Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de voorstellen van het Europees Comité van de Regio’s betreffende het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2021

1.

Tekst

1.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 324/16

 

Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de voorstellen van het Europees Comité van de Regio’s betreffende het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2021

(2020/C 324/03)

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

gezien:

 

het aangepaste werkprogramma van de Europese Commissie voor 2020 (1);

 

het protocol betreffende de samenwerking met de Europese Commissie van februari 2012;

 

de prioriteiten van het CvdR voor zijn vijfjarige mandaat (2020-2025),

moedigt de Europese Commissie aan om via haar werkprogramma voor 2021 de volgende stappen te zetten:

 

1.

gevolg geven aan de wake-upcall naar aanleiding van de COVID-19-crisis om meer belang te hechten aan sociaal welzijn en milieuduurzaamheid binnen het model van de sociale markteconomie, waarbij tegelijk rekening wordt gehouden met de VN-duurzaamheidsdoelstellingen;

 

2.

ervoor zorgen dat de herstelstrategie na de pandemie, die volledig aansluit bij de doelstellingen van de Green Deal en de verbintenissen die de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs is aangegaan, toegespitst wordt op de bescherming van de gezondheid van de Europese burgers en het herstel van de economische groei in de EU. Bij de uitvoering van de klimaatwetten moet de geografische, economische en sociale diversiteit van de Europese gebieden ten volle worden erkend en moet het beginsel van multilevel governance bij de transitie naar klimaatneutraliteit kracht worden bijgezet;

 

3.

samen met het CvdR ernaar streven om via het “Green Deal Going Local”-kader de zichtbaarheid van en de publieke steun voor dergelijke acties te vergroten;

 

4.

de gezondheidsdimensie meenemen in het Green Deal-kader, door gezond leven voor iedereen te bevorderen, de bestaande verbanden en synergieën tussen gezondheid, milieu, energie, economie, werkgelegenheid, concurrentievermogen en klimaatbescherming verder te onderzoeken, en tegelijkertijd een duidelijke strategie voorstellen om in de periode na de pandemie veerkrachtige gebieden, economieën en samenlevingen op te bouwen in het kader van de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG's);

 

5.

verdere stappen ondernemen om de nationale, regionale en lokale overheden te ontlasten bij hun inspanningen om de COVID-19-crisis aan te pakken, en alle beschikbare middelen gebruiken om te helpen voorzien in de behoeften van de Europese gezondheidsstelsels. De snelle verspreiding van het virus heeft zowel de gezondheidszorg als de sociale zorg onder toenemende druk gezet. Tegelijkertijd moeten er ook voorbereidingen worden getroffen voor een “tweede golf”. Voor de grensoverschrijdende planning in verband met een pandemie moet gewerkt worden aan regionale crisisteams, bestaande uit alle bestuursniveaus, die zijn afgestemd op de epidemie en niet stoppen bij nationale grenzen;

 

6.

samenwerken met het CvdR om het bewustzijn en de capaciteiten van de beheersautoriteiten te vergroten, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de Green Deal biedt, en tegelijkertijd ervoor ijveren dat lokale en regionale overheden meer rechtstreekse toegang krijgen tot EU-fondsen om de doelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken en om daarmee in het bijzonder grensgebieden te ondersteunen, door de invoering van het Europees grensoverschrijdend mechanisme (ECBM) te versnellen;

 

7.

het klimaatpact promoten als een gemeenschappelijke onderneming voor meer samenwerking tussen lokale en regionale overheden, de Europese instellingen en de burgers, teneinde de klimaatverandering te bestrijden en tegelijkertijd de economische crisis als gevolg van de COVID-19-pandemie aan te pakken, en dat klimaatpact bepleiten als een overkoepelend kader dat alle belanghebbenden samenbrengt om lokale klimaatpacten op te stellen en ten uitvoer te leggen en om goede praktijken uit te wisselen;

 

8.

een “Green Recovery Forum” oprichten waar het CvdR, de Europese Commissie, lokale en regionale overheden en andere belanghebbenden samen kunnen werken aan de uitvoering van de Green Deal binnen het nieuwe herstelkader na de pandemie;

 

9.

ervoor zorgen dat het streven naar nul procent verontreiniging voor een gifvrij milieu, dat met de Green Deal wordt beoogd, een essentieel onderdeel van het groene herstelplan blijft. Een ambitieus plan om de vervuiling van water, lucht en bodem tot nul terug te brengen is onontbeerlijk, met name om bij te dragen aan de bescherming van de gezondheid;

 

10.

de toekomstige EU-biodiversiteitsstrategie op ambitieuzere wijze invullen om het huidige biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen en de EU in staat te stellen wereldwijd het voortouw te nemen bij de bescherming en het herstel van de biodiversiteit, wat essentieel is voor het voorkomen of verminderen van de impact van toekomstige pandemieën; een snelle uitvoering van de Europese bosbouwstrategie bevorderen en ervoor zorgen dat de juiste mechanismen worden ingezet om te verzekeren dat de beste praktijken worden uitgewisseld en verspreid;

 

11.

duurzame en lokale voedselproductie bevorderen bij de uitvoering van de initiatieven die in de “van boer tot bord”-strategie werden aangekondigd, waarbij biodiversiteit, bodem, water en het mariene milieu beschermd worden en aan de landbouwers in de EU een goed inkomensniveau wordt gegarandeerd; tegelijkertijd eerlijke marktprijzen en een eerlijke marktpositie voor landbouwproducenten waarborgen door de productie op algemeen bindende wijze aan de marktvraag aan te passen, met name in het geval van een marktcrisis; ervoor zorgen dat landbouwers en plattelandsgebieden worden begeleid bij het doorvoeren van de nodige structurele veranderingen voor de transitie naar duurzamere voedselsystemen;

 

12.

een actieplan voor de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten voorleggen, dat de sociale dimensie van de EU zal helpen versterken en de gevolgen van de huidige groene transitie en digitale overgang zal helpen verzachten. Het CvdR benadrukt dat de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten een sterke territoriale component heeft en dat het sociaal scorebord, dat momenteel alleen nationale gemiddelden weergeeft, met aanvullende regionale gegevens zou moeten worden versterkt;

 

13.

een Europese kindergarantie ter bestrijding van kinderarmoede en de uitsluiting van kinderen in de EU integreren in het plan tot uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten;

 

14.

het potentieel van de sociale economie onderzoeken en een “actieplan voor de sociale economie” opstellen dat de betreffende beginselen in de verschillende sociaal-economische beleidsmaatregelen van de Europese Unie integreert en zo bijdraagt tot een groene en rechtvaardige transitie en tot een herstelplan voor de periode na COVID-19, waarin de kloof tussen onderwijs, vaardigheden en banen wordt gedicht, waarin prioritaire aandacht uitgaat naar de jeugdwerkloosheid en genderevenwicht wordt bevorderd;

 

15.

een ambitieuze hervorming van het stabiliteits- en groeipact voorstellen waarin de doelstelling van duurzame overheidsfinanciën en de uit de coronacrisis getrokken lessen worden geïntegreerd;

 

16.

bijdragen aan het aanzwengelen van openbare en particuliere investeringen die een concreet effect kunnen hebben op de reële economie op lokaal en regionaal niveau, rekening houdend met de specifieke situatie van de ultraperifere gebieden;

 

17.

dringend een grondige hervorming van het Europees Semester en de economische governance van de EU voorstellen met het oog op een transparant, inclusief en democratisch proces. De sterke koppeling tussen de faciliteit voor herstel en veerkracht (RFF) en het Europees Semester maakt deze hervorming des te dringender, om verdere centralisatie en een top-downaanpak van de herstelplannen te voorkomen, en in plaats daarvan prioriteit te geven aan economische, sociale en territoriale cohesie tussen en binnen de lidstaten en aan de hoogwaardige overheidsinvesteringen die nodig zijn voor een duurzaam herstel in de EU. Een hervormd Europees Semester, als algemene Europese economische strategie tot verwezenlijking van de SDG’s in de hele EU, moet de beginselen van partnerschap en multilevel governance omvatten en een territoriale dimensie hebben, voortbouwend op het voorstel van het CvdR met betrekking tot een gedragscode voor het betrekken van de lokale en regionale overheden, op nationaal niveau, en het Europees Comité van de Regio’s, op EU-niveau, bij het Europees Semester;

 

18.

de kwetsbaarheid van de Europese waardeketens die tijdens de COVID-19-crisis aan het licht is gekomen, aanpakken; de zwakste schakels in kaart brengen en de bronnen in de EU-voorzieningsketens diversifiëren, de afhankelijkheid van individuele landen verminderen, de Europese industriële basis op duurzame wijze versterken en de strategische industriële autonomie van de EU veiligstellen; een clusterbeleid creëren als centraal onderdeel van elk EU-industriebeleid ter ondersteuning van de ontwikkeling van Europese clusters van wereldklasse die regionale clusters, netwerken en ecosystemen met elkaar verbinden;

 

19.

aandringen op een betere uitvoering van de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling (TSD’s) in de handelsovereenkomsten van de EU en de aandacht toespitsen op het verbeteren van de sociaal-economische en territoriale gevolgen van handelsovereenkomsten, met inbegrip van de toekomstige overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk, door meer gedetailleerde sectorale en geografische analyses te verstrekken en tegelijkertijd de voorwaarden van TSD's in vrijhandelsovereenkomsten te versterken. Het Comité deelt het standpunt van de Europese Commissie dat vrije, eerlijke en open handel alleen kan functioneren met een sterke en doeltreffende Wereldhandelsorganisatie (WTO) en steunt haar voornemen om een alomvattend initiatief voor de hervorming van de WTO te lanceren;

 

20.

ervoor zorgen dat lokale en regionale overheden ten volle worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de partnerschapsovereenkomsten en -programma's voor de periode 2021-2027;

 

21.

ervoor zorgen dat een grotere flexibiliteit bij het gebruik van de cohesiefondsen en in de regels voor staatssteun, die nodig is om het herstel van regio's en steden en plattelandsgebieden na de COVID-19-crisis te ondersteunen, niet leidt tot centralisatie van bevoegdheden en lokale en regionale overheden niet berooft van hun prerogatieven;

 

22.

de ervaringen met de stedelijke agenda voor de EU en het vernieuwde Handvest van Leipzig benutten om een stedelijke top over duurzame stedelijke ontwikkeling te organiseren;

 

23.

vervolg geven aan het voorstel voor een “renovatiegolf” en aan het in november 2018 goedgekeurde actieplan van het stedelijk partnerschap voor huisvesting, om de weg te effenen voor een Europese agenda voor huisvesting die dit thema in alle relevante EU-beleidsmaatregelen integreert;

 

24.

een coherente en ambitieuze EU-agenda voor het platteland voorstellen die met name gericht is op afgelegen gebieden, die vaak zijn verwaarloosd, en zo een nauwere band smeden met de burgers die in plattelandsgebieden wonen en per definitie verder verwijderd zijn van de centrale bestuurssystemen. Door steden en gemeenschappen op het platteland nieuw leven in te blazen zou de EU concrete steun kunnen verlenen en haar legitimiteit in het veld kunnen versterken;

 

25.

een krachtig antwoord bieden op de uitdagingen waarmee het Europese toerisme wordt geconfronteerd, door middel van zowel kortetermijnfinanciering als een strategie voor crisisherstel op lange termijn, waardoor het toerisme in de toekomst veerkrachtiger en duurzamer wordt. Het cohesiebeleid in de langetermijnbegroting van de EU voor 2021-2027 moet er daarom voor zorgen dat het potentieel van cultuur en toerisme beter wordt benut. De focus moet blijven liggen op vergroting van het economische concurrentievermogen via onderzoek en innovatie, de digitale transitie en de EU-agenda voor Europees toerisme;

 

26.

het bijgewerkte actieplan voor digitaal onderwijs uitvoeren om ten volle rekening te houden met de gevolgen van COVID-19 en de nieuwe voorwaarden voor onderwijs en opleiding. Het actieplan moet ook als katalysator fungeren voor de snelle ontwikkeling van instrumenten voor afstandsonderwijs in regio’s, steden en plattelandsgebieden, in minder ontwikkelde regio’s en met name op scholen, waardoor digitale en mediavaardigheden een integraal onderdeel worden van een leven lang leren, en het plan een platform wordt voor de uitwisseling van goede praktijken tussen Europese steden en regio's en in de hele wereld;

 

27.

de lokale en regionale overheden actief betrekken bij de voltooiing van de digitale interne markt, door gebruik te maken van hun sleutelrol bij het verlenen van digitale diensten aan de burgers en het creëren en beheren van digitale infrastructuur; zorgen voor nauwlettend toezicht op en meting van duurzame digitale transformatieprocessen in de Europese regio's en steden, met bijzondere aandacht voor de kloof tussen stad en platteland;

 

28.

zorgen voor meer financiering en educatie rond de snelle en uitgebreide uitrol van digitale infrastructuur en met name 5G in de EU, onder meer door middel van het toekomstige EU-herstelfonds, en tegelijkertijd zorgen voor snellere breedbandverbindingen en de nodige uitrusting in plattelands-, berg-, eiland- en ultraperifere gebieden alsook gebieden die voor demografische uitdagingen staan;

 

29.

een in 2025 te voltooien Europese onderwijsruimte gestalte helpen geven, in nauwe samenhang met de Europese onderzoeksruimte, om te zorgen voor onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit en voor gelijkheid en rechtvaardigheid in het onderwijs, als antwoord op de demografische veranderingen en de braindrain; het CvdR betrekken bij de ontwikkeling en de uitvoering van toekomstige maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding, alsook bij de uitvoering van de bijgewerkte vaardighedenagenda voor Europa en het actieplan voor digitaal onderwijs;

 

30.

een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie van de gevolgen van COVID-19 voor de demografische veranderingen presenteren en ervoor zorgen dat toekomstige besluiten worden afgestemd op de lokale behoeften en specifieke situatie;

 

31.

prioriteit geven aan steun voor organisaties — ook zonder winstoogmerk — en voor kleine en middelgrote ondernemingen, individuele kunstenaars en werknemers in de culturele en creatieve sector, die bijzonder te lijden hebben gehad van de COVID-19-uitbraak. Bij de verbetering van het huidige strategische EU-kader voor cultuur en in het volgende programma Creatief Europa moet speciale aandacht worden besteed aan de versterking en bescherming van het rijke culturele weefsel van Europa, alsmede aan de specifieke kenmerken en het erfgoed van regio’s en steden;

 

32.

ervoor zorgen dat de EU-hulp aan de (potentiële) kandidaat-lidstaten na de crisis de lokale gemeenschappen bereikt en dat de lokale en regionale overheden, die essentieel zijn voor de democratische legitimiteit van de EU-betrokkenheid in deze landen, voldoende betrokken worden en zeggenschap krijgen; tegelijkertijd blijven wijzen op de gevaren van een “local state capture”, d.w.z. de gijzeling of toe-eigening van gemeentelijke structuren voor particuliere belangen, wat de democratie ondergraaft, en deze gevaren het hoofd bieden;

 

33.

de EU-steun voor de behoeften van lokale en regionale overheden en hun verenigingen in partnerlanden, met name partnerlanden in het zuidelijke Middellandse Zeegebied en van het Oostelijke Partnerschap, opvoeren om een nieuwe dynamiek voor decentralisatiehervormingen tot stand te brengen en de resultaten op governancegebied te verbeteren, alsook om de zichtbaarheid van de voordelen van het EU-beleid in alle regio’s en op alle bestuursniveaus van de partnerlanden te vergroten. Daarbij zij ook gedacht aan de oprichting van een school voor bestuurskunde van het Oostelijk Partnerschap, zoals voorgesteld in de gezamenlijke mededeling over het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020;

 

34.

bijdragen aan de verwezenlijking van de SDG's, onder meer door actieve betrokkenheid van lokale en regionale overheden in de partnerlanden en steun voor peer-to-peer-samenwerkingsactiviteiten in een geest van partnerschap en solidariteit, met name in het licht van de ernstige wereldwijde gevolgen van de COVID-19-pandemie en de maatregelen om deze pandemie in te dammen;

 

35.

lokale en regionale overheden betrekken bij de uitvoering en monitoring van de EU-strategie voor gendergelijkheid, en er veerkrachtmaatregelen en instrumenten ter bestrijding van de gevolgen van de COVID-19-crisis voor genderkwesties in opnemen;

 

36.

de conferentie over de toekomst van Europa aangrijpen om samen met burgers en lokale en regionale overheden na te denken over de EU als een project dat is gebaseerd op fundamentele waarden als democratie, grondrechten en de rechtsstaat, en over de noodzakelijke veranderingen in het huidige institutionele kader om de doeltreffendheid en de legitimiteit ervan te verbeteren, alsook om de burgers een groter gevoel van betrokkenheid bij het Europese project te geven;

 

37.

het CvdR, de nationale en regionale parlementen met eigen wetgevende bevoegdheden volledig betrekken bij alle organen van de conferentie over de toekomst van Europa, zodat het proces zo dicht mogelijk bij de burgers verloopt; samen met het CvdR een proefmodel ontwikkelen voor een permanente en gestructureerde dialoog met de burgers via de lokale en regionale overheden, waardoor communicatie in twee richtingen tussen burgers en EU-instellingen mogelijk wordt, hetgeen later kan dienen om de besluitvorming van de EU op de lange termijn te verbeteren;

 

38.

de inspanningen ter bestrijding van desinformatie intensiveren, ook op lokaal en regionaal niveau, door steun te verlenen aan factcheckers, mediageletterdheid en kwaliteitsjournalistiek, waarbij moet worden benadrukt dat de bestrijding van desinformatie niet mag worden gebruikt als excuus voor censuur of voor het beperken van de vrijheid van meningsuiting;

 

39.

voorzien in een alomvattende aanpak van het migratie-, integratie- en asielbeleid, gebaseerd op eerbiediging van de fundamentele mensenrechten, subsidiariteit, solidariteit en de internationale verplichtingen van de EU en haar lidstaten; betere gezamenlijke inspanningen voor de bescherming van de buitengrenzen van de EU en een intensievere bestrijding van illegale migratie en mensenhandel in samenwerking met de EU-partners en de landen van herkomst en doorreis; meer steun voor lokale en regionale overheden, gezien hun essentiële rol in het integratiebeleid;

 

40.

de succesvolle samenwerking met het CvdR op het gebied van betere regelgeving en de bevordering van het concept “actieve subsidiariteit” voortzetten, met name via het RegHub-initiatief (netwerk van regionale hubs ter beoordeling van de uitvoering van EU-beleid) en zijn nieuwe rol in het platform Fit for Future, alsook door het CvdR te steunen bij de ontwikkeling van RegHub 2.0 om nog doeltreffender te worden als leverancier van tijdige feedback op basis van de gebruikerservaringen met de uitvoering van EU-beleid op lokaal en regionaal niveau; deze beginselen bevestigen en uitwerken in de komende mededeling over betere regelgeving;

 

41.

rekening houden met de debatten over het toekomstige werkprogramma van de Europese Commissie die in de regionale parlementen hebben plaatsgevonden, naar aanleiding van de conclusies van de taskforce Subsidiariteit en Evenredigheid van de Europese Commissie en het proefproject van het Europees Comité van de Regio's en de Conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen (Calre).

Het CvdR draagt zijn voorzitter op om deze resolutie aan de EU-instellingen en de voorzitterschappen van de Raad van de EU te doen toekomen.

Brussel, 2 juli 2020.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS

 

  • (1) 
    COM (2020) 440 final
 

 
 

2.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.