Srebrenica en de Europese belofte van vrede

Met dank overgenomen van M.H.A. (Tineke) Strik i, gepubliceerd op vrijdag 10 juli 2020.

Vijfentwintig jaar geleden viel de Bosnische enclave Srebrenica. Nederlandse militairen konden niet voorkomen dat duizenden mannen en jongens werden vermoord. Na het uiteenvallen van Joegoslavië, stonden de bevolkingsgroepen die voorheen samenleefden, plots tegenover elkaar. De genocide in Srebrenica was een van de dieptepunten in de oorlog. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Europa.

Hoe machteloos was de Europese Unie? Een unie van toen 15 landen die niet konden of wilden ingrijpen in een oorlog op hun eigen continent. We zagen het allemaal gebeuren op televisie.

Laten we niet vergeten in welke tijden onze Europese Unie is opgericht. Na twee verwoestende wereldoorlogen was een nauwe samenwerking tussen aartsvijanden Duitsland en Frankrijk de garantie voor vrede. Als onze economieën verweven zijn, dan is oorlog geen optie meer, zo was de gedachte. En dat klopt.

Die belofte van vrede moeten we ook waarmaken aan de landen op de Westelijke Balkan. Economische samenwerking en het versterken van de rechtsstaat zorgen voor stabiliteit in deze regio. Slovenië en Kroatië zijn al lid van de EU geworden. We zijn het aan onszelf verplicht om Bosnië, Servië, Montenegro en Noord-Macedonië hetzelfde perspectief te bieden. We helpen ze om te voldoen aan de voorwaarden, zodat ze volwaardig lid kunnen worden van de Europese Unie.