35337, nr. 42 - Amendement Bolkestein over bij AMvB nader te bepalen categorie van leidinggevenden tot bijschrijving op aanhangsel bij vergunning - Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet

Dit amendement op het wetsvoorstel Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet werd op 16 november 2020 ingediend door het Tweede Kamerlid Martijn Bolkestein (VVD) i. De tekst werd op 20 november 2020 gewijzigd en op 24 november 2020 nader gewijzigd.
 
De toelichting van de indiener op het nader gewijzigde amendement luidt als volgt:
 

Dit amendement schrapt de verplichting tot het onverkort bijschrijven van dagleidinggevenden op de aanhangsel bij de horecavergunning en vervangt deze door bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) te bepalen omstandigheden waaronder (groepen) medewerkers van de onderneming dienen te worden bijgeschreven. Ook wordt de onverkorte verplichting geschrapt voor alle ondernemingen die een horecavergunning nodig hebben om hun dagleidinggevenden op de horecavergunning in te schrijven. In plaats daarvan wordt ook bij AMvB bepaald welke categorieën ondernemingen aan deze bijschrijf verplichting dienen te voldoen. Veel horecaondernemingen en slijterijen wisselen regelmatig van dagleidinggevende. Een dagleidinggevende heeft op bepaalde momenten de dagelijkse leiding over een horecazaak of slijterij, maar is zelf daarvan geen (mede) eigenaar. Volgens de huidige wet is zowel de eigenaar als elke dagleidinggevende verplicht bijgeschreven te worden op de horecavergunning. Andere medewerkers hoeven niet te zijn bijgeschreven. Het telkens bijschrijven van nieuwe leidinggevenden is zowel tijdrovend als kostbaar. Koninklijke Horeca Nederland schat dat er in Nederland ongeveer 30.000 ondernemingen zijn met een horecavergunning en dat die gemiddeld tweemaal per jaar een leidinggevende bijschrijven. Uitgaande van gemiddeld € 211 legekosten komen zij in totaal op € 13 miljoen aan leges per jaar. Daarbij komen de kosten voor 2500 slijterijen en de tijd die de ondernemers besteden aan de vergunningsaanvragen. Tegelijk is het belangrijk dat eigenaars en medewerkers van horecazaken en slijterijen geen crimineel verleden hebben en ook verder van goed gedrag zijn. Het is daarom goed dat zij hierop kunnen worden getoetst bij de aanvraag van een horecavergunning en bij de wisseling van personeel. Het is echter de vraag of toetsing van alle dagleidinggevenden in alle onder de wet vallende ondernemingen opweegt tegen de hoge kosten voor ondernemers en tegelijk of niet ook andere medewerkers dan alleen dagleidinggevenden zouden moeten worden getoetst. Dit amendement beoogt met meer maatwerk de legekosten voor ondernemers te verlagen en tegelijk door gerichter medewerkers te toetsen het toezicht te verbeteren. De wijzigingen uit dit amendement zullen pas in werking treden als het onderzoek naar de doelmatigheid van het bijschrijven van dagleidinggevenden op de horecavergunning, zoals verzocht in de motie van Bolkestein en Diertens (Kamerstukken II 2020/21, 35 337, nr. 33) zal zijn uitgevoerd en de algemene maatregel van bestuur op grond van het voorgestelde artikel 30b in werking zal treden.

 

Inhoudsopgave

  1. Documenten
  2. Dossier

1.

Documenten

2 24 november 2020, nader gewijzigd amendement, nr. 42     KST3533742
Nader gewijzigd amendement Bolkestein ter vervanging van nr. 37 over bij AMvB nader te bepalen categorie van personen tot bijschrijving op vergunning
 

2.

Dossier