Nader voorlopig verslag - Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs

Dit nader voorlopig verslag i is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 35104 - Afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs; Nader voorlopig verslag
Document­datum 21-01-2020
Publicatie­datum 21-01-2020
Nummer KST35104D
Kenmerk 35104, nr. D
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2020

Vergaderjaar 2019-

35 104

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs

NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 20 januari 2020

De leden van de PvdA-fractie danken de regering voor de memorie van antwoord. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik de regering hierover enkele vragen te stellen.

De aan het woord zijnde leden betreuren het dat de regering niet bereid is concrete voorbeelden te delen van grotere besturen die niet in staat zijn om het onderwijs kleinschalig met behoud van diversiteit vorm te geven. De opmerking van de regering dat het schoolbesturen vrij staat om hun onderwijs te organiseren op de manier die zij nodig achten onderschrijven deze leden uiteraard. Daarvoor is geen oordeel van de regering nodig over de vraag welke omvang van de organisatie of verscheidenheid in denominatie de juiste is. Dat vraagt wel om een analyse van de regering over de wijze waarop grotere besturen zowel een positieve als een negatieve invloed kunnen hebben op het vormgeven van kleinschalig onderwijs met behoud van diversiteit. Derhalve vragen deze leden de regering om die gebalanceerde analyse aan te leveren.

De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en zal bij grote schoolbesturen extra alert zijn, zo lezen de leden van de PvdA-fractie in de memorie van antwoord. Dit betekent dat de Inspectie grote schoolbesturen zal vragen om te laten zien hoe zij zicht houden op de kwaliteit van het onderwijs en de resultaten in de praktijk, zo schrijft de regering. Graag ontvangen de aan het woord zijnde leden specifieke voorbeelden van deze inzet van de Inspectie. En wat zijn de algemene bevindingen van de Inspectie bij grote schoolbesturen?

1 Samenstelling: Essers (CDA), Backer (D66), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU), (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Cliteur (FVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Rookmaker (Fractie-Otten), Veldhoen (GL) en Vendrik (GL).

kst-35104-D ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

De regering verwijst in de memorie van antwoord naar het betoog van professor Edith Hooge over de elasticiteit van schaalgrootte. Dat perspectief is evenwel niet onomstreden. Zo pleit professor Renée van Schoonhoven ervoor om de keuze van schaalgrootte te baseren op dieper liggende waarden die van belang zijn voor het onderwijs in onze samenleving en dus verder strekken dan de eigen organisatiebelangen.

De leden van de PvdA-fractie vertalen dat als het in ogenschouw nemen van factoren die juist ook in de fusietoets aan bod komen, zoals een adequaat aanbod van onderwijs in de regio, voldoende diversiteit in verschillende schoolsoorten, schoolgroottes en bestuursvormen en natuurlijk de keuzevrijheid voor ouders, een van de grondwaarden van ons onderwijsbestel. Onderschrijft de regering deze vertaling? Zo ja, hoe past het voorliggende wetsvoorstel hierbinnen? Zo nee, waarom niet?

Een ander argument tegen het betoog van professor Hooge is dat het in kleinere organisaties waar de menselijke maat centraal staat, en de afstand tussen bestuur en schoolleiding enerzijds en de leerlingen en hun ouders anderzijds klein is, gemakkelijker is om constant gericht te zijn op de belangen van de leerling. Er zou minder sprake zijn van afleiding door andere (interne of externe) organisatie- of strategische belangen. De beslissing van de schoolleider-bestuurder wordt direct vertaald in de klas en omgekeerd. Dit geeft aanleiding tot de volgende vragen van de aan het woord zijnde leden. Onderschrijft de regering deze analyse? Zo ja, hoe verhoudt het voorliggende wetsvoorstel zich hiertoe? Zo nee, waarom niet?

Vanuit het bedrijfsleven is bekend dat fusies en overnames vaak niet tot de beoogde meerwaarde leiden. Er is ook nogal eens sprake van hoge druk en haast om ze tot stand te brengen waardoor vragen naar de meerwaarde en naar alternatieven niet voldoende grondig worden beantwoord. Welke overeenkomsten en verschillen ziet de regering tussen fusies in het onderwijs en het bedrijfsleven, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. En welke lessen moeten hieruit getrokken worden in relatie tot het voorliggende wetsvoorstel?

Het vervolg op fusies in het bedrijfsleven is dat ondernemingen regelmatig na verloop van tijd weer worden afgestoten of ervoor kiezen om weer zelfstandig verder te gaan (bijvoorbeeld door een management buy-out). Echter, in het onderwijs is de-fusie vrijwel onmogelijk. Dat roept bij de leden van de fractie van de PvdA de volgende vragen op. Acht de regering het wenselijk dat er een wettelijke mogelijkheid komt voor een opt-out van een school uit een groter bestuur? Zo ja, onder welke voorwaarden? Zo nee, waarom niet?

In 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Concentra-tietoetsing zorg (Kamerstukken 33 253). Hiermee heeft de Nederlandse Zorgautoriteit de bevoegdheid gekregen goedkeuring te onthouden aan concentratievoornemens van zorgaanbieders indien uit de met dit wetsvoorstel verplichte concentratie-effectrapportage blijkt dat stakeholders (cliënten en personeel) niet zorgvuldig bij het concentratieproces zijn betrokken of de bereikbaarheid van zorgvormen waarvan de overheid de continuïteit wil waarborgen, in gevaar komt. Dit geeft aanleiding voor de volgende vraag van de leden van de PvdA-fractie: hoe verhoudt de invoering van deze zorgspecifieke fusietoets zich tot het voorliggende voornemen tot het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs?

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet de nadere memorie van antwoord met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit nader voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Bikker

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Bergman

Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 104, D 3


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.