EU-Vietnam handelsverdrag

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op zaterdag 15 februari 2020.

Het Europees Parlement stemde deze week met ruime meerderheid in met het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Vietnam. Goed nieuws voor de Europese en ook zeker de Nederlandse economie. Over een periode van tien jaar zal stapsgewijs overgegaan worden tot het opheffen van vrijwel alle invoerrechten en wordt het dus makkelijker en goedkoper om toegang te krijgen tot elkaars markt.

Toch zullen maar weinig personen iets hebben gehoord over het verdrag met Vietnam, want het ging in Nederland vooral over CETA. De Tweede Kamer debatteerde namelijk deze week over het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada. Het Europees Parlement gaf drie jaar geleden haar goedkeuring aan dat verdrag en sindsdien is het aan de nationale parlementen om deze handelsovereenkomst te ratificeren. Volgende week zal dus ook de Nederlandse Tweede Kamer over CETA stemmen.

Het sluiten van handelsverdragen is per definitie een proces van geven en nemen, maar wel een proces waarbij de gemeenschappelijke deler positiever moet zijn dan de situatie vooraf. Dat is het geval voor zowel het verdrag met Canada als Vietnam. Handelsbarrières worden weggenomen, Europese hoge standaarden en gedeelde waarden op het gebied van werkgelegenheid, sociale zekerheid, veiligheid, klimaatbescherming en bescherming van consumenten worden geëxporteerd naar het buitenland. Ook worden onderlinge relaties, waaronder geschillenbeslechting, georganiseerd aan de hand van duidelijke regelgeving zodat handel eerlijk en voorspelbaar verloopt.

Om politieke controle uit te oefenen op de implementatie van het verdrag tussen de EU en Vietnam, is ertoe besloten een interparlementaire delegatie op te zetten, waarin zowel Europese als Vietnamese parlementariërs zitting zullen nemen. Het Europees Parlement zal zo een vinger aan de pols houden en haar controlefunctie effectief kunnen uitvoeren.