Hoop en vrees (bijdrage coronadebat)

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op donderdag 7 mei 2020, 16:00.

Dit is een fase van hoop en vrees. Ik snap heel goed hoe zwaar die verantwoordelijk drukt op de schouders van kabinetsleden, van deze ministers. Een speciaal woord van dank voor de Minister van Medische Zorg die is aangeschoven. Dank ook voor het feit dat hij verantwoordelijkheid wil nemen.

Mijn eerste vraag is wel een grote vraag, die sluit aan bij de vraag van collega Marijnissen: wat is je strategie precies? Kun je dat in alle helderheid en duidelijkheid nog eens neerleggen, kabinet? Is dat het laten smeulen van het virus of zetten we in op maximaal indammen?

Het kabinet komt tot een spoorboekje met verruimingen en dat is hoopgevend. Dat is de hoop van hoop en vrees. Maar ik ben zelf nog niet zonder die vrees.

Het is goed om te zien dat het kabinet zich breder laat adviseren naar aanleiding van een breed gesteunde motie, door mij ingediend. Kan de premier nog eens aangeven hoe nu al verschillende adviezen zijn meegewogen?

En dan specifieker mijn vrees. Het OMT heeft al op 6 april een aantal voorwaarden geschetst voor verruiming, over welke maatregelen dan zouden moeten worden genomen. En als je dat rijtje langs gaat, zijn er best vragen bij te stellen en collega’s hebben net ook gedaan. Als je kijkt naar het reproductiegetal dat echt onder die 1 moet zijn, dat is ook de buffer waar collega Klaver het over had, is die ruim genoeg? En dat zorgsysteem moet niet worden overvraagd. Is dat zo? Hebben we daar voldoende zekerheid bij? Is er voldoende testcapaciteit? Is die voldoende op niveau en op tijd op niveau? En die bron- en contactopsporing, daar zijn ook wisselende signalen over van de GGD. Dus kan de Minister van VWS in alle helderheid schetsen hoe we daar voor staan?

Het feit dat ik deze vragen stel, maakt duidelijk dat ik nog niet zonder vrees ben. En ik vraag de minister-president om ons mee te nemen in de afwegingen die zijn gemaakt. Hoe verhouden onze keuzes zich ook tot die van ons omringende landen. Dan een aantal korte vragen over beschermende middelen. Ook daarbij sluit ik me aan bij de vragen van collega Marijnissen.

Het landelijk consortium zegt: we kunnen minimaal vervijfvoudigen in de omvang van de bestelling. Waar blijft het? Waarom horen wij nog steeds geluiden van onvoldoende beschermende middelen? En deze moeten wat onze fractie betreft ook preventief kunnen worden ingezet, omdat ouderen lang niet altijd zichtbare symptomen hebben. Hoe gaat de Minister van VWS hiermee om? Worden mantelzorgers hierin meegenomen? Mooi dat er een bezoekregeling komt voor verpleeghuizen. Hoe wordt die verder uitgewerkt? Hoe worden verpleeghuizen geselecteerd? En graag ook een reactie op het advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving die zegt: pleeg nou maatwerk. Kijk nou op instellingsniveau wat zo’n instelling aan kan. Hoe dat kan worden vormgegeven. Kan de minister daar op reageren? Wat vindt het kabinet van dat advies?

Wij willen ook aandacht blijven vragen voor de mensen die beschermd wonen: GGZ- en jeugdzorginstellingen en voor de gehandicaptenzorg. Ook daar horen we van schrijnende situaties. De bezoekersregeling voor ‘nee, tenzij’ is hier uitgelegd als ‘nee’. En de dagbesteding is gesloten. En de exit-strategie die door hen niet begrepen wordt en vaak voor hen niet van toepassing is. Welke stappen wil het kabinet hier samen met de sector gaan zetten?

Dan een heel andere afdeling: de economische afdeling. De huidige NOW-regeling, die de loonkosten vergoed voor 90% is niet geschikt voor onderneming die minder loonkosten hebben en hoge vaste doorlopende vaste bedrijfskosten. Het gaat dan vaak om familiebedrijven, mkb’ers en maakindustrie. Is het kabinet bereid om te zien hoe vaste doorlopende bedrijfskosten vanaf 1 juni op dezelfde wijze kunnen worden behandeld als loonkosten? Zodat ook deze kapitaalintensieve bedrijven een kans op overleven hebben.

En dan tot slot. In deze crisis zijn woorden gesproken over onze ouderen die me soms pijn aan het hart doen. Over ‘dor hout’, over een '60-min'-samenleving die we zouden moeten hebben of leeftijdsgrenzen bij horeca. Natuurlijk vraagt iedere groep om maatwerk en moeten we kijken welke groep wat nodig heeft. Maar ik heb toch sterk de indruk dat solidariteit tussen generaties onder druk komt te staan. En laat ik het dan maar in de vorm van een vraag stellen: is de minister-president het met eens dat nu we samen in het schuitje zitten, we er ook alleen maar samen uitkomen? Dat als wij de samenleving gaan herstarten, we dat alleen maar doen met degenen die de samenleving hebben opgebouwd?