Geen kind valt buiten de boot

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 1 mei 2020.

“Geen kind valt buiten de boot. Dat is en blijft ons uitgangspunt.” Met deze woorden reageert een wethouder van een middelgrote gemeente in de pers op een miljoenentekort binnen de jeugdzorg. Dat klinkt prima natuurlijk. Want wie kan het daar mee oneens zijn? Maar is deze uitspraak een beleidskeuze? Of is het bij nader inzien meer een kerstwens? Iets als ‘vrede op aarde’? En klinkt het leuk, maar zegt het (hopelijk) niks. Een overdenking over een bescheiden overheid.

Wanneer Paus Franciscus de wereld vrede wenst, verstaat iedereen wat hij bedoelt. Hij roept op tot verdraagzaamheid en tolerantie. Niet meer en niet minder. En hij rolt geen beleidsplan uit om de vrede op aarde even te bewerkstelligen. Ik acht de Paus hoog. Maar als hij werkelijk zou denken dat zijn kerstwens een reëel haalbaar beleidsdoel was, dat door zijn handelen bereikt kon worden, zou ik toch twijfelen aan zijn geestelijke gezondheid. Hoe zit dat met de wereldlijke overheid?

Als een wethouder die belast is met jeugdzorg uitspreekt dat geen kind buiten de boot mag vallen, wat zegt hij dan? Hij impliceert dat de overheid er voor gaat zorgen dat ieder kind binnen zijn of haar gemeente veilig en gezond kan opgroeien. En dat iedere hulpvraag beantwoord gaat worden. Maar kan een overheid dat? Garanderen dat ieder kind thuis goed behandeld gaat worden? En wat is veilig en gezond genoeg? Hoe diep wil de overheid de leefwereld van mensen binnendringen? En iedere hulpvraag (hoe klein ook) beantwoorden, is dat wel nodig en überhaupt betaalbaar?

Als de politiek een kerstwens tot uitgangspunt neemt, trekt de overheid wel een heel grote broek aan. Twee dingen zijn duidelijk. Zo’n doel zal nooit bereikt worden. En het toch proberen gaat onwaarschijnlijk veel geld kosten. En daarnaast is het nog maar de vraag of een allesbepalende overheid achteraf nou wel zo’n lonkend perspectief zou zijn. Ik denk niet dat je er als politicus populair van wordt. Maar misschien is het toch beter om als politiek wat reëeler, wat bescheidener te zijn. De mogelijkheden van een overheid zijn hoe dan ook beperkt. Financieel en anderszins. Het is best eens goed om dat te beseffen.