Vragen en antwoorden over de EU-begroting: het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het gemeenschappelijk visserijbeleid

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 2 juni 2020.

Om de economische en sociale schade van de coronapandemie te repareren, het herstel van de Europese economie snel op gang te brengen en bestaande banen te redden en nieuwe te scheppen, heeft de Europese Commissie i op 27 mei 2020 een groot herstelplan voor Europa voorgesteld dat het maximale uit de EU-begroting haalt. Dit voorstel omvat een nieuw herstelinstrument, Next Generation EU, binnen een vernieuwde langetermijnbegroting van de EU. In deze context stelt de Commissie voor meer middelen beschikbaar te stellen om landbouwers en plattelandsgebieden, alsook de visserijsector, te ondersteunen bij het herstel en bij de uitvoering van de Europese Green Deal i en met name de nieuwe “van boer tot bord”-strategie en de nieuwe biodiversiteitsstrategie.

  • 1) 
    Wat is het nieuwe voorstel van de Commissie voor de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in de periode 2021-2027?

In het kader van Next Generation EU stelt de Commissie voor de begroting van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling met 15 miljard euro (16,5 miljard euro in lopende prijzen) te verruimen om plattelandsgebieden te ondersteunen bij de nodige structurele veranderingen in het kader van de Europese Green Deal. Plattelandsgebieden zullen een vitale rol spelen bij het verwezenlijken van de groene transitie. De financiering zal deze gebieden ook helpen de ambitieuze klimaat- en milieudoelstellingen van de nieuwe biodiversiteitsstrategie en de nieuwe “van boer tot bord”-strategie te halen.

In het kader van een robuustere langetermijnbegroting van de EU voor 2021-2027 zal het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) van het GLB met 4 miljard euro worden verhoogd (4,5 miljard euro in lopende prijzen) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) met nog eens 5 miljard euro (5,6 miljard euro in lopende prijzen). Daarnaast heeft de Commissie voorgesteld om de begroting van Horizon Europa te verhogen tot 94,4 miljard euro om de Europese steun voor onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van gezondheid en klimaat te stimuleren.

  • 2) 
    Hoe verhouden deze bedragen zich tot het voorstel van 2018 in constante en lopende prijzen?

Met haar op 27 mei 2020 gepresenteerde herziene MFK-voorstel stelt de Commissie een totale financiering voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van 348,3 miljard euro in constante prijzen (391,4 miljard euro in lopende prijzen) voor. Dit totaalbedrag is de uitkomst van de optelling van de 258,3 miljard euro (290,7 miljard euro in lopende prijzen) voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF - rechtstreekse betalingen en marktgerelateerde uitgaven) en de 90 miljard euro (100,7 miljard euro in lopende prijzen) voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Zoals is uiteengezet in het voorstel van de Commissie voor het toekomstige GLB uit 2018, zullen de lidstaten de mogelijkheid hebben om tot 15 % van hun GLB-toewijzingen over te hevelen tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling. Hierdoor kunnen zij het beleid beter afstemmen op de prioriteiten van hun landbouwsector.

In 2018 had de Commissie een begroting van 365 miljard euro in lopende prijzen voor het GLB voorgesteld, waarvan 286,2 miljard euro voor het ELGF en ongeveer 78,8 miljard euro voor het Elfpo. Als huidig referentiescenario voor het GLB wordt de GLB-toewijzing van 2020 voor de EU-27 (dus zonder de bedragen voor het VK) als referentie gebruikt en met zeven vermenigvuldigd voor de volgende zeven jaar van het begrotingskader: dit geeft een referentiescenario van 382,5 miljard euro.

Het herziene MFK-voorstel voor het GLB, ten belope van 391,4 miljard euro in lopende prijzen, betekent dus een stijging van 7 % ten opzichte van het voorstel van 2018, dat 365 miljard euro bedroeg, en een stijging van 2 % ten opzichte van het referentiescenario (d.w.z. handhaving van de EU-27-toewijzing voor 2020 op het bestaande niveau in de periode 2021-2027). Dit komt in prijzen van 2018 overeen met 348,3 miljard euro, oftewel eveneens een stijging van 7 % ten opzichte van het voorstel van 2018 van 324,3 miljard euro en een stijging van 2 % ten opzichte van het referentiescenario (d.w.z. handhaving van de EU-27-toewijzing voor 2020 op het bestaande niveau in de periode 2021-2027).

Met het oog op de transparantie zijn deze bedragen in de MFK-mededeling van vorige week zowel in lopende prijzen als in prijzen van 2018 opgenomen.

Overzicht van de voorgestelde GLB-toewijzing voor de periode 2021-2027

 

(in miljoen euro)

Lopende prijzen

Prijzen van 2018

ELGF

290 702

258 251

Elfpo

84 255

75 013

Elfpo - Next Generation EU

16 483

15 000

TOTAAL

391 440

348 264

  • Voor meer informatie over de manier waarop het GLB wordt gefinancierd, zie hier.
  • EU-begroting: het GLB na 2020: memo en factsheet [1 juni 2018]
  • 3) 
    Wordt de in het voorstel van 2018 opgenomen flexibiliteit tussen de pijlers van het GLB behouden?

Zoals is uiteengezet in het voorstel van de Commissie van 2018 voor het toekomstige GLB, zullen de lidstaten de mogelijkheid hebben om tot 15 % van hun GLB-toewijzingen over te hevelen tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling. Hierdoor kunnen zij het beleid beter afstemmen op de prioriteiten van hun landbouwsector en de ambities van de Green Deal beter waarmaken.

  • 4) 
    Wat met de medefinancieringspercentages voor plattelandsontwikkeling?

De in mei 2018 voorgestelde medefinancieringspercentages voor plattelandsontwikkeling blijven gehandhaafd in het nieuwe voorstel: 70 % voor minder ontwikkelde regio's, de Posei-gebieden en de eilanden in de Egeïsche Zee; 43 % voor andere regio's; 65 % voor agromilieusteun; 80 % voor bepaalde steun voor plattelandsontwikkeling (bijvoorbeeld Leader); 100 % voor bedragen die worden overgeheveld van rechtstreekse betalingen.

  • 5) 
    Hoe zullen de uitgaven in het kader van Next Generation EU werken? Zijn er voorwaarden? Of vallen de uitgaven onder de algemene regels voor plattelandsontwikkeling?

Plattelandsgebieden zullen een vitale rol spelen bij het verwezenlijken van de groene transitie en bij het halen van de ambitieuze klimaat- en milieudoelen van Europa. De Commissie stelt voor de begroting voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling in het kader van Next Generation EU met 15 miljard euro te verruimen om landbouwers en plattelandsgebieden te ondersteunen bij het doorvoeren van de structurele veranderingen die nodig zijn om de Europese Green Deal uit te voeren, en met name om de ambitieuze doelstellingen van de nieuwe biodiversiteitsstrategie en de nieuwe “van boer tot bord”-strategie te verwezenlijken.

De strategische GLB-plannen zullen een vitale rol spelen in deze transitie. In hun strategische GLB-plannen moeten de lidstaten aangeven hoe zij de diverse doelstellingen, waaronder economisch herstel, denken te bereiken en hoe zij ervoor zullen zorgen dat hun landbouwers aan alle milieu- en klimaateisen voldoen. Zij moeten ook specificeren hoe zij hun strategie bekostigen uit de twee GLB-pijlers. Elk jaar moeten zij doelstellingen vaststellen en de vooruitgang meten. Voor meer informatie, zie: De verenigbaarheid van de hervorming van het GLB met de ambitie van de Green Deal.

De verenigbaarheid van de hervorming van het GLB met de ambitie van de Green Deal

  • 6) 
    Hoe wordt de GLB-financiering toegewezen? Hoe ziet de verdeling per lidstaat eruit?

De jaarlijkse bedragen die beschikbaar zijn in het kader van de eerste pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn opgenomen in het MFK-voorstel van de Commissie. Deze bedragen zullen voornamelijk worden gebruikt voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers, inclusief ecoregelingen, alsook voor marktgerelateerde uitgaven zoals de nationale steunprogramma's voor wijn, de steun aan producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, de schoolregelingen, steun voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee, landbouwinformatie, enz.

Ook de jaarlijkse bedragen die beschikbaar zijn in het kader van de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn opgenomen in het MFK-pakket. De extra 15 miljard euro voor plattelandsgebieden in het kader van Next Generation EU zal worden toegevoegd aan de toewijzingen van de lidstaten voor de jaren 2022-2024, naar rato van de in 2018 voorgestelde toewijzingen voor plattelandsontwikkeling.

  • 7) 
    Zijn de voorstellen voor de GLB-hervorming van 2018 verenigbaar met de Green Deal?

Het Europees Parlement i heeft de Commissie verzocht de bijdrage van het GLB (voorstel van 2018) aan de Europese Green Deal te beoordelen. De Commissie heeft op 20 mei haar beoordeling gepubliceerd (samen met de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie). De conclusie van de Commissie luidt als volgt:

  • Het voorstel van de Commissie voor de hervorming van het GLB is verenigbaar met de Green Deal en de bijbehorende strategieën zoals de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie. Het voorstel heeft de potentie om in te spelen op de ambities van de Green Deal.
  • Het vermogen van het toekomstige GLB om in te spelen op de ambities van de Green Deal hangt echter af van diverse factoren, bijvoorbeeld dat voor elke pijler van het GLB een passend deel van de EU-begroting wordt uitgetrokken en dat de belangrijkste bepalingen van het voorstel van de Commissie worden behouden in de definitieve GLB-wetgeving die wordt overeengekomen door de Raad i en het Europees Parlement. Het gaat met name om de bepalingen betreffende:
    • een adequaat beginsel van “geen terugval”, dat de lidstaten ertoe verplicht in hun strategische GLB-plannen meer ambitie aan de dag te leggen dan momenteel het geval is met betrekking tot milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen;
    • een ambitieus systeem van conditionaliteit voor het behoud van belangrijke normen (met name op het gebied van wisselbouw, bodembedekking en onderhoud van blijvend grasland, landbouwgrond bestemd voor niet-productieve oppervlakten of elementen);
    • verplichte ecoregelingen;
    • afscherming van 30 % van het plattelandsontwikkelingsbudget ten behoeve van milieu en klimaat in elk strategisch GLB-plan, met uitzondering van betalingen voor gebieden met natuurlijke beperkingen, en afscherming van de uitgaven voor sectorale interventies;
    • vereisten inzake gegevensverzameling en een gemeenschappelijke aanpak van gegevens tussen beleidsmaatregelen;
    • bepalingen ter verbetering van de positie van landbouwers in de voedselvoorzieningsketen.
  • Bepaalde verbeteringen in de definitieve GLB-wetgeving zouden de geconstateerde lacunes opvullen en de bijdrage van de definitieve GLB-wetgeving aan het waarmaken van de ambities van de Green Deal versterken. Het gaat met name om:
    • de afscherming van minimumbedragen voor ecoregelingen en het aanwijzen van extra landbouwpraktijken die via ecoregelingen kunnen worden ondersteund;
    • de integratie van relevante elementen uit de wetgeving inzake dierenwelzijn en antimicrobiële resistentie in het GLB, zoals in het geval van bijlage XI.

Deze conclusies zullen als leidraad dienen voor de Europese Commissie tijdens de toekomstige onderhandelingen over het GLB met het Europees Parlement en de Raad.

  • 8) 
    In welk stadium bevinden de onderhandelingen over het toekomstige GLB zich?

De GLB-voorstellen van de Commissie bevinden zich in de wetgevingsprocedure van de medewetgevers (het Europees Parlement en de Raad). Om zowel landbouwers als nationale overheden duidelijkheid en zekerheid te bieden, is het belangrijk dat deze procedure zo snel mogelijk wordt voltooid.

  • 9) 
    Wat is het nieuwe voorstel van de Commissie voor de financiering van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in de periode 2021-2027?

In het kader van een robuustere langetermijnbegroting van de EU voor 2021-2027 zal het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) met 500 miljoen euro worden verhoogd om de veerkracht van de visserijsector te versterken en de nodige ruimte te bieden voor crisisbeheer. Dat komt neer op een stijging van meer dan 8 % ten opzichte van het budget dat aanvankelijk was voorgesteld voor het EFMZV in 2018.

Alle EFMZV-financiering zal blijven bijdragen aan de verwezenlijking van de economische, sociale en milieudoelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Het bereiken van een duurzame visserij is een investering in de veerkracht van de sector in de EU en in de toekomst van de mensen die in de sector werkzaam zijn.

Het EFMZ zal blijven bijdragen aan de doelstellingen van de Europese Green Deal, met inbegrip van de biodiversiteitsstrategie voor 2030 en de “van boer tot bord”-strategie.

  • 10) 
    Waaraan wordt de aanvullende financiering toegewezen?

Zodra het EFMZV voor de volgende financiële programmeringsperiode wordt vastgesteld, zal de aanvullende financiering gaan naar de EFMZV-programma's van de lidstaten en op de doelstellingen van het herstelplan worden gericht, waarmee wordt beoogd de kortetermijnschade van de crisis op een duurzame manier te repareren. De aanvullende financiering moet helpen de visserij- en aquacultuursector veerkrachtiger te maken en ruimte bieden voor crisisbeheer, onder meer door de visserij duurzamer te maken.

  • 11) 
    Op welke doelstellingen is het toekomstige EFMZV gericht?

Overeenkomstig de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid blijft het EFMZV voor 2021-2027 erop gericht:

  • Een duurzaam beheer van de visbestanden te waarborgen en de negatieve gevolgen van de visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem te beperken;
  • De voorwaarden te scheppen voor een economisch levensvatbare en concurrerende visserij- en aquacultuursector, en aldus bij te dragen tot voedselzekerheid in de Unie;
  • Bij te dragen aan een redelijke levensstandaard voor wie van visserijactiviteiten afhankelijk zijn, en met name van de kleinschalige visserij;
  • De kustvisserij te bevorderen;
  • De waardeketen en de kwaliteit van visserij- en aquacultuurproducten te verbeteren;
  • Rekening te houden met het belang van zowel consumenten als producenten;
  • De groei van een duurzame blauwe economie mogelijk te maken en welvarende kustgemeenschappen te bevorderen;
  • De internationale oceaangovernance te versterken en veilige, beveiligde, schone en duurzaam beheerde zeeën en oceanen tot stand te brengen.
  • 12) 
    Hoe werkt het EFMZV?

Het fonds wordt gebruikt om projecten te cofinancieren, samen met nationale financiering. Aan elke lidstaat wordt een deel van het totale budget van het fonds toegewezen, op basis van de omvang van zijn visserijsector. Elke lidstaat stelt vervolgens een programma op waaruit blijkt hoe hij van plan is het geld te besteden. Zodra de Commissie dit programma goedkeurt, is het aan de nationale autoriteiten om te beslissen welke projecten worden gefinancierd. De nationale autoriteiten en de Commissie zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.

  • 13) 
    In welk stadium bevinden de onderhandelingen over het toekomstige EFMZV zich?

Het EFMVZ-voorstel van de Commissie bevindt zich in de wetgevingsprocedure van de medewetgevers (het Europees Parlement en de Raad). De trialogen zijn eind 2019 van start gegaan en zijn lopende. Om vissers, de aquacultuursector en nationale overheidsinstanties duidelijkheid en zekerheid te bieden, is het belangrijk dat deze procedure zo snel mogelijk wordt voltooid.