35638 - Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de Europese Code inzake sociale zekerheid
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 19 november 2020 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Koolmees1, en de minister van Buitenlandse Zaken, Blok2.
Het kabinet wil deel IV van de Europese Code inzake sociale zekerheid opzeggen. Deel IV van de Code bevat minimumnormen voor het verstrekken van een uitkering in geval van werkloosheid. Voorgeschreven staat het recht voor op een werkloosheidsuitkering voor een duur van tenminste 21 weken na 1 jaar werken. In Nederland heeft iemand pas recht op een uitkering met een duur van 21 weken, als hij voorafgaand aan de werkloosheid gedurende 5 jaar heeft gewerkt. Indien sprake is van een arbeidsverleden van minder dan 5 jaar, dan is de duur van de uitkering korter. De Werkloosheidswet (WW) voldoet daarom niet aan deel IV van de Code. Volgens het kabinet biedt het Nederlandse socialezekerheidsstelsel voldoende bescherming tegen het risico van werkloosheid. Het voldoen aan deel IV van de Code vereist fundamentele en omvangrijke wijzigingen van de Werkloosheidswet. De Nederlandse werkloosheidswetgeving is wel in overeenstemming met het op 28 juni 1952 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende minimumnormen van sociale zekerheid (Trb. 1953, 69).
Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de op 16 april 1964 te Straatsburg tot stand gekomen Europese Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1965, 47)
(13 stuks)2 |
18 november 2020, koninklijke boodschap, nr. 1
KST356381 Koninklijke boodschap |
2 |
18 november 2020, voorstel van wet, nr. 2
KST356382 Voorstel van wet |
2 |
18 november 2020, memorie van toelichting, nr. 3
KST356383 Memorie van toelichting |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Wouter Koolmees (1977) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 mei 2020 was hij tevens (tweede) viceminister-president. Van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 was de heer Koolmees Tweede Kamerlid voor D66. Hij was toen financieel woordvoerder en vicefractievoorzitter. Na zijn studie werd de heer Koolmees economisch onderzoeker en daarna ambtenaar op het ministerie van Financiën en laatstelijk hoofd begrotingsbeleid bij het directoraat-generaal van de Rijksbegroting. Sinds 1 november 2022 is het president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
- 2.Stef Blok (1964) was van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 minister van Economische Zaken en Klimaat. Hij verving minister Van 't Wout. Zijn taken als minister van Buitenlandse Zaken, wat hij sinds 7 maart 2018 was, werden overgenomen door minister Kaag. In het kabinet-Rutte II was de heer Blok van 5 november 2012 tot 27 januari 2017 minister voor Wonen en Rijksdienst en van 27 januari tot 26 oktober 2017 minister van Veiligheid en Justitie. Van 25 augustus 1998 tot 5 november 2012 was de heer Blok Tweede Kamerlid. Hij was in de periode 2010-2012 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Daarvoor was hij kredietanalist-secretaris Concern Krediet College en accountmanager Corporate Banking bij ABN/Amro. In de Tweede Kamer was hij woordvoerder sociale zekerheid, AOW, pensioenen en financiën. De heer Blok is sinds 2022 lid van de Europese Rekenkamer.