Gedragscode Tweede Kamerleden

In de door de Tweede Kamer opgestelde gedragscode zijn de bestaande integriteitsregels voor Kamerleden gebundeld. Het doel is vergroting van de bekendheid met de inhoud van de bestaande integriteitsregels en de toepassing ervan vanzelfsprekender te maken. Er is tevens een regeling aangenomen over het toezicht op en de handhaving van de regels.

De gedragscode gaat over alles wat een Kamerlid in zijn ambt doet, waaronder tevens vallen gedragingen die het gezag of de waardigheid van de Kamer in ernstige mate schaden.

Op 3 december 2019 stemde de Tweede Kamer in met het voorstel van het Presidium i om tot gedragscode te komen. Deze werd op 22 september 2020 aanvaard en trad op 1 april 2021 in werking. Op basis van de gedragscode kreeg in maart 2022, als eerste, Thierry Baudet een aanwijzing en een berisping. In oktober 2022 volgde een schorsing. In 2023 herhaalde zich dat en werden ook andere FVD-Kamerleden geschorst.

1.

Vijf gedragsregels

De inhoud van de gedragscode komt voort uit het bewustzijn van Kamerleden van het feit dat zij een publiek ambt uitoefenen, wat rechten en plichten met zich meebrengt. Dit leidt tot een vijftal gedragsregels.

  • het Kamerlid oefent zijn ambt in onafhankelijkheid en in het algemeen belang uit.
  • het Kamerlid accepteert geen giften of gunsten die als bedoeling hebben zijn ambtshandelen te beïnvloeden.
  • het Kamerlid voldoet aan de registratieverplichtingen die het ambt hem oplegt.
  • het Kamerlid gebruikt zijn in het ambt verkregen informatie niet voor persoonlijke doeleinden en wordt het vertrouwelijke karakter ervan indien noodzakelijk gewaarborgd.

2.

Handhaving

Klachten over de naleving van de gedragscode worden behandeld door een onafhankelijk college van onderzoek, bestaande uit drie leden. Deze leden worden door de Kamer op voordracht van het Presidium benoemd.

Iedereen kan een klacht indienen, waarna het college beoordeelt of deze in behandeling kan worden genomen. Mocht dit het geval zijn dan kan het college na het behandelen van de klacht aanbevelingen doen: onder meer over het mogelijk opleggen van een sanctie die kan bestaan uit een aanwijzing, berisping of schorsing. De Kamer beslist vervolgens over de daadwerkelijke oplegging.

3.

Historische context

In 2013 kwam GRECO, onderdeel van de Raad van Europa i, met een evaluatierapport over integriteit in Nederland en betreffende dat onderwerp verschillende aanbevelingen. Daarin werd vastgesteld dat er weinig regels waren die de integriteit van parlementsleden vastlegde en dat het systeem reactief was: er werd voornamelijk op de media vertrouwd om slecht gedrag bloot te leggen.

GRECO stelde dat er ruimte voor verbetering was en maakte de aanbeveling om zowel voor de Eerste als de Tweede Kamer gedragscodes te ontwikkelen, in samenwerking met deze instituten. Hierin zou de handhaving van de gedragsregels een centraal punt moeten zijn.

4.

Totstandkoming

Op 28 november 2019 bood het Presidium in een brief de "Gedragscode Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal" aan de Tweede Kamer aan. Het voorstel van de Gedragscode kwam voort uit het rapport van de werkgroep Integriteit Leden van de Tweede Kamer uit 2018. Dit rapport volgde op aanbevelingen van het evaluatierapport over de integriteit in Nederland van GRECO. De Tweede Kamer stemde op 3 december 2019 in met het voorstel van het Presidium.

De Kamer stemde op 22 september 2020, behalve met de gedragsregels, in met het voorstel over toezicht op en handhaving van de integriteitsregels. Er komt daarvoor een speciaal college, samengesteld uit drie personen van buiten de Tweede Kamer. Dit college moet klachten over integriteitschendingen door Kamerleden behandelen.

Het college kan vervolgens, bij gegrond verklaarde klachten, de Kamer adviseren een sanctie op te leggen. Dit kan een 'aanwijzing', 'berisping', of een 'schorsing' zijn. Deze schorsing geldt overigens alleen voor het deelnemen aan vergaderingen, niet aan stemmingen.

5.

Verwante informatie