Relatie EU-Turkije

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op donderdag 27 mei 2021.

Vorige week stemden we in het Europees Parlement over een verslag over de relaties tussen de Europese Unie en Turkije. We hebben helaas moeten vaststellen dat deze zich op een historisch dieptepunt bevinden. In het verslag constateren we dat de afgelopen jaren de rechtsstaat in Turkije deels is afgebroken en dat het respecteren van de grondwet vaak te wensen over laat.

Buiten de ontwikkelingen in Turkije zelf, is het parlement ook niet te spreken over het vijandige en confronterende buitenlandbeleid dat Turkije tegen de EU en haar lidstaten voert. Als EVP-fractie zijn we met name bezorgd om Turkije’s houding richting Griekenland en Cyprus. Als EU-lidstaten, staan wij schouder aan schouder met hen en keuren wij elke vorm van agressie jegens EU-lidstaten af. Ook zien we graag dat Turkije zelf de Armeense genocide erkent. Dit zou niet alleen recht doen aan het verleden maar ook de weg vrijmaken voor verzoening tussen Turkije en Armenië en de spanningen in de regio verlagen.

Wel erkennen we in het verslag Turkije’s sleutelrol voor stabiliteit in de regio met name op het gebied van de vluchtelingenstroom. Het is daarom belangrijk dat de EU voortdurend diplomatieke inspanningen blijft leveren voor een effectieve dialoog met Turkije.

Onderaan de streep hebben we wel moeten constateren dat op deze manier Turkije op geen enkele manier de waarden en normen van de EU aanhangt of deze op korte termijn zal gaan respecteren. Voor een kandidaat-lidstaat is dit onacceptabel. Als CDA-delegatie hebben we er daarom op aangedrongen om de toetredingsonderhandelingen met Turkije te stoppen. In de uiteindelijke stemming in het verslag is dit tot een formele opschorting gekomen. Het is goed dat we hiermee pal voor onze waarden staan. Desalniettemin, zien we de negatieve trend in Turkije graag ombuigen.