Het gaat beter als wij een stapje terug doen

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 15 mei 2020.

Ik vond het toch wel een opmerkelijk bericht. We dachten dat het veel slechter met kinderen zou gaan tijdens de Corona-crisis. Volgens jeugdhulpbestuurder Peter Dijkshoorn zijn die signalen er niet. Sterker nog. “Het gaat met veel kinderen blijkbaar beter als wij een stapje terugdoen.” Die conclusie mag verrassend genoemd worden. Al moest ik denken aan een bijeenkomst die ik had georganiseerd met Hans Tönjes, waarover hij sprak ik deze podcast.

”Waar lig jij nou wakker van”, vroeg Hans bij onze tweede ontmoeting. En hij stelde voor enkele gezinnen te interviewen met alle hulpverleners die op dat moment in het gezin werkzaam waren. Ik zou de gezinnen interviewen en de hulpverleners zouden in de zogenaamde buitenring meeluisteren en naderhand met mij, het gezin en elkaar de discussie aangaan.

”Ik herinner me een mevrouw die al haar verstand en organisatorisch vermogen nodig had om de planning van de hulpverleners bij te houden”, zei Hans in de podcast. Hans had gelijk, ik herinner me het ook. Binnen het gezin waren op dat moment negentien hulpverleners werkzaam. Van de GGZ tot en met de leerplichtambtenaar. Van de jeugdbescherming tot verslavingszorg. En van de bewindvoerder tot de gespecialiseerde thuiszorg. Van de welzijnsinstelling tot intensieve ambulante jeugdzorg. En nog veel meer.

De moeder van het zogenaamde multi probleem gezin hield een agenda bij van een indrukwekkende omvang. Daarin schreef ze welke hulpverlener op welk moment zou komen. Ze hoopte wel dat ze niet zouden afzeggen. Want dan moest er in de planning geschoven worden. En dat leverde veel stress op. Ook was het lastig dat er steeds verschillende hulpverleners kwamen. Of dat sommigen na een tijdje een vervanger stuurden. Al met al koste al die hulp een behoorlijk deel van haar tijd. En daar moest ze haar werk nog tussendoor plannen. Dat gaf veel onrust. Maar ja, wegsturen dat durfde ze de hulpverleners niet. “Want ze gaan toch over je kinderen.”

Het meest ontnuchterende van het hele interview was haar antwoord op mijn slotvraag. Wat zou er gebeuren als een groot aantal hulpverleners nooit meer zou komen? Maar bijvoorbeeld de gespecialiseerde thuiszorg en de bewindvoerder juist wat meer? “Ik zou van de hel in de hemel geraken”, was haar antwoord. Maar zo simpel te regelen was dat nog niet, zo bleek uit de nabespreking met alle hulpverleners. Want sommigen waren door de rechter aangewezen. Anderen waren zwaar gespecialiseerd. En weer anderen gaven aan niks te kunnen betekenen zonder ondersteuning van weer een ander.

Ik begrijp het wel. Het gezin had ook veel problemen. De veiligheid van kinderen moest ook bewaakt worden. En die veiligheid had inderdaad veel te maken met de verslaving van vader en de psychische problemen van moeder. En tegelijkertijd ook met de stress die de geldproblemen van het gezin met zich meebrachten. Daarom gingen de kinderen ook niet altijd naar school. Enz. Enz. Maar wat nu als de conclusies van Dijkshoorn gewoon kloppen? En dat mensen meer regie blijken nemen wanneer er minder hulp aanwezig is. En dat minder hulp hoe dan ook voor minder stress kan zorgen? Laten we alsjeblieft leren van deze inzichten. Het zou gezinnen en kinderen goed doen.