Nieuwe focus bij UWV

Met dank overgenomen van 50PLUS i, gepubliceerd op woensdag 9 oktober 2019.

Er moet bij het UWV een nieuwe focus komen, duidelijkheid en houvast: een betere balans tussen dienstverlening en handhaving.

Het minder goed functioneren van UWV is deels veroorzaakt door bezuinigingen op de organisatie in het verleden, de veranderde buitenwereld en arbeidsmarkt, en wisselende wensen uit maatschappij en politiek. Ook heeft het ontbroken aan goede sturing door en communicatie met het Ministerie van SZW, en is door het ministerie van SZW slechts globaal over het UWV gecommuniceerd met de Tweede Kamer. Uitvoering van en draagvlak voor de sociale zekerheid is daardoor te veel op het spel komen te staan, stelde Corrie van Brenk vast bij het overleg in de Tweede Kamer met minister Koolmees van SZW over de uitvoering van de sociale zekerheid.

Beschaamd vertrouwen herstellen

“50PLUS waardeert de ambitie en maatregelen van minister Koolmees om genoemde knelpunten weg te nemen, en is blij dat de minister onze motie uitvoert om in goed overleg met UWV orde op zaken te stellen, zodat beschaamd vertrouwen kan worden hersteld”, zei het Kamerlid.

Vormen van fraude

50PLUS vroeg de minister of het lek nu echt boven is, en de fraudeproblematiek nu systeem-breed in beeld is, bijvoorbeeld ook in de ziektewet. “Het gaat dus om het zoveel mogelijk in beeld krijgen van álle vormen van fraude”, preciseerde Corrie van Brenk. “Zijn er mensen en middelen voldoende om die duidelijkheid te krijgen? 50PLUS wil verder de garantie dat de kwaliteit van de dienstverlening van het UWV niet gaat lijden onder verhoogde aandacht voor opsporing en handhaving.”

Keuringsartsen

50PLUS vindt dat er snel een oplossing moet komen voor het nijpende tekort aan keuringsartsen. De beslissing over het wel of niet toekennen van een uitkering moet altijd plaatsvinden onder eindverantwoordelijkheid en door de beslissing van een arts. Corrie van Brenk vroeg de minister of hij dat gaat waarborgen. Het Kamerlid van 50PLUS vroeg ook aandacht voor de aanpak van bijstandsfraude, waar gemeenten voor verantwoordelijk zijn. Ook hier vraagt de fractie of gemeenten voldoende capaciteit en middelen hebben en krijgen om bijstandsfraude grondig te onderzoeken en te handhaven. “Hoe gaat de minister er voor zorgen dat er ook voldoende ruimte bij gemeenten komt voor fraudepreventie, bijvoorbeeld door goede voorlichting?”, wil Corrie van Brenk weten.

Inbreng van Kamerlid Corrie van Brenk bij het overleg over de uitvoering van de sociale zekerheid met minister Wouter Koolmees van SZW:

“Ondanks het vele goede werk van individuele medewerkers bij het UWV is de organisatie in de afgelopen jaren geconfronteerd met zéér forse, bijna destructieve bezuinigingen.

Omstandigheden die bij elkaar wel móesten leiden tot grote problemen. Dat hebben wij onder meer gezien met de grote fraude-incidenten en de forse ICT-problemen bij UWV. De uitvoering van de sociale zekerheid - en het draagvlak daarvoor - komt daarmee op het spel te staan.

Er moet bij het UWV een nieuwe focus komen, duidelijkheid en houvast: een betere balans tussen dienstverlening en handhaving, een betere controle op, en communicatie mét de organisatie, en een heldere aansturingsrelatie met het ministerie. Ook de communicatie met de Kamer moet beter. Aan dit alles heeft het in de afgelopen tijd te veel ontbroken.

Wij hebben waardering voor de in gang gezette onderzoeken en verbetertrajecten van de minister. Wij zijn blij dat de minister de handschoen heeft opgepakt, en onze motie wil uitvoeren om doortastend op te treden, en in goed overleg met UWV orde op zaken te stellen, zodat het vertrouwen kan worden hersteld. Kan de minister zijn actiepunten hier nog eens kort toelichten?

De balans tussen vertrouwen en gerechtvaardigd wantrouwen is dun. We moeten als uitgangspunt vertrouwen nemen, maar dat geldt ook voor het UWV. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat er correct gehandeld wordt. Daarom willen we weten hoe het nu verder gaat met de kwestie van de 1.991 WGA gerechtigden uit Groningen. Deze mensen hebben na hun IVA-toekenning jaren buiten hun schuld langs de kant gestaan. Wij nemen aan dat zij gecompenseerd worden en met voorrang behandeld?

Onze cruciale vraag vandaag: Wat heeft het tot nu toe opgeleverd? En is het lek helemaal boven, krijgen wij fraude inderdaad systeem-breed behoorlijk in beeld, en wordt er over de volle breedte gehandhaafd en teruggevorderd? Zijn mensen en middelen daarvoor toereikend?

Ik begrijp dat het vermoeden bestaat dat zich bij de Ziektewet mogelijk frauderisico’s voordoen die vergelijkbaar zijn met het frauderisico in de ww. Dat baart zorgen. Maar de kwaliteit van de dienstverlening moet niet gaan leiden onder de verbetering van de opsporing en handhaving. Kan de minister dat garanderen?

Wij vinden dat bij UWV de focus minder moet gaan liggen op ‘productienormen’ en meer op effectieve fraudedetectie en -aanpak. Gaat dat nu gebeuren?

Ook moet er bij UWV een veilige bedrijfscultuur komen, waarin mensen zich niet geremd voelen zaken die minder goed lopen of beter kunnen aan de kaak te stellen.

De Raad van Bestuur zal gedurende twee jaar met één lid worden uitgebreid, om verbeterprocessen en -acties te begeleiden bij UWV. Heeft de minister mevrouw Helder zelf benoemd?

Steeds meer mensen zullen de komende jaren in de WIA komen. Er is al jaren een tekort aan keuringsartsen. UWV wil de inzet van sociaal-medisch verpleegkundigen gaan verbreden. Op zich wel begrijpelijk, maar wij vragen de garantie dat uitsluitend een arts beslist over toekenning van een uitkering, en dat de arts betrokkene ook daadwerkelijk ziet en finaal beoordeelt. Gaat dat gebeuren?

Kan de minister nader ingaan op de zogeheten ‘bredere problematiek bij uitvoeringsorganisaties’ sociale zekerheid? Kan de voor Prinsjesdag te verschijnen ‘probleemanalyse met scenario’s van mogelijke oplossingsrichtingen’ iets meer geduid worden?

Nog een enkele opmerking over de brede aanpak van fraude met sociale regelingen. Wij hadden het daarover in het debat over onterechte WW-uitkeringen aan gedetineerden. Er zijn nuttige stappen gezet. Maar in hoeverre wordt er ook gekeken naar mogelijke andere fraudevormen en uitkeringen, dus fraude meer in het algemeen? Het is voor ons nu niet inzichtelijk welke risico’s nog overblijven, en dus of dat wel aanvaardbaar is. Welke fraudevormen blijven vooralsnog liggen? Wanneer krijgen wij hiervan een vollediger beeld?

Zorgen en vragen zijn er bij 50PLUS nog over de handhaving van bijstandsfraude bij gemeenten . In de signaleringsbrief van de VNG valt te lezen dat het fraudebeeld nog niet compleet is, en dat het daadwerkelijk onderzoeken van fraudesignalen en meldingen vooral afhangt van capaciteit en middelen bij gemeenten. Voor fraudepreventie is weinig financiële ruimte. Ook lezen wij dat bij bezuinigingen in het sociaal domein toezicht als een van de eerste posten wordt gekort. Is de minister bereid, samen met gemeenten te gaan sturen op een gelijkwaardige goede handhaving in alle gemeenten, en knelpunten, óók in regelgeving weg te nemen. VNG doet nuttige suggesties. Er mag wat ons betreft géén sprake zijn van grote kwalitatieve verschillen in de handhaving tussen gemeenten.

Tot slot: de minister zegt over alle in gang gezette trajecten en actiepunten ten aanzien van fraude. ‘Het kost tijd’. Dat snappen wij, maar een overzichtelijke globale tijdlijn voor plannen en actiepunten ontbreekt. Kan die er alsnog komen?”