Inbreng nader verslag schriftelijk overleg over het eindrapport over het onderzoek naar de toepassing van artikel 13b Opiumwet (34763-13)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inbreng nader verslag schriftelijk overleg over het eindrapport over het onderzoek naar de toepassing van artikel 13b Opiumwet (Kamerstuk 34763-13)
Document­datum 10-01-2022
Publicatie­datum 10-01-2022
Nummer NDSTK2021D48745
Kenmerk kenmerk NDSTK2021D48745
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

2021D48745 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal nadere vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over zijn brief inzake de toezending van het eindrapport over het onderzoek naar de toepassing van artikel 13b Opiumwet (Kamerstuk 34 763, nr. 13) d.d. 7 september 2021.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie,

Verouden

Inhoudsopgave

blz.

  • 1. 
    Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-

fractie    2

II.    Reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid    3

  • I. 
    Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
  • 1. 
    Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister en het rapport «Onderzoek toepassing artikel 13b Opiumwet». De leden staan voor het stevig aanpakken van drugscriminaliteit wegens het ondermijnende karakter van deze vorm van criminaliteit, maar zien tegelijkertijd de keerzijde van het streng naleven van artikel 13b van de Opiumwet. Het sluiten van panden is effectief, maar soms brengt dit meer schade toe dan dat het problemen oplost. Dit baart de leden zorgen en daarom hebben zij de behoefte aan het stellen van enkele vragen naar aanleiding van het onderzoeksrapport.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het rapport dat artikel 13b Opiumwet als doel heeft om de burgemeester te voorzien in de mogelijkheid om op te treden tegen drugshandel in of nabij voor-publiek toegankelijke lokalen. Daarnaast heeft de burgemeester de bevoegdheid om woningen te sluiten, sinds de uitbreiding van de wet in 2007. De regering stelde toen dat woningen sluiten een ultimum remedium is. Pas bij recidive zou tot sluiting moeten worden overgegaan. Toch blijkt uit het rapport dat als een burgemeester een last onder bestuursdwang oplegt, deze bevoegdheid in het overgrote merendeel van de gevallen het sluiten van een woning betreft. Hoe verhoudt deze praktijk zich met het oorspronkelijke doel van de wet, namelijk dat het sluiten van woningen een ultimum remedium zou moeten zijn? Hoe kan er voor worden gezorgd dat het sluiten van woningen weer een ultimum remedium wordt, zoals het oorspronkelijke wetsdoel luidde?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het rapport dat het herstelkarakter van de sanctie van de wet Damocles al in de wetenschappelijke literatuur onder vuur is komen te liggen.1 Heeft de Minister kennisgenomen van deze signalen? Is er iets met deze signalen gedaan? Zo nee, waarom niet? Deelt de Minister de zienswijze dat de uitwerking van de wet Damocles steeds meer op het gebied van het strafrecht is komen te liggen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het rapport de conclusie van de Raad van State terug van 7 juli 2021. Hierin lezen de leden dat is geadviseerd om de evenredigheid van een beoordeling door de bestuursrechter meer gewicht te geven. Het gebrek aan meewegen van evenredigheid door de rechter was ook een van de problemen in de toeslagenaffaire. Bij de wet Damocles lijkt een gebrek aan toetsing op evenredigheid een soortgelijk probleem te zijn. Is de Minister van plan gevolg te geven aan de conclusie dat evenredigheid in de beoordeling van de rechter meer gewicht moet krijgen? Hoe kan de Minister hierop aansturen? Hoe kan er meer maatwerk worden geleverd binnen de wet Damocles?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het rapport een zevental aanbevelingen. Hoe beoordeelt de Minister deze aanbevelingen? Hoe gaan deze aanbevelingen gevolg krijgen? Deze leden doen het verzoek of de Minister per aanbeveling antwoord zou willen geven.

II. Reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid

3

1

L.M. Bruijn, «De ontwikkeling van de Wet Damocles: de burgemeesters trekken zwaard in strijd tegen drugscriminaliteit», Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving 2018/4, afl. 3.

A.E. Schilder, «Goochelen met Damocles», Gst. 2019/143; R. Salet & H. Sackers, «Spanningen tussen de bestuurlijke en de strafrechtelijke aanpak van criminaliteit», NJB 2019/766;

L.M. Bruijn, «De bestuurlijke strijd tegen drugscriminaliteit: de War on Drugs vermomd als aanpak ondermijning,» Jonge Var Preadviezen 2019, https://verenigingbestuursrecht.nl/ activiteiten/jonge-var2019-ondermijning/

Zie ook de annotatie van J.G. Brouwer & L.M. Bruijn bij ABRvS 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3663, AB 2019/113


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.