Mogelijke misstanden Eritrea EU-Fonds

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op vrijdag 23 oktober 2020.

“We moeten de grondoorzaken van migratie aanpakken om ervoor te zorgen dat minder migranten naar Europa komen” is een vaak gehoorde zin in het migratiedebat. Zo kan ontwikkelingssamenwerking bijvoorbeeld dienen als middel om armoede te bestrijden en leefomstandigheden te verbeteren in landen van waaruit veel migranten naar Europa komen. Maar het is een dilemma, want het is helaas namelijk ook zo dat je in een aantal gevallen die investeringen zou moeten doen in landen waar regimes regeren met een bijzonder slechte reputatie. Neem bijvoorbeeld Eritrea: een land dat tot de drie slechtst presterende landen ter wereld wordt gerekend als het om vrijheden en rechten gaat. Mede daardoor vertrekken er ook al jaren veel vluchtelingen uit dat land naar Europa. Zou je je als Europese Unie dan moeten inzetten om te proberen de situatie aldaar te verbeteren of niet? En zo ja, hoe dan?

Die vraag staat centraal in een rechtszaak die nu in Nederland speelt tegen de Europese Unie. Een groep Eritreeërs heeft namelijk de Europese Unie aangeklaagd voor het mede-financieren van een ontwikkelingsproject waarbij sprake is van dwangarbeid. In plaats van helpen, verergert deze hulp de situatie. Vandaar dat er wordt geëist om het project per direct te stoppen. De Europese Commissie ontkent dat dit het geval is en claimt dat het alleen betaalt voor materiaal en gereedschap, niet voor de daadwerkelijke arbeid. Een interessante discussie waar ik recentelijk over sprak op NPO radio 1 bij Met het Oog op Morgen.