Sleur wetenschappers niet de politieke arena in

Met dank overgenomen van Democraten 66 (D66) i, gepubliceerd op woensdag 16 oktober 2019.

Den Haag beleeft vandaag niet alleen weer een bezetting van tractoren, maar maakt zich ook op voor een invasie van stikstof-ontkenners. Op initiatief van Thierry Baudet houdt de Tweede Kamer vandaag een hoorzitting over het rekenmodel en de meetmethoden van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) met betrekking tot stikstof.

Tegelijkertijd haalt de protestgroep Farmers Defence Force verhaal in Bilthoven bij de RIVM—waarbij de directeur onder politiebegeleiding de demonstratie moest verlaten—uit onvrede over hun berekeningen. Daaruit blijkt namelijk dat bijna de helft van de stikstofuitstoot in Nederland voor rekening komt van de landbouw.

Dat boeren bezorgd zijn over de stikstofcrisis, is begrijpelijk. Terecht vragen zij om consequent beleid vanuit Den Haag. Voor D66 betekent dat: boeren helpen bij de omslag naar duurzame landbouw of helpen met een eerlijke uitkoopregeling. Dat hebben we ook in regeer- en klimaatakkoord afgesproken. Zo gaan we de boeren helderheid geven over de toekomst en een begin maken met natuurherstel én de bouw van huizen voor al die mensen die nu nauwelijks een thuis kunnen vinden.

Dat boeren tegen onze voorstellen kunnen demonstreren, is een groot goed. De samenleving moet de politiek altijd ter verantwoording kunnen roepen over gemaakte keuzes. Maar wat de boeren deze week lieten zien in Groningen gaat letterlijk alle perken te buiten. Dat de boeren - aangejaagd door Haagse populisten - hun pijlen nu ook nog eens richten op de onafhankelijke wetenschappers van het RIVM, is een nieuw dieptepunt. Het RIVM zou ‘corrupt’ zijn en ‘de boel bedonderen’ en bewust verkeerde meetpunten kiezen. Het zijn holle frasen die vandaag een sfeer van intimidatie oproepen.

In politiek-conservatieve kringen wordt ondertussen met gretigheid twijfel gezaaid over het RIVM. Het zou ‘niet transparant’ zijn over hun rekenmodellen. ‘Schimmig’ zelfs.

Ook dat is onzin: het rekenmodel van het RIVM ís helemaal niet geheim. Journalisten hadden binnen no time de benodigde uitleg op de website van het RIVM gevonden. En zoals het wetenschappers betaamt, nodigt het RIVM iedere criticaster uit om bij hen de rekenmethoden in te komen zien.

Het RIVM is één van de agentschappen van de overheid die internationaal een ijzersterke reputatie heeft, en meerdere onderzoeksnetwerken heeft opgezet voor de wereldgezondheidsorganisatie WHO. Het instituut trekt al een eeuw de beste biologen, vaccinmakers en rekenmeesters van het land aan. En plotseling worden hun berekeningen én motieven verdacht gemaakt. Simpelweg omdat het sommigen politiek beter uitkomt een probleem in twijfel te trekken dan moeilijke keuzes te maken om het op te lossen. Alsof wetenschap ook maar een mening is.

Bij populistische partijen is het ondermijnen van wetenschap en feitelijkheid al langer in de mode. Geert Wilders verweet het Centraal Planbureau ‘idiote berekeningen’ toen de rekenmeesters gehakt maakten van de door hem gewenste Nexit. Thierry Baudet strooit met complottheorieën over de weercijfers van het KNMI. Hij vroeg in de Tweede Kamer zelfs al om het ontslag van weerman Gerrit Hiemstra bij de publieke omroep. Dat past in de lijn van het eerdere pleidooi van toenmalig VVD-Kamerlid René Leegte voor opheffing van het KNMI. Het instituut was volgens hem ‘klimaatpartijdig’.

Laat er geen misverstand over bestaan: planbureaus en onderzoeksinstituten kunnen ook fouten maken. Daarom moeten hun methodes, modellen en processen openbaar zijn. Ze moeten getoetst kunnen worden door andere wetenschappers, bediscussieerd en bekritiseerd. Ophef over de planbureaus ontstaat tot nu toe echter alleen als hun berekeningen toevallig niet passen bij een politieke agenda. Als de wetenschap niet goed uitkomt, wordt de wetenschapper aangevallen.

Het is een gevaarlijke Amerikaanse trend om de onafhankelijke wetenschap de politieke arena in te sleuren. In het Witte Huis zit een president die hard z’n best doet om het doorrekenen van klimaateffecten na 2040 te verbieden. En wetenschappers die hun zorgen uitten over luchtkwaliteit rondom fabrieken werd de mond gesnoerd. Laten wij die trend niet volgen. Eén van de fundamenten onder het succes van ons land is dat machthebbers niet wegkomen met flauwekul. Dat wetenschappers politici kunnen sturen en corrigeren, en niet andersom.

De wetenschap staat aan de basis van onze beschaving. Wetenschappelijke innovaties, medische ontdekkingen, alfa én bèta-inzichten zijn de motor achter bijna alle vooruitgang. Wetenschappers maken het leven van mensen beter. Daar kan geen politicus aan tippen. Als wetenschappers in het verdachtenbankje worden gegooid, zijn mensen uiteindelijk de klos.

Deze week debatteert de Tweede Kamer over de aanpak van de stikstofcrisis. Laten we daar vooral elkaars ideeën en voorstellen betwisten, elkaars politieke keuzes toetsen. En laat intussen onze onafhankelijke rekenmeesters gewoon hun werk doen, ook als het onszelf even minder goed uitkomt.

Jan Paternotte is woordvoerder wetenschap voor D66 in de Tweede Kamer