Een sobere outfit voor een andere Prinsjesdag

Met dank overgenomen van R.K. (Carla) Dik-Faber i, gepubliceerd op dinsdag 15 september 2020, 8:36.

Kleding van reststoffen uit de kledingindustrie, een armband van een Zwolse boom en een zalmleren tas. Dat wordt mijn sobere en duurzame outfit voor vandaag. Prinsjesdag is dit jaar anders dan anders. Ik vond het niet passend om er vandaag een groot feest van te maken.

Elk jaar draag ik met Prinsjesdag bijzondere kleding, gemaakt door Nederlandse ontwerpers. Een kimono met zeewier, Staphorster klederdracht ‘restyled’, een jurk van gerecyclede spijkerbroeken, een mantelpak van PET-flessen, een ‘uniform’-jurk van gerecyclede marinierskleding, een tuniek van visnetten en een rok met leer van treinbanken. Het kwam allemaal voorbij. Maar dit jaar is alles anders. Het was dan ook mijn plan om iets uit de kast te halen en niet groot uit te pakken.

Tot Jolanda Doornbos met mij contact opnam. Op Facebook stelde ze de vraag welke politica op Prinsjesdag haar armband zou gaan dragen. Omdat ik ‘getagd’ werd door bekenden, kwam ze bij mij terecht. Jolanda maakt houten sieraden van bomen uit haar woonplaats Zwolle, die anders door de versnipperaar zouden gaan. De vorm, een driehoek, staat symbool voor de relatie tussen de politiek, de burger en de ’casus’ waarvoor een oplossing moet komen. De armband is gemaakt van Amerikaanse eik en kastanje. Natuurlijk wilde ik haar armband dragen, misschien nog wel meer vanwege haar persoonlijke verhaal. Dit verhaal is te lezen op haar website. Ik draag er een bijpassende ring en oorbellen bij.

Van het een kwam het ander. Bij Map Renes huurde ik vervolgens een zalmlerentas. Map woont ook in Zwolle en maakt prachtige kleding en tassen van zalmleer, een restproduct van de zalm die gegeten wordt. Door ook het leer te gebruiken, wordt niets van de vis weggegooid. Dat spreekt mij zeer aan, want er is al zoveel verspilling. Haar hele manier van werken is circulair: je kunt haar ontwerpen lenen en het leer wordt steeds weer opnieuw gebruikt. Volgens Map - en ik denk dat ze gelijk heeft - is dat de toekomst.

En dan natuurlijk de kleding zelf. Ik had al eerder eens een rok gekocht van Irma Borgsteede. Zij maakt prachtige collecties met stoffen die anders over zouden blijven. Dit betekent dat er voor haar kledingstukken niet speciaal stoffen geproduceerd worden en dat haar oplages beperkt zijn. Ook hier dus minder verspilling. De kleding van Irma is verkrijgbaar bij LIVStores in Utrecht. Marjan Londeman, eigenaresse van de winkel, heeft mij enorm geholpen met het vinden van een passende top bij de rok. Dat viel nog niet mee, want wie had nu bedacht dat het 30 graden zou worden? Het wollen exemplaar dat ik in eerste instantie had uitgekozen, kon ik gelukkig ruilen voor een dunner truitje.

Hier is het resultaat. Ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Bij het schrijven merk ik dat ‘minder verspilling’ de rode draad is. En dat is heel hard nodig. Wist je dat de gemiddelde Nederlander 173 kledingstukken in de kast heeft hangen, die we gemiddeld 7 keer dragen? We kopen met elkaar steeds meer kleding die van steeds slechtere kwaliteit is. Kleding is letterlijk een wegwerpproduct geworden. Daarom koop ik liever wat minder kleding van betere kwaliteit, die ook lang mee gaat en eerlijk geproduceerd is. Ik hoop dat steeds meer mensen dit ook gaan doen. Op die manier kunnen we samen zorgen voor deze aarde, Gods schepping en ons gemeenschappelijk huis, en onze medemens.