Waarom we het over de Nederlandse Covid-strategie moeten hebben

Met dank overgenomen van L.F. (Lodewijk) Asscher i, gepubliceerd op donderdag 14 mei 2020.

“Als de heer Asscher mij zou dwingen te kiezen tussen die twee opties, kies ik voor zijn eerste. Daar voel ik me meer bij thuis, namelijk bij zo veel mogelijk controleren”.

Dat zei premier Rutte toen ik hem bij het laatste coronadebat vroeg wat precies de strategie van het kabinet is. Maar dé kabinetsstrategie voor de bestrijding van corona moet niet iets zijn dat je de premier aan de interruptiemicrofoon moet ontfutselen. De strategie moet voor de hele samenleving duidelijk zijn. Alleen samen krijgen we corona onder controle, maar dat lukt alleen als het heel helder is hoe we dat gaan doen. Door het virus zoveel mogelijk in te dammen en daadwerkelijk te kiezen voor maximale controle? Of accepteren we dat het virus rondwaart en nemen we alleen maatregelen zodat de zorg niet overbelast wordt?

We krijgen corona alleen onder controle als het heel helder is hoe we dat gaan doen.

De premier en ik kwamen er tijdens het debat niet goed uit. Uiteindelijk citeerde Rutte zelfs de clichéverdediging van voormalig minister-president Balkenende. “Als zoveel mensen het om verschillende redenen met mij oneens zijn, zit het wel goed”. Verder vond hij het debat semantiek. We willen namelijk allemaal hetzelfde.

Alleen, het gaat hier wel echt ergens om. De strategie die door het kabinet gekozen wordt (of gekozen is) heeft grote implicaties voor onze gezondheid, de economie en hoe we met elkaar samenleven. De grote vraag is of het kabinet daar niet preciezer en explicieter over kan zijn. Om die reden heb ik eerder al aangedrongen op het openbaar maken van de overwegingen, adviezen en het afwegingskader. Tot twee keer toe staakten de stemmen. 75 Kamerleden vóór, 75 tegen.

Het risico van een diffuse strategie is dat de uitvoering ook diffuus wordt. En dat binnen de zorgcapaciteit blijven, indammen en maximale controle door elkaar blijven lopen. Wat verantwoord is binnen een strategie van sturen op zorgcapaciteit is heel wat anders dan wat verantwoord is binnen een strategie van maximaal indammen.

Een strategie van sturen op zorgcapaciteit is heel wat anders dan een strategie van maximaal indammen.

Kiest het kabinet voor het zoveel mogelijk indammen en daadwerkelijke maximale controle, dan heeft dat implicaties. Een dergelijke strategie wordt ook wel containment of eliminatie genoemd. Het betekent dat je er alles aan doet om de kans op nieuwe besmettingen klein te maken. En dat je vervolgens razendsnel reageert als er nieuwe mensen met het virus besmet zijn. Het is een strategie die tot op zekere hoogte door verschillende met Nederland vergelijkbare landen wordt gevoerd. Die strategie onderkent dat er (zeker nu) veel besmettingen zijn maar richt zich erop die zo snel mogelijk te ontdekken en dan verdere verspreiding te voorkomen. Dat gebeurt door testen, traceren, isoleren en effectieve quarantaine. Deze strategie slaagt alleen als alle onderdelen ambitieus worden opgezet en uitgevoerd. Omdat het coronavirus zich snel verspreidt en er ook aanwijzingen zijn van presymptomatische verspreiding moet het testbeleid laagdrempelig en grootschalig zijn. Het traceren moet zeer snel en grondig gebeuren. Isoleren moet helpen het vuurtje te doven. Quarantaine moet effectief zijn, en dus een reële keuze voor mensen die besmet zijn.

Traceren moet zeer snel en grondig gebeuren. Isoleren moet het vuurtje doven. Quarantaine moet effectief zijn.

Als dit de strategie van het kabinet is, dan snap ik niet dat in Nederland blijkens het protocol voor bron- en contactonderzoek van de GGD per brief gebeurt. Zo’n brief kan die dagen op de mat blijven liggen. In Duitsland wordt er direct contact opgenomen met alle contacten van een positief getest persoon. Dan snap ik niet dat er in Nederland per 100.000 inwoners 4,4 mensen in dienst zijn om bron- en contactonderzoek uit te voeren, terwijl dat er in New York 86 zijn. Dan snap ik niet dat we niet allang veel massaler mensen werven voor traceren. Dan zou het logisch zijn faciliteiten aan te bieden voor positief getesten, en kosten op te vangen voor mensen die in quarantaine moeten en daardoor inkomsten mislopen.

Kiest het kabinet voor sturen op zorgcapaciteit - en dus voor verspreiding van het virus zolang we binnen onze zorgcapaciteit blijven - dan heeft dat eveneens implicaties. Deze strategie betekent dat we kijken naar wat ons zorgsysteem - zoals de intensive cares - aan kan en er speciale aandacht kan zijn voor kwetsbaren. Maar dat zolang de zorg niet wordt overspoeld er ook maatregelen kunnen worden versoepeld. Het virus kan blijven rondwaren, zolang onze zorg het aankan.

Kiest het kabinet expliciet voor deze strategie, dan begrijp ik dat er versoepelingen zijn nu de bezetting op de IC terugloopt. Ik begrijp dan echter niet dat het kabinet niet explicieter is over de opbrengsten en de risico’s van deze strategie op de lange termijn. Op korte termijn kan er wellicht eerder versoepeld worden en op lange termijn bouwen we heel misschien eerder groepsimmuniteit op. Hoewel dat nog niet zeker is: de WHO waarschuwt met duidelijke taal dat een strategie van groepsimmuniteit onverantwoord is. Daar tegenover staat het risico op een tweede golf van besmettingen en een tweede lockdown. Met mogelijk enorme gevolgen: weer veel nieuwe ernstig zieken en doden. Weer grote schade aan de economie.

Het is geen semantische discussie welke strategie we voeren - het is een majeure vraag.

Het is dus geen semantische discussie welke strategie we voeren - het is een majeure vraag. Met grote implicaties voor de volksgezondheid, de economie en onze samenleving. We steunen de instanties en de kabinetsleden in hun moeilijke en zware taak om dit virus zo goed mogelijk te bestrijden. En daarbij stellen we kritische vragen. Want helderheid en transparantie over adviezen en strategie dragen bij aan beter en scherper beleid - juist ook in crisistijd.

Het is tijd dat het kabinet duidelijker is over welke strategie zij precies voeren. Het is tijd dat we daar wat van mogen vinden. Het is tijd dat iedereen weet welke doelen we nastreven en welke afwegingen daarbij worden gemaakt. Alleen samen kunnen we corona aan.

Ps de vragen die ik hier aan de orde stel heb ik ook als schriftelijke vragen aan het kabinet gesteld. Ik heb gevraagd deze te beantwoorden vóór het volgende coronadebat. Zodat we daarover met de minister-president het debat kunnen voeren in de Tweede Kamer.