Nieuwe wetgeving minimumloon: miljoenen Europeanen gaan meer verdienen

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, gepubliceerd op woensdag 31 maart 2021.

Zeker 24 miljoen werknemers in 25 van de 27 EU-lidstaten gaan over uiterlijk twee jaar een klap meer verdienen. Dat komt omdat heel Europa tegen die tijd een fatsoenlijk minimumloon zal hebben.

Auteur: Frans Boogaard

Dit artikel is op 31 maart verschenen in het AD.

De twee grootste fracties in Europa, van christen- en sociaaldemocraten, hebben daarover een akkoord bereikt dat ze vandaag naar de rest van het Europees Parlement sturen. Ook de lidstaten, onder leiding van de Portugese socialist António Costa, hebben haast. Premier Costa wil de lidstaten op één lijn hebben voor hij op 1 juli zijn voorzitterschap overdraagt aan zijn Sloveense collega, de conservatieve Janez Jansa.

De twee Parlementsrapporteurs, Agnes Jongerius (PvdA) en haar Duitse collega Dennis Radtke (EVP), gaan uit van een minimumloon dat Europabreed aan een dubbele drempel voldoet: minimaal 60 procent van het mediaan- (de helft is dan lager, de helft hoger) en 50 procent van het gemiddelde loon. Voor Nederland, aldus Jongerius, komt dat neer op een verhoging van het minimum uurloon naar 14 euro. Nu is dat 9,72 euro (40-urige werkweek) of 10,80 euro (bij 36 uur).

“De jongeren die in supermark­ten voor ons bleven rennen, deden dat zwaar onderbe­taald.”

Achteruitgang

De ingreep moet een einde maken aan een periode van dertig jaar waarin het minimumloon alleen maar achteruit is gegaan. ,,Costa heeft na de bankencrisis al laten zien dat de economie er wel bij vaart als je het minimumloon verhoogt’’, meent Jongerius. ,,Griekenland bewandelde onder druk van Europa de omgekeerde weg en kreeg alleen maar extra ellende.’’

De ingreep moet een einde maken aan een periode van dertig jaar waarin het minimumloon alleen maar achteruit is gegaan. ,,Costa heeft na de bankencrisis al laten zien dat de economie er wel bij vaart als je het minimumloon verhoogt’’, meent Jongerius. ,,Griekenland bewandelde onder druk van Europa de omgekeerde weg en kreeg alleen maar extra ellende.’’

Fatsoenlijk loon

Jongerius en Radtke beperken zich in hun voorstellen niet tot een fatsoenlijk uurloon. Het moet er één worden zonder aftrek van werkkleding, fooien, eindejaarspremies of vakantiegeld. Daarnaast moet het niet alleen gelden voor ‘gewone’ werknemers, maar ook voor jongeren (nu nog minimumjeugdloon), thuiswerkers, seizoensarbeiders, platformwerkers en ‘valse’ zzp’ers. Dikke studies wijzen uit dat het baanverlies marginaal is (minder dan 0,5 procent) en zeker het MKB (door groeiende koopkracht) er wel bij vaart. De arbeidsmigratie zou licht afnemen.

Jongerius: ,,De loodgieter kan een paar duppies duurder worden, maar als dat de prijs is voor de afschaffing van uitbuiting, moeten we dat graag betalen. Intussen zie je de Duitse auto-industrie steigeren: die is bang dat ze straks goedkope arbeid in Oost-Europa verliest.’’ Onder meer in Nederland zijn de werkgevers dan weer wel vóór. ,,Die begrijpen dat te veel ongelijkheid tot groeiende spanningen leidt, en daarmee tot minder productiviteit.’’