Gejuich uit vele kelen

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 14 april 2021.

Dat wegens Corona leerlingen relatieve achterstanden hebben opgelopen, daar hoeft niemand me van te overtuigen. Ook niet van het feit dat er op veel scholen ook voor Corona de nodige zaken voor verbetering vatbaar waren. Er is nu ongelofelijk veel geld vrij gemaakt voor het onderwijs. Met deze miljarden kan men aan de slag om de achterstanden in te halen en (hopelijk) de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te verbeteren. Dat kan heel goed nieuws zijn.

“De politiek gaat over het wat, het onderwijs gaat over het hoe.” Deze uitspraak van oud-minister Dijsselbloem staat als een huis. Het is niet aan de politiek om te bepalen hoe de middelen worden ingezet, maar aan het onderwijs. Op zich is dat logisch. Maar er schuilt ook een levensgroot gevaar in. Als er middelen worden vrij gemaakt om achterstanden in te lopen en scholen niet de kennis, creativiteit of het personeel hebben om dat snel en goed te doen, wat gebeurt er dan met het geld?

Ik kan me voorstellen dat er uit de kelen van duizenden medewerkers en directeuren van commerciële onderwijsbureaus een schreeuw van blijdschap ontsnapte, toen bekend werd hoeveel geld er richting scholen ging. Geloof me, die commerciële bureaus hebben de kennis en de mankracht om scholen te ontzorgen, de leerlingen te helpen en en passant de miljarden binnen te harken. Iedereen blij.

Ik verwed er een goede fles wijn om dat in de postvakjes van directeuren van alle scholen in Nederland minstens drie (en waarschijnlijk meer) folders liggen van bureaus die aanbieden de achterstanden weg te werken, de resultaten inzichtelijk te maken en de ongetwijfeld ingewikkelde verantwoording richting ministerie op zich te nemen. Ik verwed er nog een fles wijn om dat de mailbox van iedere schoolleider volstroomt met vergelijkbare aanbiedingen en het aanbod om eens ‘vrijblijvend over de problematiek te sparren’.

Zijn commerciële partijen dan slecht? Zeker niet! Ik heb zelf bij zo’n partij gewerkt. Dus ik weet hoe het werkt. En ik weet ook dat er vaak kwaliteit geboden wordt. Maar het is maar de vraag of de inzet van deze partijen alleen, de kwaliteit van het onderwijs duurzaam op orde brengt. En het is ook maar de vraag of het ontzorgen van scholen eigenlijk wel zo’n goed idee is. Ik betwijfel het. De verantwoordelijkheid voor het bieden van kwaliteit ligt bij de scholen. Die moet je daar zeker niet weghalen.

Wat zou er gebeuren als scholen zouden omdenken? Als ze niet zouden proberen achterstanden weg te werken, maar de basis voor alle leerlingen duurzaam op orde te krijgen? Als ze de middelen zouden inzetten om iedere docent zo te scholen dat alle lessen meetbaar beter worden? Als er ingezet zou worden op coaching in de klas? En op het afscheid nemen van docenten die niet functioneren? Als excellente docenten de ruimte zouden krijgen om les te geven en alle zinloze werkverschaffing en andere ellende gewoon geschrapt zou worden? Wat zou er gebeuren als de middelen gericht zouden worden ingezet om het onderwijs te herbronnen? Als onderwijs meer gezien zou worden als teamsport? Om in de woorden van Paulus alles te onderzoeken, het goede te behouden (en uit te bouwen) en afscheid te nemen van wat niet werkt. Hoe mooi zou dat zijn?