Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor Rechtsbescherming over weigerende observandi en de Taskforce Veiligheid en Kwaliteit - Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. W toegevoegd aan wetsvoorstel 32398 - Wet forensische zorg i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor Rechtsbescherming over weigerende observandi en de Taskforce Veiligheid en Kwaliteit
Document­datum 23-06-2021
Publicatie­datum 23-06-2021
Nummer KST32398W
Kenmerk 32398, nr. W
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2021

Vergaderjaar 2020-

32 398

Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)

VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 juni 2021

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister voor Rechtsbescherming d.d. 16 december 20202, waarbij hij een reactie geeft op nadere vragen over de evaluatie van de Wet forensische zorg met betrekking tot de uitwerking van alternatieve of aanpalende maatregelen voor de regeling weigerende observandi in de Wfz.

Naar aanleiding hiervan hebben zij op 5 maart 2021 nog een brief gestuurd aan de Minister met enkele vragen van de leden van de PVV-fractie.

Aansluitend hebben de leden van de commissie de Minister op 25 maart 2021 nog enkele vragen van de SP-fractie voorgelegd.

De Minister heeft bij brief van 23 juni 2021 gereageerd op de brieven van 5 en 25 maart 2021.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

Van Dooren

1    Samenstelling:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), vac. (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga). Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU), Hiddema (FVD).

2    Kamerstukken I 2020/21,32 398, V.

kst-32398-W ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Den Haag, 5 maart 2021

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben kennisgenomen van uw brief, d.d. 16 december 20201, waarbij u een reactie geeft op nadere vragen over de evaluatie van de Wet forensische zorg (hierna: Wfz) met betrekking tot de uitwerking van alternatieve of aanpalende maatregelen voor de regeling weigerende observandi in de Wfz. Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de PVV-fractie nog enkele vragen aan u.

In uw brief lezen de PVV-fractieleden de volgende passage:

«Ten tweede ben ik in gesprek gegaan met de rechtspraak en het openbaar ministerie over het vergroten van kennis en expertise over de tbs-maatregel en over weigerende observandi. Naar aanleiding daarvan zijn handreikingen door de rechtspraak ontwikkeld en heeft de Stichting Studiecentrum Rechtspleging (het opleidingsinstituut van de rechtspraak en het openbaar ministerie) een opleiding ontwikkeld over de tbs-maatregel. Zoals ik ook in mijn brief van 28 april 2020 aangaf, worden deze aanpalende maatregelen betrokken bij de evaluatie van de Wfz.»2

Kunt u een nadere toelichting geven inzake de door de rechtspraak ontwikkelde handreikingen en de door de Stichting Studiecentrum Rechtspleging ontwikkelde opleiding? Waar bestaan zij precies uit, wat kosten zij de Nederlandse belastingbetaler, en op welke wijze worden zij betrokken bij de evaluatie van de Wfz? De PVV-fractieleden ontvangen graag een gemotiveerd en gedetailleerd antwoord.

Kunt u inzake de tbs-maatregel zo gedetailleerd mogelijk aangeven voor elk jaar in de periode 2017 tot en met 2020 wat alle kosten waren (in de breedste zin van het woord «kosten»)? Zo nee, waarom niet? Graag ontvangen de PVV-fractieleden een gemotiveerd antwoord.

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie - bij voorkeur voor 2 april 2021 - met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

M.M. de Boer

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Den Haag, 25 maart 2021

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 19 februari 20213, waarbij u de Kamer informeert over de ondernomen acties in het kader van de door u gedane toezegging4 de Taskforce Veiligheid en Kwaliteit (hierna: Taskforce) te zullen vragen specifiek bij tbs-kliniek De Rooyse Wissel te inventariseren welke maatregelen als onevenredige last worden ervaren. De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van uw brief nog de volgende aanvullende vragen.

De SP-fractieleden vragen verduidelijking of de aangekondigde maatregel «één jaar geen verlof» daadwerkelijk uiterlijk voor 1 juni 2021 zal zijn afgeschaft. Zo ja, bent u bereid de Kamer onverwijld te berichten zodra de maatregel zal zijn afgeschaft?

Voorts wekt uw brief de indruk dat alleen de administratieve lasten onderwerp van voornoemde toezegging zijn. Dit was niet de bedoeling, omdat daarmee slechts gedeeltelijk aan de toezegging wordt voldaan.

Ook de inhoudelijke uitwerking van maatregelen kan echter als onevenredige last worden ervaren bij het afkondigen van maatregelen na incidenten. De SP-fractieleden wijzen er met nadruk op dat ook op de inhoudelijke uitwerking van na incidenten ingestelde maatregelen is gewezen en dat dit onderdeel dus naar hun mening ook onderwerp van inventarisatie en onderzoek dient te zijn van de Taskforce. Kunt u toezeggen dat dit ook onderwerp van onderzoek zal zijn van de Taskforce en dat dit ook onderdeel zal zijn van de bestuurlijke agenda zoals die op 2 november 2020 met de sector is gesloten?

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie - bij voorkeur voor 20 april 2021 - met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

M.M. de Boer

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2021

In deze brief geef ik een reactie op twee verzoeken van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van uw Kamer.

Reactie op uw verzoek d.d. 25 maart

In uw brief van 25 maart 2021 stelt u aanvullende vragen op mijn brief van 19 februari 2021, waarmee ik u informeerde over de ondernomen acties in het kader van de toezegging rondom de Taskforce Veiligheid en Kwaliteit (hierna: Taskforce).5 Allereerst vraagt u of de maatregel «één jaar geen verlof» daadwerkelijk voor 1 juni 2021 zal zijn afgeschaft. Via deze brief laat ik uw Kamer weten dat de maatregel per 20 juni 2021 is afgeschaft.6

Daarnaast geeft u aan dat uw zorgen zoals geuit in de commissievergadering van 10 maart 2020 niet enkel de administratieve lasten raken van de maatregelen na incidenten, maar ook de inhoudelijke uitwerking van deze maatregelen zelf. Ik kan bevestigen dat ook de uitwerking van nieuwe maatregelen inderdaad een onderwerp is waar de Taskforce zich voor in zet. Zo ondersteunt de Taskforce zorgaanbieders bij het implementeren van nieuwe maatregelen. Ook vraagt de Taskforce veelvuldig aandacht voor een goede samenwerking en afstemming met het forensische veld met als doel het terugdringen van onnodige administratieve lasten en het tegengaan van onnodige regeldruk.

Op 2 november jl. heb ik een bestuurlijke agenda met de sector gesloten.7 Deze agenda, waarin gemeenschappelijke uitgangspunten zijn vastgelegd, bevat de leidraad voor de komende periode om zo de forensische zorg verder te versterken. Nieuwe projecten worden conform deze bestuurlijke agenda zoveel mogelijk samen met het forensische veld vormgegeven.

Reactie op uw verzoek d.d. 5 maart

De leden van de PVV hebben nadere vragen gesteld over de evaluatie van de Wet forensische zorg (Wfz) naar aanleiding van mijn brief van 20 december 2020.8 Hierin wordt allereerst gevraagd naar een toelichting op de ontwikkelde handreikingen en opleiding voor de tbs-maatregel en weigerende observandi door de Stichting Studiecentrum Rechtspleging (SSR, het opleidingsinstituut van de rechtspraak en het openbaar ministerie). Daarnaast stelt u vragen over de kosten hiervan en of dit wordt betrokken bij de evaluatie van de Wfz.

Het opleidingsaanbod van de SSR bestaat uit verschillende e-learning modules en cursussen zoals de tbs-module weigerende observandi of de cursus «Het opleggen van tbs in het strafrecht». Het gehele aanbod is te vinden op de website van de SSR.9 De kostprijs voor de cursussen ligt tussen de € 3.270,- en € 3.455,-. Het openbaar ministerie en de rechtspraak worden bij de evaluatie van de Wfz betrokken. De SSR-opleidingen over de tbs-maatregel en weigerende observandi zijn daarin onderwerp van gesprek.

Ten tweede vragen de PVV-leden naar de kosten van de tbs-maatregel in de periode 2017 tot en met 2020. De kosten voor de tbs-capaciteit bij particuliere instellingen en van de forensische psychiatrische centra van het rijk bedroegen in 2017 € 273 miljoen, in 2018 € 275,9 miljoen, in 2019 € 291 miljoen en in 2020 € 315 miljoen.10

De Minister voor Rechtsbescherming,

  • S. 
    Dekker

Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 32 398, W 5

1

   Kamerstukken I 2020/21,32 398, V.

2

   Kamerstukken I 2020/21,32 398, V, p. 4.

3

   Kamerstukken I 2020/21,35 300 VI, BG.

4

   Toezegging T03036.

5

   Uw brief met kenmerk 168577.01u en Kamerstukken I 2020/21,35 300 VI, BG. Toezegging T03036.

6

   Stcrt. 2021,30687.

7

   Bestuurlijke agenda, bijlage bij visie op de forensische zorg, Kamerstukken II 2019/2020, 33 628, nr. 77.

8

   Kamerstukken I 2020/21,32 398, V.

9

   https://ssr.nl/2019/ssr-opleidingsaanbod-tbs-uitgebreid-en-vernieuwd/.

10

Zie hoofdstuk 10.1 van de departementale jaarverslagen Justitie en Veiligheid van de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.