Brief van de minister van BuZa en de minister van Defensie over onderzoek naar mogelijkheid en wenselijkheid militaire bijdrage aan de NAVO-missie in Irak - Nederlandse deelname aan vredesmissies - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. AY toegevoegd aan dossier 29521 - Nederlandse deelname aan vredesmissies.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Nederlandse deelname aan vredesmissies; Brief van de minister van BuZa en de minister van Defensie over onderzoek naar mogelijkheid en wenselijkheid militaire bijdrage aan de NAVO-missie in Irak |
---|---|
Documentdatum | 24-06-2022 |
Publicatiedatum | 24-06-2022 |
Nummer | KST29521AY |
Kenmerk | 29521, nr. AY |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
Nederlandse deelname aan vredesmissies
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 juni 2022
Zoals gemeld in de Kamerbrief Samenhangende Nederlandse inzet in het kader van de collectieve verdediging en in missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde 2022-2025 (d.d. 17 juni 2022, hierna: Samenhangbrief), die uw Kamer gelijktijdig met deze kennisgevingsbrief toegaat, kiest het kabinet ervoor het mandaat voor de brede veiligheidsinzet in Irak te verlengen tot en met 31 juli 2025.
In de Samenhangbief staat eveneens dat het kabinet het zwaartepunt van de Nederlandse inzet wil verplaatsen van Operation Inherent Resolve van de anti-ISIS-coalitie, die in de laatste fase van de militaire campagne zit, naar de NAVO-missie in Irak (NMI), die gericht is op institutionele versterking van de Iraakse veiligheidssector. NMI voert activiteiten in steeds grotere mate onafhankelijk van OIR uit (zie ook Kamerbrief voortgang Nederlandse bijdrage anti-ISIS coalitie en brede veiligheids-inzet Irak, d.d. 18 mei jl.). Hiervoor wordt doorlopend een beroep gedaan op capaciteiten van bondgenoten.
Wij melden u hierbij dat het kabinet, in het licht van het bovenstaande, en in overeenstemming met het Toetsingskader 2014, de wenselijkheid en mogelijkheid van een additionele bijdrage aan NMI onderzoekt. Concreet wordt daarbij gedacht aan een bijdrage met force protection en gepantserde transportcapaciteit in Bagdad en omgeving. Zodra daartoe aanleiding is, zullen wij u nader informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
De Minister van Defensie,
Drs. K.H. Ollongren
kst-29521-AY ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Eerste Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 29 521, AY