzake integriteit voor politieke 28844, nr. 237) ambtsdragers op decentraal en nationaal niveau, en ook ten aanzien van de Rijksdienst, in samenhang wordt geschetst.

De minister zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat 33 797 Wet uitbreiding wet aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst bijzondere maatregelen grootstedelijke (PvdA), toe alle aanvragen van gemeenten en zijn problematiek d.d. 8 april 2014 (Handelingen I, beslissingen daarop m.b.t. de    2013/14, nr. 26, item 76)

gebiedsaanwijzingen aan de Kamer te melden (T01895).

Kamerbrief Beantwoording vragen over    In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021; einde van dit jaar geïnformeerd. aanbieden diverse stukken d.d. 16 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 42)

Commissiedebat EU voorstellen ter versterking In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het van democratie en integriteit van verkiezingen najaar van 2022 geïnformeerd. d.d. 10 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22,

36013, nr. 4)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt december 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2024 geïnformeerd.

In behandeling. Doorlopend. Alle besluiten van de minister van BZK op de aanvragen van gemeenten m.b.t. de gebiedsaanwijzingen (toepassing H3 van de Wbmgp) worden ter kennisname aan beide Kamers toegezonden.

Een register kan informatie verschaffen over het type algoritmen, maar ook over de data die gebruikt zijn. Ook kan zo'n register een statusoverzicht geven van de kwaliteitseisen die toegepast zijn en de vermelding van de verantwoordelijke functionaris waar burgers terecht kunnen met vragen. Het is belangrijk dat een algoritmeregister aansluit bij de behoeften van burgers. De staatssecretaris komt hier op terug in de brief aan de Tweede Kamer (medio juni 2021) en bericht tevens over de voortgang van moties die ingediend zijn tijdens het debat over het rapport POK.

Kamerbrief Antwoorden Kamervragen over het In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar bericht van de Rekenkamer Rotterdam dat 2022 geïnformeerd.

algoritmen kunnen leiden tot mogelijke vooringenomenheid d.d. 3 juni 2021

(Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3052)

De minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe Kamerbrief Wetsvoorstel Open overheid d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio periodiek, en aanvankelijk jaarlijks over de    2 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35112, oktober 2022 geïnformeerd.

voortgang van de uitvoering van het    nr. 4)

meerjarenplan ihkv de verbetering van de digitale informatiehuishouding (Woo) te rapporteren.

De staatssecretaris zegt toe in gesprek te gaan Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar met de bestaande toezichthouders om te kijken 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2022 geïnformeerd.

hoe zaken verbeterd zouden kunnen worden als (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)

het gaat om toezicht op discriminerende algoritmen naar aanleiding van motie nr. 33 van

Van Baarle (DENK) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Er is een handreiking opgesteld om discriminatie Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar in algoritmen te voorkomen, de minister zegt toe 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2022 geïnformeerd.

goed te zullen letten op zelflerende algoritmen in (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) de handreiking en aanpassingen van wet- en regelgeving.

Kamerbrief Plenaire behandeling wetsvoorstel In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar BRP Landelijke Aanpak Adreskwaliteit d.d. 2022 geïnformeerd.

25 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 20)

Met de VNG is de staatssecretaris op dit moment in gesprek over de eerste uitkomsten van deze uitvoeringstoets van LAA. De definitieve rapportage verwacht de minister in maart. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer het definitieve rapport toesturen en toelichten welke consequenties zij aan de conclusies en aanbevelingen verbind.

Het programmaplan basisinfrastructuur wordt Kamerbrief Reactie op rapporten over    In behandeling. De Tweede Kamer wordt na jaarlijks geactualiseerd. Na vaststelling wordt dit governance en financiering GDI d.d. 13 juli 2020 besluitvorming over de centrale financiering van programmaplan door het kabinet aan de Tweede (Kamerstukken II 2019/20, 26643, nr. 706)    de GDI geïnformeerd.

Kamer aangeboden. De eerste versie van het programmaplan, waarop het Meerjarenprogramma Infrastructuur Digitale Overheid is gebaseerd, wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd.

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d. 2022 geïnformeerd.

28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11)

Ten aanzien van de vraag naar de maatregelen en waarborgen om de effecten van inbreuk op grondrechten nu al tegen te gaan, verwijs ik graag naar de beleidsagenda die is aangekondigd in bovengenoemde Voortgangsbrief AI en algoritmen en de I-Strategie Rijk 2021-2025 (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 779). Het Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmen is in juni opgeleverd. In reactie op de motie van het lid Klaver c.s. presenteer de staatssecretaris aan de Tweede Kamer (januari 2022) een voorstel ten aanzien van een algoritmeregister.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in    Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 In behandeling. De Tweede    Kamer wordt    in    najaar een brief die in februari 2022 wordt verstuurd    925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2022 geïnformeerd.

over het algoritmeregister in te gaan op    (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)

verschillende soorten algoritmen.

Uit een verkenning van BZK is naar voren    Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld    In behandeling. De Tweede    Kamer wordt    in    najaar gekomen dat er overheidsbreed behoefte is aan    tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d.    2022 geïnformeerd.

een generiek kader voor vitale digitale    28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15,

overheidsvoorzieningen en dit kader zou dit jaar item 11)

ontwikkeld worden. Voor het opstellen van het kader lopen op dit moment twee onderzoeken:

een onderzoek ten aanzien van de belangrijkste informatieprocessen en informatiesystemen en een onderzoek naar uniform toezicht en uniforme verantwoording over informatieveiligheid aan zowel het 'eigen' controlerend orgaan als interbestuurlijk. Deze onderzoeken lopen tot het eind van dit jaar; nadien zullen de resultaten van beide onderzoeken met alle bestuurslagen worden besproken. De Tweede Kamer zal aan het eind van het eerste kwartaal 2022 door de staatssecretaris hier verder over worden geïnformeerd.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 925 VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021    2022 geïnformeerd.

(Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11)

Voor de zomer van 2022 zal de staatssecretaris de Tweede Kamer nader informeren over het project lOverheid waarin een centraal loket wordt ontwikkeld voor burgers met een vraag aan de Nederlandse overheid.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen    In behandeling. De Eerste    Kamer wordt    in najaar aanleiding van een vraag van het lid Van der    inzake wet open overheid d.d. 28 september    2022 geïnformeerd.

Linden, toe na te zullen gaan welke relevante 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) lijsten en rankings bestaan met betrekking tot informatievoorziening (T03363).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen    In behandeling. De Eerste    Kamer wordt    in najaar aanleiding van een vraag van het lid Koole, toe    inzake wet open overheid d.d. 28 september    2022 geïnformeerd.

onderzoek te starten naar het al dan niet    2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11)

ratificeren van het Verdrag van Tromsp (T03364).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar    Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen    In behandeling. De Eerste    Kamer wordt    in najaar aanleiding van een vraag van het lid Van der    inzake wet open overheid d.d. 28 september    2022 geïnformeerd.

Linden, toe met de koepels, de Vereniging van 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11)

Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen (VNG,

IPO en UvW), zal bespreken of zij samen kunnen bevorderen dat de aangesloten leden, die wel bestuursorgaan zijn, de stukken die op relevante onderwerpen op de koepels zien, wel openbaar maken. De minister zal daarbij de gevoelens van de Eerste Kamer en de eensgezindheid van het debat over het voorstel Wet open overheid en de bijbehorende novelle, overbrengen en de boodschap meegeven dat de koepels het agenderen voor een ledenvergadering (T03365).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar aanleiding van een opmerking van het lid Koole, inzake wet open overheid d.d. 28 september 2022 geïnformeerd. toe de wet te wijzigen zodat ook waterschappen 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) onder artikel 5.2, derde lid, Wet open overheid vallen, zodra zich daartoe een gelegenheid voordoet (T03366).

Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer inzake wet open overheid d.d. 28 september worden in najaar 2022 geïnformeerd.

2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11)

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer, toe de Kamer te informeren over de gefaseerde inwerkingtreding van de actieve openbaarmaking (T03362).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens, toe inzake wet open overheid d.d. 28 september 2022 geïnformeerd. de Kamer, eind 2021 dan wel begin 2022, te 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) informeren over het aansluitplan voor PLOOI en de verschillende organisaties daarbij (T03360).

Kamerbrief Internationaal perspectief Digitale Overheid d.d. 13 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21 29362;26643, nr. 288)

In behandeling. De Tweede Kamer in najaar 2022 geïnformeerd.

De samenwerking binnen de Coalition of the Willing richt zich in het bijzonder op deze vijf thema's (mensgerichte inzet van artificiële intelligentie, digitale dienstverlening over grenzen heen, de ontwikkeling van digitale identiteit, data en open source en informatieveiligheid) die de betrokken landen binnen deze informele coalitie gezamenlijk hebben omarmd. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan geleerde lessen op digitaal gebied tijdens COVID-19. De staatssecretaris zegt toe over de voortgang hiervan de Tweede Kamer in voorjaar 2021 te informeren.

De minister zegt toe de Tweede Kamer uiterlijk Kamerbrief Kamerbrief Voorstel van wet van de In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar begin 2022 per brief te informeren over de wijze leden Snels en Sneller houdende regels over 2022 geïnformeerd. waarop de fasering van de inwerkingtreding van toegankelijkheid van informatie van publiek de Wet open overheid vorm krijgt.    belang (Wet open overheid) (Kamerstukken

33328) en het voorstel van wet van de leden Snels en Sneller tot wijziging van de Wet open overheid (Kamerstukken 35112) d.d. 15 oktober 2021

De minister zegt toe, namens de staatssecretaris, Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar dat de Tweede Kamer binnenkort nadere    24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, 2022 geïnformeerd.

informatie ontvangt over de uitvoering van de nr. 286)

motie-Dassen c.s. , aangenomen in november

2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 26).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik In behandeling. De Tweede Kamer wordt in hoe zij de non-discriminatie by design gaat en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken september 2022 geïnformeerd. borgen en kijkt hoe ze dat het beste kan doen en II 2021/22, 26643, nr. 838) komt hierop terug bij hoofdlijnendebat (DENK)

DGOO-DS.

In het convenant dat met signaalleveranciers wordt gesloten afspraken maken over hoe wordt omgegaan met de aantekening in onderzoek in de BRP Dit dient voor de inwerkingtreding van de wet te gebeuren en de staatssecretaris zegt toe dat de convenanten worden gedeeld met de Tweede Kamer.

Motie 35772 nr. 27 (SP) wordt aangehouden. De staatssecretaris zegt toe te komen met een brief of een overzicht van alle initiatieven, wetten en pilots als gevolg van de Ministeriële Commissie Fraudebestrijding mogelijk is. Dit dient eerst besproken te worden met andere departementen. Brief komt voor zomer 2022 naar Tweede Kamer.

Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (35772) d.d. 14 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 10)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Plenair debat Wijziging van de Wet    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in basisregistratie personen in verband met de september 2022 geïnformeerd. invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (35 772) d.d. 14 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 10)

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe per Plenair debat Mondelinge vraag van het lid In behandeling. De Tweede Kamer wordt in brief terug te komen op de vraag van het lid PODT (D66) aan de staatssecretaris van    september 2022 geïnformeerd.

Koekkoek (Volt) over de samenwerking tussen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de stasBZK en stasJ&V met betrekking tot de het bericht 'Grote verschillen per gemeente in 10 miljard die is toegezegd in de JBZ-raad (of tempo waarmee Oekraïners worden het geld ook goed terechtkomt bij gemeenten die ingeschreven' (Volkskrant, 25 maart 2022) d.d. het nodig hebben).    29 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 65,

item 3)

Er wordt een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om registratie te verplichten bij kortdurend verblijf (korter dan drie maanden) in Nederland. De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer daarover te informeren.

Dat pseudonimisering technisch mogelijk is, is duidelijk. Minder duidelijk is onder welke omstandigheden dit zinvol kan worden geïmplementeerd. In overleg met de grote uitvoeringsorganisaties, de VNG en de ministeries van Financiën en VWS zullen deze

Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het bevorderen van de goede uitvoering van die wet op enkele onderdelen en het herstellen van enige omissies, alsmede van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschrevene te zijn (35 648) d.d. 10 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 87, item 19)

Kamerbrief Stand van zaken Beleidsontwikkelingen burgerservicenummer d.d. 29 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 27859, nr. 154)

In behandeling. Het onderzoek wordt in de zomer afgerond. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

mogelijkheden worden verkend. Zodra daar meer over bekend is, naar verwachting Herfst 2021, maar in ieder geval voor het einde van het jaar, zegt de staatssecretaris toe de Tweede Kamer nader te informeren.

Kamerbrief Stand van zaken    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in

Beleidsontwikkelingen burgerservicenummer september 2022 geïnformeerd. d.d. 29 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,

27859, nr. 154)

De staatssecretaris zegt toe (voor eind 2021) de Tweede Kamer wederom te informeren over de stand van zaken rondom het burgerservicenummer.

Kamerbrief Beantwoording Kamervraag    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in militairen die als immigrant geregistreerd staan september 2022 geïnformeerd. d.d. 3 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II,

2020/21, nr. 3059)

Met betrekking tot hoe een tweede adres opgenomen zou kunnen worden in de BRP en hoe dit kan bijdragen aan het oplossen van knelpunten voor de burger en verbetering van zicht op verblijf van personen door de overheid.

Een van de daarbij genoemde knelpunten is tijdelijk verblijf in het buitenland vanwege werkzaamheden. De staatssecretaris zegt toe deze casus te onderzoeken (en daarbij de bijzondere omstandigheden van militairen meenemen) en tevens onderzoeken hoe bij het tonen van de gegevens op mijnoverheid.nl wel het onderscheid zichtbaar kan worden tussen «immigratie» en «hervestiging», en hoe beter over het onderscheid gecommuniceerd kan worden bij uitleg over de registratie. In de eerstvolgende voortgangsbrief over de BRP aan de Tweede Kamer wordt over de stand van zaken van de verbeteringen gerapporteerd.

De staatssecretaris zegt toe door middel van Kamerbrief Voortgangsbrief VRS d.d. 16 maart In behandeling. De Tweede Kamer wordt in een volgende voortgangsbrief (rond zomer 2022) 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 136) september 2022 geïnformeerd. de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de nieuwe ontwikkelingen rondom programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel (VRS).

De staatssecretaris is in gesprek met VNG en de Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter In behandeling. De Tweede Kamer wordt in NVVB over een adequate aanpak (groot belang voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 september 2022 geïnformeerd. om aandacht te hebben voor het naleven van werkvoorschriften). Datzelfde geldt voor het op het juiste kennisniveau brengen van medewerkers, voor het belang van de VOG en een goed selectieproces voor medewerkers Burgerzaken, voor aandacht voor integriteit bij functiegesprekken en voor interne controle op het correct volgen van werkvoorschriften. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd over de hieruit volgende interventies.

In behandeling. De Tweede Kamer ontvangt het Experimentbesluit BRP, dat grondslag biedt voor het experiment, medio september 2022 in voorhang.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat Plenair debat Wijziging van de Wet er een experiment komt met een melding    basisregistratie personen in verband met het

('seintje') aan bewoners bij een nieuwe    bevorderen van de goede uitvoering van die wet inschrijving op het adres. Dit wordt een van de op enkele onderdelen en het herstellen van eerste experimenten onder de nieuwe    enige omissies, alsmede van de Wet experimenteerbepaling in de wet.    basisadministraties persoonsgegevens BES in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschrevene te zijn (35 648) d.d. 10 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr.

87, item 19)

Bij de uitwerking van de werkagenda digitalisering, zoals aangekondigd in de hoofdlijnenbrief beleid digitalisering, zal ook deze ambitie ten aanzien van de bescherming van kinderen ter hand worden genomen en zal de staatssecretaris de Tweede Kamer daar nader over informeren.

Kamerbrief Antwoord op Kamervragen over In behandeling. De Tweede Kamer wordt in «het bericht Sociale media niet geschikt voor september 2022 geïnformeerd. kinderen concludeert Consumentenbond» d.d.

25 april 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2533)

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik In behandeling. De Tweede Kamer wordt in er een overzicht wordt gemaakt waar iets anders en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken september 2022 geïnformeerd.

dan digitaal identificeren (en ook    II 2021/22, 26643, nr. 838)

dienstverlening) niet mogelijk is bij de overheid

(op verzoek van PvdA en SP).

Het Kabinet zal proberen in de overheidscommunicatie niet meer de termen 'laagopgeleid' en 'hoogopgeleid' te gebruiken. De minister van OCW komt later per brief terug op de mogelijkheden deze woorden te vervangen door andere terminologie.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe werkagenda Digitalisering (rond zomer 2022).

Kamerbrief Hoofdlijnen beleid voor    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in digitalisering d.d. 8 maart 2022 (Kamerstukken II september 2022 geïnformeerd.

2021/22, 26643, nr. 842)

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe Agenda Digitale Overheid (rond zomer 2022).

Kamerbrief Hoofdlijnen beleid voor    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in digitalisering d.d. 8 maart 2022 (Kamerstukken II september 2022 geïnformeerd.

2021/22, 26643, nr. 842)

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de mensenrechtentoets en hoe die eventueel deel kan worden van de AI-verordening, ook naar aanleiding van de (aangenomen) motie van GroenLinks en D66.

Commissiedebat Telecomraad (Formeel) d.d.

3 juni 2022 d.d. 31 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 938)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe het beschrijven/uitleggen open source community in MR.

Plenair debat Wet Digitale Overheid (voortzetting) d.d. 1 juni 2022

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe een jaarlijkse monitoring stand van zaken implementatie (met evaluatie naar 5 jaar).

Plenair debat Wet Digitale Overheid (voortzetting) d.d. 1 juni 2022

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over uitwerking interbestuurlijk toezicht.

Plenair debat Wet Digitale Overheid (voortzetting) d.d. 1 juni 2022

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer een reactie te geven op het rapport van de Raad van State over digitalisering van wetgeving en rechtspraak bij uitwerking werkprogramma.

Plenair debat Wet Digitale Overheid (voortzetting) d.d. 1 juni 2022

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe het toesturen ministeriele regeling voor inlogmiddelen.

Parlementair agenda punt [01-06-2022] - Wet Digitale Overheid (voortzetting)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

Omdat de staatssecretaris de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken wel wil voorzien in de vraag naar informatie, zal de staatssecretaris de Kamers informeren over het moment dat het advies van de Raad van State over het Derdenbesluit BRP openbaar is, zodat de leden zich daarvan op de hoogte kunnen stellen.

Kamerbrief inzake Voorhang Derdenbesluit BRP d.d. 20 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 27859, nr. 158)

In behandeling. De Kamers worden in najaar 2022 geïnformeerd.

Na de zomer zal de staatssecretaris de Tweede Kamerbrief Vertraging invoering ICT-Kamer informeren over de uitgevoerde analyse infrastructuur Logius d.d. 27 juni 2022 (van de impact van de vertraging en de mogelijke (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 866) gevolgen) en de genomen maatregelen.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Het verzoek in kamervraag 3 « Kunt u ons alle documenten (e-mails, notulen, rapporten, vergaderstukken, et cetera) sturen waarin de Nederlandse regering als 'KDTI pilot partner' wordt genoemd, handelt of betrokken is» is omvangrijk en kost tijd. De staatssecretaris zegt toe dat het streven is deze documenten voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen

Known Traveller Digital Identity (KTDI) d.d.

24 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II, 2021/22, nr. 1855)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe dat de afspraken met Plenair debat Wijziging van de Wet    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar signaalleveranciers binnen LAA worden gedeeld basisregistratie personen in verband met de    2022 geïnformeerd.

met de Tweede Kamer.    invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46)

Omschrijving van de toezegging De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe de uitkomsten van het externe onderzoek van Integis BV over discriminatie bij de controle op de Basisregistratie Personen in oktober 2022 te informeren.

Kamerbrief Antwoorden op kamervragen ver discriminatie bij de controle op de Basisregistratie Personen d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3498)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2022 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe in de volgende    Kamerbrief Voortgangsrapportage domein In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar voortgangsrapportage domein Toegang de    Toegang d.d. 12 oktober 2021 (Kamerstukken II 2022 geïnformeerd.

Tweede Kamer te informeren over 1) (nader 2021/22, 26643, nr. 788)

onderzoek) grensoverschrijdende samenwerkingen wat gebruikt kan worden om waardevolle input te geven op het voorstel van de Europese Commissie voor een Europese digitale identiteit en 2) de grootste resterende groep is die van de buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in Nederland. Deze kunnen niet worden ingeschreven in het Handelsregister. De

Belastingdienst zal, in overleg met de Kamer van

Koophandel, dit nieuw register ontwikkelen. De

Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van dit initiatief.

De staatssecretaris laat onderzoeken of dit op Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar korte termijn op vrijwillige basis is te realiseren, voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 2022 geïnformeerd. vooruitlopend op een wettelijke verplichting.

Burgers kunnen er dan zelf voor kiezen om aan de balie een gezichtsopname te laten maken. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer in najaar 2022 te informeren over de uitkomst hiervan.

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor    Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 informeren over de stand van    voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 einde jaar 2022 geïnformeerd.

zaken van de vervolgacties die in de kamerbrief zijn genoemd mbt maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te Kamerbrief Zelfevaluaties BRP en    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar informeren over de verdere voortgang met Reisdocumenten 2020 d.d. 16 december 2021    2022 geïnformeerd.

betrekking tot de aangekondigde vervolgstappen (Kamerstukken II 2021/22, 27859, nr. 156)

ter verbetering van de zelfevaluaties, het toezicht en kwaliteitsverbetering in het najaar van 2022,

tegelijk met de rapportage over de uitkomsten van de zelfevaluaties 2021.

De staatssecretaris zegt toe dat net als bij deze Kamerbrief Voortgang reactie op NRC-artikel 28-04-2022 De Tweede Kamer wordt voor einde DPIA's ook de verdere voortgang van de DPIA    «Duitse privacy-waakhond: regering moet    jaar 2022 geïnformeerd.

(Data Protection Impact Assessment) over het Facebookpagina's sluiten» d.d. 26 april 2022 gebruik van Facebook in de loop van dit jaar met (Kamerstukken II 2021/22, 32761, nr. 221) de Tweede Kamer zal worden gedeeld.

De staatssecretaris verwacht de wetgeving die    Kamerbrief Nadere vragen over onnodige    In behandeling. De Eerste    Kamer wordt    eind 2022

het schrappen van de vermelding van het    sekseregistratie d.d. 5 juli 2021 (Kamerstukken I geïnformeerd.

geslacht op de identiteitskaart regelt eind 2022    2020/21,34650, nr. L)

aan de Tweede Kamer aan te bieden. (Hierbij zal ook een consultatie plaatsvinden.)

De staatssecretaris zegt Tweede Kamer toe    Kamerbrief Beleidsbrief vrijgeven van de    In behandeling. De Tweede    Kamer wordt in najaar

(begin 2021) een voortgangsrapportage Open    broncode van overheidssoftware d.d. 17 april    2022 geïnformeerd.

Source / effecten van het vrijgeven van    2020 (Kamerstukken II 2019/20, 26643, nr. 676).

broncodes.

De staatssecretaris zegt toe in de voortgangsbrief Kamerbrief Invulling motie Bisschop c.s. over In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2022 over digitale inclusie van eind 2022 zal ik de stappenplan voor digitale toegankelijkheid d.d. geïnformeerd.

Tweede Kamer te informeren over de    7 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr.

vorderingen op digitale toegankelijkheid en over 839) de opzet en inrichting van de ondersteuningseenheid.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Plenair debat Wet elektronische publicaties In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, einde jaar 2022 geïnformeerd. aanleiding van een vraag van het lid Verkerk nr. 33, item 9)

(ChristenUnie), toe te gaan meten of het gebruik van beelden in de overheidscommunicatie tot een beter begrip leidt (T02947).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en .Plenair debat Wet elektronische publicaties 28-06-2022 De Eerste Kamer wordt eerste kwartaal Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, 2023 geïnformeerd. aanleiding van een vraag van het lid Verkerk nr. 33, item 9)

 

Omschrijving van de toezegging    Vindplaats

Stand van zaken

(ChristenUnie), toe haar de tussentijdse evaluatie in 2022 van het programma 'Samen aan de slag voor een vaardig Nederland' te sturen (T02944).

De minister zegt namens de staatssecretaris van Parlementair agenda punt [06-04-2022] - Plenaire In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin

BZK toe, naar aanleiding van een vraag van het debat Voortgang wetsvoorstel Wet    2023 geïnformeerd.

lid Rajkowski, om begin 2023 een    modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer voortgangsbrief te sturen naar de Tweede Kamer in de Tweede Kamer d.d. 6 april 2022

over het Federatief Berichten Stelsel.    (Handelingen II 2021/22, nr. 69, item 6)

 

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat Plenair debat Wijziging van de Wet er een invoeringstoets na 1 jaar en een evaluatie basisregistratie personen in verband met de van de wet (wijziging Wet basisregistratie    invoering van een centrale voorziening ter

In behandeling. Het voorstel tot wijziging van de wet is nog in behandeling bij de Eerste Kamer. Onderzoek start een jaar na in werking treden

personen) komt.    ondersteuning van de colleges van    artikelen. De Tweede Kamer wordt vervolgens in burgemeester en wethouders bij het onderzoek 2024 over de resultaten geïnformeerd.

of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022

(Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46)

 

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat bij de Plenair debat Wetsbehandeling Elektronischte wettelijke evaluatie van de Wet Elektronische    publicaties (35 218) d.d. 3 december 2019

publicaties, na vijf jaar (2026) in ieder geval    (Handelingen II 2019/20, nr. 31, item 58)

ingegaan zal worden op de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen en op mogelijke gevolgen voor lokale media.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk

1 juli 2026 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe om bij de in de    Plenair debat Wet uitvoering verordening verordening voorziene evaluatiemomenten de identiteitskaarten (35 552-(R2148)) d.d. 26 mei vraag mee te nemen in hoeverre het toevoegen 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 80, item 4) van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op gevallen van ID-fraude. De eerste evaluatie is in 2027.

In behandeling. De eerste evaluatie vindt plaats medio 2027.

Met de genomen beheersmaatregelen wordt    Kamerbrief Voortgang project GCMK d.d.

stapsgewijs gewerkt aan de realisatie van de    9 augustus 2021 (Kamerstukken II 2020/21,

GCMK en daarmee wordt een bijdrage geleverd 26643, nr. 777) aan de borging van de veiligheid in betrokken

Rijksverzamelkantoren. In de loop van 2022 zal staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de verdere voortgang.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks te Kamerbrief Opvolging drie moties-Van der informeren (voor begrotingsbehandeling BZK) Molen inzake spreiding rijkswerkgelegenheid over de voortgang van de spreiding van de    d.d. 20 februari 2020 (Kamerstukken II 2019/20,

rijkswerkgelegenheid en werkgelegenheid bij    31490, nr. 272)

zbo's.

In behandeling. Dit is een doorlopende toezegging. In navolging van de motie van der Molen wordt de Kamer jaarlijks geïnformeerd voor begrotingsbehandeling.

Er wordt geïnventariseerd welke mogelijke    Kamerbrief Organisatie van het werk bij de onderwerpen moeten worden uitgewerkt voor Rijksoverheid in de toekomst d.d. 4 december de transitie naar hybride werken (personele    2020 (Kamerstukken II 2020/21,31490, nr. 289)

aspecten/digitale werkomgeving/fysieke werkomgeving). Vervolgens wordt er de komende maanden enkele scenario's

ontwikkelen, waarbij kosten, baten en maatschappelijke effecten in beeld worden gebracht. Na weging van de scenario's door het kabinet zal de staatssecretaris de Tweede Kamer hierover inhoudelijk nader informeren.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt naar verwachting begin 2023 geïnformeerd.

Het wetgevingstraject dat moet leiden tot de    Kamerbrief Antwoorden schriftelijke verankering van de eindnorm in het bouwbesluit Kamervragen ontwerpbegrotingen 2022 (straks het Bbl), zal naar verwachting begin 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2022 geïnformeerd

zijn afgerond, waardoor de eindnorm per 1 juli Gemeentefonds) en derde incidentele

2023 inwerking kan treden. Eind dit jaar zal de suppletoire begroting BZK H VII d.d. 13 oktober minister een brief naar de Tweede Kamer sturen, 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10)

waarbij zij uitgebreider in zal gaan op de stand van zaken rondom de eindnorm bestaande utiliteitsbouw 2050.

 

De minister zegt toe de Eerste Kamer op de    Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het hoogte te houden over het Verbond van    bouwen (34 453) d.d. 26 maart 2019

Verzekeraars starten. Vervolgens zal ik uw Kamer (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. M) op de hoogte houden van de voortgang van het overleg over een zogenoemde first-party-verzekering (in eerste instantie een

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio najaar 2022 geïnformeerd.

verantwoordelijkheid van de markt om het aanbieden van betere verzekeringen op te pakken).

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2023 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Parlementair agenda punt [23-04-2019] - Plenair

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor aanleiding van vragen van de leden Fiers (PvdA), het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019

Lintmeijer (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie) (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

toe om de Kamer vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet jaarlijks een voortgangsrapportage te sturen. Hierbij wordt ook een plan van aanpak voor de monitoring en de tussentijdse evaluatie gevoegd. De minister zal in de voortgangsrapportage ingaan op de routekaart voor gebouwen in de gevolgklassen

2 en 3 (T02737).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer zal in najaar 2022 worden geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat tot aan de inwerkingtreding van de wet proefprojecten georganiseerd zullen worden, om zo veel mogelijk ervaringen op te doen die kunnen worden meegenomen bij de implementatie van het stelsel (T02736).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe met de gemeenten in gesprek te gaan over ondersteuning bij de toetsing van projecten, in het bijzonder die in de gevolgklassen 2 en 3 (T02463).

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe haar schriftelijk te informeren over de bevoegdheidsverdeling tussen het bevoegd gezag en de kwaliteitsborger (T03368).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer (begin 2022) een ontwerpbesluit in het kader van de voorhangprocedure ontvangt. Hierin wordt een verplichting opgenomen voor een periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van gebouwen.

De minister zal de Tweede Kamer op de hoogte houden van de gesprekken over de EPBD met de EC.

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

Plenair debat 34 453 Kwaliteitsborging voor het bouwen (eerste termijn) d.d. 4 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 34, item 6)

Mondeling overleg met de commissie BiZa/AZ over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen d.d. 9 november 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. Z)

Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.

11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233)

Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885)

De minister zegt toe dat verdere uitwerking t.a.v. Commissiedebat Klimaatakkoord / normering in de huursector nog zal volgen aan verduurzaming gebouwde omgeving de Tweede Kamer. De minister bespreekt dit met (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II Aedes en maakt hier met hen afspraken over. 2021/22, 32847, nr. 885)

De minister zal in overleg met minister Schouten Commissiedebat Klimaatakkoord /

bezien of er mogelijkheden zijn voor financiering verduurzaming gebouwde omgeving van huishoudens in de schuldsanering en komt (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II

daar in het programma versnelling    2021/22, 32847, nr. 885)

verduurzaming op terug.

De minister zegt toe terug te komen op hoe Doe- Commissiedebat Klimaatakkoord / het-zelvers te stimuleren en zal daarin ook btw- verduurzaming gebouwde omgeving tarief in meenemen en de Tweede Kamer    (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II

informeren.    2021/22, 32847, nr. 885)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2022 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal van 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe inzichtelijk te maken, samen Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde met de ministeries van EZK en OCW, wat    omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II

resultaat is van de interventies op de    2021/22, 32813, nr. 873)

arbeidsmarkt (instroom en zijinstroom) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

De minister zegt toe de eerste helft van 2020 te gebruiken om de overgenomen adviezen van de werkgroep nader uit te werken in voorstellen voor wet- en regelgeving. Daarnaast hoopt de minister medio 2020 een voorontwerp van het wetsvoorstel voor de laadpunten in consultatie te

Kamerbrief Aanpassing besluitvormingsprocedures inzake verduurzaming bij Verenigingen van Eigenaars (VvE's) d.d. 17 december 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 692)

In behandeling. In het derde kwartaal van 2022 wordt het voorontwerp aangeboden aan de Tweede Kamer

brengen en de Tweede Kamer nader te informeren over de overige mogelijke aanpassingen in wet- en regelgeving.

Kamerbrief Melding corrosie    In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 3e

rookgasafvoerkanalen bij pelletkachels d.d. kwartaal 2022 geïnformeerd.

3 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21,

32757, nr. 175)

De minister zegt toe (eerste kwartaal van 2021) een technisch onderzoek bij de betrokken geïnstalleerde pelletkachels en rookgasafvoerkanalen ter plaatse uit laten voeren. De minister zal vervolgens in het tweede kwartaal 2021 over de uitkomsten van het onderzoek en met een beleidsreactie de Tweede Kamer informeren.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te    Algemeen overleg Bouwregelgeving d.d. 29 juni In behandeling. De rapportage wordt het 3e

informeren zodra duidelijkheid bestaat over de 2016 (Kamerstukken II 2016/17, 28325, nr. 160) kwartaal 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden ruimte van private keurmerken naast de voorgeschreven Europese CE-markeringen. De

minister wacht op antwoord van de Europese

Commissie over dit vraagstuk.

Kamerbrief Kabinetsreactie over het advies «Gespoten PUR-schuimisolatie en gezondheid van de Commissie Gespoten PUR-schuim van de Gezondheidsraad d.d. 30 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 761)

Het kabinet onderschrijft de conclusie van de commissie dat een juiste toepassing van gespoten PUR-schuim gewaarborgd moet zijn. Dit is de beste manier om te voorkomen dat de blootstelling van bewoners aan gevaarlijke stoffen veilige grenzen overschrijdt. Om die reden zal het kabinet zoals geadviseerd een evaluatie starten van de huidige werkpraktijk bij isolatie van vloeren, daken en spouwmuren (inclusief de bestaande certificeringsrichtlijnen opgesteld door de branche). Op basis van deze evaluatie zal het kabinet een inschatting maken van de noodzaak van de inzet van beleidsmaatregelen. De minister zegt toe dat de resultaten van de evaluatie en een voorstel voor (beleids)maatregelen aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister zal onderzoeken of en hoe GGF toch Commissiedebat Klimaatakkoord /    In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio mogelijk kan worden gemaakt. En zal voor zomer verduurzaming gebouwde omgeving    oktober 2022 geïnformeerd.

2022 de Tweede Kamer hierover informeren. (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II

2021/22, 32847, nr. 885)

De minister zegt toe (voor einde jaar 2021) de Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e resultaten van het experiment in Amersfoort met omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II kwartaal 2021 geïnformeerd. de Gebouw Gebonden Financiering te delen met 2021/22, 32813, nr. 873de Tweede Kamer.

De minister zegt toe het onderzoek inzake bouwvoorschriften balkons (en of dit zal leiden tot een verdere aanpassing van de bouwregelgeving naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld over In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar ontwerpverzamelwijziging van het Besluit    2022 geïnformeerd.

bouwwerk leefomgeving d.d. 29 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 150)

Kamerbrief Kabinetsreactie Beleidsdoorlichting In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2015-2020 artikel 4.1 BZK-begroting    2022 geïnformeerd.

Energietransitie en duurzaamheid d.d. 28 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30985, nr. 57)

In 2022 is de lerende evaluatie gestart met het in kaart brengen van het beleidskader en de beleidstheorie van het klimaatbeleid in de vijf sectoren. Over de voortgang zal de minister de Tweede Kamer in najaar 2022 bij gelegenheid van het presenteren van de Klimaatnota 2022 informeren.

Kamerbrief Kabinetsreactie Beleidsdoorlichting In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2015-2020 artikel 4.1 BZK-begroting    2022 geïnformeerd.

Energietransitie en duurzaamheid d.d. 28 juni 2022

Wel zal de minister alle beleidsinstrumenten voortkomend uit het Klimaatakkoord of het Urgenda-vonnis voorzien van afzonderlijke instrumentevaluaties en de Tweede Kamer over de uitkomsten informeren.

Daarnaast werkt het ministerie aan een    Kamerbrief Appreciatie moties n.a.v. 2-    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het 4e

verkenning naar de alternatieven voor het fonds minutendebat Bouwregelgeving (23-11-2021)    kwartaal 2022 geïnformeerd.

(m.b.t. funderingsschade). Hierin wordt gekeken d.d. 29 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

naar zowel de voorwaarden van het fonds als 28325, nr. 232)

de mogelijkheid om het fonds landelijke werking te geven. Dat wil zeggen dat woningeigenaren uit het hele land een aanvraag kunnen doen,

ongeacht of hun gemeente is aangesloten bij het fonds. De Tweede Kamer zal in eerste helft van 2022 nader worden geïnformeerd over de verkenning.

Over zowel het stappenplan als de nadere    Kamerbrief Brand- en constructieve veiligheid    In behandeling. De Tweede Kamer wordt    in het onderzoeksplicht vindt nog afstemming plaats    d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22,    najaar van 2022 geïnformeerd.

met de klankbordgroep die vanaf 2017 betrokken 28325, nr. 237) is geweest bij aanpak van de breedplaatvloeren.

De minister verwacht de Tweede Kamer hierover voor zomerreces 2022 nader te kunnen informeren.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren als de nodige bekendheid wordt gegeven aan het digitaal platform dat vanaf 1 januari 2020 beschikbaar is.

Kamerbrief vragen Lange Termijn Renovatie strategie d.d. 2 juli 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32757, nr. 172)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de tweede helft van 2022 geïnformeerd.

Kamerbrief Antwoorden op vragen over het bericht «Deltacommissaris: woningbouw houdt veel te weinig rekening met klimaatverandering» d.d. 28 januari 2022 (Aanhangsel Handelingen II,

De Tweede Kamer wordt eind 2022 geïnformeerd.

Naar aanleiding van het briefadvies van de Deltacommissaris zal er het komende jaar met collega's van lenW en LNV samen gewerkt worden aan een nationale maatlat die duidelijk maakt wat verstaan wordt onder klimaatadaptief nr. 1494) bouwen, waarbij er voldoende ruimte blijft voor maatwerk. Dit is ook een actie die terug zal komen in het eerdergenoemde Actieprogramma Klimaatadaptatie gebouwde omgeving. Over deze maatlat zal de minister de Tweede Kamer Kamer eind dit jaar (2022) informeren.

De minister zegt de toe (najaar 2022) een    Kamerbrief Antwoorden op nadere vragen over In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar

Verzamelwet (overgangsrecht voor de    het Ontwerpbesluit kwaliteitsborging voor het 2022 geïnformeerd.

consumentendossiers) in te dienen bij de Eerste bouwen (34453) d.d. 22 november 2021 Kamer.    (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AA)

In behandeling. De Tweede Kamer zal in tweede helft 2022 geïnformeerd worden

De evaluatie van het Programma Aardgasvrije Kamerbrief Onafhankelijke evaluatie Wijken (PAW) zal starten 2e kwartaal 2022. Zodra Programma Aardgasvrije Wijken d.d. de evaluatie gereed is, zal de minister de Tweede 15 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, Kamer hierover informeren.    32847, nr. 854)

De minister zegt toe (tweede helft 2020) dat de Tweede Kamer een wetsvoorstel over de transitievisie warmte ontvangt.

Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde In behandeling. Het wetsvoorstel kan naar omgeving d.d. 12 februari 2020 (Kamerstukken II verwachting in vierde kwartaal naar de Tweede 2019/20, 32847, nr. 641).    Kamer worden gezonden.

Er zal in de komende periode nader onderzoek Kamerbrief Antwoorden op vragen van de leden In behandeling. De Tweede Kamer wordt op de worden gedaan om de exacte maatvoering en Van der Plas (BBB) en Eerdmans (JA21) over hoogte gehouden.

vormgeving van de norm (normering met    normering van hybride warmtepompen d.d.

betrekking tot (hybride) warmtepompen inhoudt 28 juni 2022

dat het voor huiseigenaren -uitzonderingen daargelaten- na 2026 verboden is om te kiezen voor enkel een nieuwe Cv-ketel in plaats van alternatieven zoals een (hybride) warmtepomp)

en de uitzonderingen te bepalen. De Tweede

Kamer wordt hiervan op de hoogte gehouden.

 

De minister verwacht najaar 2022 een wijziging van het Bbl met een aanscherping van de gebruikseisen van vluchtroutes aan de Tweede Kamer te kunnen voorleggen ter voorhang.

Kamerbrief Brand- en constructieve veiligheid d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 237)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe (medio 2022) een ontwerpbesluit in het kader van de voorhangprocedure. Hierin worden de eisen aan de brandklasse van gevels aangescherpt.

Commissiedebat Bouwregelgeving d.d.

11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233)

In behandeling wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Voor het einde van het jaar, nadat de praktijktoets is uitgevoerd, verwacht de minister met de Tweede Kamer concrete resultaten te kunnen delen over de mogelijkheden om het energielabel bij de oplevering van nieuwbouwwoningen geheel of gedeeltelijk te baseren op de informatie die in het kader van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt verzameld.

Kamerbrief Planning energielabel huurders en voortgang digitaal aanvragen energielabel d.d. 21 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 792)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (eerste helft 2022) te informeren over eventuele aanvullende nationale regelgeving voor natuurinclusief bouwen.

Notaoverleg Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk over groen in de stad (35742) d.d.

27 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 21)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt 4e kwartaal 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek of de huidige eisen die voor energiezuinigheid van tijdelijke woningen

Kamerbrief Nader verslag van schriftelijke inbreng ontwerpbesluit inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (BENG) d.d. 16 augustus 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 674).

In behandeling. De verwachte inwerkingtreding is

1 januari 2023.

gelden, kunnen worden aangescherpt (naar de mogelijkheden om de eisen aan luchtdoorlatendheid aan te passen).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2023 geïnformeerd.

De minister verwacht een eerste wijziging van Kamerbrief Verbeteringen in Besluit het Bbl ten aanzien van landelijke uniformering bouwwerken leefomgeving in relatie tot van de energieprestatie en de milieuprestatie bij woningbouw d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II nieuwbouw begin 2023 aan de Tweede Kamer te 2021/22, 32757, nr. 186) kunnen voorleggen.

Over de voortgang van de verkenning naar    Kamerbrief over isoleren monumenten d.d.    In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor streefnormen en het eerder genoemde    11 juli 2022    zomer 2023 geïnformeerd.

afwegingskader (afwegingskader en de activiteiten van de RCE onder de aandacht te brengen bij relevante programma's zoals het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie, via het Kennis- en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed en op de website van het Nationaal Isolatieprogramma) verwacht de minister de Tweede Kamer voor zomer 2023 te informeren.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

In lijn met het coalitieakkoord zal dit kabinet zich Kamerbrief Beantwoording Kamervragen buigen over de landelijke regie en de    datacenters d.d. 16 februari 2022 (Aanhangsel toelatingscriteria ten aanzien van (hyperscale) Handelingen II 2021/22, nr. 1728) datacenters. De minister zal de Tweede Kamer hier binnenkort over informeren.

Kamerbrief beantwoording openstaande vragen In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar Algemeen Overleg NOVI d.d. 19 oktober 2020    2022 geïnformeerd.

(Kamerstukken II 2020/21,34682, nr. 56)

De minister zegt toe jaarlijks aan de Tweede Kamer te rapporten over de voortgang en tweejaarlijks over de effecten van het beleid in de monitor NOVI. (Eens in de vier jaar zal in een evaluatie worden onderzocht in hoeverre de gewenste integraliteit en samenhang in de uitvoering tot stand komt.)

Kamerbrief onderzoek naar verplichte stedelijke In behandeling. De Tweede Kamer wordt in herverkaveling d.d. 15 februari 2021    september 2022 geïnformeerd.

(Kamerstukken II 2020/21,35133, nr. 40)

De minister zegt toe, gezien de resultaten van het onderzoek aanleiding te zien om samen met de VNG te verkennen of er, binnen het aangegeven kader voor waardegrondslag en de effecten, behoefte is aan een regeling in de geschetste richting (verplichte stedelijke herverkaveling) en zal de Tweede Kamer daar na de zomer over informeren.

Commissiedebat d.d. 23 juni 2022 Datacenters In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar

2022 geïnformeerd.

De minister gaat in gesprek met de gemeente Zeewolde over de ontwikkelingen rondom de hyperscale en informeert de Tweede Kamer hierover zodra er nieuws is.

De minister zegt de Tweede Kamer toe Ontwerp Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor

NOVI (eind 2022), definitieve aanscherping NOVI nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    einde jaar 2022 geïnformeerd.

2023. Daar hoort uitvoeringsprogramma bij Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in waarvan we begin mei aangeven wanneer dat het coalitieakkoord op het terrein van komt, maar dat wil ik eigenlijk dit jaar gereed Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. hebben.    27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925

VII, nr. 141)

Na de zomer zijn de eerste resultaten van de Kamerbrief Voortgangsbrief over de Nationale In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het Kustpactmonitor beschikbaar. De minister van Omgevingsvisie d.d. 7 juni 2021 (Kamerstukken najaar 2022 geïnformeerd.

BZK zegt de Eerste en Tweede Kamer toe de II 2020/21, 34682, nr. 83)

Kamers binnenkort separaat te informeren over de voortgang in het kustpact als geheel.

Zonnepanelen op landbouwgrond. Nou, er is Parlementair agenda punt [27-01-2022] -    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het een verkenning gestart om invulling te geven aan Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de najaar 2022 geïnformeerd.

de gevraagde normering: op welke gronden zou nieuwe minister voor Volkshuisvesting en je het wel willen en op welke gronden niet? Dat Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in zou kunnen leiden tot een aanpassing van het het coalitieakkoord op het terrein van

Besluit activiteiten leefomgeving of het Besluit Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

kwaliteit leefomgeving, twee besluiten onder de 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925

Omgevingswet. Dat betekent ook dat er heel VII, nr. 141)

goed wordt gekeken naar de randvoorwaarden,

zoals de netinpassing. De resultaten van die verkenning komen voor zomer 2022 naar de

Tweede Kamer.

Omschrijving van de toezegging Veel relevante ondergrondgegevens berusten bij niet-bestuursorganen: waterbedrijven, netbeheerders, en dergelijke. Opname van deze gegevens zou de gebruiksmogelijkheden van de BRO voor bijvoorbeeld energietransitie, woningbouw en waterproblematiek sterk vergroten. De minister is daarom voornemens om te laten onderzoeken of en hoe de kring van bronhouders zou kunnen worden verbreed met niet-bestuursorganen. De minister zal de Tweede Kamer te zijner tijd nader informeren.

De minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PV), toe de Eerste Kamer medio 2022 te informeren over de inventarisatie van het Rijksvastgoedbedrijf naar de mogelijke locaties om statushouders of vergunninghouders op te vangen (T03355).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer gedetailleerd inzicht zal geven in de gemaakte afwegingen op het moment dat bijstelling van het budget aan de orde is, naar aanleiding van de vraag van het lid Bisschop.

In de afgelopen jaren is al vaker rijksvastgoed ingezet voor het leveren van bijdragen aan maatschappelijke opgaven, bv. door inzet van rijksgronden voor de energietransitie, woningbouw en het Regionaal Ontwikkelprogramma (ROP). Het voornemen is dit verder uit te bouwen en het rijksvastgoed en het Rijksvastgoedbedrijf nadrukkelijk te betrekken bij de realisatie van de programma's binnen de Nationale Bouw- en Woonagenda. Naast inzet op woningbouw zal dit onder andere ook bijdragen aan de huisvesting van aandachtsgroepen, de opwekking van duurzame energie en het stikstofbeleid. In het tweede kwartaal van 2022 informeert de minister de Tweede Kamer via een separate Kamerbrief over deze inzet van rijksvastgoed en het Rijksvastgoedbedrijf.

De staatssecretaris zegt toe - in de achtste voortgangsrapportage - dat de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over het stakeholderonderzoek onder omwonenden dat in januari 2022 wordt uitgevoerd.

De aanbevelingen van het doorlichtingsrapport en de opbrengsten van deze workshop worden benut voor het implementatieplan, dat door het RVB zal worden opgesteld in overleg met de directeur FEZ. Op basis van het implementatieplan en na overleg met de betrokken directeuren, wordt besloten welke inspanningen en/of investeringen noodzakelijk zijn voor de versterking van het functioneren van het RVB. Een jaar na vaststelling van het implementatieplan organiseert BZK/FEZ een tweede workshop met de dezelfde deelnemers ter bespreking van de voortgang van de implementatie. De Tweede Kamer ontvangt hiervan te zijner tijd een verslag.

Kamerbrief Voortgangsrapportage Basisregistratie Ondergrond (BRO) inclusief voorstel opname gegevens over bodemverontreinigingen d.d. 10 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,33136, nr. 24)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Plenair debat Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2022 (35.925 VII) Onderdeel Wonen d.d. 21 december 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 12, item 4)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2022 geïnformeerd.

Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.

10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 124)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Kamerbrief Algemene beleidsbrief portefeuille Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 14 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 137)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d.

10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 124)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Kamerbrief Aanbieding doorlichtingsrapport agentschap Rijksvastgoedbedrijf 2016 - 2020 d.d. 23 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 34357, nr. 3)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd.

De nu lopende onderzoeksfase is een belangrijk Kamerbrief Zevende voortgangsrapportage meetmoment. De eerste resultaten van deze Binnenhof Renovatie d.d. 14 april 2022

onderzoeksfase worden rond de zomer van 2023 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 126)

verwacht. Deze resultaten zullen onder andere worden gebruikt om een meer gedetailleerde planning tot aan het einde van het programma te kunnen maken. De huidige verwachting is dat in het najaar van 2023 de Tweede Kamer hierover wordt geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

Omschrijving van de toezegging De minister zegt toe de Tweede Kamer aan het eind van het jaar te informeren over de uitkomsten van de pilots omtrent het ondersteunen van wooncorporaties. De beschikbaarheid van voldoende betaalbare locaties voor wooncoöperaties, de continuering van ondersteuning van initiatieven, en geleerde lessen uit het actieprogramma en de pilots van Platform31 zullen daarin worden meegenomen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen vcBZK d.d. 12 februari 2021 inzake de reactie op het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) 'Toegang tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen d.d. 19 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 89)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Kamerbrief Aanpassing Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming (RVV-V) d.d. 1 september 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 345)

Er wordt onderzocht of verdere verbeteringen doorgevoerd kunnen worden in de budgettaire beheersing en effectieve inzet van het budget. Specifiek wordt er, gekeken naar het omzetten van de structurele reeks voor verduurzaming (vanaf 2023 is structureel €104 miljard beschikbaar) naar een tariefsverlaging in de verhuurderheffing of een subsidie. De minister zegt toe de Tweede Kamer (eerste kwartaal 2022) te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 3e kwartaal 2022 geïnformeerd.

Het maken van afspraken met de    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de    In behandeling. De Tweede Kamer wordt na woningcorporaties gaat eventjes duren, omdat nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    zomerreces 2022 geïnformeerd.

het bijdraagt aan meerdere doelen. Maar daar wil Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in de minister in tweede kwartaal 2022 absoluut het coalitieakkoord op het terrein van mee klaar zijn.    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

De minister zegt toe aan de Tweede Kamer terug Parlementair agenda punt [11-10-2021] -    In behandeling. De Tweede Kamer wordt na te koppelen (voorjaar 2022) over het overleg met Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Koerhuis zomerreces 2022 geïnformeerd.

Platform hypotheken over de eis van nieuwe over de toekomst van gemeentelijk hypotheekakte bij overstappen naar    erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw eeuwigdurende erfpacht.    (TK 35232) d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II

2021/22, 35232, nr. 10)

In debat werd gesteld dat andere EU-landen zoals Commissiedebat Staat van de woningmarkt d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in Frankrijk meer ruimte nemen in het toepassen 16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, september 2022 geïnformeerd. van de Europese (aanbestedings)richtlijnen, nr. 863) terwijl Nederland erg streng is in de toepassing.

Hierop is een vergelijking tussen Nederland toegezegd hoe andere landen omgaan EU-richtlijnen in het volkshuisvestelijk beleid.

Specifiek zal worden bekeken hoe er in andere EU-landen wordt omgegaan met belemmeringen die wij in Nederland ervaren. Hier wordt op teruggekomen in april bij de programmalijn/ beleidsprogramma betaalbaarheid. Vooraf wordt gemeld aan de Tweede Kamer wat er geleverd kan worden omtrent dit onderwerp.

Kamerbrief Antwoorden op vragen uit het    In behandeling. De Tweede Kamer wordt verslag van het schriftelijk overleg over de september 2022 geïnformeerd.

reactie op de jaarverslagen 2020 van de

Nationale ombudsman en de

Kinderombudsman d.d. 29 maart 2022

(Kamerstukken II 2021/22, 35743, nr. 4)

Er wordt in samenwerking met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gewerkt aan een gezamenlijke reactie op het rapport 'Ongehoord! De onzichtbaarheid van kinderen met huisvestingsproblemen' van de Kinderombudsman. In het voorjaar komt een gezamenlijke schriftelijke reactie op het rapport van de Kinderombudsman en wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.

Daarnaast heeft de minister Finance Ideas onderzoek laten doen naar de financierbaarheid van wooncoöperaties en Ecorys een internationaal vergelijkend onderzoek laten uitvoeren. Finance Ideas is op dit moment bezig met een additioneel onderzoek naar de financierbaarheid van wooncoöperaties in het middensegment. Dit onderzoek zal de minister, net als de andere onderzoeken, voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer sturen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het het kwartaalbericht van de Nationaal Hypotheek Garantie (NHG); 'minder verlies en lagere restschulden, maar hogere risicobereidheid consument om een huis te kopen' en het bezoek aan de NHG d.d. 30 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2901)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Verlaging tarief verhuurderheffing    In behandeling. De    Eerste    Kamer wordt in najaar

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    en maandelijkse wijziging bedragen    2022 door het ministerie van    Financiën

aanleiding van een vraag van het lid de Boer    heffingsverminderingen (35.932) d.d.    geïnformeerd.

(GroenLinks), toe een reactie op de brief van 14 december 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 11, woningcorporatie Aedes aan de Kamer te sturen item 3)

(T03340).

Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de In behandeling. De Tweede Kamer wordt in nieuwe minister voor Volkshuisvesting en    september 2022 geïnformeerd.

Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

Waar het betreft ouderen gaat het overigens niet alleen over bouwen maar echt ook om de combinatie tussen wonen en zorg. En u voegt er altijd aan toe: ook welzijn. Dat is inderdaad waar.

Die hofjes die u vaker heeft genoemd in eerdere debatten die we met elkaar hebben gevoerd, zijn een heel gewenste vorm van hoe ouderen wonen. Kijkend naar het aantal initiatieven en ook de moeite waarmee dit type initiatieven van de grond komt, hebben we daar nog heel veel werk te doen. Dus de minister gaat met die klus aan de slag.

De Minister-President zegt toe dat bij de    Plenair debat over de regeringsverklaring d.d.    In behandeling. De Tweede Kamer wordt    in uitwerking van de plannen van minVRO het idee    19 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 39,    september 2022 geïnformeerd.

wordt bezien of het bouwen van    item 3)

seniorhuisvesting de doorstroom op de woningmarkt kan helpen (voor jongeren) (aan het lid De Haan).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de    Wetgevingsoverleg inzake het samenwerking tussen VWS en BZK te verbeteren begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. en te intensiveren in het kader van de    15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22,

ouderenhuisvesting.    35925 VII, nr. 94)

De Minister van Binnenlandse Zaken en    Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet    In behandeling. De Tweede Kamer wordt    in

Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar    maatregelen woningmarkt 2014 II en de    september 2022 geïnformeerd.

aanleiding van een opmerking van het lid Verkerk Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders (ChristenUnie), toe de monitor    met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020

ouderenhuisvesting naar de Eerste Kamer te    (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9)

sturen (T03048).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd

De minister-president zegtde Tweede Kamer toe Plenair debat Algemene Politieke dat de minister van BZK de opmerking van CU Beschouwingen d.d. 17 september 2020 betrekt bij de behandeling van de begroting van (Handelingen II 2020/21, nr. 3, item 5)

BZK wanneer het ook over huren en wonen gaat (ouderenwoonakkoord: «maak daar werk van en maak afspraken met gemeenten over een percentage dat zij kunnen reserveren voor nieuwe woonvormen voor ouderen. Dat zou veel betekenen voor veel mensen tot en met starters aan toe»).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd

De minister-president zegt de Tweede Kamer toe Plenair debat Algemene Politieke dat de minister van VWS en de minister van BZK Beschouwingen d.d. 17 september 2020 reageren op de nota van 50PLUS over woon- (Handelingen II 2020/21, nr. 3, item 5) zorgcomplexen voor ouderen die afhankelijk zijn van alleen hun AOW bij de behandeling van hun begrotingen.

Kamerbrief Voortgang versnelling woningbouw In behandeling. De Tweede Kamer wordt in d.d. 12 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, september 2022 geïnformeerd.

32847, nr. 828)

Om vraag en aanbod af te stemmen is inzicht nodig in zowel de verwachte vraag van ouderen als het woningaanbod. In de volgende monitor Ouderenhuisvesting zal dit aan de orde komen.

De minister verwacht de Tweede Kamer deze monitor in het tweede kwartaal van 2022 toe te zenden.

Plenair debat Verhouding centrale overheid en In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio decentrale overheden d.d. 11 mei 2021    september 2022 geïnformeerd.

(Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10)

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe na te gaan of de verslagen van de landelijke regietafels, in ieder geval de Landelijke Regietafel Migratie, openbaar zijn en hoe duidelijkheid gecreëerd kan worden voor wat betreft de verantwoording van dergelijke regietafels (T03212).

De minister zegt toe de Tweede Kamer in de Kamerbrief Programma 'Betaalbaar wonen' d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in zomer van 2022 te informeren over de voortgang 19 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. september 2022 geïnformeerd. van het Sociaal Huurakkoord.    906)

 

Omschrijving van de toezegging    Vindplaats

Stand van zaken

De minister is in overleg met de sector om meer Kamerbrief Reactie op de initiatiefnota van het transparantie te creëren over de    lid Smeulders over marktwerking uit de aanvangshuurprijs. Afspraken hierover zullen    huursector d.d. 9 juni 2020 (Kamerstukken II

worden opgenomen in een convenant.    2019/20, 35178, nr. 3).

Uiteindelijk kunnen deze afspraken in wetgeving worden verankerd, zodat zij voor de gehele sector gelden. De minister verwacht najaar 2020 het convenant met de Tweede Kamer te kunnen delen.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd.

De minister inventariseert goede voorbeelden Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio ten aanzien van splitsing op welke manier we in de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022    september 2022 geïnformeerd.

die regio's waar het wel kan, via een splitsing of (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884)

het op een andere manier praktischer gebruiken van de huidige woningvoorraad, tot meer woningen kunnen komen. Dat is een toezegging aan de heer Van Haga. De Tweede Kamer wordt na zomer 2022 geïnformeerd.

 

Ook is in het coalitieakkoord opgenomen dat    Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over voor koopstarters bij het aanvragen van een    het het kwartaalbericht van de Nationaal hypotheek de actuele stand van de studieschuld Hypotheek Garantie (NHG); 'minder verlies en bepalend wordt. Het Nibud onderzoekt, in het lagere restschulden, maar hogere kader van het jaarlijkse adviesrapport over de    risicobereidheid consument om een huis te leennormen, hoe dit vormgegeven kan worden. kopen' en het bezoek aan de NHG d.d. 30 mei

De minister zegt toe - in najaar 2022 - dit rapport 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. naar de Tweede Kamer zalm worden gestuurd. 2901)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt Tweede Kamer toe - in de Staat Kamerbrief Aanbieding WoON2021 d.d. 9 juni van de Volkshuisvesting 2022 - in najaar 2022 in 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 918) samenhang met de vorderingen van de programma's een reactie op het WoON2021 te geven.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer twee keer Kamerbrief Programma 'Betaalbaar wonen' d.d. In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar per jaar te informeren over de voortgang van 19 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 2022 geïnformeerd. het programma Betaalbaar wonen (in najaar en 906) in voorjaar).

De Kamer (DENK) sprak zorgen uit over de    Commissiedebat Volkshuisvestelijke en    10-01-2022 De Tweede Kamer wordt medio complexiteit om voor woonwagens een    ruimtelijk ordeningsaspecten d.d. 16 september december 2022 geïnformeerd.

hypotheek of (brand)verzekering af te sluiten. 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 816)

De minister heeft een eerdere toezegging herhaald om in gesprek te gaan met aanbieders van hypotheken en (brand)verzekeringen om te bezien of deze processen simpeler gemaakt kunnen worden. Hier wordt ook trekvrijheid bij betrokken. De minister zal de Tweede Kamer informeren.

 

De minister zegt toe (januari 2022) de Tweede Plenair debat Tweeminutendebat

Kamer te informeren over de uitkomsten uit het Volkshuisvestelijke en ruimtelijke overleg over trekkingsvrijheid van    ordeningsaspecten d.d. 23 november 2021

woonwagenbewoners.    (Handelingen II 2021/22, nr. 25, item 14)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio december 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de Staat Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting van de Volkshuisvesting vierde kwartaal 2022    d.d. 30 juni 2022

een stuk op te nemen over de impact van de oorlog in Oekraïne op de volkshuisvestelijke ambities.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2022 geïnformeerd.

Hoe de minister exact om zal gaan met    Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de huurverhoging in het samenspel der dingen en nieuwe minister voor Volkshuisvesting en hoe om te gaan met regulering van middenhuur; Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in de Tweede Kamer wordt 2e kwartaal 2022    het coalitieakkoord op het terrein van

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

geïnformeerd.    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d.

27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141)

 

De minister zegt de Tweede Kamer toe om in    Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting een van de brieven in vierde kwartaal 2022 te    d.d. 30 juni 2022

reageren op de suggesties Van Haga (splitsen woningen, woningdelen, verdieping erop,

bestemmingsplannen kostendelersnorm).

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2022 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe te    Commissiedebat Woningbouwopgave d.d.

In behandeling. De Kamer wordt voor einde jaar

informeren over gesprekken met gemeente    24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21,32847, nr. 2022 geïnformeerd.

Rotterdam en VN mbt Tweebosbuurt (officiële    812)

mededeling van de Verenigde Naties over mogelijke mensenrechtenschendingen door het

Rotterdamse woonbeleid met specifieke aandacht voor de sloop van de Rotterdamse Tweebosbuurt).

De minister zegt toe dat de planning van de Kamerbrief Consultatie hervorming huurtoeslag In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor wetsvoorstellen hervorming van de huurtoeslag en huurverlaging d.d. 5 juli 2022 (Kamerstukken einde jaar 2022 geïnformeerd.

en de wetswijziging van de huurverlaging voor II 2021/22, 32847, nr. 924)

einde jaar 2022 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

De minister zegt toe het rapport van de Autoriteit Kamerbrief Publicatie rapport toezicht WSW In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar Woningcorporaties (Aw) betreffende toezicht op 2020 d.d. 2 november 2021 (Kamerstukken II 2022 geïnformeerd. het WSW jaarlijks aan de Tweede Kamer te 2021/22, 29453, nr. 542sturen.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

Hoewel voortgang wordt geboekt op een groot Kamerbrief over Voortgang verbeterplan aantal punten is elke misstand in het koopproces koopproces d.d.12 juli 2022

er één te veel. Om meer snelheid te maken gaat de minister aan de slag met een voorstel voor een wet «eerlijk koopproces». De minister informeert de Tweede Kamer najaar 2022 over hoofdlijnen van de wet en het verdere proces.

Kamerbrief Evaluatie Woningwet, hardheidsclausule en experimenteerbepaling, Informatietraject Woningwet d.d. 3 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 849)

Met het oog op de toekomstbestendigheid van de wet treden per 1 januari 2022 een nieuwe hardheidsclausule en experimenteerbepaling in werking, op basis waarvan afgeweken kan worden van (een deel van) de bepalingen van de Woningwet en onderliggende regelgeving. Experimenten worden bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Na afloop worden experimenten geëvalueerd en zal worden bepaald of aanpassing van wet- en regelgeving wenselijk is. Hierover zal de minister rapporteren aan de Tweede Kamer.

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2023 geïnformeerd.

Gezien de ruimte die met de wijziging van de Woningwet reeds wordt geboden voor lokaal maatwerk en risicogericht toezicht, is de verwachting dat de hardheidsclausule slechts zeer beperkt toegepast zal worden. De minister zal jaarlijks verslag uitbrengen aan de Tweede Kamer over de toepassing van de hardheidsclausule.

Kamerbrief Evaluatie Woningwet, hardheidsclausule en experimenteerbepaling, Informatietraject Woningwet d.d. 3 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 849)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2023 geïnformeerd.

In behandeling. De Tweede Kamer zal op het moment dat dit aan de orde is vooraf geïnformeerd worden.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (vooraf) te Algemeen overleg Toezicht en borging informeren over de uitzonderlijke gevallen die woningcorporaties d.d. 18 mei 2017 het mogelijk maken dat publiek geld wordt (Kamerstukken II 2016/17, 29453, nr. 440) ingezet voor sanering van woningcorporaties in het niet-DAEB-deel.

Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Koerhuis In behandeling. De Tweede Kamer wordt in over de toekomst van gemeentelijk    september 2022 geïnformeerd.

erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw (TK 35232) d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 10)

De minister zegt toe de Tweede Kamer (begin 2022) te informeren over de stand van zaken rondom de samenwerking van het Kadaster en PBL over het uitbreiden .van de inventarisatie van locaties voor tijdelijke woningen en flexwoningen die nu in Noord-Holland al wordt gedaan.

Het onderzoek naar de voorwaarden voor erfpacht zal in de eerste helft van 2022 kunnen worden uitgevoerd; de minister zegt toe dit medio zomer 2022 aan de Tweede Kamer toe te sturen.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 94)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2022 geïnformeerd.

In het programma wonen en zorg voor ouderen Kamerbrief Beantwoording schriftelijke    In behandeling. De Tweede Kamer wordt in zal de minister ingaan en de laatste cijfers    Kamervragen jaarverantwoording 2021 d.d. september 2022 geïnformeerd.

presenteren over de bouwopgave voor ouderen. 8 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 VII,

De minister zal dit programma voor zomer 2022 nr. 6) naar de Tweede Kamer sturen.

De minister start een onderzoek naar de    Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Koerhuis In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorwaarden voor erfpacht en naar het Franse over de toekomst van gemeentelijk    september 2022 geïnformeerd.

systeem van plus-value. De Tweede Kamer wordt erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw op korte termijn geïnformeerd over de opzet van (TK 35232) d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II

het onderzoek. Daarin wordt het tijdpad    2021/22, 35232, nr. 10)

opgenomen.

Om de woningbouwopgave, waarvan de    Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar transformatieopgave een belangrijk onderdeel is, 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919)    2022 geïnformeerd.

te realiseren benadrukken wij de noodzaak om met alle betrokken partijen samen te werken.

Uitvoeringskracht bereiken we door samen naar de stip op de horizon toe te werken. Deze stip staat voor het realiseren van toekomstbestendige huisvesting en leefomgeving voor onze generatie en volgende generaties. De minister zal de Tweede Kamer halfjaarlijks rapporteren over de voortgang van de actieplannen.

Woningbouwprojecten moeten uiteraard ook    Kamerbrief Bestuurlijke afspraken provincies    In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio voldoen aan randvoorwaarden die volgen uit    woningbouw d.d. 3 juni 2022 (Kamerstukken II oktober 2022 geïnformeerd.

wettelijke eisen ten aanzien van    2021/22, 32847, nr. 916)

klimaatadaptatie, stikstof, natuurbescherming etc. De minister spreekt met andere overheden af via welke proces we knelpunten signaleren,

adresseren en oppakken/met de andere departementen die het betreft. Dit is een gezamenlijk en stapsgewijs proces, dat via actielijn twee van het programma Woningbouw wordt opgepakt. Bij de afspraken op 1 oktober

2022 zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over de uitwerking van dit proces.

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat hij met Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting In behandeling. De Tweede Kamer wordt in tweede een beleidsreactie komt op het rapport van de d.d. 30 juni 2022    helft 2022 geïnformeerd.

Algemene Rekenkamer (23 juni 2022) over de Woningbouwimpuls (Wbi).

In het vierde kwartaal zal de minister regionale Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 4e

woondeals bekendmaken. Daarvoor zullen de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022    kwartaal geïnformeerd.

richting 1 juni indicatieve afspraken worden (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884)

gemaakt, in gesprek met de provincies, over de aantallen en de betaalbaarheid. Op 1 oktober worden deze afspraken vastgelegd. Dat is de precisering. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd.

De minister komt voor einde van het jaar 2022 Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor met de Wet regie volkshuisvesting.    de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022    einde jaar 2022 geïnformeerd.

(Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884)

In mei doet de minister de uitgangspunten van Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de vierde tranche van de Woningbouwimpuls de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022    einde 2022 geïnformeerd.

aan de Tweede Kamer toekomen. Deze tranche (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884)

zal in de zomer worden opengezet, althans, als we er eventueel over gediscussieerd hebben.

De vijfde tranche volgt eind van dit jaar.

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat hij met Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde provincies kansen en locaties van transformatie/ d.d. 30 juni 2022    kwartaal 2022 geïnformeerd.

tijdelijke woningen van vakantieparken inventariseert in het vierde kwartaal; de minister wil het betrekken bij het sluiten van de regionale woondeals.

De minister zegt de Tweede Kamer toe het    Kamerbrief Extern onafhankelijk adviseur Wim In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar onafhankelijk advies van Wim Kuijken over de Kuijken voor de Gnephoek Alphen aan den Rijn 2022 geïnformeerd. mogelijke ontwikkelrichting van de Gnephoek in d.d. 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22,  32847,relatie tot de woningbouwopgave met de Tweede nr. 915)

Kamer te delen.

Voor de transformatie van maatschappelijk Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde vastgoed naar woningen is de samenwerking 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919). kwartaal 2022 geïnformeerd. tussen overheden en corporaties van belang.

Voor het inzetten van het rijksvastgoed voor woningen wordt momenteel een inventarisatie uitgevoerd naar kansrijke transformatielocaties.

De minister verwacht de Tweede Kamer in het vierde kwartaal 2022 hierover te informeren.

De minister zegt de Tweede Kamer toe uiterlijk in Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde vierde kwartaal 2022 terug te komen op motie d.d. 30 juni 2022    kwartaal 2022 geïnformeerd.

Grinwis verbetering van het grondbeleid.

Mogelijkerwijs in een paragraaf van het wetsvoorstel Regie op de Volkshuisvesting.

De minister gaat het programma woningbouw Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar voor het onderdeel Flexwonen verder uitwerken 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919)    2022 geïnformeerd.

en zal de Tweede Kamer in najaar 2022 hierover informeren.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Naar aanleiding van de gesprekken met gemeenten en provincies volgt er een overzicht van de plancapaciteit per provincie met gehonoreerde gemeentelijke plannen en locaties, met criteria op basis waarvan de keuzes zijn gemaakt. De Tweede Kamer ontvangt de uitkomst daarvan voor de zomer. Dat is een toezegging aan de heer De Groot.

Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 1e de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022    kwartaal 2023 geïnformeerd.

(Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884)

De staatssecretaris zegt toe de consequenties van het verschil tussen vraag en budget te beschrijven in het geactualiseerde Generieke Actieplan 'Open op Orde' dat in het vierde kwartaal naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Kamerbrief bij actieplannen en nulmetingen Open op Orde d.d. 20 juli 2022

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2022 geïnformeerd.

Bijlage 5: Subsidieoverzicht

Tabel 97 Subsidies (bedragen x € 1.000)

 

Art.

Naam subsidie(regeling)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027 Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

(regeling)

Bestuur en Regio

                 

1.1

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.738

3.724

3.724

3.718

3.718

3.718

3.718 Evaluatie

subsidieregeling

2016

2022

2023

1.1

Kenniscentrum Europa decentraal

545

595

440

440

440

440

0 Evaluatieonderzoek    2026

subsidieregeling

2017-2020

2026

1.1

Subsidieregeling COELO

130

130

130

0

0

0

0 Evaluatie subsidieregeling 2021

2026

2026

1.1

Subsidieregeling

grensoverschrijdende

jongerenevenementen

150

150

150

0

0

0

0 geen

2023

2024

1.1

Subsidie bevolkingsdaling

123

129

131

8

0

0

0 Evaluatie Tweede Actieplan Bevolkingsdaling

2021

(eindevaluatie)

incidenteel

1.1

Subsidies bestuur en regio1

1.744

2.329

1.058

1.175

938

919

1.209 geen

2023

incidenteel

1.1

POK - Multiproblematiek1

154

1.569

969

969

1.400

1.400

1.400 geen

2023

incidenteel

1.1

POK - Antidiscriminatie1

13

150

150

150

150

150

150 geen

2023

incidenteel

1.1

POK - Basisinfrastructuur1

0

4.500

5.500

10.000

0

0

0 geen

2023

incidenteel

Democratie

                 

1.2

Subsidiering Politieke partijen2

27.646

29.449

28.861

28.837

24.958

24.958

24.958 Het publieke belang van politieke partijen 2018

2023

geen einddatum in de wet

1.2

Pro Demos

8.125

9.009

9.009

8.994

8.994

8.994

8.994 Evaluatie Subsidie Pro Demos 2021

2026

2026

1.2

Nationaal Comite 4 en 5 mei

118

122

122

122

122

122

122 Evaluatie over vrijheid

onderhouden 2021

2026

2026

1.2

Verbinding inwoner en overheid1

4.309

2.660

1.534

1.522

1.522

1.507

1.507 geen

2023

diverse subsidies

1.2

Weerbaar bestuur1

1.261

1.388

2.244

1.668

1.734

1.734

734 geen

2023

diverse subsidies

1.2

Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel

99

0

0

66

0

0

0 Evaluatie 2018

2023

2024

1.2

Professionaliseringsfonds

burgemeesters

909

889

889

889

889

889

889 Evaluatie 2020

2024

2024

1.2

Professionaliseringsfonds politieke ambtsdragers, griffiers, rekenkamers en rekenkamercommissies

0

1.325

1.325

1.325

0

0

0 geen

2024

2024

1.2

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers1

2.226

1.463

234

211

1.227

1.226

1.226 geen

2023

diverse subsidies

Woningmarkt

                 

3.1

Bevordering Eigen Woningbezit (BEW)

(inclusief de beschikking geldelijke steun EW 84)

3.198

4.800

8.600

10.000

5.600

500

200 Evaluatie BEW

2009

Betreft betalingen van

verplichtingen uit verleden.

2025

3.1

Binnenstedelijke

transformatiefaciliteit3

20.000

0

0

0

0

0

0 geen

2022

incidenteel

3.1

Subsidies Woningmarkt4

7.804

13.909

3.573

3.529

3.329

3.220

3.220 Evaluatie SEKW

2026

2027

2021

Woningbouw

 

Art.

Naam subsidie(regeling)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027 Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

(regeling)

3.3

Woningbouw3

348

177

73

0

50

0

0 geen

2022

incidenteel

3.3

Binnenstedelijke

transformatiefaciliteit3

0

22.000

0

0

0

0

0 geen

2022

incidenteel

3.3

Caribisch Nederland3

0

1.400

0

0

0

0

0 geen

2022

incidenteel

Energietransitie en Duurzaamheid

                 

4.1

Subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen

0

2.239

34.646

42.000

52.500

13.600

4.200 geen

2025

2025

4.1

Nationaal Isolatie Programma (regeling in de maak)

0

0

50.000

50.000

0

0

0 geen

2024

2024

4.1

Energiebesparing koopsector

90.134

13.677

18.888

17.100

7.700

5.500

2.500 Evaluatie

Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) 2021

2026

2024

4.1

Energiebesparing Huursector (Stimuleringsregeling energieprestatie huursector)

18.225

18.951

0

0

0

0

0 Evaluatie STEP

Betreft betalingen van

verplichtingen uit verleden.

2019

4.1

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

2.640

3.900

3.900

700

0

0

0 geen

2026

2024

4.1

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

0

41.500155.000144.300

0

0

0 geen

2026

2024

4.1

Energietransitie en duurzaamheid4

13.377

29.460

14.736

8.732

3.077

4.502

4.552 Beleidsdoorlichting artikel 4.1 BZK

2026

2027

4.1

Renovatieversneller

0

0

21.750

32.750

42.750

0

0 geen

2023

2025

4.1

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

13.986

4.310

42.200

10.500

24.000

17.000

39.500 Beleidsdoorlichting artikel 4.1 BZK

2023

2023

4.1

Warmtefonds

27.400

80.600

97.390

93.000

77.000

77.000103.000 Beleidsdoorlichting artikel 4.1 BZK

2023

2030

4.1

Nationaleprogamma Lokale Warmtetransitie (regeling in de maak)

0

0

6.000

6.000

6.000

0

0 geen

2024

2025

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

                 

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit4

5.745

12.280

8.543

5.460

5.988

4.203

2.248 Beleidsdoorlichting artikel 4.2 BZK

2026

2027

Ruimtelijke ordening

                 

5.1

Programma Ruimtelijk Ontwerp

0

300

1.500

1.500

0

0

0 Evaluatie 2016

2025

incidenteel

5.1

Basisregistraties

374

515

547

547

547

547

447 Evaluatie Geonovum 2017-2021

2026

2027

5.1

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

174

300

300

300

300

300

300 geen

2025

incidenteel

5.1

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

96

25

0

0

0

0

0 geen

2025

incidenteel

Omgevingswet

                 

5.2

Eenvoudig Beter

23.564

3.213

1.000

0

0

0

0 geen

2026/2027

2027

Overheidsdienstverlening, Informatiebeleid en Informatiesamenleving

         

6.2

Overheidsdienstverlening3

3.778

5.896

2.106

1.997

1.979

1.970

1.970 Beleidsdoorlichting 2021

2026

incidenteel

Investeringspost digitale overheid

                 

6.6

Doorontwikkeling en innovatie

3.507

8.444

0

0

0

0

0 Beleidsoorlichting

2026

incidenteel

digitale overheid1    2021

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

 

Art.

Naam subsidie(regeling)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027 Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

(regeling)

6.7

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

214

2.665

3.668

3.668

3.668

3.668

3.668 geen

2024

incidenteel

6.7

VNG

257

1.847

3.846

3.846

3.846

3.846

3.846 geen

2024

incidenteel

Werkgevers- en bedrijfsvoeringbeleid

                 

7.1

Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP)

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100 Evaluatie

subsidieregeling CAOP 2019

2022

2022

7.1

Subsidie overlegstelsel1

87

1.301

1.301

1.301

1.301

1.301

1.301 geen

  • jaarlijkse subsidieverstrekking

7.1

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

250

250

250

250

0

0 geen

2024

incidenteel

7.1

Fysieke werkomgeving Rijk (Bedrijfsvoeringsbeleid)

200

200

200

200

200

200

200 Evaluatie

subsidieregeling CfPB 2019

2024

2024

7.1

Code Verantwoord Marktgedrag (Bedrijfsvoeringsbeleid)1

5

5

5

5

5

5

5 geen

  • jaarlijkse subsidieverstrekking

7.1

Bedrijfvoeringsbeleid

213

545

7

7

7

7

7

2024

incidenteel

7.1

POK-Leiderschap, diversiteit en inclusie

0

16

48

48

48

80

0 geen

2024

incidenteel

7.1

Kwaliteitsmanagement Rijksdienst

0

27

27

27

1

1

1 geen

2024

incidenteel

7.1

Ondersteuning koepels implementatie Woo

0

863

863

863

863

863

863 geen

2026

2027

7.1

Compensatie Waterschappen Woo

0

0

3.047

3.047

3.586

3.586

3.586 geen

2026

2027

7.1

Subsidies A&O / IFHR1

772

1.249

1.247

1.247

1.247

1.247

1.247 geen

-

incidenteel

Algemeen

                 

12.1

Stichting Koninklijk Paleis

Amsterdam

50

55

55

55

55

55

55 Evaluatie 2017

2022 (volgt na publicatie)

2023

12.1

Stichting Parlementaire

Geschiedenis

327

328

209

209

209

209

209 Evaluatie 2019

2024

2024

12.1

Subsidies algemeen1

736

831

548

465

350

349

129 geen

 

incidenteel

Totaal    289.601 338.759 543.643 504.847 293.648 190.916 223.261

Subsidies 8 9 10 11

Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). Het doel van de SEA is om meer inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en het in kaart brengen van de benodigde kennisbehoeften en inzichten om daarmee uiteindelijk een tot hogere toegevoegde, maatschappelijke waarde van beleid te komen.

De SEA biedt een overzicht van de belangrijkste beleidsthema's en bijbehorende beleidsartikelen van BZK. Daarnaast bevat de SEA een overzicht van alle geplande beleidsdoorlichtingen per beleidsartikel eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).

De verschillende beleidsterreinen waar BZK een rol in speelt, zijn geclusterd in zes inhoudelijk samenhangende thema's: sterke en levendige democratie, goed functionerend openbaar bestuur, duurzaam wonen voor iedereen, evenwichtige en duurzame verdeling van ruimte, waardengedreven digitale samenleving en een grenzeloos samenwerkende (Rijks-)overheid. Deze thema's vormen de basis van de SEA. De beleidsartikelen van de begroting zijn verdeeld onder deze thema's.

 

Tabel 98 Thema sterke en levendige democratie

 

Subthema    Type onderzoek    Afronding Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Democratie    Ex-durante    2021    Staat van het Bestuur    1.2

 

Ex-ante

2021

Onderzoek hoe functioneren lokale partijen in de praktijk

Ex-post

2021

Nationaal kiesonderzoek 2021

Ex-durante

2021

Basismonitor politieke ambtsdragers 2020

Ex-post

2021

Atlas van afgehaakt Nederland

Ex-post

2021

Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen 2021

Ex-durante

2021

Onderzoek contact tussen jongeren en bestuurders door I&O research

Ex-post

2021

Evaluatie subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei

Ex-ante

2021

Verkenning gemeentelijk statuut

Ex-post

2021

Evaluatie subsidieregeling ProDemos

Ex-ante

2021 en verder

Ontwikkeling democratische kernwaarden jongeren

Ex-post

2022

Evaluatie Democratie in Actie

Ex-ante

2022

Verkenning relatie institutioneel vertrouwen en overheidsprestaties

Ex-ante

2022 en verder

NWA project Revitalized Democracy

Overig onderzoek

2022 en verder

Promotieonderzoek Uitdaagrecht

Overig onderzoek

2022 en verder

Thorbeckeleerstoel

Overig onderzoek

2022

Nationaal onderzoek slavernijverleden

Ex-post

n.n.b.

Evaluatie Taalskipper

Ex-ante

2022

Quick scan complottheorieën lokaal niveau

Ex-durante

2022

Onderzoek eeuwigdurende grafrust

Ex-ante

2022

Analyse fenomeen onrust en ongenoegen

Ex-durante

2022

Monitor onrust op sociale media

Ex-ante

2022

Kennisonderzoek dynamiek polarisatie

Subthema

Type onderzoek    Afronding Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Ex-durante    2022    Monitor Integriteit decentrale politieke ambtsdragers

 

Ex-durante

2022

Evaluatie programma Leefbaarheid en Veiligheid

Ex-durante

2022

Onderzoek naar het gebruik van het wettelijk instrumentarium door raads- en statenleden

Ex-ante

2022

Verkenning ontzetting uit het kiesrecht

Ex-post

2022

Analyse effecten wijziging kiesstelsel

Ex-post

2022

Lokaal kiezersonderzoek 2022

Ex-durante

2022

Onderzoek vervroegd stemmen

Ex-ante

2022

Onderzoek technologische ontwikkelingen

Ex-post

2022

Evaluatie gemeenteraadsverkiezingen

Ex-durante

2022

Onderzoek naar de rekrutering van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen

Ex-post

2022

Evaluatie Wet aanpak woonoverlast

Ex-durante

2022

Leefbaarometer

Ex-durante

2023

Onderzoek naar gebiedsgerichte aanpak van leefbaarheid en veiligheid

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Toelichting

Het Ministerie van BZK is de hoeder van democratie en goed bestuur in Nederland. Het versterken van de democratische rechtsorde en het verbeteren van het functioneren van de overheid vormt één van de rode draden in het Coalitieakkoord voor de periode 2022-2025.

Een belangrijk kennisthema hierbinnen is de 'samenleving als fundament'. Kennisvragen die hier centraal staan hebben betrekking het maatschappelijk fundament van het democratisch en bestuurlijk bestel en wat we daarin zien gebeuren. Hoe bewaken we de maatschappelijke 'common ground' die nodig is voor het functioneren van de democratie, en waarin het bestuur zijn legitimatie vindt? Wat bindt burgers in alle verscheidenheid, of wat onderscheidt hen juist van elkaar en hoe verhouden zij zich tot democratie en bestuur? Hierbij is het van belang meer inzicht te verkrijgen in het vertrouwen, wantrouwen, perceptie en beleving van democratie en bestuur door burgers. Hierbinnen is het in kaart brengen van verschillen tussen groepen en regio's, onder vertegenwoordiging en diversiteit, omgang met het slavernijverleden, desinformatie en complot denken, maatschappelijk onbehagen, onrust en ondermijning van belang.

Een tweede thema richt zich op kennisontwikkeling met betrekking tot een toekomstbestendige democratie. Hierbij gaat het primair om het functioneren van de democratie en vernieuwingen in het democratisch bestel. Hoe komt de verbinding tussen burgers en bestuur tot stand, via verkiezingen en andere vormen? Wat kunnen democratische innovaties betekenen voor die verbinding? Hoe functioneert de democratie in de praktijk?

Om te kunnen blijven leren van experimenten en vernieuwingen op het terrein van democratie neemt BZK deel als maatschappelijk partner aan het NWA-project Revitalised democracy (Redress) onder leiding van de Universiteit van Tilburg.

Onderwerpen die verder relevant zijn voor een toekomstbestendige democratie zijn bijvoorbeeld: de betekenis van representatie in de 21e eeuw, de veranderende rol van politieke partijen en andere intermediairs, het verloop van verkiezingen, aanpassingen in het verkiezingsproces en het kiesstelsel, de ontwikkeling naar een 'meervoudige democratie', vorm en impact van democratische innovaties, participatie, burgercollectieven, de polderdemocratie en meer theoretische reflecties op ontwikkelingen in de democratie.

Voor het ontwikkelen en onderhouden van een sterke en levendige democratie is het van belang om relevante trends constant te volgen. BZK voert hierom een aantal periodieke onderzoeken uit die zich richten op basale vragen waarop we altijd een antwoord willen. Deze behoefte is structureel en niet afhankelijk van politieke keuzes. Het is informatie die we altijd op orde willen hebben. In veel gevallen zal het bij deze basisinformatie gaan om informatie met een kwantitatief karakter zoals: hoe veel inwoners hebben er gestemd en hoe veel politieke ambtsdragers zijn er momenteel? Het gaat deels ook om kwalitatieve informatie. Voorbeelden hiervan zijn belevingsaspecten of opvattingen van burgers, vertegenwoordigers en bestuurders.

Een belangrijk doel van deze basisinformatie is om goed zicht te houden op de praktijk van democratie en bestuur. Goed gefundeerd empirisch onderzoek levert daaraan een grote bijdrage. Blijvende aandacht voor deze empirische informatiebasis kan veel (terugkerende) incidentele vragen om nieuw onderzoek ondervangen omdat de antwoorden al beschikbaar zijn. Onderzoeken die aan deze informatie bijdragen zijn onder andere: diverse kiezersonderzoeken, kerncijfers over politieke ambtsdragers, basismonitor politieke ambtsdragers, onderzoeken kandidaatselectie, monitor integriteit en veiligheid, Leefbaarometer, Zicht op ondermijning en Zicht op wijken.

 

Tabel 99 Thema goed functionerend openbaar bestuur

 

Subthema    Type onderzoek    Afronding Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Bestuur en regio    Ex-post    2021     Evaluatie Nationaal Actieplan Bevolkingsdaling   1.1

 

Ex-ante

2021

Onderzoeksprogramma corona als stresstest op het openbaar bestuur

Ex-ante

2021

ROB advies Normeringssystematiek

Ex-durante

2021

Voorlichting Interbestuurlijke verhoudingen Raad van State

Ex-durante

2021

ROB advies Rol nemen, ruimte geven

Ex-durante

2021

ROB advies Droomland of niemandsland

Ex-durante

2021

ROB advies Rust-Reinheid-Regelmaat

Ex-ante

2021

Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid Sociaal Domein

Ex-durante

2021

Lerende evaluatie IBP Vitaal Platteland

Ex-durante

2021-2022

Monitoring- en leertraject Regio Deal Lab Governance

Ex-post

2021-2022

Evaluatie Jongerenevenementen i.h.k.v. het programma Onbegrensd

Ex-ante

2021-2022

Onderzoeken en adviezen voor de herziening van de financiële verhoudingen

Ex-durante

2021-2022

Data Financiën Decentrale Overheden

Ex-durante

2021-2022

Community of Practice Agenda Stad/Citydeals

Ex-durante

2021

Staat van het Bestuur

Ex-post

2022

Evaluatie subsidieregeling Oorlogsgravenstichting (OGS)

Ex-ante

2022

Bouwstenen organiek beleidskader

Ex-durante

2021-2023

Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen

Ex-durante

2022 en verder

Onderzoek raden en raadsleden in de praktijk

Ex-durante

2022 en verder

Promotieonderzoek raadsakkoorden

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Ex-post

2023

Evaluatie Decentralisatie Uitkering (DU) Groeiopgave Almere

Ex-durante

2023 en verder

Data Financiën Decentrale Overheden

Ex-durante

2023 en verder

Monitor en leertraject Regio Deals

Ex-durante

2023 en verder

Innovatiemonitor evaluatie Agenda, Stad en Regio

Ex-durante

2023, 2025, 2027

Staat van het Bestuur

Ex-post    2024    Evaluatie Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE)

Nationale veiligheid    Ex-post    2022 en AIVD jaarverslag    2

verder

Toelichting

In dit thema staat het bestuurlijk deel van het bestel, het functioneren ervan en de praktische en principiële knelpunten die op dat terrein ervaren worden centraal. Onderwerpen die hierbij horen zijn de ondersteuning van volksvertegenwoordigers en bestuurders, de rechtspositie, arbeidsvoorwaarden, integriteit en veiligheid van (politieke) ambtsdragers. Verdere kennisonder-werpen van belang zijn de weerbaarheid, democratische legitimiteit en slagkracht van het bestuur. Ook is het van belang veranderingen in het bestuurlijk bestel, zoals regionalisering en interbestuurlijk toezicht inzichtelijk te maken.

BZK geeft iedere twee jaar de Staat van het Bestuur uit. Dit trendrapport bevat cijfers, feiten, ontwikkelingen en onderzoeksresultaten over de (decentrale) democratie en het openbaar bestuur in Nederland. Daarnaast wordt in 2023 de meerjarige wetenschappelijke studie naar de publieke waarde-creatie door bestuurlijk regionale ecosystemen (BRE) afgerond. Dit is een uniek traject omdat het niet alleen ingaat op de succesfactoren, maar ook op de effectiviteit van de regionale samenwerkingsverbanden. Dit gebeurt aan de hand van een generieke analyse voor heel Nederland en casusonderzoeken in 10 regio's die zij zelf co financieren. Beide onderzoeken leveren ook een bijdrage aan de kennisontwikkeling op het thema: sterke en levendige democratie.

Het inzichtelijk maken van de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid op het gebied van democratie, bestuur en regio gebeurt veelal per beleidsterrein. Vaak zijn hier kennispartners, adviesraden of andere onderzoek-spartijen bij betrokken. Voorbeelden van beleidsevaluaties hier zijn:

  • Rijkswaterstaat ontvangt voor de periode 2021 tot en met 2024 een bijdrage van BZK in verband met het oprichten en beheren van het Landelijk Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE) voor gemeenten die te maken hebben met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het functioneren van het KCE zal geëvalueerd worden in 2024.
  • Bij de introductie van de Decentralisatie Uitkering (DU) Groeiopgave Almere is afgesproken dat deze vijfjaarlijks geëvalueerd wordt. Omdat de uitzonderlijke groeikosten van Almere niet via de reguliere systematiek van het gemeentefonds kunnen worden bekostigd ontvangt de gemeente Almere vanaf 2015 een DU.
  • In 2023 wordt de meerjarige wetenschappelijke studie naar de publieke waardecreatie door bestuurlijk regionale ecosystemen (BRE) afgerond. Dit is een uniek traject omdat het niet alleen ingaat op de succesfactoren, maar ook op de effectiviteit van de regionale samenwerkingsverbanden. Dit gebeurt aan de hand van een generieke analyse voor heel Nederland en casusonderzoeken in 10 regio's die zij zelf co financieren.
  • De Regiodeals worden gemonitord op het vlak van de governance. Hierbij wordt gefocust op leren uit de praktijk van de gebiedsgerichte aanpak in relatie tot de brede effecten van welvaartsontwikkeling. Dit laatste lag in de vorige kabinetsperiode nog bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), maar is nu bij het ministerie van BZK belegd.
  • Data over de financiën van decentrale overheden worden door het ministerie van BZK doorlopend gemonitord. Dit levert inzichten op in de inkomsten, uitgaven en financiële positie van gemeenten en provincies, en de ontwikkelingen daarin.
  • Vanaf 2023 wordt innovatie- en impactmonitoring toegepast in de stad en regio. Als nulmeting dient een wetenschappelijke terugblik over de opbrengsten van zeven jaar Agenda Stad als innovatieprogramma. De monitoring vormt een onderdeel van het nieuwe vierjarige programma Agenda Stad & Regio.

In het kader van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE), zal begrotingsartikel 1 na vijf jaar opnieuw doorgelicht worden. De uitvoering van dit syntheseonderzoek is gepland in 2023. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2022 gestart.

De evaluatie rondom de besteding van de middelen van artikel 2: Nationale Veiligheid is in de reguliere planning- & controlcyclus van de Algemen Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) ingebed. De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023 - 2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers, de ministeries van: BZK, Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie en Veiligheid, onder coördinatie van het ministerie van Algemene Zaken. In 2023 treedt de nieuwe GA voor de komende vier jaar in werking. De voortgang op de GA wordt gerapporteerd door middel van voortgangsrapportages, welke driemaal per jaar worden behandeld in de Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) en Raad voor Veiligheids- en inlichtingendiensten (RVI). Tevens dient de rapportage als verantwoordingsdocument voor de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.

De Auditdienst Rijk (ADR) doet op grond van Comptabiliteitswet 2016 intern onderzoek naar het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Daarnaast controleert de Algemene Rekenkamer (AR) de uitgaven van de AIVD en rapporteert hierover aan de CIVD. In de onderzoeken van zowel de ADR als de AR ligt de focus ligt op de doel- en rechtmatigheid van de uitgaven van de AIVD. De AR verricht eveneens onderzoek naar specifieke onderwerken, zoals recentelijk naar de operationele slagkracht van de diensten (Slagkracht AIVD en MIVD).

De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt toezicht op de AIVD en de MIVD. De commissie oefent tijdens en achteraf toezicht uit op de rechtmatigheid van de uitvoering van zowel de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 als de Wet veiligheidsonderzoeken. De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is een onafhankelijke commissie die vooraf toetst of de inzet van specifiek e bijzondere bevoegdheden door de AIVD rechtmatig is.

Tot slot is de AIVD verplicht jaarlijks een openbaar verslag uit te brengen dat terugblikt op de aandachtsgebieden in het afgelopen jaar en zicht geeft op de aandachtsgebieden in het lopende jaar (AIVD jaarverslag 2021).

 

Tabel 100 Thema duurzaam wonen voor iedereen

 

Subthema    Type onderzoek    Afronding Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Woningmarkt    Ex-post    2021    Evaluatie Subsidieregeling kennisoverdracht en    3.1

experimenten wonen

 

Ex-post

2021

Evaluatie Platform 31 vervolgevaluatie

Ex-post

2021

Evaluatie Wet doorstroming huurmarkt 2015

Ex-ante

2021

Onderzoek naar huurregulering middenhuur

Ex-durante

2022

WoON2021

Ex-durante

2022

Monitoringsonderzoek convenant koopketen

Ex-durante

2022

Monitor ouderenhuisvesting

Ex-durante

2022

Monitor nieuwbouw corporaties

Ex-durante

2022

Landelijke monitor studentenhuisvesting

Ex-durante

2022

Monitor convenant verduurzaming koopketen

Ex-durante

2022

Monitor discriminatie bij woningverhuur

Ex-ante

2022

IBO wonen en zorg

Ex-ante

2022

IBO vermogensongelijkheid

Ex-durante

2022

Onderzoek ouderenhuisvesting

Ex-ante

2022

Huurregister

Ex ante

2022

Onderzoek huurregelgeving t.b.v. Klimaatakkoord (doorwerking standaard en streefwaarden in WWS en mogelijkheden tot huurverlaging)

ZBO doorlichting

2022

ZBO doorlichting Huurcommissie

Agenstschapsdoorlichting

2022

Agentschapsdoorlichting Dienst van de Huurcommissie

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Woningmarkt

Ex-durante

2023

Evaluatie doorlopend toezicht woningtaxaties

Ex-post

2023

Evaluatie Wet modernisering Huurcommissie

ZBO doorlichting

2024

ZBO doorlichting Stichting Visitatie Woningcorporatie Nederland

Ex-post

2025

Evaluatie Wet toeristische verhuur

 

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek    Begrotingsartikel

 

Ex-post

2025

Evaluatie differentiatie inkomensgrenzen

 

Ex-post

2025

Evaluatie nieuwe huisvestingswet

 

Ex-post

2025

Evaluatie differentiatie overdrachtsbelasting

 

Ex-post

2028

Evaluatie Wet goed verhuurderschap

Woningbouw

Ex-ante

2021

 Onderzoek Verkenning onrendabele top woningbouw   3.3

projecten. Analyse op hoofdlijnen publieke tekorten landelijke woningbouwplannen 2021-2030

 

Ex-ante

2021

Uitwerking gedetailleerde businesscases voor de

14 grootstedelijke gebieden.

 

Ex-durante

2021

Tussentijdse evaluatie woondeals

 

Ex-ante

2021

Onderzoek geluid woningbouw omgeving Schiphol (in samenwerking met het Minsterie van lenW)

 

Ex-post

2021

Evaluatie Nationale woonagenda

 

Ex-durante

2021

Onderzoek cijfers Flexwonen (CBS)

 

Ex-durante

2021

Onderzoek naar afwegingskader flexwonen (PBL)

 

Ex-ante

2021

Adviesaanvraag Deltacommissaris omtrent maatregelen en middelen noodzakelijk om woningbouw klimaat robuust

 

Ex-durante

2021 en verder

Jaarlijkse monitor Woningbouwimpuls

 

Ex-durante

2022

Monitoring voortgang woningbouw in samenwerking met medeoverheden

 

Ex-durante

2023-2026

Jaarlijkse monitor Volkshuisvestingfonds

 

Ex-durante

2022

Jaarlijkse evaluatie Transformatiefaciliteit

 

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Woningmarkt

 

Ex-post

2023

Evaluatie flexpools

 

Ex-post

2026

Eindevaluatie Volkshuisvestingsfonds

Energietransitie

Ex-post

2021

 Evaluatie Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH)   4.1

gebouwde omgeving

Ex-post

2021

Evaluatie Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

 

Ex-durante

2022

Tweejaarlijkse voortgangsrapportage sectorale routekaarten maatschappelijk vastgoed

 

Ex-durante

2022

Monitor Klimaatbeleid - Hoofdstuk Gebouwde Omgeving

 

Ex-durante/Ex-post

2022

Evaluatie Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

 

Ex-durante

2022 - 2024

Evaluatie Warmtefonds

 

Beleidsdoorlichting

2022

Beleidsdoorlichting Energietransitie en duurzaamheid:

Energieakkoord 2020

 

Ex-durante

2022 - 2024

Monitor Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

 

Ex-post

2023

Evaluatie Programma Reductie Energiegebruik (PRE)

Bouwkwaliteit

Beleidsdoorlichting

2022

 Beleidsdoorlichting Bouwregelgeving en bouwkwaliteit   4.2

ZBO doorlichting

2025

ZBO doorlichting Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw

Ex-post

2026

Evaluatie Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Toelichting

Volkshuisvesting is één van de prioriteiten van dit Kabinet en één van de kerntaken van de overheid. Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar huis is een eerste levensbehoefte. Momenteel kunnen een groot aantal Nederlanders geen woning vinden die past bij hun wensen en portemonnee. Er moeten daarom sneller, meer woningen worden gebouwd. Het onderzoek met betrekking tot het woningbouwbeleid staat in het teken van deze ambitie.

BZK laat daarvoor onderzoek doen naar de woonbehoefte op korte en langere termijn en de daarbij passend de nationale en regionale bouwopgave. Dit vanuit de demografische ontwikkelingen, maar ook bijvoorbeeld vanuit het anticiperen op klimaatadaptatie en economische ontwikkelingen. Een andere vraag is welke woningen je zou moeten laten bouwen met het oog op een optimale doorstroming. En in welke mate leidt betere doorstroming tot het beschikbaar komen van betaalbare woningen (voor starters)? Een ander onderzoek is gericht op de knelpunten en oplossingen daarvan in de woningbouw.

Verder worden de financiële regelingen ten behoeve van woningbouw, zoals de Woningbouwimpuls, de Regeling huisvesting aandachtsgroepen en de Regeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting en ook de flexpool en het expertteam woningbouw jaarlijks gerapporteerd en geëvalueerd. Meer algemeen geldt dat de voortgang van de woningbouw en de knelpunten die de voortgang in de weg staan structureel worden gemonitord. Dit om te bezien of de ambities in het woningbouwprogramma worden waargemaakt en of hierop moet worden bijgestuurd. Onderdeel hiervan is de interbestuurlijke landelijke monitor ten behoeve van de interbestuurlijke regie op de woningbouw. Naast dit toegepaste beleidsonderzoek zal ook fundamenteler beleidsonderzoek plaatsvinden gericht op verdere uitwerking van het beleid en voor de langere termijn het voorkomen van een (nieuwe) mismatch tussen vraag en aanbod van woningen.

 

Tabel 101 Thema evenwichtige en duurzame verdeling van ruimte

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek    Begrotingsartikel

Ruimtelijke ordening

Ex-ante

2021

IBO Ruimtelijke ordening (Vernieuwing van bestaand beleid 5.1 ruimtelijke ordening (governance)

 

Ex-post

2021

Evaluatie doorwerking van beleid uit Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

 

Ex-durante

2021

Eerste meting landschapsmonitor

 

Ex-durante

2021

Kustpactmonitor

 

Ex-durante

2021

Ruimtelijk sturen met woningbouw (Planbureau voor de leefomgeving)

 

Ex-durante

2021

Onderzoek stedelijk groen

 

Ex-durante

2021

Onderzoek naar bouwen in relatie tot leefomgevingskwaliteit

 

Ex-durante

2022

Onderzoek invloed corona op de kantorenmarkt

 

Ex-durante

2022

Onderzoek naar de ruimtelijke borging van nationale belangen pilots (wereld)erfgoed en Defensie

 

Ex-durante

2022,2024, 2026

Monitoring NOVI (Effecten van beleid NOVI in beeld,

Planbureau voor de leefomgeving)

 

Ex-durante

2022,2024, 2026

Beleidsevaluatie: Balans van de Leefomgeving (Planbureau voor de leefomgeving)

 

Ex-durante

2022

Onderzoek citydeal vitale steden

 

Ex-post

2022

Evaluatie naar de doelstellingen van de gewijzigde

Basisadministratie adressen en gebouwen

 

Ex-ante

2023

Ruimtelijke verkenningen (Planbureau voor de leefomgeving)

 

Ex-ante

2023

Planmonitor NOVI

 

Ex-ante

2023

Verkenning ruimtelijk beleid circulaire economie

 

Ex-post

2024/2025

Vierjaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de NOVI

 

Ex-post

2025

Vijfjaarlijkse evaluatie Kadasterwet

 

ZBO doorlichting

2026

ZBO doorlichting Kadaster

 

Beleidsdoorlichting

2027

Beleidsdoorlichting artikel 5.1 Ruimtelijke ordening

Omgevingswet

Ex-durante

2022

Rapportage voorziening DSO t.b.v. monitoring    5.2

Ex-ante

2022

Plan van aanpak deelmonitoring stelsel Omgevingswet

Ex-durante

2022

Tussenevalutie beheersovereenkomst

Ex-durante

2023 en

Jaarlijkse monitoring Omgevingswet

 

verder

 

Ex-durante

2023, 2024,

Financiële onderzoeken Omgevingswet

2028, (2033) afhankelijk van datum inwerktreden

Omgevingswet

 

Ex-post

2026

Evaluatie beheersovereenkomst

Ex-post

2026/27

Evaluatie Omgevingswet

Ex-post

2027

Beleidsdoorlichting artikel 5.2 Omgevingswet

Toelichting

We staan aan de vooravond staan van een grote verbouwing van Nederland. De uitvoering van deze grote verbouwing heeft consequenties voor hoe we onze landschappen, steden en dorpen (her)inrichten. De schaarste aan ruimte in ons land maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk. Een mooier, gezonder, duurzamer, welvarender en aantrekkelijker Nederland is het uitgangspunt, met een goede leefomgevingskwaliteit voor alle inwoners van Nederland.

Naast een actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is het hiervoor nodig om de NOVI de komende jaren een stap verder brengen, de samenwerking met interbestuurlijke partners te organiseren, evenals het organiseren van de uitvoeringskracht en een data-gedreven aanpak.

BZK heeft hiervoor zowel een coördinerende systeemverantwoordelijk ten aanzien van de actualisatie en uitvoering van de NOVI, als een stelselver-antwoordelijkheid voor het opstellen en invoeren van de Omgevingswet (OW).

Met de Monitor NOVI, houden we continu de vinger aan de pols van beleid en ontwikkeling in het fysieke domein. Bij de Monitor NOVI gaat het om een tweejaarlijkse effectmonitor door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van ontwikkelingen in de leefomgeving. In 2022 is de eerste vervolgmeting verschenen. De tweede vervolgmeting is in het najaar van

2024. Met de Balans voor de Leefomgeving schetst het PBL iedere twee jaar een meer evaluatief en thematisch beeld van de stand van zaken van de Leefomgeving en het leefomgevingsbeleid. De volgende Balans verschijnt eveneens in het najaar van 2024.

Ontwikkelingen in het fysieke domein hebben echter vaak een lange doorlooptijd van planvorming naar realisatie. Hierdoor is het meestal niet mogelijk om op basis van feitelijke ontwikkelingen en evaluaties tijdig bij te sturen. Meer regie op de ruimtelijke ordening vraagt, meer nog dan een terugkijkende monitor, om een systeem van vooruit kijken in een vroeg stadium zicht op de ruimtelijke ontwikkelingen en kan daarop geanticipeerd worden. Nieuw is dan ook dat door het PBL een zogeheten Planmonitor NOVI is uitgewerkt die vooruitblikt op ontwikkelingen. In de planmonitor brengt het PBL in verschillende scenario's mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen in beeld, waarbij een relatie wordt gelegd met kwetsbare gebieden met een Rijksbelang. De eerste volwaardige meting vindt begin 2023 plaats en zal jaarlijks geactualiseerd worden. In 2024 zal doelmatigheid en doeltreffendheid van de NOVI, mede op basis van bovengenoemde onderzoeken, worden geëvalueerd.

Januari 2023 zal de nieuwe OW in werking treden. BZK is hiervoor systeemverantwoordelijk. Om zicht te houden op de werking van de wet worden drie monitors onderscheiden, een monitor Werking OW, een monitor financiële evalutie OW medeoverheden een eenmonitor van de werking van het DSO. De monitor van de NOVI is wordt tevens gezien als de monitor van de maatschappelijke waarden van de OW.

Het doel van de monitor Werking OW is om in kaart te brengen: hoe decentrale overheden aan de realisatie van de verbeterdoelen werken en in hoeverre dit lukt en de kerninstrumenten de realisatie van de verbeterdoelen ondersteunen. In 2022 is een plan van aanpak voor de deelmoni-toring opgesteld. In 2023 wordt gestart met de uitvoering van deze deelmonitor.

De monitor financiële evaluatie OW medeoverheden biedt overzicht over de transitiekosten van de invoering van de wet. In 2022 is gerapporteerd over de financiële effecten voor bevoegde gezagen, is gestart met de monitoring van de kosten en is een evaluatie uitgevoerd van de transitiekosten voor waterschappen. In 2023 zullen de transitiekosten breed worden gevalueerd en in 2024 zal een gehele financiële evaluatie plaatsvinden.

De deelmonitor digitaal stelsel OW (DSO) geeft inzicht in de invoering en werking van het ondersteunende digitale stelsel. Basis zijn de bestuurlijke afspraken in de Beheerovereenkomst DSO-LV over evaluaties zoals verwoord in paragraaf 7 IN 2022 zal een beknopte tussenevaluatie plaatsvinden. De betrokken partijen evalueren de werking van deze beheerovereenkomst in 2026.Op grond van artikel 23.9 van de OW stuurt het kabinet binnen vijf jaar na inwerkingtreding een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de prakijk naar de Tweede en Eerste Kamer. Voor de stelselherziening OW betekent dit dat de verbeterdoelen van de wet centraal staan in de monitoring en evaluatie: Deze evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie.

 

Tabel 102 Thema waarden-gedreven digitale samenleving

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek    Begrotingsartikel

Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en

Beleidsdoorlichting

2021

 Beleidsdoorlichting Overheidsdienstverlening,   6.2

informatiebeleid en informatiesamenleving

informatiesamenleving

Agentschapsdoorlichting 2023

Agentschapsdoorlichting Logius

 

Ex-durante

2022

Monitor Digitale overheid

 

Ex-durante

2023

Staat van de Dienstverlening

 

Beleidsdoorlichting

2026

Beleidsdoorlichting artikel 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

 

Ex-durante

2026

Evaluatie Team Informatieveiligheid

Identiteitsstelsel

Beleidsdoorlichting

2020

Beleidsdoorlichting Reisdocumenten en    6.5

Basisadministratie Personen

 

Ex-ante, ex-durante, expost

2022-2027

Evaluatie Introductie van het burgerservicenummer in

Caribisch Nederland

 

Ex-durante

2022, 2024, 2026

CBS onderzoek adreskwaliteit BRP

 

Ex-post

2023

Evaluatie Wet wijziging BRP

 

Agentschapsdoorlichting 2023

Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor de

Identiteitsgegevens

 

Ex-durante

2022

Monitor Identiteit

 

Ex-durante

2024-2026

Evaluatie experimenten BRP: registratie tijdelijke verblijfsadressen niet-ingezetenen, registratie aantal ingezeten op woonadres burger, Interkerkelijke

Ledenadministratie en dataminimalisatie

 

Ex-durante

2024

Invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 6.5 Identiteitsstelsel

 

Ex-post

2027

Evaluatie van de verordening identiteitskaarten

Investeringspost digitale

Ex-post

2021

 Beleidsdoorlichting artikel 6.6   6.6

overheid

Ex-ante

2023

IAK Wet Digitale overheid tranche 2

 

Ex-durante

2023

Evaluatie BIO

 

Ex-durante

2024

Evaluatie ICO

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Beleidsdoorlichting

n.n.b.

Beleidsdoorlichting artikel 6.7 Hoogwaardige    6.7

dienstverlening één overheid

 

Ex-post

2026

Evaluatie Wet elektronische publicaties

Toelichting

De Staat van de dienstverlening betreft een ex-durante onderzoek naar het oordeel van burgers en het bedrijfsleven over de overheidsdienstverlening. De centrale vraag in dit onderzoek luidt: Hoe belangrijk vinden burgers begrijpelijkheid, en in welke mate ervaren zij moeite met communicatie vanuit de overheid?

In 2024 wordt begrotingsartikel 6.5, betreffende toegang geëvalueerd. Deze evaluatie zal inzicht geven in de bereikte maatschappelijke doelen en de effecten van het ingerichte stelsel en internationale ontwikkelingen. Daarnaast biedt dit inzicht in welke dienstverleners ontsloten zijn.

Om de digitale dienstverlening, het informatiebeleid en de informatiesamenleving te blijven ontwikkelen wordt in 2026 vervolgens artikel 6.2 geëvalueerd. Deze evaluatie tracht ook te beogen welke maatschappelijke doelen er zijn bereikt, en hoe doelmatig en doeltreffend de ingezette beleidsinstrumenten zijn geweest.

In datzelfde jaar wordt ook de Wet elektronische publicaties geëvalueerd. In dit onderzoek wordt de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen, en de mogelijke gevolgen voor lokale media onderzocht. Daarnaast worden de ingezette beleidsinstrumenten getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid.

Van 2022 tot en met 2027 wordt er een groter evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de invoering van het Burgerservicenummer in Caribisch Nederland. Dit onderzoek zal ex-ante, ex-durante en ex-post van aard zijn.

Op verzoek van de Tweede Kamer wordt de invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit een jaar na in werk treden, in 2024, uitgevoerd. Naast de invoeringstoets worden in de periode 2024 tot en met 2026 vier wettelijke experimenten omtrent de Wet Basisregistratiepersonen (BRP) geëvalueerd:

  • 1. 
    De kwaliteitsmaatregel registratie tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen.
  • 2. 
    Verbeteren van de informatiepositie van de burger voor het aantal ingezetenen op een woonadres.
  • 3. 
    Regie op gegevens met betrekking tot de Interkerkelijke Ledenadministratie.
  • 4. 
    Dataminimalisatie.

Tevens wordt de verordening identiteitskaarten in 2027 geëvalueerd. Hier wordt specifiek gefocust op in hoeverre het toevoegen van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op ID-fraude.

Conform de Regeling agentschappen vindt periodiek een doorlichting plaats naar het functioneren van een agentschap, op onder meer de gebieden: governance, financieel beheer, bekostiging, doelmatigheid en doeltreffendheid. Het onderzoek zal starten in de tweede helft van 2022 en naar verwachting aan de Tweede Kamer worden aangeboden in de eerste helft van 2023.

De investeringspost digitale overheid wordt eind 2022 beëindigd. Vanaf 2023 worden deze middelen onderdeel van de centrale financiering van de Generieke Digitale infrastructuur (GDI). Om deze reden wordt de investeringspost in de toekomst niet meer geëvalueerd.

Tabel 103 Thema grenzeloos samenwerkende (Rijks-)overheid

 

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Werkgevers- en

Ex-ante

2021

IBO Agentschappen

7.1

bedrijfsvoeringsbeleid

Ex-durante

2021

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2020

 

Ex-post

2021

Brede evaluatie van organisatiekaders van het Rijk

Ex-durante

2022-2027

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2021 - 2026

Ex-post

2022

Evaluatie subsidieregeling Stichting CAOP 2020

Ex-durante

2022

Onderzoek naar interne meldregelingen bij werkgevers

Ex-durante

2022

Benchmark ABD met het bedrijfsleven

Ex-post

2022

Evaluatie strategische I-agenda CIO Rijk

Ex-durante

2022

Onderzoek naar biologische catering

Agentschapsdoorlichting

2023

Agentschapsdoorlichting P-Direkt

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

 

Ex-durante

2023

Visitatiecommissie maatregelen ABD

 
 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

 
 

Agentschapsdoorlichting

2024

Agentschapsdoorlichting SSC-ICT

 
 

Agentschapsdoorlichting

2025

Agentschapsdoorlichting FMH

 
 

ZBO doorlichting

2025

ZBO doorlichting Het Huis voor de Klokkenluiders

 
 

Agentschapsdoorlichting

n.n.b.

Agentschapsdoorlichting UBR

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie bestedingsplan «Ambtelijk vakmanschap»

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie Bestedingsplan «Staat van de uitvoering»

 
 

Ex-post

2025

Evaluatie bestedingsplan «leiderschap, diversiteit en inclusiviteit»

 
 

Ex-post

2026

Evaluatie I-strategie Rijk

 
 

Ex-post

2027

Evaluatie veilig werk- en meldklimaat

 
 

Ex-post

2027

Evaluatie gewijzigde wetgeving als gevolg van de EU-klokkenluidersrichtlijn

 

Pensioenen en uitkeringen Ex-post

2022

Evaluatie bijdrage aan SAIP

7.2

 

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting artikel 7.2 Pensioenen en uitkeringen

 

Doelmatige

Beleidsdoorlichting

2021

Beleidsdoorlichting Doelmatige Rijkshuisvesting

9.1

Rijkshuisvesting

Ex-post

2021

Evaluatie overdracht monumenten aan de NMO

 
 

Agentschapsdoorlichting

2021

Agentschapsdoorlichting Rijksvastgoedbedrijf

 

Beheer materiele activa

Beleidsdoorlichting

2021

Beleidsdoorlichting Doelmatige Rijkshuisvesting

9.2

Toelichting

De jaarlijkse rapportage Bedrijfsvoering Rijk biedt inzicht in het werkgevers-en bedrijfsvoeringsbeleid van BZK. In 2024 zal de beleidsdoorlichting van artikel 7 ook verdere inzichten verschaffen in hoeverre het beleid van BZK op dit gebied doelmatig en doeltreffend is. Naast deze onderzoeken worden er de komende jaren vijf bestedingsplannen geëvalueerd.

In 2025 worden de bestedingsplannen 'Staat van de uitvoering', 'Leiderschap, diversiteit en inclusie' en 'Ambtelijk Vakmanschap' geëvalueerd. Er zal worden onderzocht of de ingezette middelen van de bestedingsplannen geresulteerd hebben in doelmatig en doeltreffend beleid.

Vanwege de gewijzigde wetgeving, als gevolg van de EU-klokkenluiders-richtlijn, ontstonden de bestedingsplannen 'Veilig werk- en meldklimaat' en 'Versterken dienstverlening Huis voor de Klokkenluiders'. Conform de gemaakte plannen worden deze na vijf jaar, in 2027, geëvalueerd.

De uitvoering van de strategische I-agenda 2019-2021 van het CIO Rijk wordt in 2022 geëvalueerd. Er wordt onderzocht of beleid voortkomend uit de agenda doelmatig en doeltreffend is geweest, en in hoeverre dit heeft bijgedragen aan een grenzeloos samenwerkende (Rijks-)overheid. Het CIO Rijk gaat in 2021-2025 door met de verdere uitvoering van de I-strategie.

De evaluatie hiervan zal volgen in 2026.

De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft naar aanleiding van onderzoek van de Universiteit Utrecht over het functioneren van de ABD, een aantal maatregelen aangekondigd in 2021 (Kamerstukken II, 2021/22, 31490, nr. 310). De kennisbehoefte van de ABD is daarom gericht op het krijgen van inzicht in de effecten van deze maatregelen. Hiervoor is een visitatiecommissie ingesteld. In 2023 zal de eerste visitatie plaatsvinden, deze zal in de toekomst met regelmaat uitgevoerd worden.

Daarnaast voert de ABD in 2022 een benchmark onderzoek uit. Hierin wordt het beleid omtrent de ontwikkeling van management van de ABD vergeleken met het bedrijfsleven. Het doel van dit onderzoek is om hieruit een referentiekader voor managementontwikkeling te ontwerpen.

De beleidsdoorlichting van artikel 9 over de Rijkshuisvesting en de agent-schapsdoorlichting van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hebben in 2021 plaatsgevonden. De eerstvolgende doorlichtingen staan in 2026 geagendeerd. Dan zal onder andere worden gekeken naar de opvolging van de aanbevelingen uit de recente doorlichtingen. Tevens zal in de beleidsdoorlichting artikel 9 wederom gekeken worden naar de doelmatige en doeltreffende uitvoering van de taken die verantwoord worden in artikel 9 door het RVB.

Het rapport over de agentschapsdoorlichting van het Rijksvastgoedbedrijf bevat meerdere aanbevelingen waarmee de organisatie van- en de dienstverlening door het Rijksvastgoedbedrijf verder verbeterd kan worden. Artikel 9 is gericht op de uitvoering van enkele taken door het Rijksvastgoedbedrijf, die worden verantwoord in het Kas/Verplichtingenstelsel.

Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken (E) of rijkstaken (R), of er sprake is van incidentele (I) of structurele (S) bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

 

Tabel 104 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

 

ontwerpbegroting 2023

   
     

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal uitgaven

   

5.047

16.642

9.894

9.643

9.825

9.925

10.025

 

Artikel 3 Woningmarkt

   

3.744

15.340

8.609

8.340

8.540

8.640

8.740

Subsidies (regelingen)

E

S

1.718

7.000

7.500

8.000

8.400

8.500

8.600

Subsidies (regelingen)

E

I

2.002

8.340

1.109

340

140

140

140

Opdrachten

E

I

24

0

0

0

0

0

0

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

1.303

1.302

1.285

1.303

1.285

1.285

1.285

Subsidies (regelingen)

E

I

37

17

0

18

0

0

0

Opdrachten

E

I

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

E

S

1.266

1.285

1.285

1.285

1.285

1.285

1.285

1    R =Rijk, E = eilandelijk

2    S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 3 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

De verschillende subsidies en opdrachten zijn er op gericht om beschikbaarheid en betaalbaarheid op de woningmarkt in Caribisch Nederland te steunen. Dit zijn geformuleerde beleidsdoelen. Het betreft in alle gevallen Eilandelijke taken. De incidentele subsidies in de tabel worden gebruikt om de bouw en renovatie van sociale huurwoningen te bekostigen om zo beschikbaarheid te bevorderen. De incidentele subsidies zijn verder bedoeld om huurcommissies in CN te ondersteunen dan wel op te zetten en zo betaalbaarheid op de woningmarkt te bevorderen. De structurele subsidies (verhuurderssubsidies) zijn bedoeld om de huren voor sociale minima in de sociale en particuliere huursector te verlagen en zo betaalbaarheid te bevorderen. Een deel van dit budget komt uit de 'CN-envelop' van € 30 mln. en een deel komt vanuit de Woningbouwimpuls.

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft een eilandelijke taak: bijhouden van de bevolkingsadminisstratie en uitgifte van reisdocumenten.

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een structurele bijdrage voor de ondersteuning van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij het beheer en exploitatie van de Persoonsinformatie-voorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V). Deze bijdrage is ook bedoeld voor de betrouwbare uitgifte van de identiteitskaart BES.

Bijlage 8: Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen

In 2020 is tussen de Zeeuwse partijen en het kabinet het pakket Wind in de Zeilen ofwel het bestuursakkoord Compensatiepakket marinierskazerne tot stand gekomen (Kamerstukken II 2019/20, 33358, nr. 28). Dit pakket heeft een omvang van circa € 651,9 mln. voor de periode van 2020 tot en met 2030. In het bestuursakkoord is in artikel 2.10 afgesproken dat de rijksbijdrage aan de afgesproken maatregelen inzichtelijk wordt gemaakt in een overzicht bij de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Met het opnemen van de bedragen in de begroting zijn deze geoormerkt voor dit doel.

Dit overzicht is opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de betreffende departementen.

Tabel 105 Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen (bedragen x € 1.000)

 

Omschrijving

Begroting

Artikel

Instrument

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal

     

47.030

81.080

72.967

14.900

68.270

68.271

68.271

 
  • 0. 
    Compensatie gemaakte kosten
   

0

0

0

0

0

0

0

Vergoeding directe schade

DEF (X)

  • 6. 
    Investeringen

Voorzien in infrastructuur

0

0

0

0

0

0

0

OZB-achterstand

BZK (VII)

  • 1. 
    Openbaar bestuur en Democratie

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

Overdracht gronden

DEF (X)

  • 6. 
    Investeringen

Voorzien in infrastructuur

0

0

0

0

0

0

0

 
  • 1. 
    Law Delta
     

980

1.500

2.000

2.000

57.870

57.871

57.871

Extra beveiligde inrichting (EBI)

JenV (VI)

  • 34. 
    Straffen en Beschermen

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

52.000

52.001

52.001

Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ)

JenV (VI)

  • 32. 
    Rechtspleging en rechtsbijstand

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

3.760

3.760

3.760

Beveiligde overnachtingslocatie

JenV (VI)

  • 32. 
    Rechtspleging en rechtsbijstand

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

110

110

110

Kenniscentrum ondermijning JenV (VI)

  • 32. 
    Rechtspleging en rechtsbijstand

Bijdrage aan medeoverheden

980

1.500

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

  • 2. 
    Bereikbaarheid
     

10.000

64.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

Aanpassing dienstregeling NS

IenW (MF)

  • 11. 
    Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte1

Reserveringen

(Pakket

Zeeland)

0

4.500

4.500

4.500

4.5002

4.500

4.500

Aanleg extra infrastructuur

IenW (MF)

  • 11. 
    Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Reserveringen

(Pakket

Zeeland)

0

45.000

0

0

0

0

0

Ontwikkeling stationsgebied Vlissingen

>

N

00

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Bijdrage aan medeoverheden

5.000

0

0

0

0

0

0

Slimme mobiliteit

BZK (VII)3

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Bijdrage aan medeoverheden

5.000

0

0

0

0

0

0

Rail Gent - Terneuzen

IenW (MF)

  • 11. 
    Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Reserveringen

(Pakket

Zeeland)

0

15.000

0

0

0

0

0

 
  • 3. 
    Delta Kenniscentrum
     

283

63

54.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Delta Kenniscentrum

OCW (VIII)

Nog te bepalen4

Nog te bepalen

0

0

54.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Kwartiermakersfase

OCW

  • 16. 
    Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Opdrachten

283

63

0

0

0

0

0

 
  • 4. 
    Eerstelijnszorg
     

3.117

4.617

6.217

5.150

3.900

3.900

3.900

Omschrijving

Begroting

Artikel

Instrument

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Toekomstgerichte zorginfrastructuur

VWS (XVI)

  • 3. 
    Langdurige zorg en ondersteuning

Subsidies

(regelingen)

1.067

1.067

1.067

0

0

0

0

Huisartsen / Physical Assistant

VWS (XVI)

  • 4. 
    Zorgbreed beleid

Subsidies

(regelingen)

800

2.300

3.900

3.900

3.900

3.900

3.900

Gezondheidscentrum

Vlissingen/Walcheren

VWS (XVI)

  • 3. 
    Langdurige zorg en ondersteuning

Subsidies

(regelingen)

1.250

1.250

1.250

1.250

0

0

0

 

5/6. Industrie en haven

     

400

150

0

0

0

0

0

Onderzoek industrie/haven

EZK (XIII)

  • 2. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Subsidies

(regelingen)

0

150

0

0

0

0

0

Onderzoek industrie/haven

BZK (VII)5

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Bijdrage aan medeoverheden

400

0

0

0

0

0

0

 
  • 7. 
    Versterken Investeringsfonds Zeeland
   

10.000

5.000

5.000

0

0

0

0

Versterken Investeringsfonds EZK (XIII) Zeeland

  • 3. 
    Toekomstfonds

Leningen

10.000

5.000

5.000

0

0

0

0

  • 8. 
    Kenniswerf
 

15.000

0

0

0

0

0

0

Kenniswerf

BZK (VII) 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Bijdrage aan    15.000

medeoverheden

0

0

0

0

0

0

  • 9. 
    Aardgasvrije wijken
     

0

4.000

0

0

0

0

0

Aardgasvrije wijk Vlissingen

BZK (VII)

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Bijdrage aan medeoverheden

0

4.000

0

0

0

0

0

 
  • 10. 
    Werkzoekenden naar werk in de regio
   

1.000

0

0

0

0

0

0

Arbeidsmarktregio Zeeland

BZK (VII)6

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Bijdrage aan medeoverheden

1.000

0

0

0

0

0

0

 
  • 11. 
    Ontvlechten Evides en PZEM
   

6.250

1.250

1.250

1.250

0

0

0

Evides

BZK (VII)

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Bijdrage aan medeoverheden

6.250

1.250

1.250

1.250

0

0

0

1    Vanaf 2022 staat er nog structureel € 2,25 mln. op de Aanvullende Post gereserveerd en wordt onder voorwaarde van een goedgekeurd bestedingsplan overgeheveld naar het mobiliteitsfonds.

2    De wijze waarop de intercity-dienst vanaf 2025 financieel wordt vormgegeven is onderwerp van de uitwerking van de nieuwe HRN-concessie.

3    Dit bedrag komt oorspronkelijk van het Mobiliteitsfonds (I&W).

4    Deze middelen staan op de Aanvullende Post gereserveerd en worden onder voorwaarde van een goedgekeurd bestedingsplan overgeheveld naar de betreffende departementale begroting.

5    Dit bedrag komt oorspronkelijk van de begroting EZK (XIII).

6    Dit bedrag komt oorspronkelijk van de begroting SZW (XV).

Toelichting

  • 1. 
    Law Delta (JenV)

Penitentiaire inrichting

De huidige behoefte aan capaciteit voor bijzondere regimes binnen de penitentiaire inrichtingen is nog niet bereikt maar loopt wel tegen het maximum aan. De extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught raakt voller en spreiding van deze categorie gedetineerden over meerdere inrichtingen is op dit beveiligingsniveau niet mogelijk. Met een tweede EBI ontstaat ruimte om gedetineerden die voor dit regime in aanmerking komen te kunnen scheiden van elkaar. Deze spreiding is nodig om voortgezet crimineel handelen in detentie (vchd) en ondermijnende criminaliteit te kunnen voorkomen en bestrijden. De penitentiaire inrichting Vlissingen zal niet alleen een EBI huisvesten. Dit heeft te maken met doelmatigheidsredenen zoals een efficiënte inzet van personeel en voorzieningen en vanwege de mogelijkheid om te kunnen op- en afschalen tussen de verschillende regimes. Daarnaast is er behoefte aan cellen die qua beveiligingsniveau tussen een EBI en een reguliere cel liggen. Daarom komen er naast een EBI ook 192 andere plaatsen, mogelijk in de vorm van vier multi-inzetbare gevangenisunits met 48 plaatsen.

Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ)

Om in de toekomst nieuwe strafzaken te kunnen faciliteren waarbij zware veiligheidsmaatregelen nodig zijn, is meer extra beveiligde zittingscapa-citeit noodzakelijk. De nieuwe hoogbeveiligde zittingslocatie is een landelijke voorziening die zich primair richt op parketten en rechtbanken ten zuiden van de grote rivieren. Door het combineren van een gevangenis en een zittingslocatie in een hoogbeveiligde omgeving ontstaat een voor Nederland nieuw concept. Hierdoor kan een deel van deze zware vluchtgevaarlijke criminelen in één veilige omgeving worden gedetineerd en berecht.

Beveiligde overnachtingslocatie

Advocaten, rechters en officieren van justitie moeten hun werk veilig kunnen doen. Bij zaken die worden behandeld in de hoogbeveiligde zittingslocatie zal het ook vaker voorkomen dat rechters, officieren van justitie en advocaten worden beveiligd. Daarom komt op het Justitieel Complex Vlissingen ook een beveiligde voorziening waarin zij tijdens (meerdaagse) zittingen kunnen werken en overnachten. Dit scheelt reistijd en vermindert het risico tijdens vervoersbewegingen.

Kenniscentrum ondermijning

De strategische kennisunit ondermijning heeft als doel het verkrijgen van een integraal, gezaghebbend strategisch beeld, dat inzicht geeft in de aard, omvang, trends en ontwikkelingen in fenomenen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Voor het opstellen van dit strategisch beeld wordt geabstraheerde informatie gebruikt van opsporings-, handhavings-en toezichtdiensten en uit lokale, regionale, nationale en internationale informatiebronnen.

  • 2. 
    Bereikbaar (lenW)

Aanpassing dienstregeling NS

Onderdeel van het compensatiepakket zijn verschillende maatregelen op het gebied van openbaar vervoer en spoor. Een van deze maatregelen binnen de bestuursovereenkomst is de introductie van een versnelde inter-citydienst Vlissingen-Rotterdam. Via een zogenoemde additionele dienst zal deze versnelde intercity in aanvulling op de hoofdrailnet (HRN)-concessie worden ingekocht bij de NS. Op basis van een toets van het voorziene exploitatietekort wordt een separate subsidie aan de NS verstrekt om deze kosten af te dekken.

  • 3. 
    Delta Kenniscentrum (OCW)

Delta Kenniscentrum

Het betreft hier het voornemen tot het oprichten van het Delta Climate Center (DCC) voor onderzoek en onderwijs op gebied van water, voedsel en energie. Hierin werken de Zeeuwse kennisinstellingen (Scalda, Hogeschool Zeeland, University College Roosevelt, Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Wageningen Marine Research) samen met twee Nederlandse Universiteiten (Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research). De missie van het DCC wordt om invulling te geven aan de maatschappelijke opgave: «Leven en werken in de Delta: klimaatadaptatie door natuurlijke oplossingen». De kernopdracht van het centrum wordt om innovatieve oplossingen te realiseren voor een toekomstbestendige, veilige en welvarende Delta. Het DCC werkt vraaggericht en richt zich op complexe maatschappelijke vraagstukken die gekenmerkt worden door: de unieke combinatie tussen water, voedsel en energie; de noodzaak om verschillende kennisgebieden (alfa, gamma, bèta) met elkaar te combineren; en het belang van verschillende onderzoeksdimensies van fundamenteel tot praktijkgericht en doorvertaald naar vraag- en probleemgedreven onderwijs (MBO-HBO-WO).

  • 4. 
    Eerstelijnszorg (VWS)

Toekomstgerichte zorginfrastructuur

De Zeeuwse coalitie (samenwerking zorgverzekeraar, Zeeuwse ziekenhuizen, Geestelijke gezondheidszorg (GGZ), Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT), huisartsen, gemeenten en provincie) heeft op basis van Zeeuwse data (regiobeeld) een gezamenlijk plan opgesteld om de infrastructuur voor de zorg te versterken. Voor de uitvoering van het plan (opgesteld door CZ, Emergis, ADRZ, Zorgsaam en SVRZ) voor het versterken van de Zeeuwse Zorginfrastructuur is € 5,3 mln. noodzakelijk. Het Rijk levert een incidentele bijdrage van € 3,2 mln.

Huisartsen / Physical Assistant

In Zeeland is sprake van een toenemend tekort aan huisartsen. Uit ervaring blijkt dat artsen na de opleiding vaak blijven wonen in de regio waar de opleiding is genoten. Door huisartsen in opleiding (HAIO's) de hele opleiding (drie jaar) te laten doorlopen in Zeeland wordt dit effect beoogd. Er is een pilot gestart in 2020 door de huisartsenopleiding van het Erasmus MC, waarbij vier HAIO's per september 2020 zijn gestart om de hele opleiding in Zeeland te doorlopen. Deze maatregel houdt in dat deze pilot structureel wordt gemaakt, waarbij in 2021 tweemaal vier HAIO's volgens dit concept aan Zeeland zijn toegewezen. En dit is in 2022 verhoogd naar tweemaal zes instroomplekken per jaar, tevens zullen er tweemaal zes plekken worden toegewezen in 2023. Daarnaast zal in 2022 worden verkend hoe het extra opleiden van tien Physician Assistants (PA's) voor de huisartsenzorg in Zeeland haalbaar kan worden gemaakt. In 2021 en 2022 zijn er 7 gestart en in 2023 zullen er 6 starten.

Gezondheidscentrum Vlissingen/Walcheren

Moderne, centraal gelegen gezondheidscentra met satellieten in de wijken en dorpen daaromheen, zijn de toekomst voor het omgaan met multidisciplinaire zorgvragen van patiënten. De compensatiemaatregel houdt in dat de Rijksoverheid de bekostiging van een gezondheidscentrum in Vlissingen en met eventueel een satelliet gezondheidscentrum elders op Walcheren, mogelijk maakt met een financiële impuls van in totaal € 5 mln.

5/6. Industrie en haven (EZK)

Onderzoek industrie/haven

De € 0,15 mln. is voor onderzoek dat deel uit maakt van de maatregel Industrie en haven van het compensatiepakket Wind in de Zeilen. Dit betreft een onderzoek naar de verdere optimalisatie van de Carbon Capture and Storage keten (ondergrondse CO2-opslag) in het industriecluster van het havengebied North Sea Port.

7 Versterken Investeringsfonds Zeeland (EZK)

Versterken Investeringsfonds Zeeland

Er wordt voor € 20 mln., waarvan € 5 mln. in 2023, extra geïnvesteerd in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) Zeeland met als doel het aantrekken van kennisintensieve bedrijven en het investeren in startups.

  • 11. 
    Ontvlechten Evides en PZEM (BZK)

Evides

Voor de afhandeling van de ontvlechting van Evides uit de Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maatschappij (PZEM) heeft het Rijk in 2021 besloten een incidentele bijdrage van € 10 mln. aan de Provincie Zeeland te leveren voor de aankoop van de aandelen Evides, waarmee de provincie haar weerstandsvermogen kan ophogen ten behoeve van de garantie op de lening voor de aankoop van Evides. Dit bedrag volgt bovenop het eerder afgesproken pakket Wind in de zeilen. In 2023 wordt het derde deel van dit bedrag (€ 1,25 mln.) naar de provincie overgemaakt.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 VII, nr. 2 320

1

   Vgl. Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme samenleving, 2020.

2

   Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Burgerperspectieven 2021 | kwartaal 4.

3

Bron: jaarverslag 2021 AIVD

4

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

5

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

6

In het jaarverslag 2021 is in de jaarverantwoording van het agentschap Rijksvastgoedbedrijf het juiste bedrijfsresultaat over 2021 opgenomen in de toelichting (€13,7 mln. positief), maar onverhoopt is dit resultaat niet correct opgenomen in de tabellen van het jaarverslag (tabel 29, 73, 78 en 81 tonen een onjuist resultaat van € 11,4 mln.)

7

Rekening gehouden met nieuwe Cao Rijk 2022 - 2024; voorlopig CPI juni nog aanpassen naar CPI aug

8

   Het subsidieverzoek wordt incidenteel ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geëvalueerd.

9

   Doorlopend, op basis van de huidige Wet financiering politieke partijen. De wet is in 2018 geëvalueerd en voortgezet.

10

   Deze subsidies worden in de beleidsevaluatie/beleidsdoorlichtingen meegenomen.

11

   Subsidie wordt verstrekt obv Subsidiebesluit Experimenten en kennisoverdracht wonen. Jaarlijks wordt aan de hand van beoordeling van het activiteitenplan en de begroting een beschikking opgesteld.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.