Motie Sienot over inventariseren van de resterende opgave om te voldoen aan het Urgenda-vonnis - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019 (incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 35236 - incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat 2019 (Urgenda) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019 (incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda); Motie; Motie van het lid Sienot over inventariseren van de resterende opgave om te voldoen aan het Urgenda-vonnis |
---|---|
Documentdatum | 27-11-2019 |
Publicatiedatum | 28-11-2019 |
Nummer | KST352368 |
Kenmerk | 35236, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 236
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019 (incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 27 november 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Hoge Raad naar verwachting op 20 december uitspraak doet;
ervan uitgaande dat de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal van 13 september jongstleden zal volgen;
constaterende dat het vonnis dan in stand blijft;
ervan uitgaande dat er dan nog een opgave resteert om te kunnen voldoen aan het vonnis;
verzoekt de regering, om te inventariseren wat de resterende opgave is en hoeveel de al aangekondigde maatregelen nog zullen bijdragen;
verzoekt de regering tevens kort na de uitspraak van de Hoge Raad op 20 december aan te geven met welk plan zij uitvoering zal geven aan het vonnis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sienot
kst-35236-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 236, nr. 8