Visumliberalisering: verslag Commissie laat zien dat landen Westelijke Balkan en Oostelijk Partnerschap nog steeds voldoen aan vereisten

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 10 juli 2020.

De Commissie brengt vandaag verslag uit over haar beoordeling van de mate waarin Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië, alsook Georgië, Moldavië en Oekraïne, voldoen aan de vereisten voor visumliberalisering. De conclusie van het verslag luidt dat de betrokken landen nog steeds aan de vereisten voor visumliberalisering voldoen en dat visumvrij verkeer economische, sociale en culturele voordelen blijft opleveren voor zowel de EU-lidstaten als de partnerlanden. In het verslag wordt in detail ingegaan op specifieke deelgebieden van veiligheid en migratie waarvoor verdere actie nodig is.

Vicevoorzitter voor de bevordering van de Europese levenswijze Margaritis Schinas i: “In deze steeds meer mobiele wereld streeft de EU ernaar dat die mobiliteit op een eerlijke en ordelijke manier gestalte wordt gegeven. In dat verband is en blijft visumvrij reizen met de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap een belangrijke verworvenheid. Visumvrij reizen houdt echter ook bepaalde verantwoordelijkheden in. Er zijn aanhoudende inspanningen nodig om irreguliere migratie tegen te gaan en corruptie en georganiseerde misdaad te bestrijden. Wij rekenen erop dat onze partners op deze gebieden goed blijven presteren, zodat we in ons gemeenschappelijk belang de vrijstelling van de visumplicht in stand kunnen houden.”

Commissaris voor Binnenlandse Zaken Ylva Johansson i: “Visumliberalisering bevordert de contacten tussen mensen en versterkt de banden tussen de EU en de burgers van de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap. Het betreft hier een krachtig instrument om diepgaande hervormingen te bevorderen, onder andere op het gebied van justitie en veiligheid. In de loop der jaren hebben van de visumplicht vrijstelde partners aanzienlijke vorderingen gemaakt, waardoor onze banden zijn versterkt. Om deze verworvenheden in stand te houden, mogen de inspanningen niet verflauwen.”

Migratie, asiel en grensbeheer

Alle beoordeelde landen voeren nog steeds maatregelen uit om irreguliere migratie te bestrijden en de grenzen te beschermen. De coördinatie tussen de grensautoriteiten en de samenwerking op het gebied van overname en terugkeer met alle landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap is nog steeds positief. Verreweg de meeste burgers van de visumvrije landen zijn bonafide reizigers die legitieme redenen hebben om naar de EU te reizen. Er moet echter meer worden gedaan om actuele problemen aan te pakken, onder meer door middel van gerichte voorlichtingscampagnes over de rechten en plichten met betrekking tot visumvrij reizen:

  • Hoewel het aantal ongegronde asielaanvragen in het algemeen is gedaald, blijven de totale aantallen zorgen baren, met name in het geval van Albanië en Georgië. De irreguliere migratie van onderdanen uit enkele van de beoordeelde landen is toegenomen.
  • Sommige landen van de Westelijke Balkan, met name Bosnië en Herzegovina, hebben onvoldoende capaciteit voor de opvang van zowel asielzoekers als personen die aan een terugkeerprocedure onderworpen zijn.
  • De succesvolle uitvoering van de statusovereenkomsten in het kader van de Europese grens- en kustwacht (Frontex) tussen de landen van de Westelijke Balkan en de EU zal bijdragen aan de versterking van de samenwerking aan de grenzen en aan het voorkomen van ongeoorloofde binnenkomsten, met volledige eerbiediging van de grondrechten. De sluiting van de resterende overeenkomsten moet nu snel worden afgerond.
  • Alle in dit verslag beoordeelde visumvrije landen moeten verdere inspanningen leveren voor volledige aanpassing aan het visumbeleid van de EU.

Openbare orde en veiligheid

Alle landen zijn doorgegaan met maatregelen om georganiseerde criminaliteit te voorkomen en te bestrijden, onder meer door operationele samenwerking met de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten. De bilaterale regelingen voor de uitvoering van het gezamenlijke actieplan EU-Westelijke Balkan inzake terrorismebestrijding zijn een belangrijke mijlpaal in het kader van de aanpak van de belangrijkste prioriteiten, zoals voorkoming van alle vormen van radicalisering en gewelddadig extremisme, en van de problemen die veroorzaakt worden door de terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun families.

Er zijn echter verdere inspanningen nodig om veiligheidsproblemen die verband houden met criminaliteit aan te pakken:

  • In de meeste van de landen waarover verslag is uitgebracht, zijn nog steeds georganiseerde criminele groepen actief betrokken bij de handel in illegale vuurwapens en diverse illegale producten (met name drugs en tabak).
  • Van alle partnerlanden wordt verwacht dat zij de proactieve operationele samenwerking met de EU-agentschappen handhaven en intensiveren. Zij worden aangemoedigd om de grensoverschrijdende samenwerking met de EU-lidstaten op het gebied van rechtshandhaving te intensiveren.
  • Corruptie op hoog niveau blijft een probleem in alle landen waarop dit verslag betrekking heeft. Met name Moldavië en Oekraïne hebben te kampen gehad met aanmerkelijke bankfraude. Met de vervolging van de betrokkenen en de terugvordering van de gestolen middelen is weinig vooruitgang geboekt. In Moldavië zijn aanzienlijke maatregelen genomen, die echter volledig zullen moeten worden uitgevoerd en volgehouden. Ten aanzien van Oekraïne is het belangrijk om de onafhankelijkheid van de instellingen voor corruptiebestrijding te waarborgen en verder te versterken, onder meer door te zorgen voor niet-politieke en op merites gebaseerde benoemingsprocedures voor leidinggevenden. De steun van de EU blijft gekoppeld aan concrete vooruitgang met de hervormingsagenda, met name op het gebied van corruptiebestrijding en justitie.

Volgende stappen

De Commissie zal op de vervulling van de voorwaarden voor visumliberalisering blijven toezien door middel van bijeenkomsten op het niveau van hoge ambtenaren en regelmatige vergaderingen van het subcomité justitie, vrijheid en veiligheid, alsmede dialogen tussen de EU en van de visumplicht vrijgestelde landen. Voor de Westelijke Balkan zal dit toezicht ook plaatsvinden door middel van regelmatige uitbreidingsverslagen en, in voorkomend geval, onderhandelingen over toetreding tot de EU. De Commissie zal ten minste eenmaal per jaar verslag blijven uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad.

Achtergrond

Met het verslag van vandaag komt de Commissie haar verplichting in het kader van het in maart 2017 goedgekeurde versterkte opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling na om erop toe te zien dat derde landen blijven voldoen aan de vereisten voor visumliberalisering en om ten minste een keer per jaar verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad. Het verslag van vandaag is het derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling. Het eerste verslag in dat kader verscheen in december 2017 en het tweede in december 2018.

De gegevens in dit verslag hebben betrekking op het kalenderjaar 2019 en de eerste helft van 2020.

Over het algemeen voldoet de regeling voor visumvrij reizen aan haar doelstelling: de regeling heeft de contacten van burgers van de westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap met EU-burgers versterkt, ook waar het gaat om de contacten met de diasporagemeenschappen in de lidstaten, zakelijke mogelijkheden en culturele uitwisselingen bevorderd en de burgers van de visumvrije staten de kans gegeven de EU beter te leren kennen.

De beoordeling van de benchmarks voor visumliberalisering betreft landen die de dialogen over visumliberalisering volgens de relevante actieplannen en routekaarten met succes hebben afgerond, d.w.z. een aantal landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap. Het verslag is toegespitst op de gebieden waarop meer moet gebeuren om duurzame vooruitgang te boeken.

De visumvrije regeling voor burgers van Montenegro, Servië en Noord-Macedonië is sinds december 2009 van kracht. Voor de burgers van Albanië en Bosnië en Herzegovina is de visumvrije regeling eind 2010 in werking getreden. In april 2014, maart 2017 en juni 2017 volgden respectievelijk Moldavië, Georgië en Oekraïne.

Meer informatie

MEMO: Verslag over het nakomen van de vereisten voor visumvrijstelling:

Versterkt opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling

Eerste verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling

Tweede verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling

Derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling