Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s — De prioriteiten van het Europees Comité van de Regio’s voor 2020-2025 — Europa dichter bij de mensen via de dorpen, steden en regio’s

1.

Tekst

1.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 324/8

 

Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s — De prioriteiten van het Europees Comité van de Regio’s voor 2020-2025 — Europa dichter bij de mensen via de dorpen, steden en regio’s

(2020/C 324/02)

Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) is de politieke assemblee die, zoals vastgelegd in de EU-verdragen, binnen het institutionele bestel van de Europese Unie alle gebieden, regio’s, steden en gemeenten vertegenwoordigt.

Een Europese Unie die oog heeft voor de lokale en regionale behoeften en zorgen, versterkt de democratische legitimiteit, vergroot het draagvlak voor haar beleid en zorgt ervoor dat het Europese beleid een grotere meerwaarde heeft en lokaal meer effect sorteert voor de burgers. Om hieraan bij te dragen, werkt het Comité van de Regio’s nauw samen met de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, alsook met de verschillende bestuurlijke instanties in de lidstaten. Gezien de huidige stand van zaken in de EU is het noodzakelijk dat deze samenwerking voortdurend wordt versterkt en dat de regio's, steden en gemeenten steeds meer worden betrokken bij de totstandkoming van het beleid en de regelgeving van de EU.

Van crisis naar herstel: naar een veerkrachtige, duurzame en samenhangende Europese Unie

De Europese Unie werd de afgelopen jaren geconfronteerd met ongekende uitdagingen: een ernstige financiële crisis en zware economische recessies, sociale en territoriale uitdagingen, de digitale en milieutransities, instabiliteit in de buurlanden en wereldwijd, en migratie. De COVID-19-pandemie vormt een bijkomende beproeving voor de Europese solidariteit en heeft ervoor gezorgd dat ons vermogen om het hoofd te bieden aan noodsituaties die aanzienlijke druk uitoefenen op onze gezondheidszorg en sociale en openbare diensten onder een microscoop wordt gelegd. Uit deze recente crisis is niet alleen gebleken dat er behoefte is aan een gecoördineerde reactie, geruggensteund door een veel sterkere EU-begroting, maar dat er voorts behoefte is aan verdere ondersteuning voor de één miljoen lokale en regionale overheden in Europa die in de frontlinie staan om de burgers en de lokale economie te beschermen en te reageren op noodsituaties (1).

De EU moet in alle regio’s en steden op sociaal, economisch en milieugebied weerbaarder worden. Met behulp van goed gefinancierde Europese investeringen moet ze ervoor zorgen dat haar beleid en programma’s zijn afgestemd op de behoeften van de lokale gemeenschappen. Steden en regio’s zijn de drijvende kracht achter de Europese economie. Aangezien de lokale en regionale overheden een cruciale rol spelen bij het formuleren en uitvoeren van EU-beleid, moet de EU steden en regio's nauwer bij de Europese besluitvorming betrekken via een efficiënt en goed georganiseerd proces van multilevel governance. In samenwerking met de lidstaten en de lokale en regionale overheden in de hele EU moet Europa ervoor zorgen dat digitalisering en innovatie in een stroomversnelling raken. Om te komen tot een sneller en eerlijker herstel is er meer Europese solidariteit, verantwoordelijkheid en samenwerking nodig, die wordt aangejaagd door het streven van de EU naar groene, duurzame en territoriaal evenwichtige groei ter ondersteuning van elke regio en stad.

Het CvdR zal zich daartoe in deze vijfjarige mandaatsperiode (2020-2025) op de volgende prioriteiten richten, in het kader waarvan het een aantal fundamentele actiepunten heeft geformuleerd:

Europa dichter bij de burger brengen: de democratie in de EU versterken en samen werken aan de toekomst van onze Unie

De missie van het CvdR bestaat erin Europa dichter bij de burger te brengen en de Europese democratie op alle niveaus te versterken om efficiënter tegemoet te komen aan de behoeften van de mensen en hun vertrouwen in de Europese Unie en haar instellingen terug te winnen. Het CvdR zal geen enkele inspanning schuwen om ervoor te zorgen dat alle regio’s, steden en dorpen steun krijgen van de EU bij het opvangen van de korte- en langetermijngevolgen van de COVID-19-pandemie. Het CvdR zal de kwaliteit van de Europese regelgeving blijven verbeteren, beter blijven anticiperen op de territoriale gevolgen ervan en het beginsel van actieve subsidiariteit verder bevorderen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zal het CvdR een beroep doen op zijn leden en belanghebbenden, die actief zijn op het gebied van regelgeving en beleidsvorming en in de politiek. Daarnaast zal het CvdR een communicatiecampagne uitwerken die is gericht op de fundamentele rol van lokale en regionale overheden in de Europese democratie in het kader waarvan tevens werk zal worden gemaakt van de voorbereiding van en de bijdrage aan de conferentie over de toekomst van Europa. Op basis van gegrond statistisch bewijsmateriaal en een inclusieve aanpak waarbij de leden en relevante belanghebbenden worden betrokken, zal een jaarlijkse lokale en regionale barometer in het leven worden geroepen die een politiek plenair debat op hoog niveau zal inhouden en een jaarlijks referentiepunt zal vormen, en bijgevolg zal bijdragen aan deze doelstelling.

Met het oog hierop heeft het CvdR de volgende prioritaire, fundamentele actiepunten vastgesteld:

 

1.

bewustzijn en actie bevorderen op lokaal en regionaal niveau, gebaseerd op de fundamentele EU-waarden van eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en de mensenrechten, die ook in noodsituaties moeten worden beschermd en geëerbiedigd. Het CvdR streeft ernaar te achterhalen hoe op lokaal en regionaal niveau passend kan worden ingespeeld op de werking van de EU, en wil via zijn leden in contact treden met de burger om zo de kloof tussen de Europese instellingen en de lokale gemeenschappen te overbruggen;

 

2.

herhalen dat het Comité volledig wenst te worden betrokken bij en op billijke wijze vertegenwoordigd wil zijn in alle organen van de conferentie over de toekomst van Europa. Net als bij de economische en klimaatcrises heeft de pandemie aangetoond dat het meer dan ooit noodzakelijk is om grondig na te denken over de Europese democratie en beleidslijnen. De conferentie over de toekomst van Europa vormt hiertoe een unieke gelegenheid om met burgers en lokale en regionale overheden in dialoog te treden over de EU als project, evenals om, vóór de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement, een nieuwe werkwijze voor de EU voor te stellen en de verdragen te herzien om de steden en de regio’s volledig te betrekken bij de beleidsvorming;

 

3.

de EU-lidstaten en hun instellingen oproepen om de in de Verklaring van Berlijn van 2007 en de Verklaring van Rome van 2017 overeengekomen verbintenissen na te komen, uit te bouwen en te versterken, met name door te erkennen dat taken en samenwerking op alle overheidsniveaus, met inbegrip van lokale en regionale overheden, moeten worden gedeeld om de Europese Unie doeltreffender, eensgezinder, democratischer en weerbaarder te maken. De definitieve tekst met het gemeenschappelijke standpunt over de conferentie over de toekomst van Europa moet in het kader van de institutionele samenwerking worden goedgekeurd;

 

4.

een model ontwikkelen voor een permanente en gestructureerde dialoog met burgers via lokale en regionale overheden in het kader van de conferentie over de toekomst van Europa en communicatie in twee richtingen tussen burgers en EU-instellingen mogelijk maken. In dit verband zijn de aanzienlijke ervaring en bestaande beste praktijken van een op overleg gefundeerde democratie op lokaal en regionaal niveau en de vele netwerken van verkozen lokale en regionale raadsleden de belangrijkste elementen die het CvdR zal meenemen naar het debat over de toekomst van Europa;

 

5.

lokale en regionale overheden helpen om nieuwe digitale technologieën en ICT-instrumenten ten volle te benutten. Digitale technologieën hebben een aanzienlijk potentieel voor innovatieve oplossingen voor de economische, sociale en technologische uitdagingen van deze tijd. Zo kunnen ze de dienstverlening van overheidsdiensten verbeteren, de communicatie tussen mensen vergemakkelijken, de participatie van de burgers op nieuwe en andere manieren vergroten, de transparantie, inclusiviteit, verantwoording en ontvankelijkheid van het besluitvormingsproces versterken, de plaatselijke governance verbeteren en de democratie aanvullen en versterken. Daarom moeten de weerbaarheid en de onafhankelijkheid van digitale systemen en de aanbieders ervan aanzienlijk worden verbeterd;

 

6.

bevorderen van diversiteit, door te pleiten voor maatregelen op het gebied van inclusiviteit en gelijkheid en door het voorkomen en bestrijden van discriminatie op grond van geslacht (2), ras en etnische afstamming (3), godsdienst, handicap, leeftijd (4), of op welke grond dan ook, in de besluitvorming op Europees, nationaal, lokaal en regionaal niveau, binnen het CvdR, maar ook daarbuiten;

 

7.

actief deelnemen aan de bewustmakings- en communicatiecampagne ter bestrijding van genderstereotypen die de Europese Commissie wil lanceren, en voor de lokale en regionale overheden fungeren als platform voor de uitwisseling van beste praktijken op dit gebied;

 

8.

de minderheden in Europa ondersteunen en versterken, met name door middel van het Minority SafePack-initiatief;

 

9.

het referentiepunt worden voor alle lokale en regionale overheden in Europa, niet alleen voor leden van het CvdR, door de politieke identiteit van het CvdR te versterken alsook de banden en de samenwerking met de belangrijkste politieke families, met de nationale regeringen, met de gekozen vertegenwoordigers op lokaal en regionaal niveau, met de Europese en nationale verenigingen van lokale en regionale overheden en met regionale bureaus in Brussel te verbeteren;

 

10.

de representatieve democratie schragen door nauwer samen te werken met parlementen op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau en door goede ervaringen met instrumenten ter versterking van de representatieve en de participatiedemocratie, waaronder participatieve begrotingen, uit te wisselen. De rechtsstaat, democratie en goed bestuur moeten worden beschouwd als essentiële vereisten voor EU-financiering;

 

11.

op basis van empirisch onderbouwde analyses toezicht houden op de decentralisatie van bevoegdheden naar het lokale en regionale niveau en op de subnationale financiën, evenals op de werking van de lokale democratie in de EU, en deze bevorderen;

 

12.

digitale instrumenten ontwikkelen voor het in kaart brengen van financiële en beleidsbevoegdheden door gebruik te maken van synergieën met de bestaande instrumenten van Europese, nationale en internationale organisaties;

 

13.

het belangrijke werk van lokale en regionale overheden in de frontlinie van de COVID-19-pandemie en de economische en sociale crises ondersteunen en bevorderen. De pandemie toont aan hoe belangrijk het is dat het actieve subsidiariteitsbeginsel naar behoren wordt toegepast en hoe essentieel de rol van lokale en regionale overheden enerzijds en de behoefte aan coördinatie en ondersteuning op Europees niveau anderzijds zijn;

 

14.

nieuwe EU-beleidsinitiatieven doorlichten om ervoor te zorgen dat deze een territoriale dimensie bevatten en erop toezien dat zij de vereiste meerwaarde hebben, overeenkomstig de aanbevelingen van de “taskforce Subsidiariteit, Evenredigheid en Minder en efficiënter optreden” en de “richtsnoeren voor betere regelgeving”;

 

15.

de administratieve lasten verminderen en de uitvoeringskosten voor regio’s en steden drukken door aan te dringen op de vereenvoudiging van de regelgeving en door meer in het algemeen te waarschuwen voor de praktijk van het zogeheten gold-plating;

 

16.

de samenwerking met de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad intensiveren, onder meer via het RegHub-netwerk en het platform “Fit-for-future”, om de Europese beleidsvorming doeltreffender te maken aan de hand van empirisch onderbouwde feedback van lokale en regionale belanghebbenden;

 

17.

het belang van lokaal zelfbestuur binnen de Europese Unie, in de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten en in de partnerlanden van het Oostelijk Nabuurschap en het Middellandse Zeegebied onderstrepen;

 

18.

het wereldwijde optreden van de EU ondersteunen door het promoten van waarden en beginselen als mensenrechten, democratie, de rechtsstaat, duurzame ontwikkeling en sociale inclusiviteit, in nauwe samenwerking met de partners uit het Middellandse Zeegebied en Oost-Europa;

 

19.

regionale parlementen aanmoedigen om deel te nemen aan het proefproject van het CvdR en de Conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen (CALRE) om politieke debatten op te starten inzake belangrijke EU-kwesties zoals de voorbereiding van de jaarlijkse werkprogramma’s van de Europese Commissie;

 

20.

ervoor zorgen dat de EU zich sterk maakt voor een doeltreffende participatie en betrokkenheid van jongeren, ook door middel van structurele samenwerking met de EU-jongerencoördinator, maatregelen zoals de jongerengarantie stimuleert om de kansen op hoogwaardige werkgelegenheid en kwaliteitsvol onderwijs te verbeteren, en een Europese kindergarantie opzet;

 

21.

verder blijven samenwerken met de jonge gekozen politici in het kader van het Programma voor jonge gekozen politici van het CvdR om toekomstige generaties gekozen lokale en regionale politici vertrouwd te maken met Europese en nationale beleidsvormingsprocessen;

 

22.

opkomen voor de culturele verscheidenheid van onze lokale, regionale, nationale en Europese identiteit en voor de verschillende talen en tradities die ons Europees cultureel erfgoed vormen; onderstrepen dat de culturele en creatieve sectoren, die als werkgevers een rol spelen in de lokale economie, maar die eveneens een rol spelen in het sociale leven van de gemeenschappen, zwaar getroffen zijn door de pandemie en behoefte hebben aan steun; bijdragen aan een nieuwe Europese agenda voor cultuur en ervoor helpen zorgen dat er in de verschillende EU-fondsen een centrale plaats wordt toegekend aan investeringen in cultuur en wordt gestreefd naar meer synergie tussen cultuur en andere beleidsterreinen zoals toerisme, regionaal beleid, onderwijs, jeugd, onderzoek en innovatie;

Inzicht krijgen in de ingrijpende maatschappelijke veranderingen die de uitdagingen op digitaal, demografisch en milieugebied met zich meebrengen voor de uitbouw van weerbare lokale en regionale gemeenschappen, en hierop reageren

De huidige ingrijpende veranderingen op digitaal, demografisch en milieugebied en de gevolgen van interne en externe migratiestromen hebben grote gevolgen voor alle Europese regio’s, steden en dorpen. In het kader van deze tweede prioriteit zal het CvdR nagaan hoe de lokale en regionale overheden het hoofd kunnen bieden aan deze maatschappelijke veranderingen op de plaatsen waar mensen wonen. De COVID-19-pandemie noopt tot nadenken over een gepaste reactie op deze uitdagingen, nu Europa en de lidstaten laten zien in hoeverre zij in staat zijn mensenlevens en de economie te redden. Deze crisis heeft de noodzaak vergroot om grondig na te denken over het beleid, de bevoegdheden en de algehele werking van de Europese Unie. Het CvdR ziet daarom uit naar het belangrijke debat over alle EU-beleidslijnen in verband met de conferentie over de toekomst van Europa, en meer in het algemeen naar een herziening en evaluatie ervan in het licht van het subsidiariteitsbeginsel. Om deze taak te vervullen, zal het CvdR een beroep doen op zijn leden en belanghebbenden, die actief zijn op het gebied van regelgeving en beleidsvorming en in de politiek, en zal het tevens een bijdrage leveren aan de Europese Green Deal en helpen de duurzameontwikkelingsdoelstellingen realiseren. Dit zal worden aangevuld met een communicatiecampagne onder leiding van het CvdR. Ook de jaarlijkse lokale en regionale barometer zal bijdragen tot de realisatie van deze prioriteit.

Het CvdR heeft de volgende prioritaire, fundamentele actiepunten vastgesteld:

 

23.

een crisisplan inzake de COVID-19-pandemie bevorderen op basis van de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen op lokaal en regionaal niveau, en op basis van de Europese Green Deal-initiatieven;

 

24.

bijdragen tot de 2030-streefcijfers inzake de vermindering van koolstofemissies, met het oog op klimaatneutraliteit in 2050, door ambitieuze en daadkrachtige lokale en regionale acties te stimuleren via het klimaatpact en andere relevante lokale en regionale initiatieven voor duurzame ontwikkeling;

 

25.

aanzetten tot het gebruik van slimme specialisatiestrategieën en andere instrumenten bij het versterken van Europese partnerschappen en lokale publiek-private samenwerking om zo de professionele vaardigheden en kwalificatiekansen te verbeteren voor gebieden, werkplekken en technologieën die noodzakelijk zijn om op lokaal en regionaal niveau meer duurzaamheid, een grotere meerwaarde en weerbaarheid te creëren;

 

26.

bijdragen aan een ambitieus Europees milieubeleid en ervoor zorgen dat het beleid wordt geïntegreerd in het kader van milieuactieprogramma’s; ervoor zorgen dat voldoende aandacht wordt besteed aan de lokale en regionale dimensie bij de voorbereiding en de uitvoering van de drie belangrijkste milieuprioriteiten van de Europese Green Deal: biodiversiteit, circulaire economie en het elimineren van vervuiling; milieu- en klimaatbeleid plannen dat in de praktijk kan worden gebracht in alle soorten gemeenschappen;

 

27.

de totstandbrenging van het klimaatpact vormgeven en ondersteunen door middel van gecoördineerde en transversale maatregelen en initiatieven, waaronder lokaal bepaalde bijdragen en politieke verplichtingen op het niveau van de regio’s en de steden, met als doel ervoor te zorgen dat het pact voortbouwt op multilevel governance en een doeltreffende verspreiding van goede praktijken, en dat geen enkele persoon of regio wordt uitgesloten;

 

28.

voorzien wat de gevolgen van de veranderingen op het gebied van energie, mobiliteit en digitalisering zullen zijn voor onze gemeenschappen; strategieën opstellen en helpen bij de snelle uitvoering ervan om het positieve effect ervan zo groot mogelijk te maken en de negatieve lokale gevolgen te verminderen;

 

29.

de lokale veerkracht ondersteunen door aanpassing aan de klimaatverandering en de lokale capaciteit vergroten om te kunnen optreden bij extreme weersomstandigheden die zich steeds vaker voordoen en die steeds ernstiger worden, met name door de nodige middelen ter beschikking te stellen van de lokale en regionale overheden om rampen te kunnen bestrijden met het Uniemechanisme voor civiele bescherming en door gebruik te maken van een versterkt Solidariteitsfonds van de Europese Unie;

 

30.

bijdragen aan de voorbereiding van de doelstelling inzake het elimineren van vervuiling voor een milieu dat vrij is van giftige materialen, en de lokale en regionale overheden voorbereiden op en ondersteunen bij de uitvoering van de ambitieuze Europese doelstellingen voor een actieplan voor het elimineren van vervuiling in water, lucht en bodem; bijdragen aan de herziening van het stedelijke mobiliteitspakket op basis van de lering die is getrokken uit de duurzame stedelijke mobiliteitsplanning, en de overheden op het gebied van openbaar vervoer voorbereiden zodat ze kunnen reageren op exogene bedreigingen voor de verlening van veilige mobiliteitsdiensten;

 

31.

ervoor zorgen dat de stem van lokale en regionale overheden goed wordt gehoord en hun bijdragen terdege in aanmerking worden genomen tijdens klimaat- en energiedialogen op meerdere niveaus in de lidstaten bij het ontwerp, de beoordeling en de uitvoering van het geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan, nationale langetermijnstrategieën en nationale renovatiestrategieën op lange termijn;

 

32.

de Europese Commissie helpen om de renovatiegolf met succes vorm te geven en te realiseren, en ze centraal te stellen in de herstelstrategie na de pandemie;

 

33.

de Europese Commissie steunen in haar ambitie om producten die geen ontbossing veroorzaken van een label te voorzien en de bossen wereldwijd te beschermen en te herstellen;

 

34.

de digitale kloof aanpakken, meer digitale opleiding voorzien en de digitalisering van lokale en regionale openbare diensten bevorderen, onder meer met behulp van het Programma Digitaal Europa (2021-2027), om de administratieve lasten te verminderen, de duurzame groei van de lokale bedrijvigheid en een veerkrachtige economie te stimuleren en bij te dragen tot een duurzamer en groener Europa;

 

35.

bijdragen aan digitale en mediageletterdheid voor iedereen op lokaal en regionaal niveau en werken aan de totstandbrenging van een Europees kader voor een mensgerichte en betrouwbare inzet van kunstmatige intelligentie;

 

36.

steun vragen aan de Europese Commissie, de lidstaten van de EU en hun regio’s en steden, om de modernisering en digitalisering van onderwijs- en opleidingssystemen te versnellen, onder andere door middel van de noodzakelijke investeringen in onderwijsinfrastructuur en -uitrusting en steun voor werkgelegenheid in de lokale economie; bijdragen leveren aan inspanningen om de activiteiten in het kader van het Erasmus+-programma en het Europees Solidariteitskorps te hervatten. De Europese onderwijsruimte en de bijgewerkte vaardighedenagenda voor Europa bieden twee belangrijke mogelijkheden voor actie en steun en moeten worden geschraagd in het kader van het toekomstige Erasmus-programma;

 

37.

de breedbandconnectiviteit en inzet van 5G op lokaal en regionaal niveau verbeteren, zowel in stedelijke als in plattelandsgebieden, en toekomstige investeringsbehoeften in kaart brengen;

 

38.

ervoor zorgen dat lokale en regionale overheden kunnen bijdragen aan en profiteren van de toekomstige “van boer tot bord”-strategie; lokale voedselraden opzetten, lokale voedselproducenten en consumenten met elkaar in contact brengen, een gezond voedingspatroon bevorderen en mensen meer bewust maken van voedselverspilling; voorzien in de financiële behoeften van landbouwbedrijven bij de invoering van de nodige maatregelen op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit;

 

39.

het verhoogde gevaar van braindrain afwenden en regionale innovatie-ecosystemen verbeteren door territoriale cohesie te versterken, een welzijnsgerichte economie na te streven en onderzoek en innovatie te stimuleren, onder meer via Horizon Europa, ESIF en verschillende nationale financieringsinstrumenten; Territoriale foresightinitiatieven en activiteiten opstarten die erop zijn gericht de sociale, economische en gezondheidsgerelateerde veerkracht van de regio’s en steden zo snel mogelijk te vergroten;

 

40.

bijdragen aan een algemene Europese strategie over demografische veranderingen waarin alle demografische uitdagingen aan bod komen en die een brede, gecoördineerde en geïntegreerde reactie van de EU vormt op de demografische uitdagingen, aangezien dit een horizontaal thema is dat doorwerkt in alle beleidsterreinen van de EU;

 

41.

ervoor zorgen dat de EU een volledig, humanitair en eerlijk migratiebeleid opstelt en dat ze haar lidstaten, grensregio’s, eilanden en ultraperifere gebieden niet in de steek laat bij het aanpakken van de migratiecrisis, aangezien dit zowel een nationale als een Europese aangelegenheid is; de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van de integratie van migranten tussen lokale en regionale overheden aanmoedigen;

 

42.

lokale en regionale input leveren voor de hervorming van het migratiebeleid van de EU, waarbij aandacht moet worden besteed aan integratie, fatsoenlijke terugkeerprocedures en een asielbeleid dat adequaat moet kunnen inspelen op de huidige en toekomstige migratietrends; de diepere oorzaken van migratie aanpakken in samenwerking met de landen van herkomst en doorreis van personen die humanitaire bescherming nodig hebben; de buitengrenzen van de EU beschermen; irreguliere migratie voorkomen en mensenhandel bestrijden;

 

43.

een cultuur van eerbiediging voor de rechtsstaat bevorderen op lokaal en regionaal niveau als een eerste vereiste voor het Europese integratieproces en als een EU-kernwaarde die in de Verdragen is vastgelegd en die de grondwettelijke tradities van de lidstaten gemeen hebben;

 

44.

de EU oproepen werkgelegenheid te vrijwaren en te zorgen voor een herstel op basis van opwaartse sociaaleconomische convergentie en betere sociale rechten en arbeidsvoorwaarden voor iedereen, met respect voor de sociale partners en nationale stelsels, waaronder mensen die in nieuwe arbeidsvormen werken, zoals platformwerk en de gig-economie, en werknemers in de traditionele economie, micro-ondernemingen en de culturele sector; erkennen dat twee derde van de totale werkgelegenheid wordt gegenereerd door kmo’s en dat de meerderheid daarvan vast is verankerd in de lokale gemeenschappen en dus een cruciaal onderdeel is van de Europese sociale structuur. Het CvdR blijft de EOR en andere Europese activiteiten voor de ontwikkeling en versterking van het ondernemerschap, met name onder jongeren, bevorderen;

 

45.

optreden als bemiddelaar voor ontwikkelingssamenwerking tussen steden en regio’s en als promotor van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN om een voortrekkersrol te kunnen spelen bij het helpen aanpakken van wereldwijde uitdagingen, zoals conflicten en politieke instabiliteit, economische kwetsbaarheid, migratie en klimaatverandering;

 

46.

goede praktijken uitwisselen met de lokale en regionale overheden van de toetredingslanden en de partnerlanden van de EU en van het zuidelijke deel van de wereld, en de toegang tot gerichte ondersteuning van de EU vergemakkelijken;

Ervoor zorgen dat de Europese Unie permanent ten dienste staat van haar burgers en hun leefomgeving, met sociale, economische en territoriale cohesie als fundamenteel uitgangspunt

Het CvdR heeft tot taak ervoor te zorgen dat de economische, sociale en territoriale cohesie wordt gehandhaafd door middel van EU-beleidsmaatregelen die van invloed zijn op burgers en hun leefomgeving (plaatsgebonden beleid). Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zal het CvdR een beroep doen op zijn leden, partners en belanghebbenden, die actief zijn op het gebied van regelgeving en beleidsvorming en in de politiek. Het CvdR zal blijven voortbouwen op de mobilisatie van de “Cohesiealliantie” door de meerwaarde van cohesie als beleid en als fundamentele waarde waarop het volledige beleid van de EU is gebaseerd onder de aandacht te brengen. Het CvdR concentreert zich op de rol van de regio’s en de steden in het economische herstelplan van de EU. Ook de Europese Week van regio’s en steden en de jaarlijkse lokale en regionale barometer zal in het teken staan van deze prioriteit.

Het CvdR heeft de volgende prioritaire, fundamentele actiepunten vastgesteld:

 

47.

ijveren voor een meerjarig financieel kader (MFK) als een belangrijk instrument voor Europese solidariteit, dat de ambitie van de EU om alle prioriteiten aan te pakken, onderschrijft, meerwaarde biedt, transparanter en begrijpelijker is voor burgers en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en de nieuwe prioriteiten die zijn uiteengezet in de Europese Green Deal, inhoudt;

 

48.

bijdragen aan de versterking van het cohesiebeleid, dat sinds de oprichting van de EU van fundamenteel belang is, via een slimme tenuitvoerlegging van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Cohesiefonds, waarbij wordt gezorgd voor een aanzienlijke impact in alle Europese regio’s;

 

49.

blijven streven naar een sterk en doeltreffend EU-cohesiebeleid voor alle EU-regio’s, dat niet alleen noodzakelijk is om steden en regio’s te helpen herstellen van de COVID-19-crisis, maar ook om de andere grote uitdagingen met een sterke territoriale dimensie en ongelijke verspreiding van de gevolgen binnen en tussen de verschillende regio’s en steden in Europa aan te pakken, met name de klimaatverandering en de verschuiving naar een koolstofneutrale economie, digitale transformatie, demografische veranderingen en migratie;

 

50.

nadruk leggen op de behoefte aan adequate en stabiele financiering van het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU, zodat de doelstellingen ervan volledig kunnen worden verwezenlijkt; de lokale en regionale overheden helpen efficiënt gebruik te maken van de thans toegewezen middelen voor het herstel van de Europese economie;

 

51.

vanwege de verwachte asymmetrische territoriale gevolgen van de COVID-19-crisis, pleiten voor lokale en regionale toewijzing van het nieuwe herstelfonds; ervoor zorgen dat het nieuwe instrument niet wordt opgericht ten koste van de begroting voor het cohesiebeleid en dat de investeringen worden gecoördineerd met tussenkomst van EU-financiering om de hefboomeffecten te maximaliseren en versnippering en centralisatie tegen te gaan;

 

52.

benadrukken dat de COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat de EU de volksgezondheid beter moet beschermen en haar eigen middelen voor gezondheidszorg en medische hulpmiddelen, waaronder persoonlijke beschermingsmiddelen, moet uitbreiden. Dit betekent ook juridische randvoorwaarden vaststellen om, indien nodig, snel en gemakkelijk aankopen te kunnen doen of productieprocessen te kunnen opstarten. Daarnaast moeten lokale en regionale overheden worden geholpen om hun capaciteiten op het gebied van noodsituaties en civiele bescherming te verbeteren. Aangezien de lokale en regionale overheden een belangrijke rol vervullen in de verstrekking van openbare gezondheidszorg- en sociale diensten voor burgers, zal het CvdR ijveren voor gecoördineerde EU-acties en -ondersteuning voor nationale, lokale en regionale structuren voor de voorbereiding op rampen om in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel te kunnen reageren op bedreigingen voor de gezondheid en op crisissituaties;

 

53.

de veerkracht van economische cycli organiseren door de convergentie op ruimtelijk vlak van de productieketens in Europa te versterken;

 

54.

het gebruik van strategieën voor duurzame stedelijke ontwikkeling stimuleren om de economische groei, werkgelegenheid, waardig werk en sociale inclusie te bevorderen, conform de doelstellingen van het vernieuwde Handvest van Leipzig en de stedenagenda voor de EU;

 

55.

werken aan een vernieuwd kader voor economische governance, met inbegrip van het stabiliteits- en groeipact (SGP), voortbouwend op de lering die is getrokken uit de crisis, met als doel de begrotingsregels van de EU te verbeteren door een gulden regel in te voeren voor duurzame investeringen, met inbegrip van de medefinanciering van de structuur- en investeringsfondsen binnen de overkoepelende doelstelling van duurzame financiële planning;

 

56.

de impact van de pandemie en de nadelige gevolgen ervan voor de werkgelegenheid op lange termijn in alle lokale en regionale economieën van de EU monitoren; benadrukken hoe belangrijk het is om de industriële en ondernemingsstrategieën van de EU opnieuw te bekijken en de aandacht te richten op de duurzaamheidsaspecten van groei om een snel herstel te kunnen verwezenlijken; innovatieve ecosystemen, sociale economie en slimme specialisatie bevorderen en plaatsgebonden industrieel beleid ondersteunen;

 

57.

toezicht houden op de toepassing van de gedragscode inzake partnerschap om ervoor te zorgen dat de lokale en regionale overheden ten volle worden betrokken bij de voorbereiding van de partnerschapsovereenkomsten en programma’s voor de periode 2021-2027. De beginselen van partnerschap en governance op verschillende niveaus moeten ook inspiratie bieden voor de governance van het Europees Semester;

 

58.

vragen om directe toegang tot EU-financiering zodat steden en gemeenten de Europese Green Deal kunnen uitvoeren en om ervoor te zorgen dat lokale en regionale overheden worden betrokken bij de voorbereiding van de plannen voor een rechtvaardige transitie en de uitvoering van het Fonds voor een rechtvaardige transitie;

 

59.

ervoor zorgen dat regio’s, steden en individuen voordeel kunnen halen uit de maatregelen voor vereenvoudiging van de Europese structuur- en investeringsfondsen; de strijd tegen en de preventie van wanbeheer van EU-middelen en fraude steunen;

 

60.

bijdragen tot het versterken en verbeteren van de werking van de eengemaakte markt, niet alleen door na te gaan welke hinderpalen er bestaan voor de vier vrijheden op lokaal en regionaal niveau en door administratieve vereenvoudiging aan te moedigen, maar ook door erop aan te dringen dat de lokale en regionale overheden een essentieel onderdeel vormen bij de uitvoering en de handhaving van de regels voor de eengemaakte markt; in deze context onderstrepen welke drastische gevolgen het vrije verkeer heeft op de eengemaakte markt en waarschuwen voor verdere versnippering van de eengemaakte markt;

 

61.

de Cohesiealliantie uitbreiden om publieke en private belanghebbenden te betrekken bij de bevordering van het cohesiebeleid, en de toegevoegde waarde van de EU voor elke burger en voor de democratische beginselen onder de aandacht brengen door het effect van door de EU gefinancierde investeringen te monitoren en voor het voetlicht te brengen;

 

62.

toezicht houden op de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun en verdere maatregelen met soortgelijke bedoeling zodat gerichte steun kan worden geboden om werkgelegenheid te behouden in sectoren en regio’s die bijzonder hard zijn getroffen door de pandemie; benadrukken dat in deze context flexibelere regels inzake staatssteun als doel hebben om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen en dat deze reden ook na december 2020, wanneer de tijdelijke kaderregeling afloopt, blijft gelden; daartoe bij de Commissie aandringen zich voor te bereiden om de tijdelijke kaderregeling te verlengen of soortgelijke flexibiliteit mogelijk te maken om de sectoren en regio’s die door de crisis zijn getroffen, te helpen met hun herstel;

 

63.

het verzamelen en verspreiden van informatie in verband met de flexibiliteit van procedures voor het plaatsen van opdrachten ondersteunen, aangezien deze in de huidige omstandigheden de aanbestedende diensten de mogelijkheid bieden om de procedure van gunning door onderhandelingen met beperkte procedurele vereisten te benutten;

 

64.

zich sterk maken voor een EU-agenda voor plattelandsgebieden om ontvolking tegen te gaan en het risico van armoede in deze gebieden af te wenden, alsook om een evenwichtige en alomvattende aanpak van de Europese territoriale ontwikkeling te waarborgen;

 

65.

de werkzaamheden van het CvdR op het gebied van “slimme dorpen” actief volgen en het concept binnen de Europese instellingen promoten; initiatieven op het gebied van innovatie en modernisering van plattelandsgebieden aanmoedigen, en een strategie vaststellen voor duurzame en intelligente mobiliteit in het kader van het programma voor slimme toeristische bestemmingen;

 

66.

erop staan dat, in het geval van een crisissituatie waarbij de grenzen tijdelijk moeten worden gesloten of nauwlettender moeten worden gecontroleerd, de EU en haar lidstaten een akkoord bereiken over gemeenschappelijke bindende regels en procedures om het vrije verkeer binnen de EU te waarborgen; opmerken dat grensoverschrijdende economische en sociale ruimten van groot belang zijn voor de EU;

 

67.

benadrukken dat tijdens de COVID-19-crisis de lokale en regionale actoren, ondanks de vele gesloten grenzen en ongeëvenaarde beperkingen, blijk hebben gegeven van lovenswaardige vindingrijkheid bij het zoeken naar manieren om hun grensoverschrijdende en transnationale samenwerking voort te zetten en daardoor echte solidariteit tussen de Europese burgers aan de dag hebben gelegd. Deze crisis bewijst opnieuw dat een Europa zonder grenzen een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese integratie is en moet worden gevrijwaard. Deelnemen aan kleinschalige, grensoverschrijdende projecten tussen mensen onderling, die de basis vormen voor grensoverschrijdende netwerken en grootschalige projecten doordat wederzijds vertrouwen wordt opgebouwd tussen de deelnemers, moet een voortdurende prioriteit blijven van de Europese Unie en haar instellingen;

 

68.

de aandacht vestigen op het belang van Europese territoriale samenwerking, die voor veel regionale overheden van essentieel belang is gebleken, zowel voor de uitwisseling van expertise en goede praktijken op het gebied van grote uitdagingen als voor het leggen van persoonlijke contacten tussen regionale overheden over de grenzen heen, en hiervoor de nodige budgettaire middelen waarborgen;

 

69.

overheidsinvesteringen in eilanden, dunbevolkte en ultraperifere regio’s aanmoedigen door de regels voor staatssteun verder aan te passen, de Europese cofinanciering in het kader van het cohesiebeleid uit te breiden en territoriale samenwerking met derde landen tot stand te brengen;

 

70.

aandringen op de modernisering van het algemene beheerssysteem van het cohesiebeleid, met name door vereenvoudiging van de administratieve procedures op alle niveaus;

 

71.

oproepen tot de onvoorwaardelijke toepassing van de Europese pijler van sociale rechten in de regio’s en de uitvoering van de plannen inzake een “sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities”;

 

72.

zijn schouders zetten onder het initiatief inzake de toevoeging van een regionale dimensie aan het Europees sociaal scorebord door de Europese Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten;

 

73.

regionale innovatie-ecosystemen weerbaarder maken tegen de nadelige gevolgen van mogelijke noodsituaties in de toekomst door de Europese onderzoeksruimte voor vrij verkeer van onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologie te voltooien en synergieën tussen Horizon Europa en andere financieringsinstrumenten van de EU te stimuleren, en door de succesvolle werkzaamheden van het platform voor kennisuitwisseling en het interinstitutionele “Science meets Regions”-initiatief voort te zetten;

 

74.

bijdragen aan de herziening van de TEN-T-verordening en de bijbehorende financiering en onderstrepen dat de nog ontbrekende schakels in de grensoverschrijdende vervoersinfrastructuur moeten worden aangebracht om alle steden en regio’s van de Unie, zowel in centrale als in perifere gebieden en ook in de ultraperifere gebieden, met elkaar te verbinden.

Het Europees Comité van de Regio’s zal alle middelen en politieke invloed gebruiken om Europa sterker te maken. Door de grondrechten van zijn burgers te beschermen en ervoor te zorgen dat het beleid en de investeringen van de EU efficiënt en doeltreffend zijn, zal het CvdR ernaar streven de EU concurrerender, duurzamer en weerbaarder te maken zodat ze aan de verwachtingen van haar burgers voldoet.

Brussel, 2 juli 2020.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS

 

  • (1) 
    Verklaring van het Europees Comité van de Regio’s over “De rol van lokale en regionale overheden in de Europese respons op de COVID-19-crisis”.
  • (2) 
    Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 37).
  • (3) 
    Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180 van 19.7.2000, blz. 22).
  • (4) 
    COM(2008) 426: Voorstel voor een richtlijn houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen.
 

 
 

2.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.