CDA blij met soepele overgangsregeling EU-landbouwbeleid en coronasteun tot eind 2022

Met dank overgenomen van J.M.G. (Annie) Schreijer-Pierik i, gepubliceerd op dinsdag 15 december 2020, 2:16.

Het Europees Parlement stemt vanavond voor het akkoord dat lidstaten en Parlement eind november bereikten over overgangswetgeving voor het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en landbouw- en plattelandssubsidies. “Dit akkoord is goed voor boeren en tuinders: een soepele overgangsperiode tot de invoering van het nieuwe GLB waarover komende maanden nog volop onderhandeld wordt. Met deze overgangswetgeving krijgen boeren op gebied van landbouwsubsidies eindelijk de financiële en rechtszekerheid die ze voor 2021 en 2022 nodig hebben, zeker gezien de hevige gevolgen van de coronacrisis voor de voedselproductie en het platteland”, aldus CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik.

De lidstaten en het Parlement kwamen niet alleen verlenging van de bestaande GLB-regels overeen, maar ook de verdeling van extra steun voor landbouw en platteland uit het coronaherstelfonds. Bovenop bestaande landbouw- en plattelandssubsidies zullen Nederlandse landbouwers en plattelandsregio’s daaruit 53,4 miljoen euro extra steun ontvangen. Daarvan wordt in 2021 30 % beschikbaar gesteld, terwijl de overige 70 % al in 2022 moet worden uitgegeven.

Annie Schreijer-Pierik is blij dat deze extra steun al vanaf 1 januari beschikbaar komt. “De Europese Unie toont met het naar voren halen broodnodige solidariteit met onze voedselmakers. Nederlandse boeren en tuinders moeten nu snel toegang krijgen tot deze extra EU-fondsen om de crisis te overleven en tegelijk te werken aan toekomstige uitdagingen.”

Van het totale bedrag moet door de lidstaten minstens 37 % gereserveerd worden voor dierenwelzijn en duurzaamheidsinvesteringen voor klimaat, agrarisch natuur- en bodembeheer, biologische landbouw, waterbeheer en LEADER-samenwerkingsverbanden tussen organisaties, landbouwondernemers of particulieren op het platteland. Ten minste 55 % van de steun moet door elke lidstaat worden toegekend aan leefbaarheid en digitale transitie, waarin extra investeringssteun tot honderdduizend euro per jonge landbouwer, maar ook investeringen in precisielandbouwmachines, hernieuwbare energie en regionale korte voedselketens inbegrepen zijn.