Onze kijk op Oekraïense vluchtelingen is een spiegel voor onszelf

Met dank overgenomen van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren (PerspectieF) i, gepubliceerd op maandag 4 april 2022.

De oorlog in Oekraïne zorgt voor veel betrokkenheid in Nederland en Europa. Het ene conflict is niet makkelijk te vergelijken met het andere conflict, maar de grote verschillen in de houding richting de mensen die slachtoffer zijn van het conflict vallen wel op.

foto: Ty O’Neil/SOPA Images/LightRocket via Getty Images

Waar de verwachte Afghaanse vluchtelingen veel verzet en protest opleverden, worden Oekraïense vluchtelingen met open armen verwelkomd. Waarom is de opstelling van Nederlanders zo verschillend? Solidariteit en gastvrijheid richting slachtoffers van een conflict is goed, maar vanuit PerspectieF zetten we onze kanttekeningen bij achterliggende solidariteit voor Oekraïense vluchtelingen.

“[Dit is] wat er gebeurt als we niet iedere week te horen krijgen dat ze onze dochters komen verkrachten,” schreef een Twitteraar bij de uitslag van een poll van AVROTROS. Oekraïners waren welkom in Nederland volgens 89% van de respondenten. In dit cynische commentaar ligt een pijnlijke verklaring van solidariteit: (onjuiste) stereotyperingen over landen, regio’s en mensen. Ook over Oekraïners kwamen bepaalde beelden telkens terug. Beelden die een band leken te scheppen, en daarmee mede verklaren waarom de solidariteit richting Oekraïners zo groot is.

Geografie en het idee van een gedeelde cultuur lijken het verschil te maken. Dit is Europa, wordt benadrukt. Dit is ons ‘eigen’ continent (lees: dit is geen ver-van-je-bedshow). Dit is de westerse wereld. Dit zijn mensen met blond haar en blauwe ogen, zoals in meerdere commentaren voorbij kwam. Zoals een correspondent van de Amerikaanse TV-zender CBS het verwoordde: "Dit is geen plek, met alle respect, zoals Irak of Afghanistan, waar al decennia lang een conflict woedt. Dit gaat over een relatief geciviliseerde, relatief Europese - nu moet ik mijn woorden zorgvuldig kiezen - stad waar je niet van had verwacht of niet van had gehoopt dat dit ooit zou gebeuren.” Dit zijn de ‘zorgvuldig gekozen woorden’? Beschaafd? Relatief Europees? Relatief Europees is geen geografisch feit, dat is een oordeel over een cultuur. Blijkbaar nemen wij - de ‘echte’ Europeanen - onszelf als uitgangspunt om te bepalen hoeveel gastvrijheid en empathie we moeten tonen. Wijzelf zijn de norm - de mensenrechten en bepalingen in internationale asiel- en vluchtelingenverdragen terzijde. Val je buiten die norm, dan heb je blijkbaar minder rechten.

Wat zegt het over ons dat we onderscheid willen maken tussen vreemdelingen die op ‘ons’ lijken - wat ‘ons’ ook moge betekenen in onze multiculturele samenlevingen - en ‘andere’ vreemdelingen? In berichten over en reacties op het conflict in Oekraïne schemeren dit soort ideeën door. Daarmee doen we de waarheid geweld aan, niet alleen door het feitelijk onjuiste beeld van de vreemdelingen, maar ook door het minstens zo onjuiste beeld van onszelf. Onze grote solidariteit bevat een onthutsend gebrek aan zelfreflectie. Hebben we door dat we dit onderscheid maken?

Het onderscheid tussen ‘onze’ en ‘andere’ vluchtelingen is niet alleen problematisch in onze eigen selectieve navolging van verdragen, maar ook het menselijke aspect van de ‘andere’ groep vluchtelingen is in het geding. Afgelopen weken bevond ik me op Lesbos, waar weinig relatief Europese vluchtelingen naartoe komen. In het vluchtelingenkamp daar zijn al de eerste vragen gesteld door de Afghanen en Somaliërs die daar soms al jaren verblijven. ‘Hoezo worden zij wel zo snel geholpen, en wij niet?. Babah Tarawally schrijft in zijn column in de Trouw: “ik was niet het soort vluchteling dat Nederland graag wil. (...) Als vluchteling hebben we vergelijkbare ervaringen, de ontvangende landen maken een pijnlijk verschil. Is de ene mens dan meer waard dan de andere?

De scheve solidariteit wordt dus ook goed begrepen door de mensen die wij ‘andere’ vluchtelingen noemen. Dat doet pijn. Zij weten dat alles anders had kunnen zijn in hun asielprocedure als ze relatief meer geciviliseerd waren geweest, wat dat dan ook moge zijn. We werken hiermee meer segregatie in de hand, omdat mensen weten dat ze minder welkom zijn. En dat voelen zowel nieuwkomers, als mensen die al jaren in Nederland verblijven, zoals Tarawally. Niemand vlucht voor zijn lol, of het nou voor de Taliban in Afghanistan is, of voor de Russische troepen in Oekraïne. Medemenselijkheid betekent dat we iedereen die vlucht voor gevaar een plek moeten bieden, ook als dat betekent dat we onze eigen gemakzuchtige stereotypen opzij moeten zetten.

Dorothé Kalkman (politiek adviseur Migratie bij PerspectieF, CU-jongeren)

Antrude Oudman (voorzitter werkgroep Europa bij PerspectieF, CU-jongeren)