WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Tweede tweejaarlijks verslag over de vooruitgang in de ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance

1.

Tekst

Inhoud

  • I. 
    INLEIDING    

II.    ACHTERGROND    

III.    VOORUITGANG OP PRIORITEITSGEBIEDEN    

  • 1) 
    Goed omgaan met de brexit    
  • a) 
    Het terugtrekkingsakkoord    
  • b) 
    Activiteiten naar aanleiding van het sluiten van het terugtrekkingsakkoord    
  • c) 
    Onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen met het VK    
  • 2) 
    Aanscherpen van controles en fraudebestrijding    
  • 3) 
    Meer controle op de tenuitvoerlegging van de Europese douanewetgeving    
  • a) 
    Controle op het gebruik van vereenvoudigingen    
  • b) 
    Intensiveren van het programma voor betrouwbare handelaren (AEO’s)    
  • c) 
    Controle van de uitvoering van bepalingen inzake zekerheidsstellingen en kwijtschelding/terugbetaling    
  • d) 
    Controle van de uniforme toepassing van de EU-douanewetgeving    
  • 4) 
    Verbetering van de efficiëntie van de douanediensten    
  • 5) 
    Benutten van innovatie    
  • a) 
    Eén loket    
  • b) 
    Overige innovatieve technologische oplossingen    
  • 6) 
    Optimalisering van elektronische douanesystemen en hun gebruik    
  • a) 
    Elektronische systemen van het douanewetboek van de Unie    
  • b) 
    Werkzaamheden aan andere elektronische systemen dan die in verband met het douanewetboek van de Unie    
  • c) 
    Langetermijnstrategie op IT-gebied voor de douane    
  • 7) 
    Het hoofd bieden aan de uitdagingen van e-commerce    
  • 8) 
    Benutten van de douane-unie voor een veiligere EU    
  • a) 
    Invoercontrolesysteem    
  • b) 
    Werkzaamheden met andere veiligheids- en grensbeheerautoriteiten    
  • 9) 
    Versterken van de internationale betrekkingen    

IV.    CONCLUSIE    

Bijlage: wetgeving, programma’s en elektronische systemen    

a). Door de douaneautoriteiten gehandhaafde wetgeving    

b). Douaneprogramma’s    

c). Elektronische systemen van de douane    

I.INLEIDING

In haar mededeling van 2016 over de ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance 1 heeft de Europese Commissie een strategische visie uiteengezet voor de douane-unie waarbij de EU-lidstaten en de Commissie nauwer samenwerken om ervoor te zorgen dat de douane-unie zo goed mogelijk bijdraagt aan de welvaart en veiligheid in de EU.

Hoewel de uitvoering van de douane-unie onder de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke douanediensten van de lidstaten valt, heeft de Commissie er in de mededeling op gewezen dat de aard van de douane-unie betekent dat de nationale overheden onderling afhankelijk zijn. Het nieuwe kader voor douaneregels en -formaliteiten in de vorm van het douanewetboek van de Unie, dat in 2016 in werking trad, kan alleen correct werken wanneer er sprake is van een gelijk speelveld, met regels die door alle douanediensten op uniforme wijze worden toegepast, en wanneer de EU-brede interoperabele elektronische systemen van het wetboek voltooid zijn. De douane-unie vereist bovendien een nauwere samenwerking tussen de douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsinstanties die werkzaam zijn aan de grenzen van de EU, ook door middel van interoperabiliteit tussen de relevante informatiesystemen. Ook is er een uitgebreidere langetermijnstrategie nodig voor de ontwikkeling en het onderhoud van de elektronische douanesystemen, met name gezien de hoge kosten hiervan. In de mededeling heeft de Commissie maatregelen genoemd om deze doelstellingen te verwezenlijken en aan de Raad en het Parlement toegezegd een tweejaarlijks verslag voor te leggen over de vooruitgang die in verband met de maatregelen is geboekt.

In maart 2017 heeft de Raad van de Europese Unie conclusies gepubliceerd 2  waarin de mededeling positief werd onthaald en werd verzocht om een tweejaarlijks verslag over ontwikkelingen op de afzonderlijke genoemde domeinen, rekening houdend met de doelstellingen, acties en verwezenlijkingen van de Groep douanesamenwerking, de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de Commissie en de behoefte aan schaalvoordelen en besparingen door samenwerking.

In haar eerste tweejaarlijkse verslag 3 kon de Commissie verslag uitbrengen over de vooruitgang die op veel gebieden was geboekt en die verband houden met een beter beheer van de douane-unie. Tegelijkertijd stelde zij in het verslag de volgende kwesties vast als prioriteit voor de follow-up:

1.Goed omgaan met de brexit 

2.Aanscherpen van controles en fraudebestrijding 

3.Meer controle op de tenuitvoerlegging van de Europese douanewetgeving

4.Verbetering van de efficiëntie van de douanediensten 

5.Benutten van innovatie 

6.Optimalisering van de elektronische douanesystemen en hun gebruik 

7.Goed omgaan met de uitdagingen van e-commerce 

8.Benutten van de douane-unie voor een veiligere EU

9.Verder werken aan internationale betrekkingen

De Raad was ingenomen met het eerste tweejaarlijks verslag 4 en verzocht de Commissie om in het volgende tweejaarlijks verslag in te gaan op de ontwikkelingen op deze prioriteitsgebieden. Daarbij moet opnieuw rekening worden gehouden met, naargelang het geval, de doelstellingen, acties en resultaten van de Groep douanesamenwerking. 

Het onderhavige tweede tweejaarlijks verslag is er derhalve op gericht in te gaan op de geboekte vooruitgang in de periode van 2018 tot begin 2020 op de bovengenoemde prioriteitsgebieden die verband houden met de governance van de douane-unie. Dit verslag wordt bekendgemaakt en moet worden gelezen in samenhang met het actieplan van de Commissie over het naar een hoger niveau tillen van de douane-unie. In dit verslag wordt daarom teruggeblikt op de vooruitgang die in de periode sinds de publicatie van het laatste tweejaarlijks verslag medio 2018 is geboekt, waarbij toekomstige acties op deze en andere prioriteitsgebieden worden overgelaten aan het actieplan.

II.ACHTERGROND

De EU-douane-unie bestaat sinds 1968. Zij bestrijkt alle handel in goederen en omvat zowel het vrije verkeer van goederen in het douanegebied 5 als een gemeenschappelijk douanetarief en een gemeenschappelijk handelsbeleid in betrekkingen met derde landen. Als gevolg hiervan passen alle EU-lidstaten dezelfde douanerechten toe op de invoer uit landen buiten de EU en treedt de EU in het kader van haar gemeenschappelijk handelsbeleid op als één handelsblok bij het opstellen van internationale handelsovereenkomsten.

De douane-unie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU 6 . Dat betekent dat alleen de EU op dit gebied wetgevend mag optreden en bindende handelingen mag vaststellen. De afzonderlijke nationale douaneautoriteiten van de lidstaten zijn echter verantwoordelijk voor de daadwerkelijke uitvoering van de douane-unie. Veel commentatoren hebben kritiek geuit op de toepassing van de douaneregels door de lidstaten, die als niet-uniform wordt ervaren, wat leidt tot zowel problemen van oneerlijke mededinging tussen lidstaten als tot fraude.

De douaneautoriteiten van de EU hebben vandaag de dag een missie die veel verder gaat dan de traditionele taak van het innen van douanerechten, btw en accijnzen op goederen die het douanegebied binnenkomen; zij handhaven immers ook wetgeving op het gebied van gezondheid, milieu en veiligheid en vele andere gebieden. De verantwoordelijkheden van de douane nemen vaak toe wanneer nieuwe beleidsontwikkelingen uitvoering aan de grenzen van de EU vereisen.

 

Inning van de ontvangsten

·In de hele EU handelt de douane elke seconde 27 artikelen af, met een waarde van 150 000 EUR; in 2019 inden zij belastingen ter waarde van in totaal 26 707 miljoen EUR 7 .

·In 2018 8 stelden de nationale douaneautoriteiten vast dat er een bedrag van 584 miljoen EUR aan niet-betaalde douanerechten uitstond dat moest terugvloeien naar de EU-begroting. In 2019 was het vastgestelde bedrag 121 miljoen EUR (20,7 %) lager.

Strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad

·In 2019 nam de douane in de EU in totaal 400 ton drugs in beslag. Een vergelijking van de hoeveelheden die 26 lidstaten in 2019 hebben gemeld met 2018 (472 ton), laat een daling van de hoeveelheid in beslag genomen drugs zien.

·De controle op vuurwapens vormt een essentieel onderdeel van de EU-strategie ter bestrijding van het witwassen van geld en terrorisme. In 2019 namen de douaneautoriteiten van de EU in totaal 3 669 vuurwapens in beslag, een sterke daling (41 %) ten opzichte van het voorgaande jaar (2 621 vuurwapens).

·In 2019 nam de douane in totaal 3,5 miljard stuks tabak en sigaretten in beslag, een daling van 15,3 % ten opzichte van 2018 (4,1 miljard). Dit aantal was echter bijna gelijk aan het aantal dat in 2017 in beslag werd genomen (3,3 miljard).

·Het verkeer van contant geld wordt gecontroleerd om het toenemende transnationale witwassen van geld en de activiteiten voor de financiering van terrorisme te bestrijden die de veiligheid van de EU-burgers in gevaar brengen. De douane registreerde bijna 13 104 onjuist gedeclareerde contanten (11,5 % van de totale aangiften) van de in totaal 113 036 aangiften van liquide middelen die in 2019 werden ingediend. Deze onregelmatigheden hadden een waarde van 330,9 miljoen EUR. Dit is een toename ten opzichte van 2018, toen er 102 561 aangiften van liquide middelen werden ingediend en de lidstaten bijna 12 000 onjuist gedeclareerde contanten registreerden, met een waarde van 326 miljoen EUR.

Bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten – inbeslagnemingen van namaakgoederen 9

·Uit de cijfers die de Europese Commissie bekend heeft gemaakt, blijkt dat het aantal onderscheppingen van in de EU ingevoerde namaakgoederen in 2018 is toegenomen. Die toename is toe te schrijven aan het grote aantal kleine pakketjes dat per koerier of per post is verzonden. Het aantal in beslag genomen zendingen steeg van 57 433 in 2017 naar 69 354 in 2018, hoewel de totale hoeveelheid tegengehouden artikelen in vergelijking met eerdere jaren is gedaald. In 2018 werden er bijna 27 miljoen artikelen die inbreuk maakten op intellectuele-eigendomsrechten tegengehouden, goed voor een straatwaarde van bijna 740 miljoen euro.

·De belangrijkste categorieën van tegengehouden artikelen waren sigaretten, goed voor 15 % van het totale aantal tegengehouden artikelen, gevolgd door speelgoed (14 %), verpakkingsmateriaal (9 %), labels, etiketten en stickers (9 %) en kleding (8 %). Producten voor dagelijks persoonlijk gebruik in huis, zoals lichaamsverzorgingsproducten, medicijnen, speelgoed en elektrische huishoudapparaten, waren goed voor bijna 37 % van het totale aantal tegengehouden artikelen.

Omdat handel essentieel is voor de economische welvaart in de EU, moeten de douaneautoriteiten altijd een goed evenwicht bewaren tussen een doeltreffende douanecontrole en de facilitering van de legitieme handel. De EU en de lidstaten zijn partij bij de herziene Overeenkomst van Kyoto 10 , die de handelsfacilitering bevordert door middel van douaneprocedures die eenvoudig en handelsvriendelijk, maar ook efficiënt zijn. Dezelfde doelstelling is uiteengezet in de Overeenkomst inzake handelsfacilitering van de WTO, die de EU ook heeft ondertekend.

In 2018 nam het aandeel van de EU in de wereldhandel (15,2 %) met ongeveer een kwart procentpunt toe ten opzichte van 2017. Uit de meest recente beschikbare cijfers 11 blijkt dat de EU-27 elke maand goederen ter waarde van respectievelijk 180 en 150 miljard EUR invoeren uit en uitvoeren naar de rest van de wereld. De werklast van de EU-douaneautoriteiten nam toe als gevolg van de toename van de handel van de EU met de rest van de wereld, terwijl de cijfers voor het personeelsbestand van de douane in dezelfde periode met 89 652 voor de EU in haar geheel licht waren afgenomen ten opzichte van 2017 (89 771).

 

Beheer van grensoverschrijdende handelsstromen in de EU 12  

·Vandaag de dag dienen EU-handelaren bijna 100 % van de douaneaangiften op elektronische wijze in. De gemiddelde beschikbaarheid van nationale IT-systemen voor de douane in de EU is 99,95 % (2019), een toename van 0,4 % ten opzichte van de beschikbaarheidspercentages van 2018. Hieruit blijkt dat de douaneautoriteiten van de EU blijven werken in een volledig elektronische en interoperabele omgeving.

·De snelheid van het in- en uitklaringsproces van de douane is vrij hoog. Douaneaangiften voor de invoer die via de standaardprocedure zijn ingediend (dat wil zeggen waarbij geen gebruik is gemaakt van vereenvoudigde procedures), worden over het algemeen binnen één uur vrijgegeven (91,7 % in 2019 en 92,2 % in 2018). Het percentage uitklaringen binnen één uur voor douaneaangiften voor de uitvoer die via de standaardprocedure zijn ingediend nam in 2019 af tot 82 % (van 91 % in 2018).

·In 2019 werden er 1 945 nieuwe vergunningen voor het voeren van de titel geautoriseerde marktdeelnemer (Authorised Economic Operator – AEO) toegekend. Dat betekent dat er aan het einde van het jaar 18 400 geldige AEO-vergunningen waren en dat de stijgende trend aanhoudt (2018: 17 135 AEO vergunningen).

·In 2019 was er bij 79 % van de artikelen die werden aangegeven bij de douane (invoer en uitvoer samen) een AEO betrokken bij de toeleveringsketen. Dit is een stijging ten opzichte van de twee voorgaande jaren (respectievelijk 75 en 74 %).

 

De douaneautoriteiten in de douane-unie van de EU passen veel wetgevingshandelingen van de EU toe, waaronder: het douanewetboek van de Unie, dat sinds 2016 van kracht is; de overeenkomst inzake douanevervoer; EU-wetgeving met betrekking tot productveiligheid, gezondheid en milieunormen; Verordening (EG) nr. 515/97 ter bestrijding van douanefraude; en samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied en bepalingen inzake douane- en handelsfacilitering in handels- en partnerschapsovereenkomsten van de EU met andere landen. Zie de bijlage voor meer informatie.

De douaneautoriteiten werken samen en wisselen beste praktijken uit door middel van gezamenlijke acties, seminars, opleidingscursussen, projectgroepen, werkbezoeken en grensoverschrijdende operaties die worden gefinancierd door de twee EU-actieprogramma’s voor de douane (Douane 2020 en Hercules II/III). Zie de bijlage voor meer informatie.

De douane-unie heeft sinds haar oprichting een aantal maatregelen op het gebied van digitale modernisering ondergaan. Sinds het einde van de jaren 90, toen er een nieuw systeem voor de digitale verwerking van processen voor douanevervoer werd ingevoerd, werden er nog veel meer elektronische douanesystemen tot stand gebracht. Een belangrijk onderdeel van de IT-werklast van de douane is de bijwerking van enkele bestaande elektronische systemen en de ontwikkeling van enkele nieuwe systemen om alle douaneformaliteiten te beheren in het kader van het douanewetboek van de Unie. De uiterste termijn voor de voltooiing van de in totaal zeventien bijgewerkte of nieuwe systemen is eind 2025. De elektronische systemen omvatten veertien trans-Europese systemen (waarvan enkele met zowel EU-brede als nationale componenten) en drie louter nationale systemen. Andere elektronische systemen zijn gericht op de ondersteuning van de douaneautoriteiten en/of de facilitering van importeurs en exporteurs. Zie de bijlage voor meer informatie over alle elektronische systemen waarnaar in dit verslag wordt verwezen.

III.VOORUITGANG OP PRIORITEITSGEBIEDEN 

In haar eerste tweejaarlijkse verslag wees de Commissie erop dat de douane-unie niet mag stilstaan. Markten, bedrijven en technologieën zijn dynamisch en de douane-unie moet deze ontwikkelingen blijven volgen. Daarom moeten de douanediensten van de lidstaten niet alleen zorgen voor een beter beheer van de douane-unie (door middel van een beter rechtskader, betere werkmethoden en betere IT-systemen enz.), maar ook nieuwe strategieën, benaderingen en werkmethoden overwegen, temeer daar er rekening mee moet worden gehouden dat in de toekomst de middelen krapper kunnen worden en de verantwoordelijkheden kunnen toenemen. In die geest komt de Commissie met een lijst van prioriteiten voor de voortdurende ontwikkeling van het douanebeleid. De vooruitgang op deze gebieden was in de afgelopen twee jaar als volgt.

 
  • 1) 
    Goed omgaan met de brexit
  • a) 
    Het terugtrekkingsakkoord

Op 29 maart 2017 deelde het Verenigd Koninkrijk (VK) formeel mee dat het voornemens was zich terug te trekken uit de Europese Unie. Op grond van de in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie uiteengezette procedure moest de terugtrekking van het VK uit de EU oorspronkelijk uiterlijk 29 maart 2019 zijn afgerond (deze termijn werd later verlengd). Op basis hiervan heeft de Commissie vanaf 2018 een reeks technische seminars, beoordelingen en coördinatieactiviteiten met de lidstaten uitgevoerd ter voorbereiding op verschillende scenario’s, waaronder:

·“No Deal” (terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zonder terugtrekkingsakkoord);

·de toetreding van het VK tot de overeenkomst inzake gemeenschappelijk douanevervoer; en

·een “geordende” terugtrekking, die plaatsvindt onder de voorwaarden zoals uiteengezet in een terugtrekkingsakkoord.

De belasting- en douanediensten van de Commissie leveren technische bijstand in onderhandelingsronden over een terugtrekkingsakkoord met het VK sinds de onderhandelingen in juni 2017 van start gingen.

Nadat de twee partijen in oktober 2019 overeenstemming hadden bereikt over de tekst van het terugtrekkingsakkoord, die gepaard ging met de politieke verklaring waarin het kader voor het toekomstige partnerschap tussen de EU en het VK uiteen werd gezet, en de ratificatie hiervan door het Verenigd Koninkrijk, stemde het Europees Parlement er op 29 januari 2020 mee in. De Raad van de Europese Unie stelde het besluit vast om het akkoord op 30 januari 2020 te sluiten, zodat dit op 1 februari 2020 in werking kon treden. Het terugtrekkingsakkoord bepaalt dat er een overgangsperiode zal ingaan die duurt tot 31 december 2020, met een mogelijke eenmalige verlenging van maximaal twee jaar. Het VK kondigde op 12 juni 2020 aan dat het niet om een dergelijke verlenging zou verzoeken.

In het terugtrekkingsakkoord zijn de voorwaarden voor de geordende terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU vastgesteld. Het akkoord bestaat uit twee belangrijkste documenten:

a)het terugtrekkingsakkoord zelf, met inbegrip van een protocol inzake Ierland en Noord-Ierland, een protocol inzake de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen en een protocol inzake Gibraltar 13 ;

b)een politieke verklaring 14 waarin het kader wordt geschetst voor de toekomstige betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie.

  • b) 
    Activiteiten naar aanleiding van het sluiten van het terugtrekkingsakkoord

Er is al heel wat werk verzet en er worden nog veel voorbereidingen getroffen in verband met de terugtrekking van het VK uit de Unie, die zal leiden tot de herinvoering van douanecontroles en -procedures voor de handel in goederen met het VK na afloop van de overgangsperiode, ongeacht toekomstige overeenkomsten tussen het VK en de EU. Dit omvat onder meer het volgende:

·de toetreding van het VK tot de overeenkomst inzake gemeenschappelijk douanevervoer zal de formaliteiten aan de grens beperken en het verkeer van goederen door het Verenigd Koninkrijk (dat wil zeggen via de zogenaamde landbrug tussen Ierland en de rest van de EU) aanzienlijk vergemakkelijken;

·de publicatie van gedetailleerde richtsnoeren en kennisgevingen aan belanghebbenden, die betrekking hebben op de verschillende aspecten in verband met de douane, btw en accijnzen van een terugtrekking zonder akkoord. Aangezien er na de overgangsperiode een geordende terugtrekking zal plaatsvinden, zijn er richtsnoeren en kennisgevingen aan belanghebbenden opgesteld voor het einde van de overgangsperiode, die ook betrekking hebben op de uitvoering van het terugtrekkingsakkoord en zaken die hierin niet geregeld zijn;

·aanvullende technische seminars met de EU-27 inzake douane, oorsprongsregels, btw en accijnzen;

·aanvullende vergaderingen met de “G5-groep” van lidstaten die de meeste gevolgen ondervinden van het verkeer via het Kanaal (BE, NL, FR, DE en IE);

·een communicatiecampagne (speciale webpagina op de Europa-website, sociale media, multipliers, in beperkte mate print en het begin van de werkzaamheden aan zeer korte e-learningmodules over de terugtrekking), gericht op handelaren die nog geen ervaring hebben met douaneprocedures (voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen die uitsluitend actief zijn op de eengemaakte markt);

·regelmatig contact met het bedrijfsleven, voornamelijk via de Trade Contact Group, die wordt voorgezeten door DG TAXUD en bestaat uit meer dan dertig brancheorganisaties;

·IT-voorbereiding, die aanzienlijke werkzaamheden omvat voor de ontwikkelings- en testactiviteiten die nodig zijn om het VK los te koppelen van de trans-Europese IT-systemen voor douane en belastingen;

·de voorbereiding van herzieningen van het DWU-pakket (douanewetboek) (om de noodzakelijke veranderingen te weerspiegelen als gevolg van de terugtrekking van het VK en het einde van de overgangsperiode).

Andere lopende werkzaamheden omvatten de organisatie van speciale vergaderingen met de Britse autoriteiten, UKTF, DG TAXUD en andere diensten van de Commissie om een inventaris te maken van de uitvoeringsinspanningen voor het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij beide partijen. Aangezien de douane in Noord-Ierland de douanewetgeving van de Unie zal moeten toepassen, zal er ook worden voorzien in aanvullende richtsnoeren voor belanghebbenden over de uitvoering van het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland. Daarnaast zal de douane in Noord-Ierland toegang krijgen tot de elektronische douanesystemen van de Unie wanneer een dergelijke toegang strikt noodzakelijk is voor de toepassing van die wetgeving. Verscheidene organisatorische en praktische problemen bij de uitvoering moeten in dat opzicht aan het einde van de overgangsperiode zijn opgelost.

  • c) 
    Onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen met het VK

De Raad van de EU heeft het onderhandelingsmandaat voor een partnerschapsovereenkomst met het VK op 25 februari 2020 goedgekeurd en de onderhandelingen met het VK zijn in maart 2020 van start gegaan.

Ambitieuze handelsbetrekkingen, waarbij een vrijhandelszone tot stand wordt gebracht, zonder tarieven en quota in alle sectoren, op basis van bepalingen die een gelijk speelveld waarborgen, vormen een doelstelling van de politieke verklaring. Deze betrekkingen moeten de handel en investeringen tussen de partijen zo veel mogelijk faciliteren, terwijl de integriteit van de eengemaakte markt en de douane-unie van de EU wordt geëerbiedigd. Er moet echter worden opgemerkt dat de toekomstige betrekkingen in geen geval de noodzaak zullen wegnemen om te voldoen aan de douaneformaliteiten in het kader van de handel tussen de EU en het VK.

Wat de douanesamenwerking betreft, is het doel de handel te faciliteren, terwijl de rechtsorde van de partijen volledig wordt geëerbiedigd en hun financiële belangen worden beschermd. Voor de EU betekent dit met name dat het douanewetboek van de Unie volledig wordt toegepast.

In de politieke verklaring en het bovengenoemde onderhandelingsmandaat wordt ook verwezen naar bepalingen inzake administratieve samenwerking op het gebied van douane en btw, wederzijdse bijstand bij onder meer de inning van douanerechten en belastingen en de uitwisseling van informatie om fraude en andere illegale activiteiten te bestrijden.

De douanesamenwerking kan ook de erkenning van programma’s voor betrouwbare handelaren (“geautoriseerde marktdeelnemers”) omvatten. Zij moet ook de goede handhaving aan de grens van de intellectuele-eigendomsrechten waarborgen.

Wat de oorsprongsregels betreft, is het doel in de overeenkomst passende en moderne oorsprongsregels op te nemen die waarborgen dat uitsluitend producten met toereikende instemming van de partijen de preferenties kunnen genieten, terwijl wordt voorzien in bewijs- en verificatiemechanismen die ervoor zorgen dat deze oorsprongsregels op doeltreffende wijze worden uitgevoerd.

 
  • 2) 
    Aanscherpen van controles en fraudebestrijding

De EU heeft in de afgelopen paar jaar veel maatregelen genomen om fraude op het gebied van douane te bestrijden:

  • Douanewetboek van de Unie Het wetboek dat sinds 2016 van toepassing is, heeft als voornaamste doelstelling dat de financiële middelen (eigen middelen) van de Unie beter worden beschermd. Het is gericht op: i) fraudebestendigheid (achterpoortjes sluiten, een einde maken aan een inconsistente interpretatie en toepassing van de regels en voorzien in elektronische toegang voor douaneautoriteiten tot relevante informatie), ii) zorgen voor een meer geharmoniseerde en gestandaardiseerde benadering van de douanecontroles door de lidstaten, op basis van een gezamenlijk kader voor risicobeheer en een elektronisch systeem voor de uitvoering hiervan, en iii) zorgen voor een gezamenlijk systeem van zekerheden. Deze maatregelen moeten niet alleen de financiële belangen en de veiligheid van EU-burgers beter beschermen, maar ook mededingingsbeperkend gedrag bij de verschillende punten van binnenkomst in en vertrek uit de EU voorkomen. Vastgestelde tekortkomingen worden aangepakt door middel van voortdurende herzieningen en bijwerkingen van het wetboek.
  • Gemeenschappelijke risicocriteria en normen voor financiële risico’s De douaneautoriteiten voeren sinds 2005 risicobeheer uit op basis van een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer van de EU. Dit kader omvat verschillende maatregelen ter ondersteuning van de lidstaten bij de systematische aanpak van financiële risico’s. In 2018 heeft de Commissie een uitvoeringsbesluit vastgesteld waarin de gemeenschappelijke risicocriteria en normen voor financiële risico’s zijn vastgelegd. Eind 2019 hebben de lidstaten het richtsnoer inzake de uitvoering van de financiële-risicocriteria goedgekeurd, dat moet zorgen voor een gemeenschappelijke interpretatie van het besluit en de belangrijkste elementen hiervan om de juiste uitvoering ervan te waarborgen en uiteenlopende interpretaties te voorkomen. Het richtsnoer is opgesteld als instrument dat regelmatig kan worden herzien om rekening te houden met de voortdurende ontwikkeling van de financiële risico’s en de noodzaak om nieuwe bedreigingen en trends vast te stellen en hierop te reageren. De Commissie verleent de lidstaten voortdurend ondersteuning bij de uitvoering van het besluit inzake financiële-risicocriteria.
  • E-commerce De douane ondersteunt ook nieuwe btw-regels die ten uitvoer worden gelegd om fraude te voorkomen en een gelijk speelveld voor e-commerce te waarborgen (zendingen met een geringe waarde). De desbetreffende douaneregels met betrekking tot het innen van btw en de hieraan gerelateerde informatie-uitwisseling zijn vastgesteld en de implementatie van processen en IT-systemen is aan de gang. De Commissie heeft ook een projectgroep in het leven geroepen om het probleem van onderwaardering aan te pakken, dat bijzonder ernstig is in het kader van e-commerce – zie onder het kopje e-commerce hieronder.
  • Douaneregeling 42/63 Daarnaast ondersteunt de douane inspanningen die gericht zijn op belastingen om fraude te bestrijden. Douaneregeling 42/63 (CP42/63) staat toe dat goederen worden ingevoerd of heringevoerd in de EU en hiervoor pas btw hoeft te worden betaald wanneer de goederen hun lidstaat van eindbestemming bereiken. CP42 is een belangrijke vereenvoudiging voor legitieme ondernemingen, maar er bestaan grote zorgen dat CP42 wordt misbruikt om btw te ontlopen en te weinig douanerechten te betalen. In 2018 werd Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad herzien om dit probleem aan te pakken. Hiermee werd onder meer voorzien in toegang voor de douane tot het systeem voor de uitwisseling van btw-informatie voor het valideren van de btw-nummers van importeurs die van de btw vrijgestelde artikelen invoeren en toegang voor de belastingautoriteiten tot het elektronische toezichtssysteem van de douane voor de verificatie van invoer met btw-vrijstelling. De verordening trad in 2020 in werking en zal naar verwachting gevolgen hebben voor de fraude in verband met van de btw vrijgestelde invoer, zowel aan de kant van de btw als aan de kant van de douane (onderwaardering).
 
  • 3) 
    Meer controle op de tenuitvoerlegging van de Europese douanewetgeving

De controle is in wezen een van de instrumenten om een efficiënte en juiste uitvoering van de douanewetgeving van de EU te ondersteunen en om vast te stellen op welke gebieden er aanvullende maatregelen en aanpassingen van de wetgeving nodig zijn. Controleactiviteiten kunnen ook bijdragen tot een volledigere beoordeling van de prestaties van de douane-unie van de EU in haar geheel. Sommige problemen die in het kader van controleactiviteiten zijn vastgesteld, kunnen beter worden aangepakt met gebruik van meer samenwerkingsinstrumenten, zoals capaciteitsopbouw, de ontwikkeling van beste praktijken en benchmarking. Andere problemen vereisen een strikter kader of een onmiddellijk EU-optreden.

Controleactiviteiten zijn divers en kunnen variëren van het versturen van vragenlijsten naar de lidstaten en het vaststellen van beste praktijken tot het organiseren van bezoeken en het benadrukken van capaciteitsopbouw. In het Douane 2020-programma, dat de financiering van activiteiten toestaat die de samenwerking tussen deelnemende landen, hun douaneautoriteiten en hun ambtenaren betreffen, is voorzien in gezamenlijke controleactiviteiten.

De controleactiviteiten van de afgelopen paar jaar werden voornamelijk uitgevoerd op de volgende gebieden en zullen in de toekomst waarschijnlijk ook andere gebieden beslaan:

  • a) 
    Controle op het gebruik van vereenvoudigingen

In november 2019 zijn de douanediensten van de Commissie begonnen met een controle-oefening voor de uitvoering van vereenvoudigingen en de herbeoordeling van douanevergunningen. Deskundigen op het gebied van vereenvoudigingen uit andere dan de bezochte lidstaten namen aan deze controlebezoeken deel. In totaal zal er uiterlijk begin 2021, afhankelijk van de normalisering van de situatie na COVID-19, een representatieve steekproef van tien lidstaten (AT, FR, LT, BE, DK, DE, IT, HR, SI, NL) zijn bezocht.

Deze controle-oefening is erop gericht te waarborgen dat alle EU-lidstaten het douanewetboek van de Unie op juiste en geharmoniseerde wijze toepassen. De diensten van de Commissie willen met name de toepassing door de lidstaten beoordelen van de vereenvoudigingen waarin in het wetboek is voorzien. De controle in deze eerste ronde is gericht op de vereenvoudigde aangiften en de vereenvoudiging die bekend staat als inschrijving in de administratie van de aangever. De doelstelling hiervan was ervoor te zorgen dat de bezochte lidstaten de herbeoordelingen van vergunningen om vereenvoudigingen te gebruiken die waren verleend voordat het wetboek in werking trad, op correcte wijze hadden uitgevoerd. Ook de toepassing van de douanecontroles door de lidstaten en de efficiëntie en doeltreffendheid van de middelen die voor deze taken beschikbaar waren, werden beoordeeld. De controle-oefening moet ook rekening houden met de efficiëntie van de douanevereenvoudigingen en maatregelen voor handelsfacilitering en kan te zijner tijd leiden tot verbeteringen van de wetgeving of verduidelijkingen van de richtsnoeren inzake de toepassing van de vereenvoudigingen.

Na afloop van de oefening moet er een algemeen verslag over de uitkomst van deze controle worden gepubliceerd.

  • b) 
    Intensiveren van het programma voor betrouwbare handelaren (AEO’s)

Het programma voor betrouwbare handelaren (AEO’s) werd in 2005 ingevoerd in de douanewetgeving van de EU, als onderdeel van een reeks wijzigingen van het douanewetboek op het gebied van veiligheid. Het doel hiervan was het veiligstellen en faciliteren van toeleveringsketens van de internationale handel, overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het “Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade” van de Werelddouaneorganisatie (het “SAFE”-kader), dat gericht is op het ontmoedigen van internationaal terrorisme en het veiligstellen van de inning van de ontvangsten, terwijl tegelijkertijd de wereldwijde handelsfacilitering wordt bevorderd. In het kader van het programma werken ondernemingen die op vrijwillige basis voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld in de douanewetgeving van de EU, nauw samen met douaneautoriteiten om de veiligheid van de toeleveringsketen te verbeteren. In ruil daarvoor ontvangen deze ondernemingen voordelen die zijn vastgesteld in de wetgeving, waaronder een gemakkelijker toegang tot douanevereenvoudigingen, minder fysieke controles en controles van stukken en een gunstiger behandeling.

De afgelopen jaren hebben commentatoren, waaronder de Europese Rekenkamer, kritiek geuit op het AEO-programma van de EU, waarbij zij opmerkten dat AEO’s de wettelijke bepalingen niet naleven en dat de lidstaten AEO’s onvoldoende controleren. In zijn Speciaal verslag nr. 12/2019 verzocht de ERK om meer aandacht voor de naleving door AEO’s met een vrijstelling van douanerechten voor zendingen met een te verwaarlozen waarde, met bijzondere aandacht voor koeriers en postdiensten 15 .

De douanediensten van de Commissie hebben als antwoord hierop in nauwe samenwerking met de lidstaten een uitgebreide strategie en methode ontwikkeld om een uniforme en robuustere uitvoering van het programma te bevorderen en de duurzaamheid hiervan verder te versterken. Er werd een pakket gedetailleerde maatregelen overeengekomen en gestart, met inbegrip van bezoeken ter plaatse aan alle lidstaten,    mechanismen voor een nauwere samenwerking tussen deskundigen voor AEO’s en risicobeheer in de lidstaten en een controleworkshop met deskundigen op het gebied van AEO’s en audits.     

De uitvoering van de maatregelen is in juni 2019 van start gegaan en zal enkele jaren duren. Tot nu toe werden er verkennende bezoeken gebracht aan twaalf lidstaten en uiterlijk eind 2020 moeten idealiter alle 27 EU-lidstaten zijn bezocht. Alle bezoeken ter plaatse werden afgelegd op basis van een vooraf gezamenlijk overeengekomen agenda (controle, interne controles, verband tussen AEO- en risicobeheer en bezoeken aan koeriers en postdiensten wanneer deze AEO’s waren) om een vergelijking mogelijk te maken. Bij de bezoeken waren de diensten van de Commissie en AEO-deskundigen uit de lidstaten betrokken. De doelstelling van de bezoeken bestond onder meer in het vaststellen van goede praktijken die andere lidstaten konden overnemen, om op die manier bij te dragen tot een uniformere en harmonieuzere uitvoering van de AEO-bepalingen op EU-niveau.

Uit de bezoeken die tot nu toe hebben plaatsgevonden, bleek dat er veel goede praktijken bestaan, zoals de opleiding en bewustmaking van handelaren, de controle van AEO’s en de ontwikkeling van databanken. Er was enige bezorgdheid over het gebrek aan samenwerking tussen deskundigen voor AEO’s en risicobeheer binnen de douanediensten; het gebrek aan een geharmoniseerde benadering van de controleactiviteiten; en een gebrek aan begrip onder koeriers van hun verantwoordelijkheid voor onregelmatigheden in de gegevens die door hun klanten worden verstrekt.

  • c) 
    Controle van de uitvoering van bepalingen inzake zekerheidsstellingen en kwijtschelding/terugbetaling

In juli 2019 startten de douanediensten van de Commissie een controle-oefening om de uitvoering van bepalingen van het douanewetboek van de Unie inzake zekerheidsstellingen en kwijtschelding/terugbetaling te beoordelen door naar alle lidstaten een vragenlijst te sturen. Op basis van de analyse van de antwoorden op de vragenlijst zijn er andere activiteiten voorgenomen, waaronder, indien dit passend wordt geacht, controlebezoeken.

Het algemene doel is in voorkomend een beeld te krijgen van de uitvoering van deze bepalingen door de nationale douanediensten, de bestaande richtsnoeren bij te werken en indien nodig corrigerende maatregelen te nemen.

  • d) 
    Controle van de uniforme toepassing van de EU-douanewetgeving

In 2018 startten de diensten van de Commissie een horizontale enquête onder alle lidstaten om de toepassing van de artikelen 18 en 52 van het douanewetboek van de Unie te controleren in verband met kosten die in rekening werden gebracht door aanbieders van universele diensten voor postzendingen met een geringe waarde.

Een vergelijkbare oefening ging in 2019 van start in verband met de beperkingen van de mededeling van een douaneschuld, zoals vastgesteld in artikel 103 van het wetboek.

Het doel hiervan is inzicht te krijgen in de uitvoering van deze bepalingen van het wetboek door de lidstaten en indien nodig aanvullende follow-upmaatregelen te nemen, waaronder inbreukprocedures.

 
  • 4) 
    Verbetering van de efficiëntie van de douanediensten

Inspanningen die in de afgelopen jaren zijn verricht om de efficiëntie van de douanediensten te verbeteren, vonden plaats in het kader van het Douane 2020-programma, dat voorziet in een brede reeks instrumenten om de goede werking en modernisering van de douane-unie te ondersteunen en te verbeteren.

Het programma ondersteunt de verwezenlijking van de prioriteiten van de douane-unie, met name door een papierloze douaneomgeving tot stand te brengen (dat wil zeggen de ontwikkeling van elektronische douanesystemen). De overgrote meerderheid van de financiering van het programma (ongeveer 80 %) wordt besteed aan de werking van Europese informatiesystemen, terwijl de rest de kosten van de douanesamenwerking en -opleiding dekt.

Hoewel de activiteiten van het programma voornamelijk zijn gericht op douanediensten, zijn er indirecte voordelen voor marktdeelnemers in de vorm van efficiëntere processen, die het gevolg zijn van de inspanningen in het kader van het programma om ervoor te zorgen dat nationale douanediensten beter werken en informatie delen. Marktdeelnemers kunnen direct bepaalde informatiesystemen van de douane gebruiken als onderdeel van vereenvoudigde en gestandaardiseerde douaneprocedures en deelnemen aan gezamenlijke acties en bepaalde e-learningmodules. Europese burgers zijn weliswaar niet direct bij het programma betrokken, maar er worden wel kwesties mee aangepakt in verband met de veiligheid en de handelsfacilitering die belangrijk voor hen zijn, zoals de bestrijding van smokkel en fraude en het beschermen van burgers tegen veiligheidsdreigingen.

Belangrijkste resultaten in de afgelopen jaren

  • Ontwikkelingen op IT-gebied Sinds het begin van het programma hebben er veel IT-ontwikkelingen en aanpassingen van de IT-omgeving aan het douanewetboek van de Unie plaatsgevonden, waarmee het totale aantal Europese informatiesystemen (EIS) dat wordt gebruikt op 54 is komen te staan. Deze ontwikkelingen waren essentieel voor een goed werkende en moderne douane-unie. In 2019 werd de financiering van de ontwikkeling van nieuwe EIS-projecten uit het Douane 2020-programma voortgezet, in nauwe samenwerking met de nationale douaneautoriteiten en met inachtneming van de uiterste termijnen die met de lidstaten en het bedrijfsleven waren overeengekomen.
  • Gezamenlijke acties In 2019 bleven de douaneambtenaren standpunten en beste praktijken uitwisselen in het kader van de gezamenlijke acties die uit hoofde van het programma werden georganiseerd. Onder de nationale overheden werden er naar aanleiding van de gezamenlijke acties werkpraktijken, administratieve procedures en richtsnoeren ontwikkeld en gedeeld. Deze resultaten helpen landen de prestaties, doeltreffendheid en efficiëntie van de douanediensten te verbeteren. Er werden verschillende aanbevelingen opgesteld over goederen voor tweeërlei gebruik en over opsporingstechnologieën van de douane. Net zoals in voorgaande jaren verklaarde meer dan 98 % van de respondenten die aan deze gezamenlijke acties deelnamen dat de activiteiten vanuit professioneel oogpunt erg nuttig waren. In de komende jaren moet er een vergelijkbaar hoog niveau van de waarneming van de relevantie in stand worden gehouden.
  • Teams van deskundigen vormen een instrument van het programma dat steeds vaker wordt gebruikt en ondersteunen een versterkte operationele samenwerking, op regionale of thematische basis. De benadering van deskundigenteams stelt douanedeskundigen van de lidstaten in staat nauw samen te werken op het gebied van operationele kwesties, op een wijze die verder gaat dan de traditionele samenwerking en langduriger is (teams van deskundigen zijn tussen de 12 en 36 maanden actief). In 2019 zetten alle vier de bestaande teams van douanedeskundigen (Eastern and South-Eastern Land Border 2 – aan de oostelijke en zuidoostelijke landgrenzen van de EU (CELBET 2), douanelaboratoria (Customs Laboratories – CLET), Bindende Tariefinlichting (BTI) en douanesamenwerking op IT-gebied (Customs IT Collaboration – ETCIT 16 )) hun werkzaamheden voort en gingen drie van deze teams een nieuwe fase in, die mogelijk leidt tot een langdurige operationele samenwerking. Over het algemeen nemen de betrokkenheid en inzet van de deelnemende landen van alle bestaande teams van deskundigen steeds verder toe en worden er concrete resultaten en outputs gerealiseerd. De teams ontwikkelen ook werkmethoden die de hele EU ten goede komen.
  • E-learning: Het Douane 2020-programma financiert ook de ontwikkeling van e-learningcursussen over onderwerpen van gemeenschappelijk belang, in samenwerking met de douanediensten en vertegenwoordigers van de handel. Net zoals in voorgaande jaren bleven de diensten van de Commissie in 2019 steun verlenen aan met name de uitvoering van het DWU in haar leermodules. Tegen eind 2019 bevatte het e-learningportfolio in totaal meer dan 30 e-learningcursussen op douanegebied. Eind 2019 werd dit volledige e-learningportfolio gereproduceerd in een technisch innovatief formaat met bijgewerkte inhoud (dat ook het gebruik op mobiele apparaten mogelijk maakt).
  • Ontwikkeling/opleiding van personeel op basis van competenties Douane 2020 bleef nationale douanediensten ondersteunen bij de nationale uitvoering en/of invoering van de ontwikkeling en opleiding van personeel op basis van competenties, op basis van het EU-competentiekader voor de douane 17 door middel van een reeks gemeenschappelijke en/of landspecifieke opleidingsevenementen over de uitvoering in 2018 en 2019. Daarnaast voerde de Europese Commissie in 2019 een prijs in voor studieprogramma’s voor de douane, waarbij zeven universiteiten werden beloond voor hun douaneprogramma’s op MA/BA-niveau. Op die manier werd hun leidende rol bij het verbeteren van de prestaties en de professionaliteit van de douane erkend. Net zoals in 2018 werd er in heel 2019 voorzien in de grensoverschrijdende uitwisseling/opbouw van deskundigheid, bv. in de vorm van leerevenementen. De gemeenschappelijke innovatieve formaten voor het opbouwen en/of uitwisselen van kennis, zoals EU-opleidingswebinars, elektronische boeken en nanoleren, werden ook in 2019 getest. De formaten vormen de basis voor een verder verbeterde gestructureerde EU-samenwerking op het gebied van douaneopleiding in de komende jaren. In 2019 werd voorzien in specifieke EU-opleidingsondersteuning in het kader van de voorbereiding van de terugtrekking van het VK uit de EU, zoals door middel van de ontwikkeling van opleidingsprogramma’s voor de douane voor snelle bijscholing en inwerking 18  die door de nationale overheden konden worden gebruikt.
 
  • 5) 
    Benutten van innovatie

De diensten van de Commissie hebben, in samenwerking met de lidstaten, hun werkzaamheden op verschillende gebieden voortgezet om de innovatie en nieuwe technologieën te benutten en op die manier de douane bij te staan bij haar taken en tegelijkertijd de handel te faciliteren. Met name de volgende activiteiten zijn in dit opzicht relevant:

  • a) 
    Eén loket

De Commissie heeft de afgelopen jaren intensief gewerkt aan de ontwikkeling van initiatieven voor één loket om het volledige potentieel van de samenwerking tussen douane- en andere autoriteiten te benutten.

Eén loket zou een marktdeelnemer in staat stellen bij één toegangspunt aan alle wettelijke voorschriften te voldoen in verband met de invoer, door gegevens op gestandaardiseerde wijze in te dienen bij meerdere ontvangers. Hoewel de douane, zoals hierboven opgemerkt, naast het handhaven van de douanewetgeving, meer dan 60 stukken EU-wetgeving op andere gebieden aan de EU-grenzen handhaaft, vereist het in- en uitklaringsproces dat marktdeelnemers afzonderlijke niet-douaneformaliteiten invullen, soms op papier.

De complexiteit die gepaard ging met het opbouwen van een EU-éénloketsysteem voor douane was met name het gevolg van de betrokkenheid van een groot aantal autoriteiten en de veelvoud van hun respectieve procedures en IT-systemen in de EU-lidstaten.

De werkzaamheden hadden betrekking op twee onderdelen:

·de ontwikkeling van een centraal elektronisch systeem, dat een nauwe samenwerking inhoudt tussen de douanediensten van de Commissie en andere betrokken diensten van de Commissie (landbouw, klimaatverandering, milieu, werkgelegenheid en groei, binnenlandse zaken, visserij, handel en gezondheid). In 2014 werd het EU Customs Single Window Certificates Exchange opgericht. Dat is een proefsysteem dat de automatische verificatie van sanitaire en fytosanitaire certificaten mogelijk maakt. Het systeem betrof in eerste instantie de uitwisseling van certificaten tussen vijf lidstaten die op vrijwillige basis deelnamen. Het project werd begin 2017 uitgebreid, waarbij nieuwe certificaten werden opgenomen en de algehele werking werd verbeterd. Daarnaast werd het project uitgebreid tot een groter aantal lidstaten. Eind 2018 namen er negen lidstaten aan deel. Verwacht wordt dat het platform eind 2020 voor acht certificaten zal worden gebruikt.

·De voorbereiding van een wetgevingsvoorstel om het EU-éénloketsysteem voor douane op te zetten. In het kader van een openbare raadpleging in oktober 2018 kwamen er 382 antwoorden van marktdeelnemers, overheidsinstanties, academici en vertegenwoordigers van andere organisaties uit 25 lidstaten binnen. Meer dan 80 % van de respondenten was direct betrokken bij douaneactiviteiten en bood dan ook waardevolle zakelijke inzichten in de verwachte voordelen van een EU-éénloketsysteem voor douane. Deze respondenten reikten ook verdere maatregelen aan om de handelsfacilitering te verbeteren. De effectbeoordeling en het ontwerp van het wetgevingspakket werden in 2019 verder ontwikkeld.

  • b) 
    Overige innovatieve technologische oplossingen

    -Gegevensanalyse

In de loop van de afgelopen twee jaar heeft de Commissie methoden en instrumenten voor gegevensanalyse ontwikkeld om de beschikbare douanegegevens volledig te benutten en op die manier de douane-unie te versterken. De Europese Rekenkamer en het Europees Parlement hebben hierover aanbevelingen geformuleerd.

De belangrijkste beschikbare gegevensbron is het bewakingssysteem, dat de in- en uitvoer van specifieke goederen in en uit de eengemaakte markt van de Unie controleert. Alle ingevoerde goederen en, sinds 1 april 2020, alle uitgevoerde goederen, worden door het bewakingssysteem gecontroleerd. De bewakingsgegevens worden uit de douaneaangiften voor in- en uitvoer gehaald die worden beheerd door de afwikkelingssystemen voor douaneaangiften van de lidstaten. Op dit moment bevat de Surveillance-databank gegevens van meer dan 2,6 miljard standaardaangiften. Daarmee vormt hij een omvangrijke bron van informatie voor analysedoeleinden.

Naast de ontwikkeling van nieuwe analytische IT-instrumenten heeft de Commissie haar capaciteit voor het uitvoeren van ad-hocanalyses van bewakingsgegevens verbeterd om de naleving van douane- en douanegerelateerde wetgeving te controleren, de beleidsontwikkeling te ondersteunen en handelsgegevens te verstrekken aan verschillende gebruikers binnen de Commissie.

In 2019 hebben de diensten van de Commissie een proef inzake gezamenlijke analysecapaciteiten uitgevoerd, waaruit bleek dat het analyseren van handelspatronen belangrijk was voor het verbeteren van de opsporing van risicogebieden. De diensten van de Commissie ontwikkelen op dit moment instrumenten voor gegevensanalyse die een automatische analyse uitvoeren van alle gegevens en talrijke parameters tegelijkertijd. Ook is de basis gelegd voor instrumenten waarmee de naleving van de douanewetgeving bij douaneaangiften proactief wordt gecontroleerd en de uniforme uitvoering van de tarieven van de Unie wordt gewaarborgd.

-Blockchaintechnologie

 In 2018 hebben de belasting- en douanediensten van de Commissie hun inspanningen voortgezet om het mogelijke gebruik van blockchaintechnologie in het kader van e-douane en het belastingbeleid te verkennen. Zij hebben met name in mei 2018 in Malta een workshop georganiseerd, die werd gefinancierd uit het Douane 2020-programma. De douane- en belastingdiensten van de lidstaten waren er vertegenwoordigd om hun begrip van en plannen voor deze technologie te delen. De workshop was een succes en de conclusie was dat blockchaintechnologie geen wondermiddel is, maar door overheidsinstanties moet worden verkend om het behalen van hun doelstellingen te vergemakkelijken en de samenwerking met marktdeelnemers te ondersteunen. De diensten van de Commissie blijven onderzoeken of blockchaintechnologie moet worden meegenomen in het ontwerp van nieuw beleid en trans-Europese systemen. Een belangrijk criterium is testen of de technologie realistisch gezien kan worden ingezet en gebruikt in de lidstaten. Slechts met deze zekerheid kunnen mogelijkheden en echte projecten redelijkerwijs worden nagestreefd in samenwerking met alle belanghebbenden.

 
  • 6) 
    Optimalisering van elektronische douanesystemen en hun gebruik
 
  • a) 
    Elektronische systemen van het douanewetboek van de Unie

Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden ter plaatse voor het optimaliseren van elektronische douanesystemen was de afgelopen jaren het voltooien van zeventien elektronische systemen die uit hoofde van het douanewetboek van de Unie moeten worden bijgewerkt of uitgerold. Deze werkzaamheden omvatten de volgende verschillende componenten:

  • Planning voor de ontwikkeling van de systemen 

De Commissie moet op grond van het douanewetboek van de Unie de planning voor de ontwikkeling en uitrol van de elektronische systemen als bedoeld in het wetboek uiteenzetten in een werkprogramma. In december 2019 heeft de Commissie een herziene versie van het werkprogramma goedgekeurd 19 . Deze herziening was in lijn met de herziening van het wetboek van begin 2019 20 om meer tijd te laten voor de voltooiing van de elektronische systemen van het wetboek. Het was om verschillende redenen onmogelijk gebleken om alle zeventien systemen voor de eerder vastgestelde uiterste termijn van 2020 te voltooien. Daarom werd de periode voor de voltooiing van sommige systemen met de herziening van het wetboek effectief verlengd tot 2025. In het herziene werkprogramma, dat werd opgesteld in nauw overleg met de lidstaten, is derhalve de planning voor de voltooiing van de verschillende componenten en fasen van de systemen tot 2025 uiteengezet. Het is gericht op een pragmatisch en realistisch tijdschema dat met name rekening houdt met de onderlinge verbanden en afhankelijkheid tussen de systemen en met de beperkte middelen in de lidstaten.

  • Ontwikkeling van de elektronische systemen als bedoeld in het douanewetboek van de Unie

De Commissie en de lidstaten zijn intensief verder blijven werken aan de uitrol van alle zeventien elektronische systemen van het douanewetboek van de Unie, in overeenstemming met de tijdlijn van het herziene werkprogramma.

In december 2019 keurde de Commissie haar eerste jaarverslag goed 21  over de tot nu toe geboekte voortgang bij de ontwikkeling van de elektronische systemen sinds de inwerkingtreding van het wetboek op 1 mei 2016. In het verslag werd geconcludeerd dat er, ondanks het feit dat zowel de Commissie als de lidstaten worden geconfronteerd met uitdagingen bij de volledige uitrol van de elektronische systemen voor de vastgestelde termijnen, tastbare vooruitgang wordt geboekt. Zes centrale systemen zijn uitgerold en nog twee andere systemen zullen uiterlijk 31 december 2020 worden voltooid. In totaal zullen dus acht van de veertien trans-Europese systemen eind 2020 operationeel zijn. De werkzaamheden voor de zes resterende trans-Europese projecten, waarvan er drie belangrijke componenten bevatten die door de lidstaten moeten worden voltooid, liggen op schema wat de vastgestelde termijnen betreft. De lidstaten moeten tegen 2022 de upgrade van hun drie nationale systemen voltooien, met uitzondering van de exportcomponent van het nationale systeem voor bijzondere regelingen, die nauw samenhangt met het trans-Europees geautomatiseerd uitvoersysteem (AES) en daarom op hetzelfde tijdstip zou moeten worden uitgerold. 

Kortom, de systemen die in de periode 2020-2025 moeten worden voltooid, liggen grotendeels op schema, in lijn met de planning van de projecten die in het werkprogramma zijn gedefinieerd. Er bestaan echter enkele risico’s op vertraging en complexe transities, in verband met beperkingen op het gebied van beschikbaarheid van de noodzakelijke financiële middelen (met name gezien de beschikbare begroting in het volgende MFK), deskundigheid en toezeggingen op het niveau van de EU en de lidstaten. De risico’s zijn groter vanwege de complexiteit van de onderlinge afhankelijkheid van nationale en trans-Europese onderdelen en vanwege het grote aantal belanghebbenden dat hierbij betrokken is. 

Het volledige gebruik voor gegevensanalyse zal echter pas mogelijk zijn wanneer de lidstaten de uitrol van hun bijgewerkte in- en uitvoersystemen hebben afgerond en dan 41 in plaats van de huidige 16 gegevenselementen kunnen verstrekken, waaronder in het bijzonder meer informatie over marktdeelnemers.

Voor de werkzaamheden op het gebied van gegevensanalyse zijn de elektronische systemen Surveillance 3 en Invoercontrole 2 (ICS2) van bijzonder belang. Het platform voor gegevensanalyse en verslaglegging Surveillance 3, dat gebruikmaakt van handelsgegevens (invoer en uitvoer) op EU-niveau die dagelijks worden verstrekt door de nationale douaneautoriteiten, werd in oktober 2018 met succes uitgerold. Twee projecten voor gegevensanalyse worden momenteel uitgevoerd: Trade Flows Analysis om de handelsstromen en veranderingen in handelsstromen te monitoren en Credibility Checks om foutieve waarden aan te pakken die in aangiften zijn ingevuld. Het volledige gebruik voor gegevensanalyse zal echter pas mogelijk zijn wanneer de lidstaten de uitrol van hun bijgewerkte invoer- en uitvoersystemen hebben afgerond en dan 41 in plaats van de huidige 16 gegevenselementen kunnen verstrekken, waaronder in het bijzonder meer informatie over marktdeelnemers. Wat ICS2 betreft, dat geavanceerde elektronische gegevens verzamelt over alle goederen en zendingen voorafgaande aan de aankomst ervan in het douanegebied van de Unie, hebben de diensten van de Commissie de voorbereidende werkzaamheden voor analytische capaciteiten op veiligheidsgebied afgerond. Dit moet in het vierde kwartaal van 2020 ter goedkeuring aan de lidstaten worden voorgelegd (zie hoofdstuk 8 (“Benutten van de douane-unie voor een veiligere EU”) hieronder voor meer informatie over ICS2).

  • b) 
    Werkzaamheden aan andere elektronische systemen dan die in verband met het douanewetboek van de Unie

Van het aanzienlijke aantal andere voltooide of lopende IT-projecten zijn met name de volgende projecten het vermelden waard:

-Informatiesystemen ter ondersteuning van de tariefindeling

Wanneer goederen worden aangegeven bij de douane in de Europese Unie, moeten zij worden ingedeeld aan de hand van de gecombineerde nomenclatuur (GN) of een andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk is gebaseerd op de gecombineerde nomenclatuur. De GN-onderverdeling die in aangiften voor ingevoerde en uitgevoerde goederen is vermeld, bepaalt welk contingent van douanerechten van toepassing is of welke niet-tarifaire maatregelen van toepassing zijn en op welke manier de goederen worden behandeld voor statistische doeleinden of voor ander beleid van de Europese Unie. Een nieuw ontwikkeld informatiesysteem voor de indeling (Classification Information System – CLASS), dat op 1 juli 2019 werd ingevoerd, voorziet in een enkel platform waar alle informatie in verband met de indeling beschikbaar is ter ondersteuning van importeurs. Deze informatie omvat:

·conclusies van de Comités douanewetboek;

·verordeningen inzake de indeling;

·arresten van het Europees Hof van Justitie;

·de gecombineerde nomenclatuur (GN) en een toelichting bij de GN;

·TARIC-informatie.

Het CLASS-systeem draagt bij tot de juiste indeling van goederen en daarmee tot de juiste inning van douanerechten.

-Copis (systeem ter bestrijding van namaak en piraterij)

De werkzaamheden aan het Copis-systeem, dat houders van rechten in staat stelt te verzoeken om ingrijpen van de douane om maatregelen te nemen tegen goederen die inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten, werden voortgezet. De activiteiten die in de afgelopen twee jaar werden uitgevoerd, omvatten werkzaamheden gericht op het bieden van de mogelijkheid aan marktdeelnemers om op elektronische wijze een aanvraag in te dienen via de databank voor handhaving van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie. Na een analyse gingen de werkzaamheden van start voor de ontwikkeling van een portaal voor handelaren voor intellectuele-eigendomsrechten in de EU om de indiening en de afhandeling van alle aanvragen te vergemakkelijken.

-Douanerisicobeheersysteem 2 (CRMS 2)

Het CRMS2-project is gericht op het opnieuw vormgeven van het CRMS-systeem dat in 2005 in het leven werd geroepen om de duidelijkheid van de verschillende functies die moeten worden vervuld te verbeteren. Het wordt door de diensten van de Commissie ontwikkeld op basis van een bedrijfscasusdocument (2016) en een visiedocument (2018), die de lidstaten hebben goedgekeurd. De begin- en uitwerkingsfasen zijn afgerond en de huidige fase is in ontwikkeling.

-Customs Union Performance – Management Information System (CUP-MIS)

Vandaag voorziet CUP in een systematische beoordeling van de prestaties van de douaneautoriteiten van de lidstaten, op basis van de strategische en beleidsdoelstellingen. De oprichting van een informatiesysteem voor het verzamelen, verwerken, valideren en rapporteren van gegevens die relevant zijn voor de douane zou bijdragen tot de verbetering van de werking van de douane-unie van de EU door de doeltreffendheid, efficiëntie en uniformiteit van de douaneactiviteiten en -operaties te beoordelen. De werkzaamheden aan de ontwikkeling van een dergelijk systeem zijn in 2018 van start gegaan binnen de diensten van de Commissie en lopen nog steeds.

-Intelligente en veilige handelsstromen (Smart and Secure Trade Lanes – SSTL)

Het SSTL is een proefproject van verschillende EU-lidstaten en de douane van China en Hongkong. Het is erop gericht de veiligheid van de toeleveringsketen van begin tot eind te versterken en de handel voor deelnemende marktdeelnemers te faciliteren door middel van scheepvaart-, luchtvaart- en spoorweghandelsstromen tussen de betrokken landen. Met name de werkzaamheden voor de ontwikkeling van een bedrijfscasus- en visiedocument, die modellen voor bedrijfsprocessen voor de externe en interne gegevensuitwisseling van de EU omvatten voor de geautomatiseerde gegevensuitwisseling voor de scheepvaart, zijn voortgezet. Voor ontwikkelingen die verder gaan dan de status van proefproject zou een specifieke rechtsgrondslag en de automatisering van de gegevensuitwisseling vereist zijn.

  • c) 
    Langetermijnstrategie op IT-gebied voor de douane

De Commissie en de lidstaten hebben een gezamenlijke doelstelling om IT-projecten voor de douane op efficiënte wijze en in overeenstemming met de nationale begrotingsprioriteiten uit te voeren. Daarom worden er actieve maatregelen genomen om een dubbele inspanning door belanghebbenden bij de ontwikkeling van elektronische douanesystemen te voorkomen. De omvang van de bijwerkingen van bestaande systemen en de ontwikkeling van nieuwe IT-systemen die nodig zijn om het douanewetboek van de Unie uit te voeren, versterkt de noodzaak van een kosteneffectieve toewijzing van de middelen door de Commissie en de lidstaten.

Naar aanleiding van de conclusies van de Raad van juli 2017 22 rondde de Commissie in april 2018 een diepgaand verslag af over de langetermijnstrategie op IT-gebied voor douanesystemen 23 . Het verslag vormt een antwoord op het verzoek van de Raad om een permanente structuur voor het beheer van IT-projecten op douanegebied te overwegen. In het verslag wordt daarnaast opnieuw gewezen op de huidige prioriteit van het voortzetten van de uitvoering van het wetboek en het zorgen voor efficiëntiewinsten door middel van een diepere samenwerking tussen de lidstaten en met de Europese Commissie.

De Raad van de EU heeft in 2018 nog meer conclusies aangenomen 24 op basis van het verslag van de Commissie, waarin de Raad van de EU de Commissie en de lidstaten uitnodigt om, in samenwerking met de relevante belanghebbenden, nieuwe benaderingen te verkennen om toekomstige IT-systemen voor de douane te ontwikkelen en te exploiteren. Naar aanleiding hiervan heeft de Commissie in 2018 een deskundigenteam opgericht voor nieuwe benaderingen om IT-systemen voor de douane te ontwikkelen en te exploiteren (ETCIT). Aan het team nemen dertien lidstaten deel 25 en het staat onder leiding van Estland. De belangrijkste doelstelling van ETCIT bestaat in het verkennen van de manier waarop IT-systemen voor de douane in de toekomst kunnen worden ontwikkeld en geëxploiteerd, met name door middel van een kosten-batenanalyse van nieuwe benaderingen, de overweging van proefprojecten, de uitwerking van richtsnoeren ter verbetering van de toepasselijke wetgeving en governance en aanbevelingen voor de aanbesteding en financiering van toekomstige initiatieven. De activiteiten van ETCIT gingen in oktober 2018 van start met de deelname van meer dan 25 deskundigen, en de werkzaamheden worden voortgezet.

 
  • 7) 
    Het hoofd bieden aan de uitdagingen van e-commerce

De uitdagingen voor de douane van e-commerce zijn inmiddels bekend. De hoeveelheid goederen van geringe waarde die in de EU wordt ingevoerd neemt ieder jaar toe met 10 à 15 %. Naast het uitvoeren van doeltreffende controles om de prioriteit fraudebestrijding in de praktijk te brengen en het innen van de verschuldigde invoerrechten over deze goederen, moet de douane tegelijkertijd de ontwikkeling van deze vorm van handel ondersteunen en bevorderen omdat deze veel voordelen met zich meebrengt voor bedrijven en burgers.

  • Btw-pakket voor e-commerce De diensten van de Commissie zijn op schema wat betreft de voorbereidende werkzaamheden voor de uitvoering van het btw-pakket voor e-commerce 26 . Op 24 juni 2020 stemde de Raad in een gemeenschappelijk standpunt in met de voorstellen van de Commissie om de inwerkingtreding van het btw-pakket voor e-commerce met zes maanden uit te stellen tot 1 juli 2021.

Een doeltreffend en coherent EU-regelgevingskader voor de douane, om de inning van btw en douanerechten voor de begrotingen van de lidstaten en de EU te waarborgen, wordt uitgerold. De noodzakelijke aanpassingen van het DWU-kader, met inbegrip van de aanpassingen die dienen als basis voor de IT-ontwikkelingen, werden tijdens 2018 en 2019 uitgebreid besproken met de relevante belanghebbenden en moeten eind 2020 allemaal worden goedgekeurd.

De hieraan gerelateerde IT-activiteiten werden onderverdeeld in zes bedrijfscasussen. De gedetailleerde planning werd in mei 2018 opgenomen in het IT-masterplan.

Een nauwe samenwerking in de lidstaten tussen de douane- en belastingdiensten is de sleutel tot succes. Het bedrijfsleven levert enorme inspanningen om zich voor te bereiden op de uitvoering van het btw-pakket. Relevante belanghebbenden werden geraadpleegd over de ontwerpen van wetgeving en zijn daarnaast betrokken bij de lopende technische besprekingen over de toelichtingsdocumenten en richtsnoeren, zowel wat betreft de btw als wat betreft de douane.

  • Postdiensten Daarnaast werken de Commissie en de lidstaten intensief samen met de EU-postdiensten en -koeriers om ervoor te zorgen dat zij vanaf 2021 een minimumreeks aan voorafgaande vrachtinformatie verstrekken over goederen in post- en koerierszendingen die via de lucht worden vervoerd voordat deze goederen worden geladen. . Dit zal mogelijk zijn dankzij de uitrol van de eerste versie van het Invoercontrolesysteem 2 (ICS2) vanaf 15 maart 2021 – zie hieronder.
 
  • 8) 
    Benutten van de douane-unie voor een veiligere EU 
  • a) 
    Invoercontrolesysteem
  • Beveiliging van het luchtvrachtvervoer ICS2 is een grootschalig systeem en vormt de basis voor het veiligheidsprogramma van de douane voorafgaande aan de aankomst. Het zal voorzien in een nieuw platform voor de verzameling van voorafgaande elektronische gegevens over alle goederen en zendingen voordat deze in het douanegebied van de Unie aankomen en van verschillende handelsbronnen. De diensten van de Commissie hebben de ontwikkeling van de twee centrale componenten van ICS2 (gedeelde interface voor handelaren en het gemeenschappelijke register) bijna afgerond en de ontwikkelings- en testwerkzaamheden worden momenteel uitgevoerd met het oog op de uitgave van de eerste versie van het systeem (koeriers- en postzendingen via de lucht) op 15 maart 2021.

In het kader van de operationalisering van deze eerste versie is de Commissie de afgelopen paar jaar met de douaneautoriteiten van de lidstaten, in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten voor binnenlandse veiligheid en de beveiliging van de burgerluchtvaart, een reeks gemeenschappelijke risicocriteria en normen overeengekomen voor de risicoanalyse voorafgaande aan het laden van goederen, met het oog op de beveiliging van het luchtvrachtvervoer. Er werd een uitvoeringsbesluit van de Commissie opgesteld om deze criteria vast te stellen, dat moet worden ondersteund door de gemeenschappelijke operationele richtsnoeren en dat in de tweede helft van 2020 moet worden goedgekeurd.

  • Wetswijzigingen De Commissie en de lidstaten hebben ook vooruitgang geboekt ten aanzien van de noodzakelijke wijzigingen van de rechtsgrondslag in het kader van het douanewetboek van de Unie in verband met ICS2, waarbij het merendeel van de wettelijke bepalingen voor nieuwe vereisten voor voorafgaande vrachtinformatie, de getransformeerde gezamenlijke risicoanalyse en het ICS2-systeem zelf werd overeengekomen en de desbetreffende uitvoerings- en gedelegeerde handelingen in de loop van 2020 moeten worden vastgesteld.
  • Verbeteringen van de gegevens Tegelijkertijd werden er gedetailleerde werkzaamheden verricht en werd er vooruitgang geboekt bij de invoering van massale nieuwe stromen van betere gegevens in het kader van versie 2 van ICS2, die zullen leiden tot de verzameling van een volledige reeks voorafgaande informatie voor alle goederen die via de lucht worden vervoerd.
  • Gegevensanalysecapaciteiten In het kader van de voorbereidingen voor versie 2 werden er werkzaamheden verricht voor de totstandbrenging van de veiligheidsanalysecapaciteit van ICS2, die in het vierde kwartaal van 2020 door de lidstaten moeten worden goedgekeurd. Indien hiermee wordt ingestemd, zullen de lidstaten dankzij de capaciteit van ICS2 voor veiligheidsanalyses een gezamenlijke analyse kunnen verrichten van massale stromen van voorafgaande vrachtgegevens die op EU-niveau zijn verzameld, zodat ze in real time waarschuwingen kunnen afgeven voor de operationele veiligheid en beveiliging terwijl de goederen door de toeleveringsketen worden vervoerd (voor alle vervoerswijzen – luchtvaart, scheepvaart, wegen en spoorwegen). Omdat de analysecapaciteit zal worden geïntegreerd in de communicatiewerkstromen van ICS2 en de risicogebaseerde douanecontroles aan de buitengrenzen (zenden van signalen aan de lidstaten naast de betreffende aangifte), zullen de resultaten van de risicoanalyse en controles systematisch voor elk geval worden teruggekoppeld, waardoor de douanedeskundigen de selectie kunnen evalueren en voortdurend kunnen verbeteren. Dankzij deze capaciteit zal de Commissie, binnen haar bevoegdheden uit hoofde van het gemeenschappelijk kader voor risicobeheer, ook kunnen bijdragen aan het vaststellen van gemeenschappelijke prioriteitsprojecten, zoals gemeenschappelijke acties voor prioritaire controlegebieden, crisisrespons of steun voor de evaluatie van het douanebeleid. Er wordt reeds een proef uitgevoerd met de lidstaten en er worden voorbereidingen getroffen voor het oprichten van een operationeel deskundigenteam met deskundigen van de lidstaten voor de ontwikkeling en het gebruik van de capaciteit.
  • b) 
    Werkzaamheden met andere veiligheids- en grensbeheerautoriteiten
  • Richtsnoeren voor de douanesamenwerking met grenswachten De diensten van de Commissie hebben in december 2018 nieuwe richtsnoeren uitgevaardigd over de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen de douane en grenswachten. De richtsnoeren moeten het belang en de strategische dimensie van samenwerking versterken, innovatieve en duurzame oplossingen voor gezamenlijk grensbeheer vaststellen en ervoor zorgen dat er op alle niveaus, bij beide autoriteiten, sprake is van een nauwe samenwerking. De gebieden waarop de richtsnoeren betrekking hebben, zijn uitgebreid en omvatten gesynchroniseerde controles en gezamenlijke operaties, de gezamenlijke planning van infrastructuur en aanbestedingen, het gebruik van apparatuur, de uitwisseling van informatie, risicoanalysen en onderzoeken.
  • Verbetering van de douanesamenwerking en interoperabiliteit van systemen met veiligheids- en grensbeheerautoriteiten In 2019 heeft de EU nieuwe regels ingevoerd inzake de interoperabiliteit tussen grootschalige EU-informatiesystemen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Momenteel wordt er een interoperabiliteitskader ontwikkeld dat betrekking heeft op informatiesystemen voor veiligheid en het beheer van grenzen en migratie 27  . Daarnaast heeft een deskundigengroep bestaande uit deskundigen voor veiligheid, grensbeheer en douane, die door de Commissie bijeen was geroepen, een voorlopige beoordeling voltooid van de interoperabiliteit van de veiligheids- en grensbeheersystemen met de douanesystemen op het gebied van veiligheid en veiligheidsrisicobeoordelingen en in februari 2019 haar bevindingen gepresenteerd aan het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) van de Raad. In het beoordelingsverslag werd een haalbaarheidsstudie aanbevolen om grondig te kijken naar onderlinge verbanden tussen het Schengeninformatiesysteem (SIS), gegevens van Europol en het Invoercontrolesysteem 2 (ICS2). Er werd ook gewezen op mogelijke belemmeringen, problemen en beperkingen op operationeel, technisch en juridisch gebied die in de studie in aanmerking moesten worden genomen.

In het verslag werd ook aanbevolen om de interoperabiliteit van andere potentieel relevante douanesystemen met gegevens van SIS en Europol later in een afzonderlijk project te beoordelen. In deze context werd de interoperabiliteit van gegevens van ICS2 met die van PNR, Eurodac, VIS, EES en Etias van beperkt nut geacht. Daarnaast werd in het verslag aanbevolen dat er een gelijktijdige beleidsdiscussie moet worden gevoerd om de voorwaarden te onderzoeken waaronder andere rechtshandhavingsinstanties toegang kan worden verleend tot gegevens van ICS2 voor onderzoeksdoeleinden, op naar behoren gerechtvaardigde basis en per geval.

  • Veiligheidsunie: Een diepteonderzoek van de EU-veiligheidsunie van begin 2018 was gericht op de rol van de douane in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Hierin werd benadrukt dat de douane moest worden erkend als gelijke partner waarmee rechtshandhavingsinstanties actief moeten samenwerken.
  • EU-Socta: Als lid van de EU-adviesgroep voor de dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (EU-Socta) dragen de diensten van de Commissie actief bij tot een betere integratie van de douane in de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit. Dit is de eerste stap van de EU-beleidscyclus voor het aanpakken van georganiseerde en zware internationale criminaliteit/Empact (Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging).

Samenwerking met Europol: In mei 2018 heeft de Commissie de lidstaten aangeschreven die nog geen verbindingsofficier bij Europol hebben of nog geen toegang hebben tot de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Siena). In de brief werd de aandacht gevestigd op de noodzaak om het potentieel te benutten voor een nauwe samenwerking tussen de douaneautoriteiten, de politie en andere rechtshandhavingsinstanties.

 
  • 9) 
    Versterken van de internationale betrekkingen

De Commissie is verantwoordelijk voor de onderhandeling over en het waarborgen van de uitvoering van internationale overeenkomsten die betrekking hebben op douanekwesties, of dit nu speciale overeenkomsten zijn, zoals de overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand (CCMAA’s) of bredere overeenkomsten die douane-elementen bevatten, zoals vrijhandelsovereenkomsten (FTA’s), soms ook economische-partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) genoemd. Zij bleef in 2018 en 2019 intensief werken op dit gebied. De algemene doelstelling is het faciliteren van de legitieme handel, terwijl wordt gezorgd voor doeltreffende en efficiënte controles om illegale handel tegen te gaan en fraude te bestrijden.

  • Douanevervoer De diensten van de Commissie hebben namens de EU bijgedragen aan de werkzaamheden voor het wettelijk kader voor de internationale douanevervoersprocedure eTIR, die, na tien jaar voorbereiding en lastige internationale onderhandelingen, in oktober 2019 werd overeengekomen door de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN/ECE)  28 . De werkzaamheden zullen de weg vrijmaken voor een elektronische TIR-douanevervoersprocedure en zullen de TIR-overeenkomst in overeenstemming brengen met de behoeften van het bedrijfsleven en het douanebeleid van de EU. De formele goedkeuring hiervan is gepland voor begin 2020.
  • Overeenkomsten over douaneveiligheidsmaatregelen met Noorwegen en Zwitserland. De besprekingen over wijzigingen van deze overeenkomsten gingen in 2019 van start met het oog op het waarborgen van de gelijkwaardigheid van de veiligheidsmaatregelen aan de buitengrenzen, in lijn met het versterkte kader voor risicobeheer uit hoofde van het douanewetboek van de Unie, en de gewijzigde overeenkomsten moeten vóór de uitrol van ICS2 in maart 2021 in werking treden.
  • Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (PEM-conventie) In 2019 werd er, na jaren van onderhandelingen met de partijen bij de PEM-conventie, een reeks herziene oorsprongsregels overeengekomen. De Raad stelde een besluit vast over het standpunt dat namens de Europese Unie moest worden ingenomen binnen het Gemengd Comité dat uit hoofde van de regionale conventie is opgericht, en keurde de nieuwe regels goed. De herziene oorsprongsregels van de regionale conventie zijn modern en handelsvriendelijk en zullen zorgen voor meer en betere mogelijkheden voor regionale integratie over de grenzen van de EU heen, zodat de handelsstromen en toeleveringsketens worden gefaciliteerd ten voordele van EU-ondernemingen en -consumenten. De toepassing van de herziene regels zal van start gaan op overgangsbasis tussen de partijen bij de conventie die daartoe bereid zijn. De pan-Euro-mediterrane oorsprongsregels gelden momenteel voor ongeveer 60 % van de preferentiële handel van de EU.
  • Uitvoering van de handels- en douanehoofdstukken van de Euro-mediterrane Associatieovereenkomsten. De diensten van de Commissie hebben ook bijgedragen tot de uitvoering van de handels- en douanehoofdstukken van de Euro-mediterrane Associatieovereenkomsten met haar partners (Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko, Tunesië en Palestina) en actief deelgenomen aan de respectievelijke subcomités die regelmatig worden gepland.
  • Overeenkomst EU-Marokko Deze overeenkomst, waarbij de protocollen 1 en 4 bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Marokko werden herzien, trad op 19 juli 2019 in werking. Met deze overeenkomst werden de tariefpreferenties voor Marokkaanse producten uitgebreid tot producten uit de Westelijke Sahara. De Raad keurde in 2020 een mandaat goed over de modaliteiten voor de uitwisseling van informatie met Marokko om de impact van de bovengenoemde overeenkomst te beoordelen.
  • Uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten met de Westelijke Balkan: toetredingssteun voor kandidaat-lidstaten. Naast de bilaterale FTA’s voorzien de stabilisatie- en associatieovereenkomsten in een nauwe regionale en bilaterale samenwerking. De gebruikte instrumenten omvatten de samenwerking van de landen in kwestie in het kader van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, de deelname aan het Douane 2020-programma en de verlening van bijstand aan de landen op het gebied van de modernisering van de douane. Montenegro en Servië werken aan het behalen van de benchmarks van hoofdstuk 29. Het douaneacquis werd voorgesteld aan Albanië en Noord-Macedonië, voorafgaande aan het besluit van dit jaar om met de toetredingsonderhandelingen te beginnen. De Commissie bracht in 2019 haar advies uit over het verzoek om toetreding van Bosnië en Herzegovina en voerde in 2019 een eerste controlemissie op douanegebied uit in Pristina.
  • Douane-unie EU-Turkije Het standpunt van de Raad over een mogelijke modernisering van de douane-unie is ongewijzigd gebleven. Dit impliceert dat er geen vooruitgang kon worden geboekt ten aanzien van een mogelijke herziening van de overeenkomst. De diensten van de Commissie volgen de aanvullende douanerechten en het verzoek om aanvullende bewijzen van oorsprong in te dienen, zoals opgelegd door Turkije, wat een van de belangrijkste pijnpunten blijft voor de juiste uitvoering van de douane-unie EU-Turkije, op de voet.
  • EU-Andorra, San Marino en Monaco. Op basis van een mandaat van de Raad onderhandelt de EU momenteel over een associatieovereenkomst met het Vorstendom Andorra, het Vorstendom Monaco en de Republiek San Marino, op grond waarvan zij toegang krijgen tot de interne markt van de EU, die vergelijkbaar is met de toegang voor de niet-EU-leden van de Europese Economische Ruimte. De onderhandelingen, die in maart 2015 van start gingen, hadden betrekking op alle technische hoofdstukken in verband met de vier basisvrijheden van de interne markt. De onderhandelingen in verband met het vrije verkeer van goederen en douanezaken zijn in de afgelopen jaren aanzienlijk gevorderd en zullen in de periode 2020-2021 worden voortgezet.
  • Oostelijk partnerschap. De diensten van de Commissie hebben actief bijgedragen aan de uitvoering van de belasting- en douanehoofdstukken van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomsten (DCFTA’s) met Oekraïne, Moldavië en Georgië. De diensten van de Commissie hebben subcomités voor douanezaken georganiseerd en deelgenomen aan subcomités voor belastingzaken, waarbij zij voorzagen in duidelijke richtsnoeren voor de harmonisatie van de wetgeving van de partners met de EU-wetgeving. Met Oezbekistan en Azerbeidzjan werden er douanehoofdstukken overeengekomen en gesloten in verband met de lopende onderhandelingen over de versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten. In 2019 gaf de Raad de Commissie een mandaat om de onderhandelingen op te starten over een overeenkomst inzake samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken met Belarus.

Werelddouaneorganisatie De EU (Commissie) en de lidstaten namen actief deel aan de discussies van de Werelddouaneorganisatie (WDO), waarbij zij de normen van het douanewetboek van de Unie en ander douanegerelateerd EU-beleid bevorderden. Dit was met name het geval met betrekking tot de uitgebreide evaluatie van de herziene Overeenkomst van Kyoto, het kader van normen voor grensoverschrijdende handel en de digitale douane en gegevensanalyse. Zij speelden ook een belangrijke rol in werkorganen, zoals het Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade (SAFE) van de WDO en het Comité voor het geharmoniseerde systeem (GS).

EU-FTA’s In 2018 en 2019 werden de werkzaamheden voortgezet om te zorgen voor de goede onderhandeling over en uitvoering van douanegerelateerde aspecten van internationale overeenkomsten van de EU. De economische partnerschapsovereenkomst (EPA) EU-Japan en de vrijhandelsovereenkomst (FTA) EU-Singapore traden op respectievelijk 1 februari en 21 november 2019 in werking. Op 30 juni 2019 werd er een FTA met Vietnam ondertekend. In juni 2019 werd er bovendien een politiek akkoord bereikt over een handelsovereenkomst met de Mercosur-landen (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay). De EU rondde de onderhandelingen over de protocollen inzake oorsprongsregels af als stap richting EPA’s met Ivoorkust en Ghana. Zij rondde daarnaast de onderhandelingen af over de technische wijzigingen van het protocol inzake oorsprongsregels bij de tussentijdse EPA’s tussen de EU en de landen van Oost- en Zuidelijk Afrika en tussen de EU en de landen in de Stille Oceaan. De onderhandelingen over FTA’s met Chili, Australië, Nieuw-Zeeland en Indonesië werden voortgezet. De modernisering van de tussentijdse EPA tussen de EU en de landen van Oost- en Zuidelijk Afrika ging in 2019 van start.

Wat de uitvoering betreft werd er een oplossing gevonden voor de oorspronkelijke problemen bij de uitvoering van de EPA met Japan, die de juiste toepassing van de tariefpreferenties in gevaar brachten. De besprekingen met Zuid-Korea over een gemeenschappelijke opvatting van de verificatieprocedures voor de oorsprongsregels werden afgerond en het gezamenlijk akkoord moet in 2020 formeel worden overeengekomen. Werkzaamheden ter waarborging van de soepele uitvoering van de overeenkomst met Canada, die op 21 september 2017 van start gingen, leverden een positieve vierde vergadering van het Gemengd Comité douanesamenwerking EU-Canada (JCCC) op, die op 22 juni 2018 in Brussel werd gehouden. Vervolgens werd er vooruitgang geboekt bij de besprekingen over de wederzijdse erkenning van de programma’s voor betrouwbare handelaren (AEO’s) van de EU en Canada. Daarnaast vonden er vergaderingen van de Gemengde Comités douanesamenwerking plaats in verband met andere FTA’s en CCMAA’s om de doeltreffende uitvoering van deze overeenkomsten te waarborgen. Dat waren onder andere vergaderingen met China (over intellectuele-eigendomsrechten, de strijd tegen fraude en de veiligheid van de toeleveringsketen), Hongkong (over intellectuele-eigendomsrechten), Centraal-Amerika en Colombia-Peru-Ecuador. In het geval van China heeft de Commissie een evaluatie gestart van de huidige CCMAA EU-China.

  • Controleactiviteiten De diensten van de Commissie zetten de controle op de uitvoering van de oorsprongsregels en procedures voor preferentiële handelsregelingen voort om de financiële belangen van de EU te beschermen en een eerlijke handel tussen de EU en derde landen te waarborgen die profiteren van preferentiële handelsregelingen. Deze controle op de naleving van de regels inzake de preferentiële oorsprong versterkt ook de geloofwaardigheid van de Unie bij het onderhandelen over vrijhandelsovereenkomsten.
  • Systeem van geregistreerde exporteurs De uitrol van dit systeem werd voortgezet, met een toenemend aantal begunstigden die profiteerden van de specifieke opleiding die door de Commissie werd aangeboden.
  • Bindende informatie over de waardering (Binding Valuation Information – BVI) Een reflectieproces met betrekking tot de vaststelling in de Unie van besluiten die bindende informatie betreffen op het gebied van de douanewaardering werd voortgezet, voortbouwend op de bepalingen van de overeenkomst inzake de douanewaarde en de overeenkomst inzake handelsfacilitering van de WTO en op een aantal door de EU gesloten FTA’s. BVI kan een belangrijke rol spelen bij het faciliteren van de internationale handel, waarbij de voorspelbaarheid ten aanzien van de waarde van goederen voor handelaren wordt verbeterd terwijl zij douaneautoriteiten helpen bij hun taak om efficiënte en doeltreffende controles te waarborgen.

    IV.CONCLUSIE

Met dit verslag hebben de diensten van de Commissie voldaan aan het verzoek van de Raad in zijn conclusies van 25 januari 2019 over het eerste tweejaarlijkse verslag om in een aanvullend tweejaarlijks verslag de ontwikkeling te beschrijven op negen prioriteitsgebieden die verband houden met de governance van de douane-unie.

Bijlage: wetgeving, programma’s en elektronische systemen

a). Door de douaneautoriteiten gehandhaafde wetgeving

  • 1) 
    Het douanewetboek van de Unie, dat sinds 2016 van kracht is, is, samen met de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen hiervan 29  , de belangrijkste kaderwetgeving waarin douaneaangiften, -procedures en -formaliteiten binnen de douane-unie zijn geregeld. In lijn met de herziene Overeenkomst van Kyoto zijn er in het wetboek regels vastgesteld die gericht zijn op een betere rechtszekerheid en handelsfacilitering in combinatie met een betere bescherming van de financiële en economische belangen van de EU en de lidstaten en de veiligheid van EU-burgers. Het is met name gericht op een papierloze en volledig geautomatiseerde douane-unie, met nieuwe en bijgewerkte, onderling verbonden elektronische systemen voor het vervullen van alle douaneformaliteiten. Het douanewetboek van de Unie werkt, samen met de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen ervan, reeds doeltreffend en de volledige voordelen ervan zullen na 2025 beschikbaar zijn, wanneer de zeventien bijbehorende elektronische systemen zullen zijn ingesteld. De Commissie organiseert regelmatig besprekingen met de lidstaten en handelsverenigingen om oplossingen te vinden voor vastgestelde problemen en naar aanleiding daarvan zijn verschillende wijzigingen van het wetgevingspakket aangenomen. 
  • 2) 
    De EU-douane-unie omvat regelingen voor het “douanevervoer”, zowel binnen het douanegebied als met veel derde landen. Het douanevervoer is de procedure waarbij de tijdelijke opschorting van de douanerechten, belastingen en maatregelen van het handelsbeleid is toegestaan die van toepassing zijn op de invoer, zodat in- en uitklaringsformaliteiten van de douane kunnen plaatsvinden op de plek van bestemming, in plaats van op het punt van binnenkomst in het douanegebied. De procedure voor douanevervoer die van toepassing is tussen de EU-lidstaten is ook van toepassing op Andorra en San Marino. Er zijn regelingen voor het douanevervoer met vier EVA-landen (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland), Servië, de Republiek Noord-Macedonië en Turkije uit hoofde van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 1987, zoals gewijzigd 30 . De werking van de gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer met het VK is gewaarborgd, aangezien het VK zijn akte van toetreding tot de overeenkomst op 30 januari 2019 heeft neergelegd. De EU heeft ook regelingen inzake douanevervoer met de bijna zestig landen die de overeenkomst inzake douanevervoer (de overeenkomst inzake TIR of “Transports Internationaux Routiers 31 ) ")hebben ondertekend.
  • 3) 
    De tijdelijke toelating op het douanegebied van de EU is toegestaan voor goederen uit de ongeveer zeventig landen die de Overeenkomst van Istanbul inzake de tijdelijke invoer van de Werelddouaneorganisatie (WDO) hebben ondertekend 32 .
  • 4) 
    Bij de uitvoering van hun brede reeks aan taken naast de inning van douanerechten, btw en accijnzen handhaven de douaneautoriteiten aan de EU-grenzen meer dan zestig stukken EU-wetgeving ter bescherming van burgers, het milieu en de integriteit van de eengemaakte markt. Deze omvatten bijvoorbeeld veterinaire, sanitaire, fytosanitaire, landbouw- en milieuverordeningen, evenals wetgeving inzake productveiligheid en -conformiteit.
  • 5) 
    Verordening (EG) nr. 515/97 is het belangrijkste wettelijke instrument om douanefraude te bestrijden door middel van samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten. De uitwisseling van informatie tussen de EU-lidstaten vindt ook plaats binnen het kader van het douanerisicobeheersysteem voor risicogerelateerde informatie waarin is voorzien in het douanewetboek van de Unie.
  • 6) 
    De douaneautoriteiten wisselen informatie uit met andere landen om de naleving van de douanebepalingen en de volledigheid van de inning van de ontvangsten te waarborgen in het kader van de EU-regelingen voor douanesamenwerking met andere landen.

b). Douaneprogramma’s

De douaneautoriteiten werken samen en delen beste praktijken met gebruik van de instrumenten, methoden en financiering van EU-actieprogramma’s op douanegebied. De samenwerking vindt plaats door middel van gezamenlijke acties en door het opbouwen van IT- en menselijke capaciteiten.

Twee EU-actieprogramma’s financieren de samenwerking tussen douaneautoriteiten om de financiële belangen van de EU te beschermen: Douane 2020 en Hercules II/III, aan de hand van verschillende invalshoeken, instrumenten en begrotingen.

Het Douane 2020-programma is gericht op de ondersteuning van de werking en modernisering van de douane-unie om de interne markt te versterken door middel van samenwerking tussen deelnemende landen. Meer dan [85 %] van de begroting van het programma (522 miljoen EUR in huidige prijzen) is bestemd voor elektronische douanesystemen en beslaat de ontwikkeling, de werking en het onderhoud van de EU-onderdelen van deze systemen. De rest van de begroting is bestemd voor gezamenlijke benaderingen, dat wil zeggen gezamenlijke acties (zoals projectgroepen en deskundigenteams) en opleidingsactiviteiten (zoals opleidingscursussen en het opbouwen van menselijke capaciteiten).

Het Herculesprogramma wordt uitgevoerd door het Europees Bureau voor fraudebestrijding en beschermt de financiële belangen van de EU door maatregelen te ondersteunen ter bestrijding van onregelmatigheden, fraude en corruptie met gevolgen voor de EU-begroting.

In het meerjarig financieel kader, dat eind 2020 moet worden goedgekeurd, zijn voorstellen opgenomen voor de verlenging van deze programma’s na 2020. Het toekomstige douaneprogramma is gericht op het waarborgen van de verdere ontwikkeling van de elektronische douanesystemen en op het verbeteren van de operationele samenwerking op thematische of geografische basis.

c). Elektronische systemen van de douane

De douane-unie heeft sinds haar oprichting een aantal maatregelen op het gebied van digitale modernisering ondergaan. Eind jaren 90 was er sprake van een grote doorbraak met de invoering van een nieuw systeem voor de digitale verwerking van processen voor douanevervoer op basis van het eerste EU-brede systeem voor de uitwisseling van elektronische berichten. Sindsdien zijn er nog veel meer elektronische douanesystemen ontwikkeld. Vandaag wordt bijna 100 % van alle douaneaangiften digitaal verwerkt.

Een belangrijk onderdeel van de IT-werklast van de douane is de bijwerking van enkele bestaande elektronische systemen en de ontwikkeling van enkele nieuwe systemen om alle douaneformaliteiten te beheren in het kader van het douanewetboek van de Unie. De uiterste termijn voor de voltooiing van de in totaal zeventien bijgewerkte of nieuwe systemen is eind 2025. De elektronische systemen bestaan uit de volgende veertien trans-Europese systemen (waarvan enkele met zowel EU-brede als nationale onderdelen) en drie louter nationale systemen:

Trans-Europese systemen

1.Douanebeschikkingen: Dit project is gericht op de harmonisatie van de processen in verband met de aanvraag van een douanebeschikking, het vaststellen van de beschikking en het beheer van de beschikking in de gehele EU.

2.Bindende tariefinlichtingen (BTI): Elke beschikking waarmee aan een marktdeelnemer informatie wordt verstrekt over de goederencode die door de douaneautoriteit zal worden toegepast op de goederen die de marktdeelnemer wil in- of uitvoeren, wordt bekendgemaakt in de BTI-databank. Dit project is gericht op de bijwerking van het trans-Europese systeem voor bindende tarieven, in lijn met het douanewetboek van de Unie en de bepalingen ervan (bv. wijzigingen van de periode van geldigheid). Het project houdt nauw verband met het systeem Surveillance 3, dat hieronder wordt beschreven.

3.Geautoriseerde marktdeelnemers (AEO), upgrade: Het doel van het project is de bedrijfsprocessen met betrekking tot AEO-aanvragen en -vergunningen te verbeteren, rekening houdend met de wijzigingen in de wettelijke bepalingen van het douanewetboek.

4.Geautomatiseerd uitvoersysteem (AES): In het kader van dit project worden de vereisten van het wetboek voor de uitvoer en het uitgaan uitgevoerd. Het bestaat uit twee componenten: de trans-Europese (AES) en nationale (upgrade van het nationale uitvoersysteem) component.

5.Nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer (NCTS), upgrade: Het doel van dit trans-Europese project is het bijwerken van het bestaande systeem, dat de procedures voor douanevervoer en de controle van de bewegingen binnen de EU die onder de TIR-procedure vallen, automatiseert.

6.Systeem van geregistreerde exporteurs (REX): Het REX-project is gericht op de uitvoering van een systeem dat bijgewerkte en volledige informatie zal verstrekken over geregistreerde exporteurs die zijn gevestigd in niet-EU-landen en die goederen naar de EU uitvoeren in het kader van preferentiële handelsregelingen.

7.Systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers 2 (EORI2): Dit project is gericht op de bijwerking van het bestaande trans-Europese EORI-systeem, waarin marktdeelnemers uit de EU en derde landen worden geregistreerd en geïdentificeerd.

8.Beheer van de zekerheidstelling (GUM): Met dit project wordt beoogd een doeltreffend en efficiënt beheer van de verschillende soorten zekerheden te waarborgen. Het project heeft zowel een trans-Europese als een nationale component.

9.Inlichtingenbladen (INF) voor bijzondere regelingen: Het doel van dit project is het ontwikkelen van een nieuw trans-Europees systeem voor de administratieve samenwerking en gestandaardiseerde uitwisseling van informatie tussen douaneautoriteiten in de lidstaten.

10.Surveillance 3: Dit project is gericht op het bijwerken van het Surveillance 2+-systeem om gegevensanalyse mogelijk te maken en verslag uit te brengen over bestaande en toekomstige gegevenselementen uit aangiften met het oog op een verbeterde douanerisicoanalyse, de bestrijding van fraude, het ontwerp van beleid, marktanalyses, controles na in- of uitklaring en statistische doeleinden.

11.Invoercontrolesysteem, upgrade (ICS2) voor de versterking van de veiligheid van de toeleveringsketen bij binnenkomst: Het project is gericht op de oprichting van een nieuw trans-Europees systeem dat het bestaande invoercontrolesysteem moet vervangen. De belangrijkste doelstelling is de versterking van de veiligheid van de toeleveringsketen door de uitwisseling van voorafgaande vrachtinformatie te optimaliseren en de tekortkomingen in veiligheids- en beveiligingsprocessen en/of de gegevenskwaliteit aan te pakken om de risicoanalyse te verbeteren.

12.Gecentraliseerde inklaring (CCI): Het project is gericht op de oprichting van een trans-Europees systeem om handelaren in staat te stellen de indiening van hun douaneaangiften voor de invoer te centraliseren binnen één douanedienst, terwijl goederen fysiek in een andere lidstaat of andere lidstaten worden gepresenteerd.

13.Bewijs van Uniestatus (PoUS): Het project beoogt de oprichting van een nieuw trans-Europees systeem om de elektronische bewijzen van Uniestatus op te slaan, te beheren en op te vragen.

14.Systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen – UUM&DS (directe toegang van handelaren tot EIS): Het project UUM&DS is gericht op de uitvoering van een systeem dat handelaren een directe en geharmoniseerde toegang biedt tot nieuwe EU-brede diensten, waaronder de centrale diensten.

Nationale systemen

15.Nationale invoersystemen (NIS), upgrade: Het project is gericht op de uitvoering van alle vereisten van het wetboek in verband met het gebied nationale invoer. Het betreft de nationale systemen voor de verwerking van douaneaangiften, evenals andere hieraan gerelateerde systemen.

16.Kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag: Het doel van dit project is de processen te definiëren voor de kennisgeving van aankomst en het vervoermiddel, het aanbrengen van de goederen en de verklaring van tijdelijke opslag en het ondersteunen van de harmonisatie in de lidstaten.

17.Bijzondere regelingen: Met dit project wordt beoogd de afhandeling van bijzondere regelingen overal in de Unie te versnellen, te vergemakkelijken en te harmoniseren door te voorzien in gemeenschappelijke bedrijfsprocesmodellen.

De lijst van andere elektronische douanesystemen gericht op de ondersteuning van de douaneautoriteiten en/of de facilitering van importeurs en exporteurs bevat onder meer de volgende systemen waarnaar in dit document wordt verwezen:

Taric (geïntegreerd tarief van de Europese Unie): Dit is een meertalige databank waarin alle maatregelen in verband met de EU-wetgeving inzake douanetarieven, handel en landbouw zijn opgenomen.

Copis (systeem ter bestrijding van namaak en piraterij): Dit systeem is bedoeld om de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten te verbeteren door de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen houders van rechten en de douanediensten van de lidstaten en tussen alle douanekantoren van de lidstaten te verbeteren.

Antifraude-informatiesysteem (AFIS): Dit beveiligde systeem stelt de lidstaten in staat om onderling en met de Commissie informatie uit te wisselen in verband met inbreuken op de douanewetgeving.

Elektronisch systeem voor risicobeheer: Het elektronische douanerisicobeheersysteem (CRMS) ter ondersteuning van de elektronische uitwisseling van risico-informatie in real time tussen de lidstaten onderling en tussen de Commissie en de lidstaten verbindt 841 douanekantoren, waaronder alle internationale havens en luchthavens, belangrijke grensovergangen te land en alle nationale centra voor risicoanalyse.

(1)

COM(2016) 813.

(2)

  http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7585-2017-REV-1/nl/pdf  

(3)

COM(2018) 524.

(4)

  https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-5650-2019-INIT/nl/pdf

(5)

Het douanegebied van de Unie bestaat uit het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van enkele gebieden van lidstaten die om historische of geografische redenen zijn uitgesloten, plus het grondgebied van Monaco. Krachtens de bepalingen van het terugtrekkingsakkoord tussen het VK en de EU is de douanewetgeving van de EU tot het einde van de overgangsperiode van toepassing op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en op de Kanaaleilanden en het eiland Man en na afloop van de overgangsperiode op Noord-Ierland. De grondgebieden van Akrotiri en Dhekelia, overzeese gebiedsdelen op het eiland Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen, zullen uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord deel blijven uitmaken van het douanegebied van de Unie.

(6)

Artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – VWEU.

(7)

Bron: directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie, Europese Commissie – netwerk voor de prestaties van de douane-unie.

(8)

Bron: directoraat-generaal Begroting, Europese Commissie.

(9)

 Bron: “Report on the EU customs enforcement of intellectual property rights: Results at the EU border, 2018”. https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/2019-ipr-report.pdf

(10)

 Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures van de Werelddouaneorganisatie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex:21973A0518(01)

(11)

 Eurostat:  https://ec.europa.eu/eurostat/web/euro-indicators/international-trade  

(12)

Bron: directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie, Europese Commissie – netwerk voor de prestaties van de douane-unie.

(13)

https://ec.europa.eu/info/european-union-and-united-kingdom-forging-new-partnership/eu-uk-withdrawal-agreement_nl

(14)

  https://ec.europa.eu/info/files/political-declaration_en

(15)

Speciaal verslag nr. 12/2019 over “Elektronische handel: voor veel uitdagingen op het gebied van de inning van btw en douanerechten er moet nog een oplossing worden gevonden”.

(16)

Deskundigenteam voor nieuwe benaderingen om IT-systemen voor de douane te ontwikkelen en te exploiteren.

(17)

https://ec.europa.eu/taxation_customs/eu-training/eu-customs-competency-framework_en

(18)

In het kader van de voorbereiding van de terugtrekking van het VK uit de EU; inwerking wordt gebruikt om de verwijzen naar gerichte aanwerving.

(19)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019.

(20)

Verordening (EU) 2019/632 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 54).

(21)

COM(2019) 629 final - Uit hoofde van de bovengenoemde herziening van het wetboek van 2019 moet de Commissie elk jaar verslag uitbrengen over de voortgang bij de uitvoering van de systemen.

(22)

Resultaat van de Raadszitting, 3572e zitting van de Raad, Economische en Financiële Zaken, Brussel, 11.7.2017. Ontwerpconclusies van de Raad over de te volgen koers voor de ontwikkeling van IT-systemen voor de douane, 13543/17, Brussel, 24.10.2017.

(23)

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de IT-strategie voor de douane (COM(2018) 178 final van 11.4.2018).

(24)

Conclusies van de Raad 2018/C 4/02 van 6.1.2018.

(25)

 België, Cyprus, Frankrijk, Italië, Litouwen, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden.

(26)

Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG;

Verordening (EU) 2017/2454 van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010;

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2459 van de Raad tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011.

(27)

Schengeninformatiesysteem (SIS), Europol-informatiesysteem (EIS), inreis-uitreissysteem (EES), Visuminformatiesysteem (VIS), Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias), Europese dactyloscopie (Eurodac), Europees Strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen (ECRIS-TCN).

(28)

  https://www.unece.org/trans/bcf/etir/welcome.html  

(29)

https://ec.europa.eu/taxation_customs/business/union-customs-code/ucc-legislation_en

(30)

 Besluit nr. 1/2016 van de Gemengde Commissie EU-EVA “Gemeenschappelijk Douanevervoer” van 28 april 2016 tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer [2016/858].

(31)

 http://www.unece.org/tir/system/history/tir-history.html

(32)

 http://ec.europa.eu/world/agreements/prepareCreateTreatiesWorkspace/treatiesGeneralData.do?redirect=true&treatyId=533

 
 

2.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.