Lijst van vragen en antwoorden over onderzoek naar weeshuistoerisme - Initiatiefnota van het lid Van Haga: “Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme”

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 13 toegevoegd aan dossier 35069 - Initiatiefnota “Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme”.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Initiatiefnota van het lid Van Haga: “Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme”; Lijst van vragen en antwoorden; Lijst van vragen en antwoorden over onderzoek naar weeshuistoerisme
Document­datum 20-08-2019
Publicatie­datum 20-08-2019
Nummer KST3506913
Kenmerk 35069, nr. 13
Commissie(s) Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BuHa-OS)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-

2019

35 069

Initiatiefnota van het lid Van Haga: «Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme»

Nr. 13

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 26 augustus 2019

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van de Minister van 21 juni 2019 inzake Onderzoek naar weeshuistoerisme (35 069, nr. 12).

De daarop door de Minister gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Meijers

kst-35069-13 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Gaat een internationale vergelijking ook deel uitmaken van het onderzoek, in het bijzonder tegen de achtergrond van de vanwege dit onderzoek nog aangehouden motie-Bosman (Kamerstuk 35 069, nr. 5)?

Antwoord

Ja, een internationale vergelijking zal onderdeel uitmaken van het onderzoek.

2

Bent u bereid, afhankelijk van de resultaten van het onderzoek, de aanpak van weeshuistoerisme en diens grondoorzaken op te nemen in beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, zoals verzocht in de vanwege dit onderzoek nog aangehouden motie-Bosman/Diks (Kamerstuk 35 069, nr. 4)?

Antwoord

Dit hangt inderdaad af van de resultaten van het onderzoek.

3

Wordt, conform de initiatiefnota, gekeken naar weeshuistoerisme in de bredere zin des woords, dus inclusief stages bij weeshuizen en bijvoorbeeld boarding schools?

Antwoord

Ja.

4

Bent u voornemens ook expliciet te laten onderzoeken in welke mate weeshuistoerisme vanuit Nederland of door Nederlanders in het buitenland in stand wordt gehouden of gefaciliteerd?

Antwoord

De omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland zal worden onderzocht, waarbij ook wordt gekeken naar de ontwikkeling van deze omvang ten opzichte van eerdere jaren. Of en zo ja in welke mate Nederlanders in het buitenland weeshuistoerisme faciliteren of in stand houden is geen onderdeel van het onderzoek.

5

Zijn de concrete onderzoeksvraag en alle deelvragen reeds bekend? Zo ja, wat zijn deze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Deze zijn bekend. De onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen in de huidige versie van de Terms of Reference zijn als volgt.

De onderzoeksvraag is «Wat is de omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland, welke actoren hebben welke rol/verantwoordelijkheid en wat is het handelingsperspectief voor het kabinet?»

Aan deze onderzoeksvraag zijn de volgende vier deelvragen gekoppeld:

  • • 
    Wat zijn de effecten van en wat is de problematiek rondom weeshuis-toerisme?
  • • 
    Wat is de omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland?
  • • 
    Welke actoren hebben welke rol/verantwoordelijkheid?
  • • 
    Wat is het handelingsperspectief voor het kabinet?

6

Wie is of wordt de onafhankelijke externe deskundige?

Antwoord

Dit is nog niet bekend. De onafhankelijke externe deskundige zal worden gekozen uit meerdere externe deskundigen via een selectieproces, op basis van het gewenste profiel en kwalificaties zoals omschreven in de Terms of Reference.

7

Wie zitten of komen er in de begeleidingscommissie?

Antwoord

Nog niet alle leden van de begeleidingscommissie zijn bekend. De begeleidingscommissie bestaat in ieder geval uit:

  • Het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen;
  • Een academicus met expertise op het gebied van kinderrechten;
  • De opdrachtgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De overige beoogde leden van de begeleidingscommissie worden gedurende de maanden juli / augustus benaderd. De begeleidingscommissie zal bestaan uit maximaal vijf leden.

8

Heeft u al een inhoudelijke betrokkene vanuit de academische wereld in beeld?

Antwoord

Er zijn meerdere mogelijke inhoudelijke betrokkenen. Ik heb reeds een academicus met expertise op het gebied van kinderrechten in beeld en benaderd; het gesprek over deelname in de begeleidingscommissie zal verder plaatsvinden gedurende de maand augustus.

9

Bent u bereid in elk geval de bij het door de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking georganiseerde rondetafelgesprek aanwezige deskundigen te betrekken?

Antwoord

De opzet is om gedurende het onderzoek de deskundigen die aanwezig waren bij het door de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking georganiseerde rondetafelgesprek te betrekken en gebruik te maken van hun kennis en expertise.

10

Wat staat of komt er te staan in de genoemde Terms of Reference?

Antwoord

De Terms of Reference (ToR) vormen de basis voor de opdracht aan de onafhankelijke externe deskundige om het onderzoek te starten en uit te voeren. De ToR zijn nog niet volledig afgerond, het streven is om de ToR in juli af te ronden. In de ToR staat naast een achtergrond van het onderzoek beschreven wat het doel, kader en de opzet van het onderzoek is, de uitgangspunten, de onderzoeksvraag en deelvragen, het proces en de tijdlijn, de gewenste onderzoek outputs, management van het onderzoek, het gewenste profiel en kwalificaties van de onafhankelijke externe deskundige, het budget.

11

Vanuit welke directie en/of afdeling binnen uw departement - die in dezen optreedt als opdrachtgever - wordt het onderzoek aangestuurd?

Antwoord

Dit is belegd bij de Directie Sociale Ontwikkeling (DSO).

12

Hoe bent u voornemens, naast de genoemde departementen, de verschillende stakeholders - zoals de diverse NGO's die actief zijn op dit terrein - te betrekken? Worden zij ook betrokken bij de selectie van de onderzoekers, het opstellen van de onderzoeksvragen en de ontwikkeling van de Terms of Reference?

Antwoord

Van enkele stakeholders wordt bekeken of zij wellicht plaats kunnen nemen in de begeleidingscommissie van het onderzoek. Beoogde leden van de begeleidingscommissie worden gedurende de maanden juli /

augustus benaderd. Andere stakeholders zullen gedurende het onderzoek door de onafhankelijke externe deskundige worden benaderd en zullen zo bij het onderzoek worden betrokken.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 069, nr. 13 4


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.