Het ov moet voor iedereen veilig zijn

Met dank overgenomen van 50PLUS i, gepubliceerd op donderdag 28 mei 2020.

Het openbaar vervoer ziet er voorlopig anders uit. Het moet voor iedereen veilig zijn, niet in de laatste plaats voor het personeel, vindt 50PLUS.

Leidt de mondkapjesplicht in het openbaar vervoer niet tot schijnveiligheid?, vraagt 50PLUS zich af. “Worden mensen niet juist onvoorzichtiger? En worden reizigers en ov-personeel daardoor niet juist in gevaar gebracht?”, vroeg Kamerlid Léonie Sazias aan minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven.

Maximaal aantal reizigers

Léonie Sazias zei zich zorgen te maken over de nabije toekomst waarin maar een beperkt aantal mensen met de trein of bus mag reizen. “Wat gebeurt er als het maximum bereikt is? Dreigen er geen irritaties als mensen niet mee kunnen? De meeste treinen rijden per half uur, dus dat scheelt nogal”, stelt Léonie Sazias, en ze vroeg of BOA’s wel voldoende toegerust zijn hiervoor.

Toegankelijkheid voor ouderen

50PLUS maakt zich zorgen over toegankelijkheid van het vervoer voor ouderen en mensen met een beperking. “Het risico bestaat dat toegankelijkheidsmaatregelen verschillend uitgevoerd zullen worden per vervoerder, en dat zou een slechte zaak zijn. Hoe gaat de minister dit voorkomen? Het is immers van belang dat de hele ov-keten voor iedereen bereikbaar blijft!” Ook de financiële positie (ook op lagere termijn) van ov-bedrijven baart 50PLUS zorgen.

Schoonmaak en ventilatie

Léonie vroeg aan de bewindslieden of een reserveringssysteem voor het openbaar vervoer zou helpen. Ze wilde ook weten wat we doen met drukknoppen om de deuren te openen waar dat niet geautomatiseerd kan. Het Kamerlid van 50PLUS stelde ook heel terechte vragen over schoonmaak en ventilatie van het ov.

De inbreng van Kamerlid Léonie Sazias bij het notaoverleg in de Tweede Kamer over openbaar vervoer en corona met minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven:

“Veiligheid voor alles! De volksgezondheid staat op 1. Dat is de afgelopen maanden het credo geweest. Vanaf 1 juni zijn mensen verplicht een mondkapje te gebruiken tijdens hun (niet-noodzakelijke) reis per openbaar vervoer, zo lezen wij in het nieuwe ov-protocol. Op straffe van een boete. Maar dat mag geen medisch mondkapje zijn; een eigengemaakt kapje mag wel, of een kapje gekocht bij de drogist. Welke afwegingen zijn hier gemaakt? De geleerden verschillen echt van mening over het nut hiervan. Geeft dit geen schijnveiligheid? Worden mensen niet juist onvoorzichtiger? Worden reizigers én ov-personeel zo niet juist in gevaar gebracht?

Ieder(in) heeft zeer terecht opmerkingen gemaakt bij het protocol. In het protocol wordt niet duidelijk gemaakt hoe het ov toegankelijk blijft voor mensen met een beperking, wat het effect daarop is van dit protocol. Hoe worden de maatregelen gecommuniceerd? Hoe werkt routegeleiding of plaatsing in trein of tram voor mensen met een visuele beperking? Wat als iemand geen mondkapje kan dragen? En hoe zit het met reisbegeleiding? Inmiddels zijn gesprekken hierover gestart, en dat is positief. Maar het risico bestaat dat toegankelijkheidsmaatregelen verschillend uitgevoerd zullen worden per vervoerder, en dat zou een slechte zaak zijn. Hoe gaat de minister dit voorkomen? Het is immers van belang dat de hele ov-keten voor iedereen bereikbaar blijft.

Voorlopig kan het ov een stuk minder mensen vervoeren dan tijdens ‘het vroegere normaal’ gebruikelijk was. We moeten ook maar afwachten hoe dat gaat uitpakken, ondanks alle pogingen tot een goede spreiding. Handhaving vindt plaats door BOA’s, waar nodig ondersteund door politie. Maar kunnen zij, als dat nodig is, ook mensen toegang tot de trein weigeren? Of uit de trein verwijderen? Wat gebeurt er als de trein te vol raakt, en er zijn te weinig mensen bereid om uit te stappen? Vertrekt deze dan gewoon niet, of wordt hij stilgezet, zoals laatst een keer gebeurde? Het zou irritatie kunnen opleveren als mensen een trein later moeten nemen, omdat er geen ruimte meer is. Wat gebeurt er als er structureel meer reizigers zijn dan plaatsen? De meeste treinen rijden per half uur, dus dat scheelt nogal. Hoe gaan we hiermee om?

Zoals ook in het NRC te lezen viel: het ov wordt eigenlijk één groot experiment. Er is nu, op straat, in de parken, in de supermarkt, te merken dat de bereidheid zich aan de regels te houden afneemt. Nederlanders staan, zoals in het artikel treffend wordt opgemerkt, niet bekend om hun groepsdiscipline. Graag een reactie van de minister: hoe wordt dit in goede banen geleid?

Liggen alle voorbereidingen/acties die genoemd worden in het protocol op schema? De werkinstructies, de instapzones bij stations en haltes, de mondkapjes voor medewerkers?

Dan de liquiditeitspositie van ov-bedrijven. NS is een staatsdeelneming, dus heeft een specifieke positie. De NS heeft bevriezing gevraagd, en hopelijk inmiddels gekregen, voor drie maanden, voor gebruik van het spoor. Verder lopen hun inkomsten natuurlijk ook danig terug. Graag meer duidelijkheid. Hoe worden de ov-bedrijven, en met name de NS ondersteund bij hun liquiditeitspositie? Want dit houden zij natuurlijk niet eeuwig vol, en het gaat hier wel om een vitale sector! Wij kunnen het ons niet permitteren dat hier iets mee gebeurt! Minder reizigers, gepauzeerde abonnementen... er zijn grenzen.

Er werd lange tijd gesproken over een vorm van een reserveringssysteem voor een plek in een bepaald vervoermiddel op een bepaalde tijd. Is dat nog onderwerp van gesprek? Dat geeft duidelijkheid en zou ook kunnen helpen bij de monitoring van het aantal reizigers versus de capaciteit.

De deuren gaan automatisch open als dit mogelijk is, lezen we in het protocol. Hoe vaak is dit mogelijk? Zijn er in de gevallen waarin dat niet gaat, makkelijk technische aanpassingen te doen? Hoe minder mensen de knoppen aan hoeven te raken, hoe beter.

Tot slot een compliment: fijn dat ouderen tot het einde van het jaar gebruik mogen maken van hun keuzedagen bij de NS!”