Inventarisatie grensoverschrijdende knelpunten North Sea Port (bijlage bij 32851,nr.56)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inventarisatie grensoverschrijdende knelpunten North Sea Port (bijlage bij 32851,nr.56)
Document­datum 12-07-2019
Publicatie­datum 16-07-2019
Nummer 2019D30960
Kenmerk 32851, nr. 56
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

INVENTARISATIE GRENSOVERSCHRIJDENDE KNELPUNTEN

NORTH SEA PORT

1 februari 2019

Het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM is de spil van wetenschappelijk onderzoek, advisering, kennisuitwisseling en opleidingsactiviteiten omtrent

Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Universiteit Maastricht

INVENTARISATIE

GRENSOVERSCHRIJDENDE KNELPUNTEN

NORTH SEA PORT

Onderdeel onderzoeksrapport

Het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM is de spil van wetenschappelijk onderzoek, advisering, kennisuitwisseling en trainingsactiviteiten omtrent grensoverschrijdende samenwerking en mobiliteit.

ITEM is een initiatief van Universiteit Maastricht (UM), het Nederlands Expertise en Innovatiecentrum Maatschappelijke Effecten Demografische krimp (NEIMED), Zuyd Hogeschool, de Gemeente

Maastricht, de Euregio Maas-Rijn (EMR) en de Provincie Limburg (NL).

1 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Korte toelichting

De provincie Zeeland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben op 22 oktober 2018 ITEM gevraagd een inventarisatie te maken van knelpunten die belemmerend werken voor North Sea Port in het grensoverschrijdende havengebied van Gent en Zeeland. Het betreft knelpunten die veroorzaakt worden door verschillen in wet- en regelgeving tussen de landen. De aanleiding voor de inventarisatie is de fusie van de havens van Gent en Zeeland Seaports tot North Sea Port op 1 januari 2018. Deze fusie is geïnitieerd om de internationale positie van de haven te versterken en concurrentiekracht te vergroten.

De fusie van de havenbedrijven in de twee landen was een uitdaging, maar nu die eenmaal is geformaliseerd willen de betrokken overheden dat wettelijke verschillen tussen België/ Vlaanderen enerzijds en Nederland anderzijds zo min mogelijk een hindernis mogen zijn voor het functioneren van het havenbedrijf en de werkgevers en werknemers in het havengebied. Hoewel het onderzoeksgebied zich beperkt tot North Sea Port en de Kanaalzone zullen veel van de geconstateerde knelpunten gelden voor het gehele grensgebied Zuid-Nederland Vlaanderen.

Organisaties in Zeeland pleiten ervoor om voor het havengebied een experimentenzone of proeftuin te creëren, uit de aanname dat wettelijke verschillen de ontwikkeling van het grensoverschrijdende gebied in de weg zitten 1 . Om die reden hebben de provincie Zeeland en het ministerie van BZK aan ITEM gevraagd om de wettelijke verschillen die belemmerend (kunnen) werken in dit gebied inzichtelijk te maken. Deze lijst zal als basis dienen voor een academische studie die Nederland en Vlaanderen gezamenlijk zullen opzetten met als doel na te gaan of er een mechanisme kan worden ontwikkeld voor het grensgebied dat de geïnventariseerde belemmeringen voor het grensoverschrijdende havengebied kan oplossen. 2

Nadrukkelijk wordt gesteld dat deze lijst geen statisch document zou moeten zijn. Naar verwachting zullen uit de samenwerking in het havengebied en van het gefuseerde grensoverschrijdende havenbedrijf altijd (wettelijke) verschillen opkomen die belemmerend kunnen werken. Die zullen dan door betrokken overheden aan deze lijst moeten worden toegevoegd.

De lijst, zoals opgenomen in dit document, geeft een indicatief overzicht van de knelpunten die voortvloeien uit de grensoverschrijdende havenfusie van de havens van Gent en Zeeland in North Sea Port. Deze lijst is het resultaat van een drietal workshops van ITEM en medewerkers van de North Sea Port waar reeds bekende knelpunten werden verzameld. Na de workshops heeft ITEM de wettelijke details van de knelpunten verder uitgezocht en de verzamelde inzichten met hulp van externe

1 Zie: https://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/zeeuwse-bedrijfsleven-wil-bijzondere-status-voor-grensregio~acb97049/

2 Tijdens de Vlaamse Nederlandse regeringstop van 5 november 2018 hebben de Vlaamse Minister-president en de

Nederlandse staatssecretaris van BZK afgesproken dat deze inventarisatielijst input gaat zijn voor een gezamenlijk studie uit te voeren onderzoek door kennisinstellingen uit beide landen. Dit onderzoek moet duidelijkheid verschaffen over welke instrumenten Nederland en Vlaanderen beschikken of zouden moeten ontwikkelen de geïnventariseerde belemmeringen voor het grensoverschrijdende havengebied aan te pakken. Nadrukkelijk is ook afgesproken dat dit onderzoek ook belemmeringen die elders in de Nederlands-Vlaamse grensgebieden opkomen, mee te nemen. Bij nog te ontwikkelen instrumenten wordt de mogelijkheid van experimenteerwetgeving in beide landen niet uitgesloten. Dat sluit aan bij het idee dat dhr. Donner lanceerde in 2016, om daarmee een afgebakend grensoverschrijdend gebied te kunnen bewerkstelligen waar voor een bepaald beleidsterrein de facto één set regels kan gelden. Zie ook de brief van de staatssecretaris van BZK aan de Tweede Kamer d.d. 26 november 2018: TK, 2018–2019, 32 851, nr. 53:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32851-53.html

2 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

bronnen geverifieerd. Tijdens verschillende telefonische gesprekken met havenmedewerkers werden verschillende vragen en knelpunten besproken die tijdens de workshops nog niet (duidelijk) aan bod waren gekomen.

Het overzicht geeft de knelpunten zoals geconstateerd door het havenbedrijf als volgt weer:

  • 1. 
    Bureaucratie grensoverschrijdend werken in één bedrijf (discoördinatie/administratief lastendruk)
  • 2. 
    Human Resource Management (knelpunten grensarbeid)
  • 3. 
    Erkenning beroepskwalificatie en bevoegdheden (havenkapitein/havenmeester)
  • 4. 
    Infrastructuur ontwikkeling (spoor/openbaar vervoer)
  • 5. 
    Infrastructuur ontwikkeling (CO 2 transport/buizen)
  • 6. 
    Milieu – transport afvalstoffen (grond en sediment)
  • 7. 
    Milieu – transport afvalstoffen (scheepsafvalstoffen)
  • 8. 
    Milieu – externe veiligheid (bunkeren LNG)

    3 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Tabel 1: Lijst van acute knelpunten geconstateerd door het havenbedrijf

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 1. 
    Bureaucratie grensoverschrijdend werken in één bedrijf ten koste

    van de arbeidsproductiviteit

Administratie inzake belastingen en ▪ Een groot aantal medewerkers van het havenbedrijf ▪ Belastingen: Art. 15 §2 Verdrag tussen het

sociale zekerheid (“A1-Verklaring”) kennen een hoge administratieve lastendruk door het Koninkrijk der Nederlanden en het nauwkeurig bijhouden van lijsten waar men per dagdeel Koninkrijk België tot het vermijden van

Probleem: heeft gewerkt, in het bijzonder voor mensen die dubbele belasting en tot het voorkomen van meermaals per dag over de grens heen- en weer het ontgaan van belasting inzake belastingen

In tegenstelling tot een (haven) werken. De lasten zitten in de: naar het inkomen en naar het vermogen, bedrijf dat volledig binnen de met Protocollen; Luxemburg, 5 juni 2001 (zie landsgrens opereert, moeten zowel o Werknemersadministratie (de zogenoemde 183- ook OESO-Modelverdrag) werknemers als de werkgever dagen regeling): Om dubbele (loon)belastingen te administratieve handelingen voorkomen moet voor de belastingaangifte kunnen ▪ Sociale zekerheid: Europese regelgeving verrichten om aan te tonen hoeveel worden aangetoond dat een werknemer niet meer omtrent detachering: Het E-101-formulier tijd in welk land gewerkt is en of dan 183 dagen in het buurland heeft gewerkt. werd in het kader van de “oude” daarvoor premies zijn afgedragen. Verordening (EEG) 1408/71 uitgereikt. Deze

Voor de inkomstenbelasting moeten o Werkgeversadministratie (de zogenoemde A1- Verordening is inmiddels vervangen door de werknemers administreren hoeveel verklaring): In het E-101 (A1-) formulier wordt Verordening (EG) 883/2004,

3 op grond

tijd zijn werken in welk land, omdat binnen de Europese Unie vastgesteld dat de waarvan nu een A1-formulier wordt

de 183 dagenregel bepaalt welk land werknemer verder aan de sociale zekerheid van zijn uitgereikt. Ten aanzien van de werking van thuisland onderworpen blijft ingeval hij tijdelijk te de verklaring is echter (nagenoeg) niets

werk wordt gesteld in een ander land ofwel hij gewijzigd. 4

gelijktijdig gaat werken in twee landen. Hij blijft in

3 Verordening (EG) Nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

4 H. Xhonneux, ‚Wat is de bindende kracht van een uitgereikt A1-formulier?’, vakblad Grens Overschrijdend Werken, 21 nov 2016, zie https://www.grensoverschrijdendwerken.nl/component/k2/vakblad/wat-is-de-bindende-kracht-van-een-uitgereikt-a1-formulier

4 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

het recht heeft inkomstenbelasting te dat geval (formeel) in dienst van de werkgever van ▪ Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees

heffen. het uitzendende land en verricht het werk in het Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot andere land. wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende

Voor de afdracht van sociale premies de terbeschikkingstelling van werknemers moet de werkgever voor zijn ▪ Deze administratieve lastendruk wordt nu al ervaren als met het oog op het verrichten van diensten medewerkers A1 verklaringen bijzondere belemmering in het dagelijkse bedrijf van de invullen, waarmee aangetoond wordt North Sea Port, bijvoorbeeld: ▪ Nederland: Wet arbeidsvoorwaarden dat premies worden afgedragen, gedetacheerde werknemers in de Europese zodat die niet ook in het andere land o In het door de directie gevoerde personeelsbeleid Unie/ WagwEU 5 (“harde kern” betaald hoeven te worden. om zo veel mogelijk vanuit beide arbeidsvoorwaarden)

dochterondernemingen gezamenlijk te vergaderen;

▪ België: Wet betreffende de arbeids-, loon

De flexibiliteit van het havenbedrijf o Door de bemanning van een schip dat dagelijks en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van

om gemeenschappelijke teams aan tussen Gent en Terneuzen op en neer gaat waarbij detachering van werknemers in België en de het werk te zetten wordt door de het onmogelijk is te voorspellen hoeveel tijd in welk naleving ervan, 5 maart 2002; gewijzigd door regels beperkt. Dat zou in de land wordt doorgebracht; Wet houdende diverse bepalingen inzake toekomst een uitgebreide detachering van werknemers, 11 dec 2016; samenwerking tussen de o Door werknemers in leidinggevende functies die een Koninklijk besluit houdende diverse dochterondernemingen kunnen gezamenlijk team op beide kanten van de grens maatregelen inzake detachering van belemmeren. moeten aansturen; en werknemers, 5 dec 2017

o In de onzekerheid omtrent de rekenmethode (uiteenlopende meningen van fiscalis iten) of een ‘afspraak van een half uur’ wel of niet als een half dagdeel moeten worden gerekend.

5 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 2. 
    Human Resource Management

Functies en salarissen in ▪ Er bestaan diverse regelgevende verschillen die ▪ EU: Verordening (EG) 883/2004;

grensoverschrijdende situaties grensoverschrijdend werken complex maken (bijvoorbeeld m.b.t. 6 ‘Rome I Verordening’ pensioenen, ontslagbescherming, ziekteverzekering etc.).

Probleem: Hierdoor wordt niet alleen de flexibiliteit in de dagelijkse ▪ Het verschil tussen woon- en

arbeidsorganisatie (zie knelpunt nr. 1 hierboven) maar zelfs het werkland (in geval van een

Het hele human resource algehele human resource management van de North Sea Port in contractuele relatie met de management van het havenbedrijf het algemeen belemmerd. dochteronderneming aan der met de doelstelling van een verdere andere zijde van de grens) maakt integratie van de twee ▪ De holding zelf heeft geen eigen personeel. Medewerkers zijn in het noodzakelijk om rekening te dochterondernemingen wordt dienst bij een dochteronderneming van het havenbedrijf. Het houden met de uiteenlopende belemmerd door de complexiteit van personeel van het havenbedrijf telt bijgevolg drie groepen regelgevingen aan beide kanten grensarbeid. medewerkers: ‘gewone’ werknemers met een Nederlandse van de grens (NL-BE) omtrent het

Bij een wissel van functie van één arbeidsovereenkomst; ‘gewone’ werknemers met een Belgische arbeidsrecht (bijvoorbeeld m.b.t. naar de andere dochteronderneming arbeidsovereenkomst (statuut van ‘bediende’); en de het salaris, vakantiedagen, zullen medewerkers met de gevolgen zogenoemde ‘statutaire werknemers’ volgens Belgisch recht (met bedrijfspensioen, ontslag etc.), en van veranderingen op het gebied van andere woorden, ambtenaren. Van de rond 250 personeelsleden de sociale zekerheid (ziekte, pensioen, ontslagbescherming, van het havenbedrijf hebben tot nu toe slechts zeven arbeidsongeschiktheid, pensioen doorbetaling bij ziekte, belastingen, medewerkers het statuut ‘grensarbeider’. etc.).

zorg, etc. worden geconfronteerd.

Dat zou de bereidheid van ▪ Interne vacatures kunnen op dit moment voor de haven in zijn

medewerkers om een functie in de geheel niet zo flexibel worden ingevuld als in een ander bedrijf. Het aannemen van een functie (en niet in de vorm van

detachering) aan de andere zijde van de grens, maakt van medewerkers ‘grensarbeiders’.

6 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

andere dochteronderneming aan te

nemen, kunnen beperken. ▪ Het statuut van ‘grensarbeider’ is gebaseerd op een verschil

tussen woon- en werkland (in geval van een contractuele relatie

Voor de werkgever zou het de met de dochteronderneming aan de andere zijde van de grens). personele integratie van de twee Het veranderen van status heeft zowel voor de werknemer als dochterondernemingen beperken. voor de werkgever grote gevolgen voor het pensioen, belastingen,

sociale zekerheid, zorg, etc. Hierdoor zijn tijdelijke posities in de andere dochteronderneming niet altijd aantrekkelijk voor medewerkers aan de andere zijde van de grens of is onduidelijk wat de gevolgen zijn. Dit betekent dat het flexibel invullen van functies hierdoor wordt belemmerd.

▪ Het bovenstaande houdt in dat een geïntegreerd beleid omtrent

human resource management in de toekomst niet makkelijk is. Dit zal voor steeds grotere problemen zorgen als de twee dochterondernemingen als geheel willen opereren. Medewerkers zullen beperkt worden in hun carrièreplanning en groei als de optie van grensarbeid niet aantrekkelijk zal zijn.

Bijvoorbeeld is het gebruik van ▪ Een concreet voorbeeld van een acute belemmering is dat op ▪ Nederland: Uitvoeringsbesluit poolwagens en/of directiewagens grond van uiteenlopende fiscale regelgevingen sommige BPM, zie in artikel 2 de beperkt door medewerkers die een medewerkers van het havenbedrijf tegen problemen aanlopen bij ‘werknemersvrijstelling’ en in verschillend werkland en woonland het gebruik van de poolwagens of directiewagens. Bij beide artikel 3a de vrijstelling voor hebben. vestigingen werken medewerkers waarbij het werkland en het kortstondig gebruik in NL van een

woonland verschillend zijn. Zij mogen in beginsel conform auto met buitenlands kenteken bepalingen in beide landen gebruik maken van de poolauto’s.

▪ In de praktijk lopen zij echter in strikte zin aan tegen het

probleem, dat zij (zonder vrijstelling BPM) niet met een auto met

buitenlands kenteken mogen rijden in het land waar ze wonen. In

7 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Nederland lopen zij hierbij (mogelijk) tegen een probleem aan bij de redactie van de vrijstellingen in de BPM.

▪ Doordat de betreffende auto(‘s) niet exclusief ter beschikking

wordt (worden) gesteld aan de werknemer, maar sprake is van doorlopend en afwisselend ‘ad hoc’ gebruik, wordt (mogelijk) strikt genomen niet voldaan aan de voorwaarden voor de vrijstelling, doordat de grens van een gebruik van (ten hoogste) twee weken in een kalenderjaar in bepaalde gevallen kan worden overschreden, nog los van het feit dat de beperking in dat geval (mede gezien ook de voorafgaande meldingsplicht) in deze specifieke situatie belemmerend werkt voor het vrije verkeer van o.a. personen en diensten, welke verdragsvrijheden worden beschermd in het VwEU.

8 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 3. 
    Erkenning beroepskwalificatie en bevoegdheden

Havenmeester/ Havenkapitein ▪ De verantwoordelijkheid van havenmeester/ ▪ Nederland/ Zeeland: Het Algemeen

havenkapitein is voor het Vlaamse deel van de Bestuur van de Gemeenschappelijk

Probleem: fusiehaven op basis van publiek recht anders Regeling Zeeland Seaports heeft

Het havenbedrijf moet zowel een ingericht dan voor het Nederlandse deel. navolgende regelingen en besluiten Havenmeester (NL) als een Havenkapitein vastgesteld (op 6 dec 2017; in werking per

(BE) aanstellen, omdat de bevoegdheden ▪ België: De havenkapitein waakt over de veiligheid en 1 jan 2018):

van deze functionarissen fors verschillen. het milieu in het havengebied en oefent daarbij Dat leidt er ook toe dat ingewikkelde bijzondere administratieve politiebevoegdheden uit. o Havenverordening Zeeland Seaports afspraken moeten worden gemaakt voor Hij is eveneens officier van gerechtelijke politie en 2018 onder intrekking van de situaties in het havengebied waar valt daarbij onder de procureur des Konings. In het Havenbeheersverordening Zeeland

grensoverschrijdend handelen is vereist. aaneensluitende havengebied betekent dit Seaports 2011; bijvoorbeeld dat personeelsleden verschillende

De Nederlandse havenmeester is niet rollen hebben en dat zij alleen op het eigen o Havenreglement Zeeland Seaports opgeleid om alle bevoegdheden in grondgebied specifieke taken kunnen uitoefenen. 2018 ter uitvoering van artikel 10.1 Vlaanderen uit te voeren. In Nederland Het zou efficiënter en praktischer zijn als zij deze van de Havenverordening Zeeland zijn een aantal van de bevoegdheden van taken aan beide zijden van de grens kunnen Seaports 2018; de Vlaamse Havenkapitein belegd bij uitoefenen. Dit zou moeten worden vastgelegd in de

andere partijen. doelstelling van de Havenverordening. o Aanwijzing van de Havenmeester in de

zin van de Havenverordening Zeeland

Daardoor mag de Havenkapitein ook niet ▪ Nederland: In het algemeen kan worden gesteld dat Seaports 2018;

al zijn bevoegdheden op NL-grondgebied een havenmeester een functionaris betreft in dienst uitoefenen. Dat vereist afstemming met van de overheid of geprivatiseerd havenbeheer, de belast is met het toezicht op veilig en economisch

9 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

andere partijen (zoals burgemeesters, gebruik van zee- en/of binnenhavens en vaarwegen. o Mandaatbesluit Havenmeester

politie, inspectie). Het aantal taken en de verantwoordelijkheden van Gemeenschappelijke Regeling Zeeland de havenmeester zijn aan het toenemen. Door de Seaports 2018;

grote verschillen tussen havens in aard en omvang, is de functie van havenmeester zeer divers. In de o Aanwijzingsbesluit Toezichthouders grotere havens worden de taken van de Havenverordening Zeeland Seaports havenmeester ook steeds meer door diverse 2018. functionarissen bekleed.

▪ België: Wet tot vaststelling van het statuut

▪ Mandaatbesluit Zeeland Seaports (ZSP): De der havenkapiteins, 5 mei 1936.

Havenmeester is in dienst van de NV ZSP en wordt tevens aangewezen als onbezoldigd ambtenaar van o Algemene politieverordening (voor de de Gemeenschappelijke Regeling (GR) ZSP. Zijn Haven van Gent) (laatste wijziging 23 politiële dan wel inspectiebevoegdheden stoppen november 2015) echter aan de grens. In Nederland is hiervoor namelijk de burgemeester bevoegd. Verder zijn de Nederlandse politie en de inspectiediensten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk voor de veiligheid in het havengebied. 7

10 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 4. 
    Infrastructuur ontwikkeling m.b.t. duurzaamheid en circulaire

    economie

Voorbeeld CO2 transport buizen ▪ Ook de regelgeving voor aanleg en gebruik ▪ Internationaal: London Protocol 10

grensoverschrijdende buisleidingen infrastructuur

Probleem: (alternatief gebruik buisleidingen) wordt als complex ▪ EU: Richtlijn 2009/31/EG inzake CO2 ervaren. 11 opslag (CCS-richtlijn), Richtlijn

Het havenbedrijf constateert 2009/29/EG inzake handel in

behoeftes in verband met de ▪ Als partner in diverse duurzaamheidsprojecten in het broeikasgasemissierechten (ETS-richtlijn) 12

ontwikkeling van de havengebied, zoals bijvoorbeeld via het SDR (Smart Delta

grensoverschrijdende infrastructuur Resources) programma, is North Sea Port betrokken bij ▪ NL: ter bevordering het verschillende projecten. Een voorbeeld daarbij is het o CO2 opslag: Uitgebreide duurzaamheidsbeleid/ instelling van ambitieuze grensoverschrijdende project implementatiewetgeving NL-

een circulaire economie. Steel2Chemicals waarbij koolstofrijke restgassen van overheid; 13

Arcelor Mittal worden ingezet als grondstof voor Dow

10 1996 Protocol to the Convention on the Prevention of Marine Pollution by Dumping of Wastes and Other Matter, 1972.

11 RICHTLIJN 2009/31/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad.

12 RICHTLIJN 2009/29/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden.

13 Wet van 22 juni 1950, houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten (Wet op de economische delicten); Wet van 13 juni 1979, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne (Wet milieubeheer); Algemene wet bestuursrecht; Besluit milieueffectrapportage; Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Wet van 29 januari 2009, houdende regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet); Besluit van 30 november 2009 houdende regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterbesluit); Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met de implementatie van EU richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide […]; Besluit van 29 augustus 2011, houdende wijziging van het Mijnbouwbesluit en twee andere besluiten in verband met bepalingen voor het permanent opslaan van CO2;

Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 13 september 2011, nr. WJZ / 11070067, houdende wijziging van de Mijnbouwregeling in verband met bepalingen voor het permanent opslaan van CO2; Burgerlijk wetboek Boek 6

11 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

In het bijzonder de onzekerheid en Chemical Terneuzen. Hiervoor is het noodzakelijk een o Emissierechten: Uitgebreide

onduidelijkheid over de toepasselijke eenduidig regulatoir antwoord te krijgen op implementatiewetgeving NL-

rechtsregels omtrent de ontwikkeling verschillende vergunningstrajecten, nationaal bepaalde overheid 14

van grensoverschrijdende milieuruimtes, ruimtelijke ordeningsvisies als ook

buisleidingen voor CO2 transport regelgevend beperkingen in het grensoverschrijdende ▪ BE: wordt als probleem gezien. transport van CO2. o CO2 opslag: Uitgebreide implementatiewetgeving federaal

▪ Er bestaat onduidelijkheid en onzekerheid over de en Vlaams gewest 15

wettelijke voorwaarden bij het grensoverschrijdende transport van CO2 met behulp van buisleidingen. o Emissierechten: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse

14 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 september 2010, nr. DGM/K+L2010025875, tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken en de kwaliteit van gegevens benodigd voor het aanpassen van de hoeveelheid broeikasgasemissierechten voor de hele Unie en het berekenen van de kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2013-2020; Wet van 19 april 2012 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie […] (herziening EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten); Besluit van 16 mei 2012 tot wijziging van het Besluit handel in emissierechten; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 juni 2012, nr. IenM/BSK-2012/63209, tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten

[…], alsmede in verband met de Aanpassingswet handel in emissierechten II en enkele andere verbeteringen; Besluit van 13 juni 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de wet van 19 april 2012 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van onder meer richtlijn nr. 2009/29/EG (herziening EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten) (Stb. 2012, 195), […]; Besluit van 13 juni 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de wet van 19 april 2012 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van onder meer richtlijn nr. 2009/29/EG (herziening EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten) (Stb. 2012, 195), […]; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 13 juni

2012, nr. IENM/BSK-2012/86244, houdende aanwijzing van de veiler voor het veilen van broeikasgasemissierechten (Regeling aanwijzing veiler broeikasgasemissierechten)

15 13 JUNI 1969. - [Wet inzake de exploratie en de exploitatie van niet -levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat]. (Opschrift vervangen bij (W 1999-04-22/47, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 20-07-1999)); VLAAMSE OVERHEID - 8 MEI 2009. - Decreet betreffende de diepe ondergrond, (incl. erratum); FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O.,

MIDDENSTAND EN ENERGIE - 5 AUGUSTUS 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2000 betreffende de toekenning van individuele vergunningen voor de bouw van installaties voor de productie van elektriciteit; VLAAMSE OVERHEID - 15 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten; VLAAMSE OVERHEID - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, met het oog op het invoegen van nadere regels over de geologische opslag van koolstofdioxide, 6 JUNI 2014; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, met het oog op het invoegen van nadere regels over de geologische opslag van koolstofdioxide, 6 JUNI 2014; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, met het oog op het invoegen van nadere regels over de geologische opslag van koolstofdioxide, 6 JUNI 2014; VLAAMSE OVERHEID - 30 JUNI 2017. - Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw.

12 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

▪ Er zijn blijkbaar juridische beperkingen die het Regering van 7 december 2007

grensoverschrijdend transport van CO2 momenteel nog inzake verhandelbare tegenhouden. Enerzijds heeft de CCS-richtlijn van de EU emissierechten voor de vereisten van het Verdrag van Bazel voor de broeikasgassen, van 4 september overbrenging van CO2 binnen en tussen EU-lidstaten 2009; Besluit van de Vlaamse geschrapt door de verordening betreffende de Regering inzake verhandelbare grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen emissierechten voor buiten toepassing te laten. Anderzijds vormt het Verdrag broeikasgassen voor vaste en Protocol van Londen (nog steeds) een wettelijke installaties en de inzet van belemmering voor de grensoverschrijdende verplaatsing flexibele mechanismen, 20 april van CO2, waar het in geologische formaties onder de 2012 onderzeebodem moet worden opgeslagen.

▪ Externe veiligheid:

▪ Na de inwerkingtreding van het 1996 London Protocol o NL: Besluit externe veiligheid (Bevi)

(ratificatie Nederland op 24 september 2008, ratificatie (risiconormen) België op 13 februari 2006 met voorbehoud) werd het o BE: Decreet Algemeen Milieubeleid Protocol meermaals gewijzigd. Een voorgestelde

wijziging van het protocol is bedoeld om ervoor te ▪ Buisleidingen: zorgen dat het geen belemmering vormt voor o NL: Besluit externe veiligheid grensoverschrijdende CO2-projecten. 8 Echter moet deze buisleidingen (Bevb) (aanwijzingen, wijziging nog steeds in werking treden – momenteel risicoafstanden, rekenmethodiek)

hebben te weinig partijen de wijziging geratificeerd om o BE: Richtlijnenboek ondergrondse in werking te kunnen treden. 9 buisleidingen, (Richtlijnenboek

bovengrondse hoogspanningsleiding)

8 Voor meer informatie over het bovengenoemde amendement, zie hier: http://www.imo.org/en/KnowledgeCentre/IndexofIMOResolutions/London-Convention-London-Protocol-%28LDC- LC-LP%29/Documents/LP.3%284%29.pdf

9 Zie de lijst van (geratificeerde) wijzigingen van het London Protocol: http://www.imo.org/en/ourwork/environment/lclp/documents/list%20of%20amendments%20to%20the%20london%20protocol.pdf ; zie ook http://www.imo.org/en/KnowledgeCentre/IndexofIMOResolutions/London-Convention-London-Protocol-%28LDC-LC-LP%29/Pages/default.aspx ; alsook Global CCS Institute, Carbon dioxide (co2) distribution infrastructure - The opportunities and challenges confronting CO2 transport for the purposes of carbon capture and storage (CCS) - An observation paper, August 2012, blz. 36, zie https://hub.globalccsinstitute.com/publications/carbon-dioxide-co2-distribution-infrastructure/cross-border-co2-transport-transboundary .

13 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 5. 
    Infrastructuur ontwikkeling

Voorbeeld spoor/ openbaar vervoer ▪ Het inrichten van de grensoverschrijdende ▪ Nederland: (spoor)infrastructuur wordt als moeilijk ervaren. Het o Omgevingswet; 16

Probleem: niet op elkaar afgestemd zijn van deze problematiek o OV: Wet van 6 juli 2000, houdende

Het havenbedrijf constateert hindert de voortgang van dergelijke projecten zowel qua nieuwe regels omtrent het openbaar behoeftes op het gebied van financiering als ook qua verplichtingen tussen de vervoer, besloten busvervoer en grensoverschrijdende verschillende landen. Verder is de ontwikkeling van taxivervoer

17

infrastructuur. infrastructuur: ▪ België/Vlaanderen:

Voor de aanleg van o procedureel niet op elkaar afgestemd; o Decreet van 8 december 2017 houdende grensoverschrijdende wijziging van diverse bepalingen inzake infrastructuur, voor bijvoorbeeld o qua onderliggende criteria (om voor financiering in ruimtelijke ordening, milieu en omgeving

spoorverbindingen of buisleidingen, aanmerking te komen) niet in overeenstemming; (zgn. Codextrein), gepubliceerd op 20 moeten verschillende procedures in en december 2017 in het Belgisch de beide landen doorlopen worden. Staatsblad; het decreet wordt gefaseerd Dat leidt ertoe dat vergunningen o qua budgettaire en formele verantwoordelijkheid van kracht (een eerste deel artikelen trad en/ of financiering niet of slechts verschillend belegd (bv spoor: Infrabel, ProRail, in werking op 30 december 2017) 18 met grote moeite tot stand komen federale/regionale overheid) o OV: Decreet van 31 juli 1990 betreffende

en daardoor projecten niet of het publiekrechtelijk vormgegeven extern

vertraagd tot stand komen. ▪ In het geval van openbaar vervoer verschillen de verzelfstandigd agentschap Vlaamse

politieke bevoegdheden voor de concessies Vervoermaatschappij

16 De wettelijke verschillen inzake milieuwetgeving zijn gedetailleerd beschreven in: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Verschillen in omgevingsrecht tussen Nederland, België en

Duitsland en de gevolgen voor de concurrentiepositie van Zeehavens, DG Bereikbaarheid, 078386738:B-Arcadis, 29 april 2015.

17 Wet personenvervoer 2000, https://wetten.overheid.nl/BWBR0011470/2018-07-28

18 https://www.ruimtelijkeordening.be/Codextrein

14 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 6. 
    Milieu/duurzaamheid

Voorbeeld transport afvalstoffen ▪ Het grensoverschrijdende transport van afvalstoffen ▪ EU: Verordening (EG) nr. 1013/2006 van

(vloeibaar scheepsafvalstoffen) valt onder Europese wetgeving (EVOA). Bij het het Europees Parlement en de Raad van transport van vloeibaar scheepsafvalstoffen (met 14 juni 2006 betreffende de overbrenging

Probleem: name, sludge, bilgewater en slobs gemengd met olie) van afvalstoffen (EVOA) regelt de

Het havenbedrijf constateert een vanuit België naar Nederland is door de OVAM de voorwaarden en procedure voor reguleringsbelemmering voor het beperking opgelegd dat er “minimaal 50% nuttige grensoverschrijdende transporteren van bepaalde toepassing op de vracht” wordt vereist. Nederland transportvergunningen. scheepsafvalstoffen binnen het stelt geen eisen aan de hoeveelheid “nuttige havengebied, voor een bedrijf dat in het toepassing” aan dit soort vracht. o De EVOA maakt onderscheid tussen

gehele havengebied actief is. afvalstoffen bestemd voor nuttige ▪ Een concreet voorbeeld betreft een toepassing (groene en oranje lijst) en

Dit verzwaart ook de business case voor de havenontvangstinstallatie bedrijf dat in het hele afvalstoffen bestemd voor (potentiele) klanten van het havenbedrijf. havengebied actief is met werkzaamheden in verwijdering.

Vlissingen, Terneuzen én Gent. Zij zamelen de bovengenoemde scheepsafvalstoffen in en bewerken o De EVOA-kennisgevingsprocedure deze met behulp van een verwerkingsinstallatie door geldt in elk geval voor alle afvalstoffen gebruik van gerecyclede energie tot een duurzaam bestemd voor verwijdering, alsook herbruikbaar product. Deze verwerkingsinstallatie is voor de afvalstoffen die op de Oranje gevestigd in Vlissingen en bestaat uit een afvalstoffenlijst van EVOA staan, of op afvalwaterverwerkingsinstallatie (in samenwerking geen van de afvalstoffenlijsten met Evides waarbij hun water schoon naar de natuur vermeld staan. 19 teruggaat), alsmede een olieverwerkingsinstallatie. Om deze olie/water/slib mengsels (= sludge,

19 https://www.afvalcirculair.nl/onderwerpen/afvalregelgeving/afval-vervoeren-0/evoa/

15 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

bilgewater en slobs) van Gent (België) naar de ▪ Nederland: Aanvraag vergunning bij de

installatie in Vlissingen (Nederland) te transporteren Inspectie Leefomgeving en Transport, heeft het bedrijf een EVOA-vergunning nodig. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

▪ Feitelijk bevat elke vracht olie/water mengsel normaal gesproken niet meer dan 35% olie. De door ▪ België/Vlaanderen: Aanvraag vergunning

de OVAM aan deze vergunning gekoppelde eis van bij de Openbare Vlaamse

minstens 50% olie op elke vracht naar Nederland Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) 20

veroorzaakt extra (hoge) kosten en wachttijd. Dit betekent dat elke vracht afzonderlijk geanalyseerd moet worden. Dit leidt tot extra wachttijd en hogere verwerkingskosten omdat – voordat het transport uit België kan vertrekken – wordt geanalyseerd bij een gecontracteerde verwerkingsinstallatie in België, dat feitelijk gezien een concurrent is en duurder is dan de eigen installaties in Vlissingen.

20 https://www.ovam.be/afval-materialen/transport-van-afvalstoffen-en-materialen/grensoverschrijdende-overbrenging-van-afvalstoffen

16 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 7. 
    Milieu/duurzaamheid

Voorbeeld transport afvalstoffen (grond en ▪ Volgens de Europese regelgeving (EVOA) wordt ▪ EU: Verordening (EG) nr. 1013/2006 van

sediment) grond en sediment beschouwd als afvalstof voor het het Europees Parlement en de Raad van transporteren daarvan (ongeacht de modaliteit) over 14 juni 2006 betreffende de overbrenging

Probleem: een landsgrens heen. Het verkrijgen van van afvalstoffen (EVOA) regelt de

Het havenbedrijf constateert procedurele toestemming (EVOA-verklaring) voor voorwaarden en procedure voor knelpunten bij het grensoverschrijdende grensoverschrijdend afvaltransport vindt plaats op grensoverschrijdende

transport van grond en sediment. transportniveau (vb. per vrachtwagen of schip) en transportvergunningen (zie nr. 6 boven) dient in het land van verzending aangevraagd te

Dit verzwaart ook de business case voor de worden. ▪ Nederland: Wet bodembescherming

(potentiele) klanten van het havenbedrijf. (Wbb); Besluit bodemkwaliteit (Bbk); (Wet ▪ In deze context wordt een knelpunt bij de

milieubeheer (WM) i.v.m. vergunningen); kwaliteitsbepaling van partijen grond en sediment (Waterwet/Europese Kaderrichtlijn Water geconstateerd. Met name worden in Vlaanderen en (KRW) i.v.m. waterbodem)

Nederland verschillende voorwaarden voor

monstername en toetsing gehanteerd. Dit resulteert ▪ België/Vlaanderen: Materialendecreet; het

in een dubbele onderzoeksinspanning voor dezelfde Bodemdecreet, wettelijk kader voor partij grond dan wel sediment. bodemsanering en bodembescherming; en het uitvoeringsbesluit - het Vlaams

▪ Bovendien kan in Nederland het toestemmingstraject Reglement rond bodemsanering en

voor de EVOA-verklaring tot wel zes maanden in bodembescherming (het VLAREBO); beslag nemen. Hierdoor kan er niet ingespeeld (VLAREM I en II, 21 en worden op ad hoc opportuniteiten. Milieuvergunningsdecreet i.v.m. vergunningen)

21 Het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM) is het uitvoeringsbesluit van het Vlaamse milieuvergunningsdecreet. Het Reglement omvat drie delen: VLAREM I, II en III.

17 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

▪ Deze procedurele omstandigheden gaan gepaard

met uiteenlopende tarieven voor het transporteren van grond en sediment. Deze vormen een verdere belemmering voor zowel de handel in grond en sediment als het bevorderen van een circulaire economie (m.b.t. een optimalisering van nuttige toepassing van afvalstoffen en materialen) binnen het havengebied.

18 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

Knelpunt geconstateerd door het

havenbedrijf Probleembeschrijving Wettelijke achtergrond

  • 8. 
    Milieu/duurzaamheid – externe veiligheid

Voorbeeld bunkeren van LNG ▪ Brandrisico bij de opslag van LNG: De LNG in de ▪ Internationaal: ISO 16924 (standaard voor

(opslag)tanks kan niet ontploffen en niet branden, LNG-tankstations) Probleem: omdat er geen zuurstof aanwezig is. Zodra LNG

vrijkomt in de buitenlucht en gasvormig wordt ▪ Nederland:

Het havenbedrijf constateert een (aardgas), is het in combinatie met de aanwezige belemmering bij het bunkeren van zuurstof wel brandbaar. Omdat aardgas heel snel o Besluit risico's zware ongevallen 2015 vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) op grond verdampt, verspreidt en lichter is dan lucht, is het (‘Brzo-regime’); Wet Milieubeheer; van uiteenlopende procedures en slechts binnen beperkte grenzen brandbaar. 22 etc. veiligheidseisen.

▪ Voor het bunkeren (shore to ship/ truck to ship) van o De PGS-richtlijn nr. 33 (Publicatiereeks Dit verzwaart ook de business case met LNG eisen de bevoegde autoriteiten in Nederland Gevaarlijke Stoffen/ PGS); 23 deel 1

betrekking tot mogelijke investeringen een extra vergunning die van de Vlaamse (PGS33-1) omvat verschillende voor de (potentiele) klanten van het autoriteiten niet wordt geëist. LNG valt (al snel) voorschriften, eisen en criteria voor de havenbedrijf. onder het zogenoemde ‘Brzo-regime’, in een vulstations (zoals algemene regels, vergunning wordt aan het regime getoetst en eisen eisen en criteria voor aan gesteld. Dit kan zorgen voor (extra) wachttijd en milieuvergunningverlening) en stelt juridische onzekerheid omtrent het verdere voorwaarden op hoe bedrijven transport van het product. moeten toezien op arbeidsveiligheid, milieuveiligheid en brandveiligheid; deel 2 (PGS33-2) betreft LNG-

22 LNG wordt vloeibaar bij temperaturen van rond de -162°C. LNG is dus een cryogene stof: een stof met een extreem lage temperatuur. LNG is daarnaast kleurloos, geurloos, niet brandbaar of giftig. Zie voor meer informatie: http://www.lng.nl/veiligheidoverheid.html

23 Zie deel 1 “PGS33-1“ (2013): http://content.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl/documents/PGS33/PGS_33_1_LNG_motorvoertuigen_compleet.pdf en deel 2 “PDG33-2” (2014): http://content.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl/documents/PGS33/PGS%2033_2_april_2014_web_2.pdf .

19 Inventarisatie knelpunten – 01 februari 2019

North Sea Port

bunkeren. De PGS-richtlijn is geen opzichzelfstaande wet of regel, maar er kan wel in de wet naar verwezen worden.

▪ België /Vlaanderen: Vlaams Departement

Mobiliteit en Openbare Werken 24

24 Zie veiligheidsstudie (2012): https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/veiligheidsstudie-bevoorrading-van-vlaamse-havens-met-lng-als-brandstof-voor-de-scheepsvaart ; en een verkennende studie (2013) i.v.m. LNG-initiatieven in Vlaanderen: https://www.cpmr.org/pub/agenda/2193_soufrepimbonneppt.pdf

20

Onderzoeksteam

Prof. Hildegard Schneider

Hoogleraar Europees recht

Vrij verkeer van natuurlijke en rechtspersonen en migratievraagstukken, de erkenning van diploma’s en het EU-beleid op het gebied van onderwijs en cultuur, internationaal handelsrecht en vergelijkend recht

Martin Unfried

Ontgrenzer

EU-milieubeleid en Europees regionaal en grensoverschrijdend beleid

Dr. Nina Büttgen

Onderzoeker

Europees arbeidsrecht, rechtsvergelijking en EU governance

Peggy ter Vrugt

Junior onderzoeker

Nederlands staats- en bestuursrecht

ITEM is een initiatief van Universiteit Maastricht (UM), het Nederlands Expertise en

Innovatiecentrum Maatschappelijke Effecten Demografische krimp (NEIMED), Zuyd Hogeschool, de Gemeente Maastricht, de Euregio Maas-Rijn (EMR) en de Provincie Limburg (NL).

Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM

Postadres:

Postbus 616, 6200 MD Maastricht

Bezoekersadres:

Bouillonstraat 1-3, 6211 LH Maastricht

Avenue Céramique 50, 6221 KV Maastricht

T: 0031 (0) 43 388 32 33

E: item@maastrichtuniversity.nl

www.twitter.com/ITEM_UM

Bouillonstraat 1-3, 6211 LH Maastricht Avenue Céramique 50, 6221 KV Maastricht

T: 0031 (0) 43 388 32 33 E: item@maastrichtuniversity.nl

www.maastrichtuniversity.nl/item

www.twitter.com/ITEM_UM

3.

Hoofddocument

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.