Waarom GroenLinks tegen de spoedwet is

Met dank overgenomen van GroenLinks (GL) i, gepubliceerd op dinsdag 8 september 2020.

Op dit moment worden de coronamaatregelen wettelijk geregeld in een noodverordening. Maar zoals de naam al zegt: zo’n verordening is bedoeld voor noodgevallen, en is bedoeld om slechts kort in werking te zijn. De mogelijkheid om een noodverordening democratisch te controleren is beperkt. De coronacrisis vraagt om een democratische oplossing voor de lange termijn. Daarom komt het kabinet met de Tijdelijk wet maatregelen Covid-19 in de volksmond vaak ‘spoedwet’ genoemd. GroenLinks is tegen deze spoedwet.

De spoedwet is niet democratisch

In de spoedwet die het kabinet voorstelt, kunnen nieuwe maatregelen worden ingevoerd via een zogeheten ministeriële regeling. Dat is een regel waar de Tweede Kamer geen zeggenschap over heeft. Het kan gaan om forse inbreuken op mensenrechten, zoals de verplichting om afstand te houden en de mogelijkheid om verpleeghuizen, scholen of het openbaar vervoer te sluiten. De Tweede Kamer kan de regels niet wijzigen door middel van amendementen en de Tweede Kamer kan de regels ook niet tegenhouden als zij vindt dat de inbreuken op grondrechten te ver gaan.

Dat is voor GroenLinks onacceptabel.

Voor GroenLinks is een een coronawet alleen acceptabel als de Tweede Kamer kan beoordelen of de maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn. Dat is in de huidige spoedwet niet geregeld.

De spoedwet voldoet niet aan onze voorwaarden

Het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt, voldoet dus niet aan onze voorwaarden. De minister kan, net als nu via de noodverordeningen, nog steeds zonder goedkeuring van de Tweede Kamer grondrechten van mensen inperken. Om het virus te bestrijden, mogen grondrechten soms worden beperkt, maar GroenLinks vindt dat dit altijd democratisch - dus via de Tweede Kamer - moet gebeuren.

Alternatieven voor de spoedwet

Om de coronamaatregelen op een democratische manier te kunnen vaststellen zijn een veel andere opties mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld worden geregeld dat als een bepaald deel van de Tweede Kamer twijfelt over een bepaalde ministeriële regeling, deze niet zomaar van kracht mag worden. Dit zou bijvoorbeeld gelden als 1/5 of 1/3 van de Kamerleden voor is, want het is belangrijk dat de coalitie de stem van een minderheid niet zomaar kan laten negeren. De minister moet de regeling dan omzetten in een gewone wet en deze dan snel aan de Tweede Kamer voorleggen.

Doordat het om een wet gaat, kan de Tweede Kamer de wet wijzigen en de wet goedkeuren of tegenhouden. Enkele hoogleraren hebben een ander voorstel gedaan. Zij stellen voor om het parlement het ‘recht van bekrachtiging’ te geven. Op die manier moet de Tweede Kamer iedere ministeriële regeling formeel goedkeuren. Doet zij dat niet, dan gaat de regeling niet door.