Ongekend onrecht: als de overheid geen menselijk gezicht heeft

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 19 januari 2021, 19:00.

Ik heb verhalen van verschillende gedupeerde ouders gehoord en iedere keer maken ze indruk. Zoals vorige week nog, van een vrouw die in 2012, het jaar dat ik zelf Kamerlid werd, een eerste brief kreeg van de Belastingdienst. Daarna al haar bonnetjes heeft ingeleverd, verschillende keren met plastic tassen vol met bewijsmateriaal naar de Belastingdienst zelf is toegegaan. Heeft gebeld, heeft gemaild, heeft gesmeekt, en allemaal tevergeefs. Ze moest tienduizenden euro’s terugbetalen, kreeg problemen met haar woningcorporatie, is ontslagen, heeft haar werk verloren. Ze kreeg problemen met de schuldhulpverlening omdat ze was aangemerkt als fraudeur. Omdat ze de verdenking van fraude op zich gelaten, kwam ze daar niet voor in aanmerking. En ze kon zichzelf niet aanvullend verzekeren. Jarenlang kon ze niet naar de tandarts. Door de stress kreeg ze ernstige fysieke klachten.

En het ergste was nog dat haar eigen ouders de overheid geloofden - want die sprak altijd de waarheid - en oprecht geloofden dat zij inderdaad een fraudeur was. Wat ook weer geen gekke gedachte was, nadat ook de hoogste bestuursrechter de overheid in het gelijk stelde.

Als een slachtoffer geen enkele uitweg meer zag, dan schreef zo iemand een wanhopige brief aan de minister, of zelfs aan de koning. Diegene kreeg dan als antwoord terug dat die niet kon ingaan op individuele gevallen.

Wat ze ook deden, tot wie ze zich ook wendden, deze mensen hadden jarenlang geen schijn van kans. Het beleid was in dit opzicht genadeloos. En dat is ernstig. Kerkvader Augustinus heeft ooit gezegd: wat is nou het verschil tussen een overheid en een roversbende? Dat is het recht, en dat is rechtsstaat. Als we het recht en de rechtsstaat niet hebben, dan is de overheid niets anders dan een roversbende. En daarom is onze rechtsstaat zo cruciaal en is het meer dan ernstig als burgers zo lang en zo stelselmatig onrecht is aangedaan.

Het aftreden van het kabinet afgelopen vrijdag is een politieke erkenning van ongekend onrecht. En de ChristenUnie-fractie steunt dat besluit. Dat aangedane leed kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Al die jaren van spanning, verdriet, boosheid, onrecht, schaamte kunnen niet meer worden teruggespoeld. Maar dat er politieke verantwoordelijkheid is genomen voor het ongekende onrecht, is een begin van erkenning. En ik hoop dat dat begin de slachtoffers helpt.

Maar ondertussen staan we hier vandaag bij scherven van gebroken levens en soms zelfs van geknakte levens. En bij de scherven van een falen van de rechtsstaat, waarbij de overheid geen schild voor zwakken is geweest. En dat vraagt om indringende zelfreflectie en een indringend debat.

Zelfreflectie

Onze democratische rechtsstaat heeft in deze affaire over de hele linie gefaald. De wetgever - wij hier - de kamer van reflectie, de uitvoerende macht, ambtenaren, de rechterlijke macht. En zelfs zij staan niet los van een samenleving waarin we bij gelegenheid soms allemaal wel eens genadeloos zijn voor een ander en geen enkele fout dulden van een ander.

Maar voordat ik mijn vragen stel en het kabinet tot zelfreflectie uitnodig, moet zelfreflectie ook bij onszelf beginnen. Bij ons als Kamer, maar ook bij mij en ook onze eigen fractie. Want de toeslagenaffaire is hier begonnen, met wetgeving, met politieke keuzes. Met keuzes van ons.

Keuzes om te werken met toeslagen. Keuzes om in 2005 een wet aan te nemen die aangaf dat toeslag kan worden herzien en kan worden teruggevorderd. Waarbij de Raad van State heeft gezegd: bouw nou een hardheidsclausule in. We hebben er niet naar geluisterd, we hebben het niet gedaan. Deze wet is met brede steun aanvaard, inclusief die van onze fractie.

Toen de Bulgarenfraude aan het licht kwam, hebben we allemaal schande geroepen. Er kwam een ‘Fraudewet’ in 2012 waardoor bijstandsgerechtigden en WW-ontvangers bij minimale foutjes de volledige uitkering terug moesten betalen, plus een boete ter grootte van die volledige uitkering.

De Raad van State heeft met klem geadviseerd om dit niet te doen. Die zegt: je kunt onvoldoende onderscheid maken tussen kwade opzet en onbedoelde nalatigheid. Deze wet is met brede steun aanvaard, inclusief onze eigen fractie.

En in september 2013 is unaniem een wet aangenomen, ‘Aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit’. Daarna waren er verschillende moties die hebben opgeroepen om te kijken naar maatwerk, met wisselend stemgedrag van de ChristenUnie. Maar in ieder geval: ze haalden het niet.

Dat raakt het functioneren van de Kamer. Het raakt het functioneren van ons. We moeten beter bestand raken tegen hypes, beter luisteren naar adviseurs als de Raad van State.

Serieuzer werk maken van wetgeving, meer ruimte bieden aan barmhartigheid in wetgeving en hardop de vraag stellen of wetten uit te voeren zijn.

Functioneren van het kabinet

Maar het raakt ook het functioneren van het kabinet. Burgers moeten de overheid kunnen vertrouwen, maar dat kan alleen als die overheid ook haar burgers vertrouwt. Kabinets- en overheidsbeleid moet niet primair uitgaan van wantrouwen, maar van vertrouwen. Kijk naar Groningen. We praten al zo lang en er is zo weinig gebeurd. Wat gaat het kabinet met de lessen die we nu, vandaag, trekken - met dit rapport trekken - anders doen in Groningen?

We krijgen ook andere informatievoorziening. Ik ben daar wel bezorgd over. Want in de wens om nu alles te delen, krijgen wij vlak voor het debat bakken met informatie. Als dat de gewoonte wordt, krijgen we steeds meer verpolitisering van de ambtenarij, maar ook steeds ambtelijker politici. En dat willen we niet.

Ik wil niet een eindeloze hoeveelheid feiten van de overheid, maar ik wil eerlijkheid van de overheid. Ik wil geen kabinet dat ons overvoert met dossiers, maar een kabinet dat gewoon antwoord geeft op vragen.

Collega Omtzigt kwam met zijn vragen en kwam met antwoorden waarin steeds werd verwezen naar hetzelfde antwoord en daar voel je de frustratie. We hebben allemaal weleens een dossier gehad waar we echt wilden doorvragen en waar je gewoon keer op keer niet het antwoord kreeg op heel normale vragen die je stelde. Dan zit ik niet te wachten op een dossier, maar zit ik te wachten op eerlijkheid.

Ik dank het kabinet voor het voornemen om wetgeving tegen het licht te houden en ook de Ombudsman te vragen daar naar te kijken en dat onbarmhartige wetgeving ook wordt rechtgezet. Denk aan de bijstand, denk aan fraudewetgeving, maar wellicht ook jeugdzorg. Maar dan zou ook de rechterlijke macht de ruimte moeten krijgen om een onbarmhartige uitwerking van wetten in de praktijk aan ons door te kunnen geven. Is het kabinet daartoe bereid, is het kabinet daarmee eens?

Dan nog twee vragen. Wat is er gebeurd en wat moet er nog gebeuren?

Wat is er gebeurd?

Allereerst, wat is er gebeurd. Mijn vraag aan de minister-president: Wat had hij anders kunnen doen? Wat is zijn reflectie op zijn eigen rol en zijn eigen politieke keuzes? Wat was de rol van de Ministeriële Commissie fraudebestrijding, die hij voorzat? Hoe kijkt de minister-president zelf terug op het onjuist informeren van de Kamer? Ik lees daar een algemene erkenning over, maar geen specifieke. Zou de minister-president daar specifieker op in kunnen gaan? Wanneer en hoe is het volgens hem misgegaan?

En was nationaliteit in de onderzoeken van de Belastingdienst nou wel of geen indicator bij risicoselectie? Nee, schrijft de staatssecretaris in haar antwoorden. Maar dagblad Trouw zei eerder: ja. Er is een groot onderzoek gedaan in 2014 naar alle mensen die een toeslag hebben aangevraagd en waarvan de eerste of tweede nationaliteit Ghanees is. Hoe zit dat nou precies?

Wat moet er gebeuren?

Mijn grote vraag is: waarom gaat die compensatie zo traag? Er zijn eerder mensen geweest die al 750 euro compensatie hebben gekregen. Daar zijn de namen van bekend, daar zijn de rekeningnummers van bekend. Waarom kunnen zij niet 30.000 euro overgemaakt krijgen? Wat moet er dan nog uitgezocht worden om het nu te kunnen overmaken? Kan dat niet gewoon deze week, volgende week gebeuren?

Goed dat schulden door de overheid zijn kwijtgescholden. Maar er is nog onzekerheid bij de slachtoffers over wat er gebeurd met de rest van de schulden. Hoe zit dat met schulden bij zorgverzekeraars en banken?

De staatssecretaris schrijft dat ze in overleg is met gemeenten voor een aanpak op maat. Maar ze kan die verantwoordelijkheid toch niet zomaar op het bordje leggen van gemeenten? Worden ze daarvoor gecompenseerd? Krijgen ze daarvoor ook de financiële ruimte? Is het niet passender om Sociale Zaken de regie te geven, in plaats van de Belastingdienst? Sociale Zaken heeft een brede schuldenaanpak en daarin staan mensen centraal en niet het systeem en niet de regels.

Wij moeten toe naar een ander systeem, een ander stelsel. Een ander belastingstelsel zonder toeslagen. Wij moeten naar een eenvoudiger, eerlijker en rechtvaardiger belastingstelsel. En iedereen moet daar maar zijn voorstellen voor neerleggen. De ChristenUnie fractie heeft een eigen voorstel neergelegd en de kiezer moet daar maar over oordelen. Maar het kan.

Tot slot. Dit kabinet waarin ook de ChristenUnie is vertegenwoordigd, schreef in het regeerakkoord op dat het zich sterk wil maken voor een overheid die er juist ook is voor de mensen die het gevoel hebben dat die overheid er niet voor hen is.

Juist op dat punt is het - naar nu glashelder is gebleken - jarenlang verschrikkelijk misgegaan. En dat is pijnlijk. Het kabinet is niet meer missionair, maar wat mij betreft is en blijft het werken aan een andere overheid met een menselijk gezicht de missie van ons allemaal. De ChristenUnie zal zich daar nu en na 17 maart voor blijven inzetten.