Brief regering; Resultaten toezicht doelmatigheid drinkwaterbedrijven - Waterbeleid

Deze brief is onder nr. 491 toegevoegd aan dossier 27625 - Waterbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Waterbeleid; Brief regering; Resultaten toezicht doelmatigheid drinkwaterbedrijven
Document­datum 04-02-2020
Publicatie­datum 10-02-2020
Nummer KST27625491
Kenmerk 27625, nr. 491
Commissie(s) Infrastructuur en Waterstaat (IW)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-2020

27 625

Waterbeleid

Nr. 491    BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN

WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 februari 2020

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt in het kader van de doelmatigheid van de drinkwaterbedrijven toezicht op de totstandkoming van de drinkwatertarieven en op de bedrijfsverslagen van de drinkwaterbedrijven. Deze geven inzicht in de kostenopbouw van de drinkwatertarieven en het gerealiseerde bedrijfsresultaat over de wettelijke drinkwater-activiteiten. Binnen dit kader informeer ik u over de toetsing van de bedrijfsverslagen over 2018.

Beoordeling bedrijfsverslagen 2018

Hierbij ontvangt u ter informatie de bedrijfsverslagen van de 10 drinkwaterbedrijven over het jaar 20181. De bedrijfsverslagen zijn in het kader van artikel 12 van de Drinkwaterwet aan mij toegezonden. Ik heb geconstateerd dat de 10 drinkwaterbedrijven de bedrijfsverslagen tijdig hebben aangeleverd. De 10 bedrijfsverslagen beschikken over een goedkeurende verklaring van een registeraccountant en geven inzicht in de kosten, waaronder de vermogenskosten, opbrengsten en activawaarden over het jaar 2018.

Daarmee voldoen de 10 bedrijfsverslagen aan alle eisen die de Drinkwaterwet hieraan stelt. De ILT zal de inhoud van de bedrijfsverslagen betrekken bij het toezicht op de drinkwatertarieven van 2020.

In de bijlage vindt u een nadere toelichting bij de financiële resultaten over 2018, inclusief de ontwikkeling van een aantal indicatoren in de periode 2014-2018.

Gerealiseerde vermogenskosten

De gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC), bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Drinkwaterwet, is voor de kalenderjaren 2018 en 2019 vastgesteld op 3,4%. Deze vermogenskostenvoet geeft het redelijk

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

kst-27625-491 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

rendement op het geïnvesteerd vermogen weer dat als norm geldt voor de Nederlandse drinkwaterbedrijven.

In 2018 overschreden 2 drinkwaterbedrijven de wettelijk vastgestelde WACC. Dit betekent dat het gedeelte van de gerealiseerde vermogens-kosten dat hoger is dan de wettelijk toegestane vermogenskosten uiterlijk in 2020 gecompenseerd moet worden (in mindering gebracht moet worden op toegestane vermogenskosten van dat jaar).

Het gewogen gemiddelde van de gerealiseerde vermogenskosten voor de gehele drinkwatersector bedraagt 3,19%.

Maximaal toegestane eigen vermogen (solvabiliteit)

Het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen (de solvabiliteit) van het totale vermogen voor drinkwaterbedrijven is voor de kalenderjaren 2018 en 2019 vastgesteld op 70%.

Alle bedrijven voldoen aan deze wettelijke eis.

De solvabiliteit voor de gehele drinkwatersector bedraagt 42%. Daarmee is het gemiddelde gelijk gebleven aan de solvabiliteit in 2017.

Bevordering goede drinkwatervoorziening in het buitenland

Drinkwaterbedrijven mogen een deel van het rendement inzetten ten behoeve van het stimuleren van de drinkwatervoorziening in het buitenland. De totale (netto) kosten mogen niet meer dan 1% van de gerealiseerde omzet van de drinkwaterlevering bedragen.

Geen van de drinkwaterbedrijven overschreed de wettelijke norm van 1%. Het gemiddelde kostenpercentage van de drinkwaterbedrijven over 2018 is 0,49%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2017 (0,43%).

De totale netto kosten ingezet door de drinkwaterbedrijven voor drinkwa-terprojecten in het buitenland in 2018 zijn € 7,06 miljoen (€ 6,53 miljoen in 2017).

Rendement niet-wettelijke activiteiten

Drinkwaterbedrijven kunnen, naast de activiteiten in het kader van de openbare drinkwatervoorziening, ook niet-wettelijke (economische) activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten zijn gebonden aan een aantal wettelijke eisen. Zo mag er onder andere geen sprake zijn van kruissubsidiëring.

Het gemiddelde gewogen rendement op niet-wettelijke activiteiten is voor de sector 5,5%.

Uit het bedrijfsverslag blijkt dat WMD Drinkwater over 2018 een negatief rendement heeft behaald van 68%. Dit negatieve resultaat is direct gerelateerd aan de verslechterde financiële positie van Wildlands Adventure Zoo en het daaraan gekoppelde afbouwproces van niet-wettelijke activiteiten. WMD Drinkwater was door eerdere investeringen financieel aan Wildlands verbonden. WMD Drinkwater bouwt momenteel de verbondenheid met Wildlands en andere niet-wettelijke activiteiten af.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

  • C. 
    van Nieuwenhuizen Wijbenga

Financiële kentallen bedrijfsverslagen 2018

Bijlage A

Gerealiseerde vermogenskosten

Onderstaande figuur geeft per drinkwaterbedrijf de gerealiseerde WACC weer in 2018. De oranje lijn geeft de wettelijk vastgestelde WACC weer (3,4%). In 2018 hebben 2 drinkwaterbedrijven de wettelijk vastgestelde WACC overschreden. Dunea heeft een gerealiseerde WACC van 3,56% en Waternet een van 4,1%. Dit is een overschrijding van de wettelijk toegestane vermogenskosten van respectievelijk € 0,9 mln. en € 2,2 mln.

Figuur 2 geeft het verloop weer van de gemiddelde gerealiseerde WACC over de periode 2014 tot en met 2018. Dit betreft het gewogen gemiddelde van de 10 drinkwaterbedrijven in Nederland per jaar. De oranje lijn geeft de wettelijk vastgestelde WACC weer voor het betreffende jaar.

De wettelijk vastgestelde WACC is in de periode 2014-2018 gedaald van 4,8% naar 3,4%, deze daling is direct gerelateerd aan de dalende rentestanden op de (internationale) financiële markten. Voor de periode 2020-2021 daalt de wettelijk vastgestelde WACC naar 2,75%.

Als gevolg van bovenstaande ontwikkeling zijn de gerealiseerde vermogenskosten van de drinkwaterbedrijven noodzakelijkerwijs ook stapsgewijs gedaald. Uit de figuur blijkt ook dat in de afgelopen 5 jaar de marge tussen de gemiddelde gerealiseerde vermogenskosten en de wettelijke toegestane vermogenskosten kleiner wordt. Indien het rendement op vreemd vermogen met de WACC meebeweegt naar beneden zal dit geen negatief hefboomeffect oproepen, maar zal dit leiden tot een lager rendement op het eigen vermogen, maar niet veel lager dan het niveau van de WACC. Dit is zo bedoeld, omdat in de WACC ook rekening wordt gehouden met de prijs van het eigen vermogen in een bepaalde periode.

Maximaal toegestane eigen vermogen (solvabiliteit)

De maximale solvabiliteit voor drinkwaterbedrijven is vastgesteld op 70% voor de kalenderjaren 2018 en 2019. Figuur 3 geeft de solvabiliteit weer per drinkwaterbedrijf in 20181. De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en balanstotaal van het drinkwaterbedrijf2.

Figuur 3 Solvabiliteit drinkwaterbedrijven in 2018, exclusief Waternet

Uit de figuur blijkt dat alle drinkwaterbedrijven onder de wettelijke grens van 70% blijven. WMD Drinkwater heeft een relatief lagere solvabiliteit van 23% die onder meer het gevolg is van de bijzondere afwaardering van de activa met betrekking tot Wildlands Adventure Zoo (Wildlands). Deze afwaardering is de resultante van de verslechterde financiële positie van Wildlands en het proces van het beëindigen van de activiteiten van WMD Drinkwater in Wildlands.

Figuur 4 Gewogen gemiddelde solvabiliteit sector 2014-2018

Gewogen gemiddelde solvabiliteit 2014 -2018

Figuur 4 geeft het verloop van de solvabiliteit weer voor de drinkwater-sector over de periode 2014-20183. De solvabiliteit is in de periode 2014 tot en met 2017 jaarlijks licht gestegen en is in 2018 met 4% gedaald naar 39%.

Bevordering goede drinkwatervoorziening in het buitenland

Drinkwaterbedrijven mogen een deel van het rendement inzetten ten behoeve van het stimuleren van drinkwatervoorziening in het buitenland. De kosten voor dergelijke projecten in het buitenland zijn een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen en worden in mindering gebracht op het rendement van de aandeelhouders. De totale (netto) kosten mogen niet meer dan 1% bedragen van de gerealiseerde omzet van de drinkwaterlevering4.

Figuur 5 Netto kosten buitenlandprojecten als percentage van gerealiseerde omzet drinkwaterlevering in 2018

Kosten verbetering drinkwatervoorziening in het buitenland 2018

Geen van de bedrijven heeft het maximum van 1% overschreden. Gemiddeld besteden de drinkwaterbedrijven 0,49% van de gerealiseerde omzet aan projecten in het buitenland. Een aantal drinkwaterbedrijven werkt structureel samen binnen Vitens Evides International BV (VEI) om een goede drinkwatervoorziening in het buitenland te bevorderen. In 2018 hebben 6 drinkwaterbedrijven (Vitens, Evides, WML, PWN, Brabant Water en Waterbedrijf Groningen) gezamenlijk voor € 4,63 mln. aan VEI bijgedragen5.

Figuur 7 geeft de gemiddelde netto kosten per jaar weer als percentage van de totale drinkwateromzet van de sector. In dezelfde figuur zijn ook de bijbehorende totale netto kosten weergegeven. Vanaf 2016 is een lichte stijging te zien in het aandeel buitenlandkosten in de gerealiseerde drinkwateromzet.

In 2018 bedragen de totale kosten van projecten in het buitenland € 7,1 miljoen, dit is een stijging van € 0,53 miljoen ten opzichte van 2017.

In figuur 8 worden de opbrengsten en operationele kosten van de drinkwaterbedrijven in 2018 naast elkaar weergegeven, daarnaast wordt ook het verhoudingsgetal van beide indicatoren weergegeven. Zowel de opbrengsten als de operationele kosten zijn gerelateerd aan de wettelijke drinkwateractiviteiten.

In figuur 9 worden de totale opbrengsten en kosten weergegeven in de periode 2014-2018. Ten opzichte van de stijgende trend in de periode 2014-2017 is er nu een lichte daling te zien van zowel de operationele kosten als opbrengsten. De verhouding tussen opbrengsten en kosten laat in de periode 2014-2018 een dalende trend zien.

Drinkwaterbedrijven kunnen, naast de wettelijke drinkwateractiviteiten, ook economische activiteiten (niet-wettelijke activiteiten) ontplooien. Deze activiteiten zijn wel aan wettelijke voorwaarden gehouden6. Zo moet er een gescheiden boekhouding worden gehanteerd en mag er geen sprake zijn van kruissubsidie. Kosten die gemaakt worden voor niet-wettelijke activiteiten mogen dus niet in de drinkwatertarieven worden doorberekend.

Figuur 10 Rendement op niet-wettelijke (economische activiteiten) drinkwaterbedrijven in 2018 (in procenten)

Rendement op niet-wettelijke activiteiten

 

10,4%

18,7%

g ca/    ,

20,7%

16,7%

   

4,6%    4,1%

 

!,6% 1

I

0%

-20%

-40%

-60%

-80%

I  Brabant Water i EvidesI  PWNl Waternet

l Waterbedrijf Groningen

-68,2%

 ¦   Dunea

 ¦   Oasen

 ¦   Vitens

 ¦   WMD Drinkwater

 ¦   WML

Het rendement op de niet-wettelijke activiteiten7 in 2018 wordt in bovenstaande figuur weergegeven. Het rendement wordt berekend door de gerealiseerde vermogenskosten te delen het gemiddelde balanstotaal gerelateerd aan de economische activiteiten8.

Uit de figuur blijkt dat WMD Drinkwater over 2018 een negatief rendement heeft behaald van 68%. Dit negatieve resultaat is direct gerelateerd aan de verslechterde financiële positie van Wildlands en het daaraan gekoppelde afbouwproces van niet-wettelijke activiteiten.

Het gemiddelde gewogen rendement op niet-wettelijke activiteiten bedraagt voor de sector 5,5%. Het gemiddelde rendement van de niet-wettelijke activiteiten ligt hiermee boven de gemiddelde vermogens-kostenvoet die geldt voor de wettelijke drinkwatertaak (3,4% in 2018). Indien het effect van WMD Drinkwater hierbij niet wordt meegenomen ligt het gemiddelde rendement op 7,9%.

Overige financiële kentallen

Onderstaande figuren geven zowel het balanstotaal9 als het eigen vermogen van de individuele bedrijven weer in 2018 en de totalen over de afgelopen 5 jaar. Vanwege de afwijkende organisatiestructuur (onderdeel van de gemeente Amsterdam) is Waternet, voor wat betreft het eigen vermogen in figuur 11 en de totalen in figuur 12, niet meegenomen.

In figuur 12 is te zien dat het eigen vermogen verhoudingsgewijs meer is gegroeid dan het balanstotaal. Opgemerkt moet worden dat de ontwikkeling van het eigen vermogen de resultante is van het resultaat en eventuele dividenduitkeringen10.

Figuur 12 Balanstotaal en eigen vermogen drinkwatersector 2014-2018, exclusief Waternet (in mld. Euro)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 27 625, nr. 491 9

1

   In figuur 3 wordt de solvabiliteit van Waternet niet weergegeven. De drinkwateractiviteiten maken financieel gezien onderdeel uit van de begroting gemeente Amsterdam. Waternet heeft daardoor een afwijkende financiële structuur.

2

   Voor de berekening van de solvabiliteit is uitgegaan van de totale activawaarde en eigen vermogen zoals weergegeven in de jaarverslagen. Hierbij is in de meeste gevallen uitgegaan van de vennootschappelijke/enkelvoudige balans.

3

   Dit betreft het gewogen gemiddelde van de drinkwaterbedrijven, exclusief Waternet.

4

   Zie brief Minister van VROM d.d. 6 januari 2009, Kamerstuk 30 895, nr. 52, pag. 2.

5

Bron: Annual report VEI 2018

6

Art. 7.4 Drinkwaterwet

7

   Activiteiten die niet samenhangen met de wettelijke drinkwatertaak zoals omschreven in art. 7.1 en 7.2 van de Drinkwaterwet.

8

   Getallen zijn overgenomen uit de Bedrijfsverslagen 2018.

9

   Betreft de totale activawaarde van de drinkwaterbedrijven, zoals opgenomen in de jaarverslagen

10

Evides, PWN en Vitens keren in de periode 2014-2018 structureel dividend uit aan haar aandeelhouders.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.