Breek de bank met Bitcoin?

Met dank overgenomen van Socialistische Partij (SP) i, gepubliceerd op maandag 3 mei 2021.

Wat begon als een idee ergens op een verstopt internetforum, is nu een wereldwijde digitale markt. Cryptomunten zoals de bitcoin zijn hot en iedere dag komen er honderdduizenden kopers bij. Digitale valuta zijn een blijvertje, zegt SP-Tweede Kamerlid Mahir Alkaya. Hij pleit voor een veilig, niet-commercieel alternatief in overheidshanden.

Toen de bankencrisis op het hoogtepunt was, kwam wereldwijd de vraag naar een alternatief voor het financiële systeem. Het vertrouwen in de banken en overheden was verdwenen. Een van de antwoorden op die vraag kwam in de vorm van bitcoin. Een digitale munt die werd onthuld door een zekere Satoshi Nakamoto, een alias waarvan het onduidelijk is of er een persoon of een collectief achter schuilgaat. In 2008 werd onder die naam op een cryptografie-forum een paper gepubliceerd met daarin het basisidee van de bitcoin en de werking van de software.

Het was ook in deze tijd dat SP-Kamerlid Mahir Alkaya besloot om de politiek in te gaan: ‘De rekening van de crisis viel toen bij de gewone mensen en niet bij de bankiers. Er waren veel demonstraties tegen de bezuinigingen van het toenmalige kabinet en daarmee werd het een belangrijk moment in de politieke bewustwording van veel mensen. Bitcoin kon je toen zien als het digitale protest tegen de banken en tegen de overheid.’

Het idee achter de bitcoin bestaat uit twee belangrijke elementen. Ten eerste is deze geldsoort digitaal, omdat bitcoin alleen bestaat als software op computers. Daarnaast is bitcoin decentraal. Dat komt doordat de munt niet wordt uitgegeven door één organisatie maar wordt beheerd door een wereldwijd netwerk van computers. Dat beheren van de bitcoin en andere cryptomunten gebeurt buiten het zicht van banken en overheden om.

Beheer in de blockchain

Voor dat decentrale beheer is er een register nodig waarin alle transacties worden bijgehouden. Dit wordt de blockchain genoemd. Blokken aaneengesloten data waarin alles versleuteld staat opgeslagen. Dit kunnen betalingen zijn, maar ook andere overeenkomsten zoals contracten of diploma’s.

Bitcoin kon je aanvankelijk zien als digitaal protest tegen banken en overheden.

Elke keer als er een transactie plaatsvindt, wordt er een ingewikkelde rekensom uitgevoerd door computers in het netwerk. Met die berekening wordt de controle uitgevoerd op de transactie. Vervolgens wordt de uitkomst van die berekening in de vorm van data toegevoegd aan de versleutelde blockchain en is de transactie voltooid. Omdat het geen register is op één centrale plek, maar er kopieën van dezelfde versie verspreid staan op computers in een wereldwijd netwerk, kan er dus nooit zomaar iets worden gewijzigd. Dit maakt de blockchain-technologie betrouwbaar en zorgt ervoor dat mensen er waarde aan durven toe te kennen.

Sinds de introductie van bitcoin is er veel gebeurd. De koers is hard op en neer gegaan, met flinke pieken door de jaren heen. Ook zijn er inmiddels zo’n vierduizend alternatieve cryptomunten bijgekomen. Hoe mensen met cryptovaluta omgaan, laat zich volgens Alkaya opsplitsen in twee kampen: ‘Je hebt de believers, die echt de technologie en filosofie omarmen; en je hebt de mensen die snel geld willen verdienen. Zij doen mee aan de hype en blazen de bubbel verder op. Deze mensen zijn niet zozeer ideologisch en willen ook niet per se iets veranderen aan het financiële systeem.’

Raadsel voor Den Haag

Omdat cryptomunten zoals bitcoin een relatief nieuw verschijnsel zijn, wist de politiek lange tijd niet zo goed wat ze ermee aan moest. Toen in 2017 de bitcoin voor het eerst piekte, waren de reacties van veel Kamerleden volgens Alkaya dan ook wereldvreemd: ‘Sommige partijen in de Tweede Kamer vroegen zich toen hardop af of we het niet gewoon moesten verbieden. Was het geen casinospel? Niet beseffend dat je het helemaal niet kan verbieden. Ja, je kan het bezit ervan strafbaar stellen. Dan zet je daar rechercheurs op en gooi je iedereen in de bak die de munten heeft. Dat is onwerkbaar en moet je niet willen. Je kunt het niet weren. Het is gewoon onderdeel van het internet en het gaat niet weg. Dat is belangrijk om vast te stellen.’

Mensen die snel geld willen verdienen blazen de bubbel op.

Sindsdien is het denken over cryptovaluta opgeschoven. Alkaya: ‘In de afgelopen tweeënhalf jaar is de politiek gaan beseffen dat cryptomunten er nou eenmaal zijn, maar dat ze ook worden misbruikt. In die bewustwording hebben wij een rol gespeeld. Voor banken zijn er allemaal regels om bijvoorbeeld witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan maar met cryptovaluta kunnen die illegale zaken ook worden gedaan. Daarom moet je daar natuurlijk wel controles op zetten en dat is ook gebeurd.’

Hoewel die controles noodzakelijk zijn om illegale praktijken tegen te gaan, zijn ze volgens Alkaya wel doorgeslagen: ‘De midden- en kleinbedrijven in de sector moesten dezelfde toezichtskosten gaan betalen als de grote banken. Die enorme kosten hebben ervoor gezorgd dat veel goedbedoelde bedrijven zijn omgevallen of ermee stopten. Dat was ook een interessant discussiepunt in de Kamer. Want hoe zorg je ervoor dat die technologische innovatie, die ontwikkeling, niet in de kiem wordt gesmoord? Die discussie hebben wij ook aangejaagd, want uiteindelijk zijn het de geves-tigde commerciële banken die er baat bij hebben om die ontwikkeling tegen te houden.'

De macht van de banken

Op dit moment bezitten slechts drie commerciële banken 85 procent van de Nederlandse markt. Wat Alkaya betreft is dat een groot probleem: ‘Daardoor zijn ze too big to fail. Als het goed gaat dan doen ze alsof ze een commerciële partij zijn. Dan worden er miljarden winst gemaakt en hoge bonussen uitgekeerd. Maar de consequentie daarvan, namelijk dat je failliet kan gaan op het moment dat je er een potje van maakt, dat kan niet. Want we zijn als samenleving te afhankelijk van die banken. Daarom opereren die banken met een soort impliciete overheidsgarantie, waardoor ze onverantwoorde risico’s nemen. Ze weten dat de overheid ze toch wel weer komt redden met belastinggeld, zoals we hebben gezien bij de bankencrisis.’

Als je zegt dat je een alternatief wil voor de commerciële banken, wijzen veel mensen op het depositogarantiestelsel. Een soort publieke verzekering voor als banken failliet gaan. Valt een bank om dan hebben spaarders recht op een vergoeding tot 100.000 euro, die wordt betaald door de overheid. Voor munten als de bitcoin geldt deze regeling niet. Tegenstanders zien hierin een argument om juist voor de banken te kiezen en zo spaarders te beschermen.

Vervuiler onder de valuta

Bitcoin is verreweg de populairste cryptomunt. Omdat het onderhouden van het Blockchain-netwerk veel rekenkracht van computers vraagt, kost dat enorme hoeveelheden stroom. Inmiddels wordt er voor het beheren van bitcoin al net zoveel elektriciteit verbruikt als het totale energieverbruik van Nederland. En omdat de computers die het rekenwerk uitvoeren vaak worden geplaatst in landen waar de stroom goedkoop is, gebeurt dit vrijwel niet op een duurzame manier.De community achter bitcoin probeert hier met de ontwikkeling van een zogenoemd lightning network een oplossing voor te vinden. Daarmee zouden er meer transacties moeten kunnen plaatsvinden, tegen hetzelfde energieverbruik. Voorlopig is deze oplossing echter nog in een experimentele fase en is het nog de vraag of deze ook echt gaat bijdragen aan het wegnemen van het energieprobleem.

Privacy

Een andere grote bedenking, behalve energiegebruik, is dat de technologie helemaal digitaal is. Hoewel de blockchain zelf nog nooit gehackt is en het zo in elkaar steekt dat daar weinig angst voor is, geldt dat niet voor diensten die met bitcoin werken. Het vormt - net als ‘gewone’ digitale betalingen - een privacy- en daarmee veiligheidsgevaar voor bijvoorbeeld activisten en mensen die in een dictatuur leven. De geschiedenis leert dat oncontroleerbare transacties mensenlevens kunnen redden.

Bitcoin heeft laten zien dat de technologie er is om buiten de banken om veilig transacties te kunnen doen.

Alkaya ziet dat anders: ‘Dat we een publieke verzekering voor spaargeld bij banken hebben, laat al zien hoe wankel het systeem is. Na de bankencrisis was er een parlementaire commissie die al zei dat het depositogarantiestelsel moet worden afgebouwd of in ieder geval verlaagd. Maar dat is niet gebeurd, want commerciële banken hebben er veel te veel profijt van.’Natuurlijk is het wel belangrijk dat het geld van mensen veilig is. Dit kan volgens Alkaya echter veel makkelijker worden georganiseerd: ‘Dat stukje garantie, dat je wil dat je spaargeld veilig is, dat kan je ook bij de overheid kwijt in plaats van dat je het aan een commerciële partij moet geven en er dan een soort publieke verzekering bij regelt. Waar mijn strijd om gaat, is dat we juist een publieke digitale infrastructuur voor betalingen krijgen. Een digitale munt die niet commercieel is.’

Door de sterk wisselende koers, het vervuilende karakter (zie kader) en de grootschalige specula-tie is bitcoin niet uitgegroeid tot een realistisch alternatief voor het betaalverkeer dat nu via de commerciële banken plaatsvindt. De blockchain-technologie achter de munt biedt volgens Alkaya echter wel kansen: ‘Dat grote bedrijven nu ook instappen in cryptovaluta en dat de koers zo opgeblazen wordt, is wel het bewijs dat de technologie achter de cryptomunten zich bewezen heeft. Dat is voor mij ook het belangrijkste wat bitcoin en andere digitale munten laten zien. Dat er een manier is om buiten de commerciële banken om, met robuuste technologische mogelijkheden, het betalingsverkeer op een moderne manier te organiseren. Daar hebben we geen commerciële banken meer voor nodig.’

De publieke bank

Als alternatief voor het huidige wankele stelsel, heeft Alkaya eerder al plannen aangedragen in de Tweede Kamer: ‘Wat ik zou willen is een veilige publieke bank, waar je geld niet wordt gebruikt om beleggingen mee te doen. Die bank is 100 procent veilig. Daar hoeven dan ook geen hele dure managers te werken die topbonussen verdienen. Een soort saaie publieke functie waar mensen hun geld kunnen neerzetten.’De positie van de banken moet met dit plan volgens Alkaya flink afnemen: ‘Jarenlang was contant geld de verantwoordelijkheid van de overheid. Die publieke dienst hebben we overgedragen aan commerciële banken, waardoor die onmisbaar zijn geworden. Dat wankele systeem repareren we dan vervolgens weer met een depositogarantiestelsel dat mensen via de belasting zelf betalen. Van dat stelsel moeten we echt af. ’Het omarmen van de technologie achter de cryptomunten is wat Alkaya betreft essentieel: ‘Bitcoin heeft laten zien dat de technologie er is om buiten de banken om op een veilige manier transacties te kunnen doen. Maar de nadelen van die munt zijn tegelijkertijd veel te groot. Als de overheid geen veilig en publiek alternatief gaat organiseren dan komen er andere commerciële partijen die erop gaan duiken. Dan krijg je een facebookmunt waar je helemaal geen invloed op hebt. Dat moeten we absoluut willen vermijden.’

Een facebookmunt waar je helemaal geen invloed op hebt, moeten we absoluut vermijden.

Digitale toekomst

De komende jaren zou Alkaya zomaar eens zijn zin kunnen krijgen. De Nederlandse Bank en ook de Europese Centrale Bank denken hard na over de ontwikkeling van een digitale munt die ook door consumenten te gebruiken is. De overheid zou dan een publieke munt uitbrengen die een alternatief zou kunnen zijn voor de commerciële banken. Wel de voordelen van de Blockchain-technologie, maar dan veilig en wel te gebruiken als betaalmiddel in het dagelijkse leven. Of dat ook echt zo zal uitpakken als Alkaya het voor zich ziet, hangt nog van een aantal dingen af: ‘Het risico is nu dat het Europees geregeld wordt en dat de banken daar veel invloed op het beleid hebben. Een publieke digitale munt kan je op verschillende manieren organiseren. Wat mij betreft moet het dan een publieke organisatie zijn die dat uitgeeft en beheert. Je hebt ook organisaties, waaronder die banken, die zeggen dat die munt wel via hun kan. Als je dan regels krijgt dat een digitale publieke munt alleen via commerciële banken verhandeld kan worden, dan vraag ik me af of we daar heel veel mee opschieten. Dan blijft die onaantastbare positie van commerciële banken in stand. Ik ga goed in de gaten houden hoe die discussie verloopt.’