Met de meeste kinderen is niks mis

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op dinsdag 11 augustus 2020.

Zo eens in de zoveel tijd gaat een interview of artikel helemaal viraal. Tenminste binnen mijn internet bubbel. Dat was zeker het geval met dit interview met Prof. Dr. Sieneke Goorhuis in het Friesch Dagblad. Lees het maar eens. Voor wie zich professioneel bezig houdt met kinderen is het eigenlijk verplichte kost. Een samenvatting is snel gemaakt. Ieder kind ontwikkelt zich anders. Dat is geen probleem. Dat is normaal. En een kleuterbrein verschilt wezenlijk van een kinder- of een puberbrein. (Maar handelen naar die wetenschap doen we niet.)

Prof. Goorhuis vertelt het zonder wrok. Maar eigenlijk is het een schokkend verhaal. We zijn kleuters gaan behandelen alsof het basisschool leerlingen zijn. We zijn de zelfde didactiek gaan gebruiken en min of meer dezelfde eisen gaan stellen. Daar zijn kleuters nog niet aan toe. Als we concluderen dat er met een substantieel deel van de kinderen iets mis zou zijn, trekken we de verkeerde conclusie. Er is iets mis met ons. En niet met de kinderen. We vragen dingen ze waar ze nog niet aan toe zijn. En trekken vervolgens de conclusie dat er met veel kinderen iets ernstigs aan de hand is.

Werkzaam als hoogleraar spraakpathologie in een kliniek, viel haar iets op. ,,Op een gegeven moment was er met 40 procent van de kinderen die wij binnenkregen op het spreekuur niets aan de hand. Dat waren allemaal kinderen die zich ontwikkelden binnen de normale variatiebreedte van de ontwikkeling. Maar die hadden allemaal het stempel taalgestoord, aan autisme verwante contactstoornis, ADHD. Ik dacht: wat gebeurt hier?” Voor prof. Goorhuis is het duidelijk. Veel jongetjes met ADHD moeten gewoon te lang op hun stoel blijven zitten. En veel kinderen met aan autisme verwante contactstoornissen, hadden gewoon geen zin om mee te doen. Dat is geen probleem. Dat is normaal.

Er valt uit het interview met de professor veel te leren. Dat kleuters een andere aanpak nodig hebben dan basisschoolleerlingen bijvoorbeeld. En dat pogingen om taalachterstanden bij kleuters weg te werken door de inzet van schoolse programma’s niet kunnen werken. (Een leuke voor de politici). Dat kinderen zich niet ontwikkelen volgens een spreadsheet. Dat de ontwikkeling van kinderen centraal zou moeten staan en niet de didactische modellen. Ze heeft gelijk. De professor gaat met pensioen. En trekt zonder wrok de conclusie dat ze de tijdgeest niet kan veranderen. Maar haar boodschap wordt wel gelezen. Tenminste in mijn internet bubbel. Laten we die boodschap ter harte nemen.