Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over het advies van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) inzake verzekeringsgarantiestelsels (Insurance Guarantee Scheme(s), IGS) en over het onderzoek naar een nationaal IGS - Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. G toegevoegd aan wetsvoorstel 34842 - Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars); Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over het advies van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) inzake verzekeringsgarantiestelsels (Insurance Guarantee Scheme(s), IGS) en over het onderzoek naar een nationaal IGS
Document­datum 26-11-2021
Publicatie­datum 26-11-2021
Nummer KST34842G
Kenmerk 34842, nr. G
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2022

Vergaderjaar 2021

34 842

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars)

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 25 november 2021

De leden van de vaste commissie voor Financiën1 hebben kennisgenomen de brief van de Minister van Financiën van 27 september 20212 over het advies van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensi-oenen (EIOPA) inzake verzekeringsgarantiestelsels (Insurance Guarantee Schemes, IGS) en over het onderzoek naar een nationaal IGS.

Naar aanleiding hiervan heeft de commissie op 1 november 2021 een brief gestuurd aan de Minister van Financiën met vragen van enkele fracties.

De Minister van Financiën heeft 25 november 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Van Dooren

1    Samenstelling: Essers (CDA) (voorzitter), Prast (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), Van Ballekom (VVD), Berkhout (Fractie-Nanninga), Crone (PvdA), Frentrop (FVD) Geerdink (VVD), Karimi (GL) (ondervoorzitter), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66) en Raven (OSF), Fiers (PvdA)

2    Kamerstuk 34 842, F

kst-34842-G ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Minister van Financiën Den Haag, 1 november 2021

De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben met belangstelling kennisgenomen uw brief3 van 27 september 2021 over het advies van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) inzake verzekeringsgarantiestelsels (Insurance Guarantee Schemes, IGS) en over het onderzoek naar een nationaal IGS. De leden van de fractie van de PvdD hebben, mede namens de fractie van de PvdA, naar aanleiding hiervan nog enkele vragen gesteld en opmerkingen geplaatst. De leden van de fracties van GroenLinks en de SP sluiten zich bij deze vragen aan.

De leden van de fracties van de PvdD en de PvdA danken u voor de informatie in de brief inzake de eerder gedane toezegging4 om na het EIOPA-onderzoek een additioneel onderzoek uit te (laten) voeren naar de specifieke situatie in Nederland inzake de besmettingsrisico's tussen verzekeraars en banken en de garantieregeling voor polishouders van verzekeraars. De leden van de fracties van de PvdD en de PvdA vinden een dergelijk onderzoek relevant onder meer omdat de wet5 verzekerden geen volledige dekking biedt in geval van faillissement. De wet voorziet er immers in dat polishouders in geval van faillissement gedurende drie maanden hun uitkering behouden, waarna de curator bepaalt met hoeveel de uitkering zal worden verlaagd. Wat polishouders gedurende de drie eerste maanden te veel hebben ontvangen wordt daarna ingehouden op hun (toch al lagere) uitkering. Dit betekent dat verzekerden (levenbedrijf) met een grote blijvende inkomensdaling geconfronteerd kunnen worden. Los van de schade voor polishouders zelf zal dit kunnen betekenen dat ze verplichtingen aan de bank, met name het aflossen van (hypothecair) krediet niet kunnen nakomen. Onvolledige dekking van verzekerden zorgt er bovendien voor dat toezichthouders een prikkel hebben om een oog dicht te knijpen als de in problemen geraakte verzekeraar, in plaats van failliet te gaan, kan worden overgenomen door een bedrijf van niet-onbesmettelijke reputatie.

In uw brief6 wordt geen melding gemaakt van onderzoek naar besmettingsrisico's. De leden van de fracties van de PvdD en de PvdA vragen of een dergelijk onderzoek deel uitmaakt van de uitgezette opdracht bij KPMG. Ter verduidelijking vragen deze leden of het uitgezette onderzoek vraagt naar de mogelijkheid van een garantiefonds met ex ante dan wel ex post financiering, zodat verzekerden altijd minimaal een bepaald percentage van hun rechten krijgen. Ten slotte vragen deze leden een toelichting op het onderzoeken van de financierbaarheid, hetgeen onderdeel uitmaakt van de opdracht.

3

4

5

6

Kamerstuk 34 842, F Toezegging T02690

Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars, https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/

34842_wet_herstel_en_afwikkeling

Kamerstuk 34 842, F

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 25 november 2021.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

P.H.J. Essers

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 november 2021

Met deze brief beantwoord ik de vragen die de leden van de fractie van de PvdD, mede namens de fractie van de PvdA, bij brief van 1 november 2021 hebben gesteld naar aanleiding van mijn brief van 27 september 2021 over het advies van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) inzake verzekeringsgarantiestelsels (Insurance Guarantee Schemes, IGS) en over het onderzoek naar een nationaal IGS.1 De leden van de fracties van GroenLinks en de SP hebben zich bij deze vragen aangesloten.

De leden stellen een aantal vragen over de opzet van het onderzoek. Als eerste vragen de leden of een onderzoek naar besmettingsrisico's onderdeel uitmaakt van de uitgezette onderzoeksopdracht aan KPMG.

Als onderdeel van de onderzoeksopdracht is aan de onderzoekers gevraagd te onderzoeken welke voor- en nadelen van de introductie van een IGS kunnen worden geïdentificeerd voor polishouders, voor de financiële stabiliteit in bredere zin en de verzekeringssector. In mijn reactie op het onderzoek, die ik met uw Kamer zal delen, zal ik, voor zover nodig, nadere duiding geven aan de bevindingen van de onderzoekers als het gaat om de besmettingsrisico's.

Ten tweede vragen de leden, ter verduidelijking, of het uitgezette onderzoek vraagt naar de mogelijkheid van een garantiefonds met ex ante dan wel ex post financiering, zodat verzekerden altijd minimaal een bepaald percentage van hun rechten krijgen.

In de onderzoeksopdracht is uitgegaan van ex-ante financiering van het IGS via een opslag op de premie van verzekeringscontracten, om zo de continuïteit van de financiering te waarborgen en conform de systematiek van de wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen. Mocht uit het onderzoek hiernaar blijken dat uitsluitend ex-ante financiering ontoereikend is, dan is aan de onderzoekers gevraagd inzichtelijk te maken wat de proceduremogelijkheden zouden moeten zijn als er een tekort in het fonds zit. Onderdeel hiervan is ook de vraag of en in hoeverre de benodigde ex-post financiering door polishouders en/of de verzekeraars kan worden opgebracht.

Tenslotte vragen de leden naar een toelichting op het onderzoeken van de financierbaarheid, hetgeen onderdeel uitmaakt van de opdracht.

Aan de onderzoekers is gevraagd te onderzoeken wat in een aantal gedefinieerde scenario's2 de totale opslag op de premie voor polishouders zou moeten zijn, ten behoeve van een IGS per branche, en wat het houdbare dekkingsniveau van het IGS zou zijn, uitgaande van ex ante financiering. Daarbij is ook gevraagd na te gaan wat de risico's zijn op tekorten en wat in dat geval de proceduremogelijkheden zouden moeten zijn. Ook is gevraagd te onderzoeken wat de gevolgen zijn in bovengenoemde scenario's per branche voor de omvang van de opslag op de premie. Verder is uitgevraagd hoe de financiering en governance er het beste uit kunnen zien. Wat betreft governance is één van de vragen bijvoorbeeld of het de voorkeur verdient de middelen voor het IGS in een apart fonds onder te brengen, of als onderdeel op de balans van de verzekeraar te plaatsen. Tenslotte is gevraagd naar een mogelijke rechtvaardiging om polishouders die niet of niet volledig hebben bijgedragen via een opslag op hun premie wel een aanspraak te geven op het IGS. Deze vraag speelt met name zolang een IGS nog niet volledig is opgebouwd. Om inzicht te geven in de financierbaarheid zal een model worden gebouwd, waarmee de financierbaarheid van een IGS via een opslag op de premie voor polishouders in verschillende scenario's inzichtelijk zal kunnen worden gemaakt.

KPMG is voornemens het rapport in december aan mij op te leveren. Zoals ik in mijn eerdere brief al aangaf zal ik u daarna informeren over de bevindingen in het rapport en met een appreciatie daarvan komen.

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

Eerste Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 34 842, G 5

1

   Kamerstuk 34 842, F

2

   De gekozen scenario's zijn 90% resp. 95% dekking van de verwachte uitkeringen uit hoofde van de verzekering. Voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn de scenario's 100% dekking tot € 100.000, met een dekkingspercentage van 70% onderscheidenlijk 90% voor het verzekerde bedrag boven € 100.000 van verwachte uitkeringen uit hoofde van de verzekering.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.