Brief regering; Vaststelling structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn - Structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 35239 - Structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn; Brief regering; Vaststelling structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn |
---|---|
Documentdatum | 16-12-2019 |
Publicatiedatum | 19-12-2019 |
Nummer | KST352393 |
Kenmerk | 35239, nr. 3 |
Commissie(s) | Infrastructuur en Waterstaat (IW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Structuurvisie Corridor Amsterdam-Hoorn
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 december 2019
Op 21 juni 2019 heb ik u de (ontwerp)structuurvisie Corridor MIRT-verkenning Amsterdam-Hoorn toegezonden. Op 5 september 2019 hebt u mij per verslag vragen en opmerkingen voorgelegd, die bij brief van 14 oktober 20191 zijn beantwoord. Vervolgens hebt u dit verslag behandeld bij het Nota overleg MIRT van 25 november 2019.
De (ontwerp)structuurvisie is gewijzigd bij het onderwerp natuur, specifiek voor het aspect stikstofdepositie. Dit gezien de PAS niet langer gebruikt kan worden bij de vaststelling van een besluit. De uitkomst van het onderzoek naar de haalbaarheid van een ADC-toets is hierbij opgenomen. Daaruit blijkt dat er geen reële alternatieven zijn met een kleinere depositiebijdrage dan het voorkeursalternatief, dat er een dwingende reden is van groot algemeen belang wegens de bereikbaarheid van de regio en de toename van de depositie gecompenseerd kan worden.
Verder zijn er geen wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de u bekende (ontwerp)structuurvisie. Bijgaand treft u de vastgestelde structuurvisie2.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
-
C.van Nieuwenhuizen Wijbenga
1 Kamerstuk 35 239, nr. 2
2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
kst-35239-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 239, nr. 3