Motie Van Raan over 5 miljard euro vrijmaken om klimaatregelen mee te financieren - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 35234 - Incidentele suppletoire begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2019 (Urgenda-maatregelen) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen); Motie; Motie van het lid Van Raan over 5 miljard euro vrijmaken om klimaatregelen mee te financieren |
---|---|
Documentdatum | 27-11-2019 |
Publicatiedatum | 28-11-2019 |
Nummer | KST352344 |
Kenmerk | 35234, nr. 4 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 234
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen)
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 27 november 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een reële kans bestaat dat de CO2-reductie in 2020 lager uitkomt dan 25%;
overwegende dat Urgenda een pakket maatregelen (het 40-puntenplan) heeft aangeleverd, dat momenteel wordt uitgebreid naar een set van 50 maatregelen;
verzoekt de regering, bij de aankomende Voorjaarsnota 5 miljard euro vrij te maken om klimaatmaatregelen mee te financieren ten dienste aan het CO2-reductiedoel van 2020, meer specifiek gericht op een stevige krimp van de intensieve veehouderij, het versneld sluiten van kolencentrales (inclusief een goed sociaal plan voor de werknemers), het biologisch vergroenen van daken en het versneld verduurzamen van woningen en gebouwen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan
kst-35234-4 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 234, nr. 4