Einde aan discriminatie bij zoeken mbo-stage

Met dank overgenomen van Democraten 66 (D66) i, gepubliceerd op zaterdag 20 juni 2020.

D66 Tweede Kamerlid Paul van Meenen wil een einde maken aan de discriminatie van mbo-studenten die op zoek zijn naar een stage. Want 16- en 17-jarige mbo-studenten met een migratie-achtergrond worden vaker afgewezen bij het solliciteren naar een stageplaats, dan studenten met een autochtone achtergrond.

Paul van Meenen wil dat aan deze ongelijkheid direct een einde wordt gemaakt: “Als je Achmed of Fatima heet, word je veel vaker afgewezen voor een stage dan wanneer je Paul of Antje heet.” Deze discriminatie is voor veel studenten met een migratieachtergrond de eerste kennismaking met de arbeidsmarkt. Daarmee loopt het zelfvertrouwen en het vertrouwen in onze samenleving dat deze jonge mensen hebben meteen een flinke klap op. Dat is funest. Door niks doen verandert er nooit iets. Daarom willen we dat deze stagiairs anoniem stageplekken worden aangeboden bij werkgevers.”

D66 wil dat de sollicitaties voor deze eerste en verplichte stage op het mbo via de scholen lopen. Vervolgens worden de stagiairs door scholen toegewezen aan werkgevers die stageplaatsen aanbieden.

Vaker afgewezen

Al jaren wordt geprobeerd om arbeidsmarktdiscriminatie aan te pakken. Met meldpunten die de verantwoordelijkheid leggen bij diegenen die worden afgewezen. Of met sollicitatievoorschriften die bij een beperkt aantal bedrijven zijn ingevoerd. Dit werkt niet. Naast bewuste uitsluiting vindt er ook veel onbewuste discriminatie plaats. Uit onderzoek blijkt dat mbo-studenten met een migratieachtergrond meer brieven moeten schrijven, vaker worden afgewezen en langer op zoek zijn voordat zij een stageplek hebben gevonden. Bijna 24% van de mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond moet vier keer of vaker solliciteren voor een stage, tegenover 11% van hun autochtone medestudenten.