Verordening 2020/1543 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 514/2014 wat de vrijmakingsprocedure betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening is op 26 oktober 2020 gepubliceerd en is op 27 oktober 2020 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Verordening (EU) 2020/1543 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 514/2014 wat de vrijmakingsprocedure betreft

officiële Engelstalige titel

Regulation (EU) 2020/1543 of the European Parliament and of the Council of 21 October 2020 amending Regulation (EU) No 514/2014 as regards the decommitment procedure
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 2020/1543
Origineel voorstel COM(2020)309 NLEN
Celex-nummer i 32020R1543

3.

Key dates

Document 21-10-2020; datum van ondertekening
Bekendmaking in Publicatieblad 26-10-2020; PB L 356 p. 3-4
Ondertekening 21-10-2020
Inwerkingtreding 27-10-2020; in werking datum publicatie +1 zie art 2
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

26.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 356/3

 

VERORDENING (EU) 2020/1543 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 21 oktober 2020

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 514/2014 wat de vrijmakingsprocedure betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, artikel 79, leden 2 en 4, artikel 82, lid 1, artikel 84 en artikel 87, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De lidstaten zijn op ongekende wijze getroffen door de gevolgen van de COVID-19‐pandemie. De COVID-19‐pandemie heeft gevolgen gehad voor de migratie, de veiligheid en het grensbeheer in de lidstaten, waardoor de ernstige liquiditeitstekorten waarmee de lidstaten worden geconfronteerd als gevolg van de plotselinge en aanzienlijke stijging van de overheidsinvesteringen die in vele sectoren nodig zijn, nog zijn toegenomen. Dat heeft geleid tot een buitengewone situatie waarvoor specifieke maatregelen nodig zijn.

 

(2)

De lidstaten moet extra flexibiliteit worden geboden om deze ongekende crisis te kunnen bestrijden door de mogelijkheid uit te breiden om ten volle gebruik te maken van de uitvoeringstermijn die beschikbaar is voor de in Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde nationale programma’s, tot de afsluiting van die programma’s op uiterlijk 31 december 2023. Om op een dergelijke behoefte te kunnen inspelen, moeten de termijnen voor de vrijmaking en de termijnen voor de indiening van verzoeken om betaling van het jaarlijkse saldo overeenstemmen. De wettelijke termijn voor het indienen van verzoeken om betaling van het jaarlijkse saldo is 15 februari van het jaar volgend op het relevante begrotingsjaar, dat de Commissie bij wijze van uitzondering tot 1 maart van dat jaar kan verlengen, terwijl de oorspronkelijk geplande termijn voor vrijmaking 31 december van het tweede jaar volgend op dat van de vastlegging was. Door de termijn voor de vrijmaking op de toepasselijke termijn voor de indiening van betalingsverzoeken af te stemmen, zal de Commissie in staat zijn om het door de lidstaat op 15 februari of in voorkomend geval op 1 maart ingediende verzoek om betaling van het jaarlijkse saldo voor de vrijmaking in aanmerking te nemen.

 

(3)

Om ervoor te zorgen dat de lidstaten ten volle gebruik kunnen maken van de in 2018 en 2019 toegekende extra toewijzingen, moet het jaar waarin de vastlegging wordt uitgevoerd, worden aangepast. Deze extra toewijzingen zijn opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie voor de begrotingsjaren 2018 en 2019 en zijn vervolgens vastgelegd voor de nationale programma’s.

 

(4)

Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de COVID-19-pandemie, is het passend gebleken een uitzondering te maken op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

 

(5)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het bij Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Fonds voor asiel, migratie en integratie en het bij Verordeningen (EU) nr. 513/2014 (4) en (EU) nr. 514/2014 (5) van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Fonds voor interne veiligheid maximaal te benutten, teneinde de directe en indirecte gevolgen van de ongekende volksgezondheidscrisis in het kader van de COVID-19-pandemie...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.