CDA: Europa moet voorbereid zijn op risico’s coronavirus

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op woensdag 29 januari 2020.

Met drie besmettingen in Frankrijk heeft het nieuwe coronavirus nu ook Europa bereikt. De situatie geeft vooralsnog nog geen aanleiding voor de Wereldgezondheidsorganisatie om een internationale noodtoestand uit te roepen, maar Europarlementariër Esther de Lange maakt zich wel zorgen of Europa klaar is om het virus te bestrijden als de verspreiding zich doorzet. Daarom heeft ze namens het CDA vragen gesteld aan de Europese Commissie over welke maatregelen er nodig zijn om te voorkomen dat de ziekte ook in de EU om zich heen grijpt.

De Lange: “Er is geen reden voor paniekvoetbal, in Europa lijkt er nu geen sprake van acuut gevaar. Maar met een beetje pech zijn we slechts één vlucht verwijderd van besmetting. In Frankrijk zijn de eerste gevallen bijvoorbeeld al gemeld. Bij uitbraken van soortgelijke ziektes in het verleden is gebleken dat snel, planmatig en effectief handelen een grotere uitbraak kan tegengaan. Europa moet zich dus nu al voorbereiden om een uitbraak op ons continent te voorkomen.” Frankrijk heeft al aangekondigd dat de autoriteiten zijn burgers terug gaat halen uit Wuhan. Verschillende andere lidstaten, waaronder Nederland, overwegen om hetzelfde te doen.

De CDA-politica wil weten of kleine- en middelgrote lidstaten niet beter gezamenlijk hun burgers kunnen terughalen. De Lange: “In plaats van 27 aparte repatriëringsoperaties, moeten we kijken of gezamenlijke actie niet veel effectiever is. De lege plekken in het vliegtuig van één van onze buurlanden, kunnen best opgevuld worden door Nederlanders.” Ook moet er volgens De Lange gekeken worden naar de veiligheid en de risico’s voor de volksgezondheid op ons continent. “Absolute zorgvuldigheid is nu geboden om te zorgen dat we niet, naast onze burgers, ook het virus naar Europa halen. Ook daarin moeten we als Europese landen samenwerken, veiligheidsmaatregelen en controles moeten overal op hetzelfde hoge niveau zijn. Want als het virus eenmaal in België is, is het onze grens zo overgestoken.”

Collega Europarlementariër Jeroen Lenaers, woordvoerder grensbeleid, wijst daarnaast op het belang van een goede controle aan de Europese buitengrenzen. “Het is niet ondenkbaar, gezien de snelle verspreiding, dat het virus ons ook kan bereiken door een geïnfecteerd persoon die via de reguliere weg de Europese buitengrens oversteekt.” Jaarlijks reizen er vele miljoenen burgers van landen buiten de EU naar het Schengengebied. Lang niet iedereen van hen heeft een visumplicht, op die groep is nu weinig controle mogelijk. Te weinig, vindt Lenaers: “Als je kijkt naar de snelle verspreiding van het coronavirus, baart vooral de groep zonder visumplicht mij zorgen. We hebben bijna geen instrumenten in handen om mensen buiten de deur te houden als we vermoeden dat zij uit epidemiologische risicogebieden afreizen.” De Europese Unie werkt al aan een systeem dat meer grip moet geven op wie er wel en niet de EU binnen mag komen. Dit ETIAS-systeem maakt een brede achtergrondcheck mogelijk. Omdat reizigers daarmee van te voren een reisautorisatie moeten hebben, voordat men naar de EU mag afreizen. Dat geeft de mogelijkheid om mensen te weren die een hoog risico vormen het virus te verspreiden. “Ik zet me ervoor in dat dit systeem snel in werking kan treden om inwoners van Europa beter te kunnen beschermen in dit soort gevallen. Deze virusuitbraak geeft de bittere noodzaak hiervan helaas maar al te goed aan.”