Bijdrage begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 18 november 2020.

In een dorp in zuidelijk Afrika had een man mais gestolen van zijn buurman. Uiteraard is dit ook in Afrika verboden en de buurman ging zijn beklag doen bij de dorpsoudste. De dorpsoudste riep een vergadering bijeen om zich over deze kwestie te buigen. “Waarom heb jij mais gestolen van je buurman”, vroeg hij. “Omdat ik honger had en mijn gezin te eten wilde geven. En mijn buurman heeft mais genoeg. Hij zal een beetje mais niet missen.” De dorpsoudste trok zich terug om na te denken. En de volgende dag riep hij het dorp bijeen om het vonnis te horen. “Stelen mag niet”, zei hij.” En hij veroordeelde de dief tot het vergoeden van de schade en het maken van openbare excuses aan zijn buurman. “Maar ik veroordeel ook onszelf als gemeenschap. Dat wij niet hebben gezien dat deze man honger leed, of dat we het wel gezien hebben maar niets gedaan hebben om hem te helpen. Ik veroordeel het dorp ertoe deze man en zijn gezin er weer bovenop te helpen.”

Dit verhaal komt uit de Afrikaanse Ubuntu cultuur. Een cultuur die zich het beste laat omschrijven met de zin “Ik ben omdat wij zijn”. Een mens is pas een mens door andere mensen. Alleen is een mens niets en kan een mens niets. Zonder eten, drinken en een woning gaat het niet. Maar evenmin zonder een arm om je heen en het gevoel er toe te doen, zonder de wetenschap dat anderen op jou zitten te wachten, nee, afhankelijk zijn.

Voor mij is het helder. Bestaanszekerheid in de zin van een de afwezigheid van armoede hebben we in dit land niet voor iedereen goed geregeld. Een betaalbare woning is niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid. En we hebben onze sociale zekerheid zo ingericht dat niemand dood gaat van de honger. En dat was het dan ook.

In zijn boekje over pauperisme schreef Alexis de Tocqueville over het verschil in armoede en armoedebestrijding tussen het Engeland en Spanje van zijn tijd. Engeland was op dat moment het rijkste land ter wereld. En Spanje nu niet bepaald. Het viel hem op dat de armen in Spanje als vanzelfsprekend werden geholpen en hoe dan ook deel uitmaakten van de gemeenschap. Terwijl de armen in Engeland recht hadden op ondersteuning door de overheid. In bepaalde opzichten leek dit beter. Men had recht op financiële ondersteuning. Maar tegelijkertijd sneed deze ondersteuning mensen af van de gemeenschap. Mensen met geld keken neer op mensen zonder geld. Zij betaalden belasting voor hen. Armen werden dus een kostenpost voor het individu in plaats van leden van dezelfde gemeenschap die geholpen moesten worden. En mensen in armoedehadden niet het idee er nog toe te doen. Ze werden in leven gehouden en dat was het wel. En dat het geld wat mensen kreeg überhaupt een relatie zou kunnen hebben met een ander, was ook geen vanzelfsprekend inzicht meer. De situatie in het Nederland van de 21e eeuw lijkt hier wel op. Dood gaat niemand. Maar een groeiende groep mensen staat wel steeds verder af van de maatschappij. Maakt zogezegd steeds minder deel uit van de gemeenschap. Voorzitter,

Voor het CDA is het helder. De wereld zoals de Tocqueville die zag in Engeland is niet de wereld die wij willen in ons land. Iedereen, rijk of arm doet er toe of zou er toe moeten doen. En mensen die het beter getroffen hebben zouden als vanzelf voor deze mensen moeten opkomen. Niet omdat ze zielig zijn. Maar omdat ze deel uitmaken van dezelfde gemeenschap en wat hebben bij te dragen. Mensen die hulp ontvangen mogen ook beseffen dat dit geen gratis vanzelfsprekendheid is.

Voor het CDA zou participatie, meedoen, de kern moeten zijn van het sociaal domein. Mensen die niet mee doen of die het gevoel hebben dat er niet meer op hen wordt gewacht, zijn zieker, ongelukkiger en leven minder lang dan mensen voor wie dat niet geldt. Voor ons is dat onacceptabel. Vandaar ook het initiatief dat we samen met de SP hebben geschreven dat er voor moet zorgen dat iedereen die geen baan in de markt kan krijgen, recht heeft op werk, een reden om uit bed te stappen. En daarvoor is een landelijk dekkend netwerk van sociale werk bedrijven nodig. Ja dat kost geld. Maar het levert nog veel meer op. Het bespaart een bak ellende voor mensen en letterlijk miljarden als het gaat om uitkeringen, zorg, schulden en eenzaamheidsbestrijding. Kan de staatssecretaris hier op reflecteren? In antwoord op mijn vragen over de SW sector legt de staatssecretaris uit dat op korte termijn inderdaad tekorten zijn maar dat die op middellange termijn verdwijnen om op langere termijn over te gaan in overschotten. Kan de staatssecretaris hier verder op in gaan? En kan hij aangeven alles te doen om de huidige bedrijven niet om te laten vallen, terwijl vrijwel alle partijen hier het belang van in zien. Kan hij hierbij ingaan op de coronamiddelen en de huidige verdeling van de participatiegelden.

De dorpsoudste uit het verhaal nam het de gemeenschap kwalijk dat ze niet door hadden dat iemand uit hun midden zich genoodzaakt zag mais te stelen omdat hij honger had en zijn kinderen niet kon voeden. Of in ieder geval niet in actie waren gekomen. Wij weten in elk geval zeker dat mensen in de ellende zitten. En niet een paar. Letterlijk honderdduizenden zitten in de problemen en hebben betalingsproblemen. Dat was voor de Corona en dat zal er de komende tijd zeker niet beter op worden. Onderzoeken van het SCP, Nibud, NVVK, IPW, schuldenlab, enz enz. Het beeld is helder. En nu we het weten zijn we ook verantwoordelijk.

Vrijwel iedere partij heeft een verhoging van het minimumloon in het verkiezingsprogramma staan. Ik begrijp dat we dat niet nu even snel kunnen regelen, al zie ik de moties al komen. Maar alle partijen kunnen na de verkiezingen zeggen dat dit een punt is dat geregeld moet worden. En wel in samenhang. Zodat er een verhoging van het netto besteedbaar inkomen is en een verrekening met toeslagen of weet ik het wat.

Dan dakloosheid. Ik heb vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling om een onderzoek gevraagd naar de effecten van de kostendelersnorm. Het was lang wachten. En veel vragen. Maar het onderzoek is er nu. En ik ben geschrokken. Er blijkt een duidelijk verband tussen deze kostendelersnorm en dakloosheid onder jongeren. Nu we dat weten voorzitter, zijn we er ook verantwoordelijk voor. Ook Divosa en de G4 zijn klaar met de kostendelersnorm. Zij hebben alternatieve voorstellen. Wat is de reactie van de staatssecretaris op deze voorstellen?

Fraude moet bestreden worden. Dat is volstrekt helder. Maar een foutje is nog geen fraude. We weten het. Van mensen met de minste mogelijkheden vragen we het meest. Daar komen dus ook de meeste foutjes voor. Deze mensen komen in de problemen doordat hun uitkering wordt stopgezet en eventueel ook met een boete. Kunnen we zo’n besluit niet meer automatisch nemen voorzitter? Maar expliciet door de wethouder laten nemen in plaats van automatisch? Graag een reactie van de staatssecretaris.

Een andere reden dat mensen in de problemen kunnen komen is de zoektermijn van vier weken die geldt voor iedereen die een uitkering aan moet vragen. Ook voor kwetsbare jongeren. Kunnen we daar niet gewoon vanaf voorzitter? Divosavraagt er om. Gemeenten vragen er om. Ik vraag er ook om. En niet alleen voor kwetsbare jongeren, maar zeker ook voor ex-gedetineerden die net uit de gevangenis komen. Dat zou de recidive met een behoorlijke factor terug kunnen brengen.

Bij mensen die opgenomen moeten worden in een GGZ instelling geldt hetzelfde als voor gedetineerden. Hun uitkering wordt stopgezet. Logisch zou je zeggen. Maar dat wil ook zeggen dat de woning verdwenen is zodra iemand weer naar buiten kan. En weer is een dakloze geboren. Kan dat nu niet anders voorzitter? Graag een reactie van de staatssecretaris

Vorig jaar hebben ik ook een motie ingediend om niet inbare verhogingen op schulden bij de overheid kwijt te schelden. Dat was een goed idee. En kost alleen geld op papier. Want oninbaar is niet te innen. Commerciële bedrijven zouden dergelijke schulden al lang voor een fractie van de papieren waarde van de hand gedaan. De overheid niet. Dat is stom. Graag een reactie van de staatssecretaris.

In het verlengde hiervan. Het schuldenlab wil de schulden van mensen herstructureren door ze binnen een publiek private samenwerking op te laten kopen en tegen een normale rente (3%) af te laten lossen. Hoe staat de staatssecretaris tegenover zo’n samenwerking. En kan hij hierbij ook ingaan op de belachelijk hoge rentes die commerciële bedrijven nu nog mogen heffen? Jasper van Dijk en ikzelf zijn op dit vlak al druk bezig geweest.

Tot slot,

Deze commissie blinkt uit in grote eensgezindheid. we willen allemaal het beste voor mensen. En we hebben samen ook het een en ander bereikt. Het regeerakkoord was goed. Daar zijn vriend en vijand het wel over eens. Zelf ben ik ook niet ontevreden. Stapelen van boetes? Uit huis uitzettingen wegens schulden? Vereenvoudiging beslagvrije voet enz. Enz. Natuurlijk, we zijn er nog lang niet. Maar we hebben de wereld een klein beetje beter gemaakt.

Ik begon mijn betoog met een verhaal uit de Ubuntu cultuur. “Ik ben omdat wij zijn.” En zo is het maar net.