Waarom islamkritiek niet hetzelfde is als moslimhaat of racisme

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 7 juni 2022, 14:48.

Af en toe beland ik in een twitterstormpje. Twitteraars gaan dan ongeveer 24 uur op je los, totdat er weer iets nieuws is om je druk over te maken. Reden om je daar vooral zelf niet te druk om te maken. Maar bij een stormpje over moslims en islam beloofde ik nog terug te komen op de ophef.

Een van de meest indrukwekkende gesprekken die ik ooit voerde, was met Morcos die eerst Mohammed heette. Aan de cappuccino in een groot winkelcentrum van Caïro vertelde hij me dat hij iedere morgen opstond met de gedachte dat dit zijn laatste dag zou kunnen zijn. Zijn familie had gezworen niet te zullen rusten totdat ‘zijn bloed zou stromen door de straten van Caïro’. Alleen maar omdat hij geraakt was door het evangelie en nu geloofde dat Jezus de zoon van God is. Gevaarloos voor zijn omgeving, maar een doodzonde in Caïro en veel andere plekken in de wereld.

‘Ik verlang naar Jezus. Kostbaar Lam, dat stierf voor mij. Aan het kruis droeg Hij mijn schuld. Met zijn bloed kocht Hij mij vrij. Heer, U bent eindeloos mooi.’ Tijdens een bijeenkomst van de buurtkring van onze kerk luisterden we hoe Kinga Bán dit lied zong, terwijl ze al wist dat ze zou sterven. Haar geloof, haar stem, de tekst. Het ontroerde me. En het is precies dit geloof waarvan de islam zegt dat het niet waar is. Jezus is niet de zoon van God, niet aan het kruis gestorven en niet opgestaan. En als iemand als Morcos dit in Caïro zingt, moet hij vrezen voor zijn leven.

Zo mooi als ik het lied vind, zo kwaad maakt dit onrecht me. Zeker als ik bedenk dat miljoenen andere afvallige moslims er het slachtoffer van zijn. Sommigen zitten zelfs jarenlang in een dodencel in Iran of Pakistan en velen worden daadwerkelijk gedood. Omdat er in deze contreien geen ruimte voor islamkritiek is.

De Organisatie van Islamitische Landen (OIC) strijdt wereldwijd al lang tegen ‘islamofobie’. Waar dat de strijd is tegen discriminatie van moslims en tegen aanvallen op hun moskeeën is dat meer dan gerechtvaardigd. In een beschaafde wereld past geen discriminatie, haat en geweld. Tegelijk probeert de OIC de definitie op te rekken en het ‘belasteren van de islam’ er ook onder te laten vallen. Een verbod op blasfemie dus. Maar het zijn de blasfemiewetten die niet-moslims in de dodencellen van Iran en Pakistan brengen. Het is afvalligheid wat als een belediging van de islam wordt opgevat. Als ik schouder aan schouder wil staan met Morcos kom ik vanzelf tegenover de OIC te staan.

Na afloop van een gespreksavond van moslimstudenten en ChristenUnie-jongeren in Utrecht sprak ik met een paar jonge moslims die zich afvroegen of ze er ooit wel echt bij zouden horen in dit land. Hun verhalen raakten me. Want Nederland is een pluriform land met heel veel vrijheid voor heel veel onderlinge verschillen. De inzet om die vrijheid hoog te houden is een van de belangrijkste redenen waarom ik de politiek ben in gegaan. Mijn rechten en plichten zijn exact dezelfde als van de jongeren met wie ik in de Jacobikerk stond na te praten. Ik stelde me voor hoe ík me zou voelen als de derde partij van het land mij weg wil hebben, de Bijbel zou willen verbieden en alle kerken zou willen sluiten. Ik kon me hun vragen heel goed voorstellen en wil graag een advocaat van hun vrijheid zijn. Omdat dat de vrijheid van ons allemaal is.

Het is deze mengeling van gedachten die maakte dat ik per tweet reageerde op Trouw-columnist Emine Ugur. Toen ze de ellende die moslims en joden over zich heen krijgen onder dezelfde noemer schaarde, schreef ik dat islamkritiek van een andere orde is dan racisme. Een tweet die leidde tot ophef, maar wel mijn overtuiging ventileerde. Kritiek op religies mag hartgrondig zijn en ik weet dat die echt pijn kan doen. Het is de prijs van vrijheid. Maar voor discriminatie, racisme, antisemitisme en haat is in een beschaafd land geen plaats. Heb je naaste even lief als jouw geloof in de waarheid.

Islamkritiek is legitiem, moslimhaat is uit den boze. Ik ben een broeder van Morcos en beducht voor de onheilige ijver van de OIC én ik ben een bondgenoot van die moslimjongeren in de Jacobikerk. Dat was mijn tweet. Islamkritiek is legitiem, moslimhaat niet.

(Deze column verscheen ook in het Nederlands Dagblad)