Ik heb de knoop doorgehakt

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op vrijdag 17 april 2020, 8:30.

Zoals jullie weten zijn er over minder dan een jaar weer Tweede Kamerverkiezingen en daarom is het nu opnieuw een vraag wie dan namens de ChristenUnie de lijsttrekker zal zijn. Om het persoonlijker te maken: het is dan de vraag of ik daar opnieuw beschikbaar voor ben.

Elke politieke functie is een gegeven functie. Je kunt alleen maar volksvertegenwoordiger of bestuurder zijn als kiezers en partijgenoten jou hun vertrouwen geven. En dat is nooit vanzelfsprekend. Een wijze oud-wethouder zei me een keer dat iedereen bij elke verkiezing weer ‘op nul staat’ en dat je nooit rechten aan een functie kunt ontlenen. En zo is het. Daarom heb ik een ronde gemaakt langs mensen met wie ik het meest intensief samenwerk, langs het Landelijke Bestuur, langs betrokken partijleden en heb ik hen om advies gevraagd. Hen de vraag gesteld of zij denken dat ik ook deze keer de aangewezen persoon ben voor het lijsttrekkerschap. En ik heb de indruk dat ze eerlijk en niet alleen maar beleefd zijn geweest.

Ook bij ons thuis heb ik er opnieuw uitgebreid over gesproken met Rianne en onze drie dochters (‘Pap, wat vindt God ervan?’). Zij weten dat als ik bereid ben om opnieuw lijsttrekker te zijn dat het ook hen wat kost. En als ik spreek over een roeping voor mijn huidige rol - zoals ik geloof dat we allemaal op onze plek zijn geroepen - dan kan het niet zo zijn dat ik me geroepen zou voelen, terwijl zij het alleen maar vreselijk vinden. Rian en de meiden waren zeker niet alleen maar beleefd, stelden hun vragen en vertelden hoe zij de afgelopen jaren hebben ervaren. Mooie, eerlijke gesprekken waarna ook thuis het licht op groen ging.

De huidige ellendige Coronacrisis heeft veel donkere kanten, we hebben er allemaal in meer of mindere mate mee te maken, maar heeft er ook toe geleid dat het jawoord van Rianne en onze dochters nu is gevolgd door een periode waarin we veel samen zijn en bijna iedere avond samen rond de eettafel zitten. Dat beschouwen we - naast alle moeite in deze crisis - in deze periode maar als een ‘blessing in disguise’ voordat ik straks weer meer op campagnepad ben.

Uiteraard heb ik ook mijzelf intensief bevraagd. Om lijsttrekker van onze prachtige partij te kunnen zijn, heb je naast vertrouwen van je directe omgeving en partij, vooral ook energie, ideeën en arbeidsvreugde nodig. Terugblikkend op de afgelopen jaren ben ik dankbaar voor de verantwoordelijke positie die we als partij - in dorpen, steden, provinciaal, landelijk en zelfs internationaal - mogen innemen en vooral voor de manier waarop we dat met hart en ziel doen. Het is echt bijzonder dat een christelijke partij als de onze in deze tijd op zoveel plekken zo’n doorslaggevende rol vervult. Ik voel me ook zeer gezegend met een eerste kring van kundige en bevlogen mensen met wie ik op een heel inspirerende manier samenwerk.

Ik heb eind vorig jaar een essay geschreven - ‘De verloren zoon en het verhaal van Nederland’ - en daarin mijn gedachten over en idealen voor ons land opgeschreven. Ik wil me de komende jaren met vernieuwde kracht en als hoopvolle realist inzetten voor een samenleving waarin we weer aandacht hebben voor elkaar en voor wat echt telt. Dat die samenleving geen utopie is, blijkt juist in deze crisis waarin we op zoveel plekken nieuwe saamhorigheid en naastenliefde zien. En last but not least, merk ik dat mijn hoop en wens om juist ook in Den Haag een navolger van Christus te zijn eerder toeneemt dan afneemt.

Kortom. Mijn ronde langs partijgenoten, mijn gesprekken aan de eettafel thuis en mijn eigen introspectie - de gesprekken met mezelf - hebben ertoe geleid dat ik jullie nu deze brief schrijf en me bij deze beschikbaar stel. Ik dank het Landelijk Bestuur voor het vertrouwen in mij en in mijn voordracht. Het laatste woord zal straks aan de kiezer zijn. Ik hoop zeer dat het vertrouwen in de ChristenUnie als een hoopvolle en verantwoordelijke partij en in mijzelf als meewerkend voorman bij de komende verkiezingen verder zal groeien. Dat begint met het vertrouwen en de steun van jullie. Die heb ik de afgelopen jaren op een hartverwarmende manier ervaren en ik zie er zeer naar uit om ook de komende periode samen met jullie te blijven optrekken en dienstbaar te zijn aan God en onze naaste.

Op hoop van zegen!