Schriftelijke vragen TOZO aan Europese Commissie

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op donderdag 7 mei 2020.

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Commissie

Artikel 138 van het Reglement

Jeroen Lenaers

Betreft: Rechtmatigheid uitsluiting grensarbeiders bij toepassing Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO).

Het Nederlandse kabinet heeft een aantal economische maatregelen genomen om de gevolgen van het coronavirus op te vangen. Een van de maatregelen is de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO). De TOZO is een (tijdelijke) inkomensondersteuning voor zelfstandigen op minimumniveau en kent geen toetsing aan het inkomen van de partner resp. het eigen vermogen.

TOZO is tweeledig; bijstand voor levensonderhoud en bijstand voor bedrijfskapitaal (lening) bij liquiditeitsproblemen.

De TOZO levensonderhoud wordt echter niet toegekend aan Nederlandse zelfstandig ondernemers die in Belgie of Duitsland wonen. Bijstand bedrijfskapitaal wordt wel toegekend aan inwoners van Duitsland en Belgie.

Het is onduidelijk in hoeverre deze TOZO-regeling moet gelden voor zelfstandigen, die in Belgie en Duitsland wonen en die op grond van EU-Vo 883/2004 in Nederland sociaal verzekerd zijn en daar hun inkomstenbelasting betalen.

De TOZO staat niet op de bijlage X van EU Vo 883/2004.

Vragen:

  • 1. 
    Valt de TOZO onder de materiele werkingssfeer van EU Vo 883/2004?
  • 2. 
    Zo ja, valt de TOZO-uitkering dan te kwalificeren als een (tijdelijke) werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen dan wel als een bijzondere non-contributieve uitkering?
  • 3. 
    Zo ja, is de woonplaatsvoorwaarde in strijd met de coordinatieverordening sociale zekerheid 883/2004?