Vrijheid om te zijn en vrijheid om te denken

Met dank overgenomen van R.K. (Carla) Dik-Faber i, gepubliceerd op donderdag 11 juni 2020, 10:25.

Pastoraat is een waardevolle, heel persoonlijke en dus ook kwetsbare vorm van geestelijke verzorging. Als daarin fouten worden gemaakt, kan dat schade toebrengen waar mensen de rest van hun leven last van hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om mensen die worstelen met hun geaardheid in relatie tot hun levensovertuiging is grote zorgvuldigheid nodig. Dan gaat het namelijk over je zijn, waarin iemand anders niet mag voorschrijven hoe je daarmee omgaat.

Daarin is de wet onze toetssteen. Waar de grenzen van de wet worden overschreden, moet het Openbaar Ministerie in actie komen en tot vervolging overgaan. Waar strafbare feiten worden begaan, moet de rechter daarover een uitspraak doen.

Maar als je vrij bent om te zijn wie je bent, dan kan een meerderheid je dus ook niet voorschrijven hoe je moet denken. ‘Dat wat in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is’, zoals de minister nu schrijft, mag nooit betekenen dat vrijheid van denken in de knel komt. Dat raakt namelijk ook de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. In onze samenleving moet het binnen de grenzen van de wet mogelijk blijven om anders te denken dan hoe de meerderheid denkt.

Dat de minister het Humanistisch Verbond een gedragscode op wil laten stellen over het pastoraat, waarvan wel of niet ondertekenen vervolgens door de rechter kan worden gewogen, is ronduit bizar. Het Humanistisch Verbond is een vereniging met een eigen missie en eigen opvattingen. In ons land kun je het met hen eens zijn, of niet. Hen dan laten voorschrijven wat er in pastorale gesprekken en in kerken en andere religieuze instellingen wel en niet gezegd kan worden, is wat mij betreft onacceptabel.